DSV_Strongs(i)
1
H1697
Het woord
H3414
, dat tot Jeremia
H5971
geschied is over het ganse volk
H3063
van Juda
H7243
, in het vierde
H8141
jaar
H3079
van Jojakim
H1121
, zoon
H2977
van Josia
H4428
, koning
H3063
van Juda
H7224
(dit was het eerste
H8141
jaar
H5019
van Nebukadnezar
H4428
, koning
H894
van Babel);
2
H5030
Hetwelk de profeet
H3414
Jeremia
H1696 H8765
gesproken heeft
H5971
tot het ganse volk
H3063
van Juda
H3427 H8802
, en tot al de inwoners
H3389
van Jeruzalem
H559 H8800
, zeggende:
3
H7969 H6240
Van het dertiende
H8141
jaar
H2977
van Josia
H1121
, den zoon
H526
van Amon
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H3117
, tot op dezen dag
H7969
toe (dit is het drie
H6242
en twintigste
H8141
jaar
H1697
) is het woord
H3068
des HEEREN
H1696 H8762
tot mij geschied; en ik heb tot ulieden gesproken
H7925 H8687
, vroeg op zijnde
H1696 H8763
en sprekende
H8085 H8804
, maar gij hebt niet gehoord.
4
H3068
Ook heeft de HEERE
H7971 H8804
tot u gezonden
H5650
al Zijn knechten
H5030
, de profeten
H7925 H8687
, vroeg op zijnde
H7971 H8800
en zendende
H8085 H8804
(maar gij hebt niet gehoord
H241
, noch uw oor
H5186 H8689
geneigd
H8085 H8800
om te horen);
5
H559 H8800
Zeggende
H7725 H8798
: Bekeert u
H376
toch, een iegelijk
H7451
van zijn bozen
H1870
weg
H7455
, en van de boosheid
H4611
uwer handelingen
H3427 H8798
, en woont
H127
in het land
H3068
, dat de HEERE
H1
u en uw vaderen
H5414 H8804
gegeven heeft
H5769
, van eeuw
H5704
tot
H5769
in eeuw;
6
H3212 H8799
En wandelt
H312
andere
H430
goden
H310
niet na
H5647 H8800
, om die te dienen
H7812 H8692
, en u voor die neder te buigen
H3707 H8686
; en vertoornt
H3027
Mij niet door uwer handen
H4639
werk
H7489 H8686
, opdat Ik u geen kwaad doe.
7
H8085 H8804
Maar gij hebt naar Mij niet gehoord
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H3707 H8687
; opdat gij Mij vertoorndet
H4639
door het werk
H3027
uwer handen
H7451
, u zelven ten kwade.
8
H559 H8804
Daarom, zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H1697
: Omdat gij Mijn woorden
H8085 H8804
niet hebt gehoord;
9
H7971 H8802
Ziet, Ik zal zenden
H3947 H8804
, en nemen
H4940
alle geslachten
H6828
van het noorden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H5019
; en tot Nebukadnezar
H4428
, den koning
H894
van Babel
H5650
, Mijn knecht
H935 H8689
; en zal ze brengen
H776
over dit land
H3427 H8802
, en over de inwoners
H1471
van hetzelve, en over al deze volken
H5439
rondom
H2763 H8689
; en Ik zal ze verbannen
H7760 H8804
, en zal ze stellen
H8047
tot een ontzetting
H8322
, en tot een aanfluiting
H5769
, en tot eeuwige
H2723
woestheden.
10
H6 H8689
En Ik zal van hen doen vergaan
H6963
de stem
H8342
der vrolijkheid
H6963
en de stem
H8057
der vreugde
H6963
, de stem
H2860
des bruidegoms
H6963
en de stem
H3618
der bruid
H6963
, het geluid
H7347
der molens
H216
en het licht
H5216
der lamp.
11
H776
En dit ganse land
H2723
zal worden tot een woestheid
H8047
, tot een ontzetting
H1471
; en deze volken
H4428
zullen den koning
H894
van Babel
H5647 H8804
dienen
H7657
zeventig
H8141
jaren.
12
H7657
Maar het zal geschieden, als de zeventig
H8141
jaren
H4390 H8800
vervuld zijn
H4428
, [dan] zal Ik over den koning
H894
van Babel
H1471
, en over dat volk
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H5771
, hun ongerechtigheid
H6485 H8799
bezoeken
H776
, mitsgaders over het land
H3778
der Chaldeen
H7760 H8804
, en zal dat stellen
H5769
tot eeuwige
H8077
verwoestingen.
13
H776
En Ik zal over dat land
H935 H8689
brengen
H1697
al Mijn woorden
H1696 H8765
, die Ik daarover gesproken heb
H5612
; al wat in dit boek
H3789 H8803
geschreven is
H3414
, wat Jeremia
H5012 H8738
geprofeteerd heeft
H1471
over al deze volken.
14
H5647 H8804
Want van hen zullen zich doen dienen
H7227
, die ook machtige
H1471
volken
H1419
en grote
H4428
koningen
H7999 H8765
zijn; alzo zal Ik hun vergelden
H6467
naar hun doen
H4639
, en naar het werk
H3027
hunner handen.
15
H3068
Want alzo heeft de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H559 H8804
, tot mij gezegd
H3947 H8798
: Neem
H3563
dezen beker
H3196
des wijns
H2534
der grimmigheid
H3027
van Mijn hand
H8248 H8689
, en geef dien te drinken
H1471
al den volken
H7971 H8802
, tot welke Ik u zende;
16
H8354 H8804
Dat zij drinken
H1607 H8707
, en beven
H1984 H8703
, en dol worden
H6440
, vanwege
H2719
het zwaard
H7971 H8802
, dat Ik onder hen zal zenden.
17
H3947 H8799
En ik nam
H3563
den beker
H3068
van des HEEREN
H3027
hand
H8248 H8686
, en ik gaf te drinken
H1471
al den volken
H3068
, tot welke de HEERE
H7971 H8804
mij gezonden had;
18
H3389
[Namelijk] Jeruzalem
H5892
en de steden
H3063
van Juda
H4428
, en haar koningen
H8269
, en haar vorsten
H5414 H8800
; om die te stellen
H2723
tot een woestheid
H8047
, tot een ontzetting
H8322
, tot een aanfluiting
H7045
en tot een vloek
H3117
, gelijk het is te dezen dage;
19
H6547
Farao
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H5650
, en zijn knechten
H8269
, en zijn vorsten
H5971
, en al zijn volk;
20
H6153
En den gansen gemengden
H4428
hoop, en allen koningen
H776
des lands
H5780
van Uz
H4428
; en allen koningen
H6430
van der Filistijnen
H776
land
H831
, en Askelon
H5804
, en Gaza
H6138
, en Ekron
H7611
, en het overblijfsel
H795
van Asdod;
22
H4428
En allen koningen
H6865
van Tyrus
H4428
, en allen koningen
H6721
van Sidon
H4428
; en den koningen
H339
der eilanden
H5676
, die aan gene zijde
H3220
der zee zijn.
23
H1719
Dedan
H8485
, en Thema
H938
, en Buz
H6285
, en allen, die aan de hoeken
H7112 H8803
afgekort zijn;
24
H4428
En allen koningen
H6152
van Arabie
H4428
; en allen koningen
H6153
des gemengden hoops
H4057
, die in de woestijn
H7931 H8802
wonen;
25
H4428
En allen koningen
H2174
van Zimri
H4428
, en allen koningen
H5867
van Elam
H4428
, en allen koningen
H4074
van Medie;
26
H4428
En allen koningen
H6828
van het noorden
H7138
, die nabij
H7350
en die verre
H376
zijn, den een
H251
met den anderen
H4467
; ja, allen koninkrijken
H776
der aarde
H6440
, die op
H127
den aardbodem
H4428
zijn. En de koning
H8347
van Sesach
H310
zal na
H8354 H8799
hen drinken.
27
H559 H8804
Gij zult dan tot hen zeggen
H559 H8804
: Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, de God
H3478
Israels
H8354 H8798
: Drinkt
H7937 H8798
, en wordt dronken
H7006 H8798
, en spuwt
H5307 H8798
, en valt neder
H6965 H8799
, dat gij niet weder opstaat
H6440
, vanwege
H2719
het zwaard
H7971 H8802
, dat Ik onder u zal zenden.
28
H3985 H8762
En het zal geschieden, wanneer zij weigeren zullen
H3563
den beker
H3027
van uw hand
H3947 H8800
te nemen
H8354 H8800
om te drinken
H559 H8804
, dat gij tot hen zeggen zult
H559 H8804
: Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H8354 H8800
: Gij zult zekerlijk
H8354 H8799
drinken!
29
H5892
Want ziet, in de stad
H8034
, die naar Mijn Naam
H7121 H8738
genoemd is
H2490 H8688
, begin Ik
H7489 H8687
te plagen
H5352 H8736
, en zoudt gij enigszins
H5352 H8735
onschuldig gehouden worden
H5352 H8736
? Gij zult niet onschuldig worden gehouden
H7121 H8802
; want Ik roep
H2719
het zwaard
H3427 H8802
over alle inwoners
H776
der aarde
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen.
30
H1697
Gij zult dan al deze woorden
H5012 H8735
tot hen profeteren
H559 H8804
, en gij zult tot hen zeggen
H3068
: De HEERE
H7580 H8799
zal brullen
H4791
uit de hoogte
H6963
, en Zijn stem
H5414 H8799
verheffen
H4583
uit de woning
H6944
Zijner heiligheid
H7580 H8800
; Hij zal schrikkelijk
H7580 H8799
brullen
H5116
over Zijn woonstede
H1959
; Hij zal een vreugdegeschrei
H1869 H8802
, als de [druiven] treders
H6030 H8799
, uitroepen
H3427 H8802
tegen alle inwoners
H776
der aarde.
31
H7588
Het geschal
H935 H8804
zal komen
H7097
tot aan het einde
H776
der aarde
H3068
; want de HEERE
H7379
heeft een twist
H1471
met de volken
H8199 H8737
, Hij zal gericht houden
H1320
met alle vlees
H7563
; de goddelozen
H2719
heeft Hij aan het zwaard
H5414 H8804
overgegeven
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
32
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H7451
: Ziet, een kwaad
H3318 H8802
gaat er uit
H1471
van volk
H1471
tot volk
H1419
. en een groot
H5591
onweder
H5782 H8735
zal er verwekt worden
H3411
van de zijden
H776
der aarde.
33
H2491
En de verslagenen
H3068
des HEEREN
H3117
zullen te dien dage
H7097
[liggen] van het [ene] einde
H776
der aarde
H7097
tot aan het [andere] einde
H776
der aarde
H5594 H8735
; zij zullen niet beklaagd
H622 H8735
, noch opgenomen
H6912 H8735
, noch begraven worden
H1828
; tot mest
H6440
op
H127
den aardbodem zullen zij zijn.
34
H3213 H8685
Huilt
H7462 H8802
, gij herders
H2199 H8798
! en schreeuwt
H6428 H8690
, en wentelt u
H117
[in] [de] [as], gij heerlijken
H6629
van de kudde
H3117
! want uw dagen
H4390 H8804
zijn vervuld
H2873 H8800
, dat men slachten zal
H8600
, en van uw verstrooiingen
H5307 H8804
, dan zult gij vervallen
H2532
als een kostelijk
H3627
vat.
35
H4498
En de vlucht
H6 H8804
zal vergaan
H7462 H8802
van de herders
H6413
, en de ontkoming
H117
van de heerlijken
H6629
der kudde.
36
H6963
Er zal zijn een stem
H6818
des geroeps
H7462 H8802
der herderen
H3215
, en een gehuil
H117
der heerlijken
H6629
van de kudde
H3068
, omdat de HEERE
H4830
hun weide
H7703 H8802
verstoort.