Ezekiel 2:1 Cross References - DSV_Strongs
Psalms 8:4
Ezekiel 1:28
28
H4758
Gelijk de gedaante
H7198
van den boog
H6051
, die in de wolk
H3117
is ten dage
H1653
des plasregens
H4758
, alzo was de gedaante
H5051
van den glans
H5439
rondom
H4758
; dit was de gedaante
H1823
van de gelijkenis
H3519
der heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H7200 H8799
; en als ik het zag
H5307 H8799
, viel ik
H6440
op mijn aangezicht
H8085 H8799
, en ik hoorde
H6963
een stem
H1696 H8764
van Een, Die sprak.
Ezekiel 2:3
3
H559 H8799
En Hij zeide
H1121 H120
tot mij: Mensenkind
H7971 H8802
! Ik zend
H1121
u tot de kinderen
H3478
Israels
H4775 H8802
, tot de rebellerende
H1471
volken
H4775 H8804
, die tegen Mij gerebelleerd hebben
H1
; zij en hun vaderen
H6586 H8804
hebben overtreden
H6106
tegen Mij tot op dezen zelven
H3117
huidigen dag.
Ezekiel 2:6
6
H1121 H120
En gij, mensenkind
H3372 H8799
! vrees
H3372 H8799
niet voor hen, en vrees
H1697
niet voor hun woorden
H5621
, hoewel wederwilligen
H5544
en doornen
H6137
bij u zijn, en gij bij schorpioenen
H3427 H8802
woont
H3372 H8799
; vrees
H1697
voor hun woorden
H2865 H8735
niet, en ontzet u
H6440
niet voor hun aangezicht
H4805
, want zij zijn een wederspannig
H1004
huis.
Ezekiel 2:8
Ezekiel 3:1
Ezekiel 3:4
Ezekiel 3:10
Ezekiel 3:17
Ezekiel 4:1
Ezekiel 5:1
1
H1121 H120
En gij, mensenkind
H3947 H8798
, neem
H2299
u een scherp
H2719
mes
H8593
, een scheermes
H1532
der barbieren
H3947 H8799
zult gij u nemen
H5674 H8689
, hetwelk gij zult laten gaan
H7218
over uw hoofd
H2206
en over uw baard
H3976 H4948
; daarna zult gij u een weegschaal
H3947 H8804
nemen
H2505 H8765
, en die [haren] delen.
Ezekiel 7:2
Ezekiel 12:3
3
H1121 H120
Daarom gij, mensenkind
H6213 H8798
, maak
H3627
u gereedschap
H1473
van vertrekking
H1540 H8798
; en vertrek
H3119
bij dag
H5869
voor hun ogen
H1540 H8804
; en gij zult vertrekken
H4725
van uw plaats
H312
tot een andere
H4725
plaats
H5869
voor hun ogen
H7200 H8799
; misschien zullen zij het merken
H4805
, hoewel zij een wederspannig
H1004
huis zijn.
Ezekiel 13:2
Ezekiel 14:3
Ezekiel 14:13
13
H1121 H120
Mensenkind
H776
, als een land
H2398 H8799
tegen Mij gezondigd zal hebben
H4604
, zwaarlijk
H4603 H8800
overtredende
H3027
, zo zal Ik Mijn hand
H5186 H8804
daartegen uitstrekken
H4294
, en zal hetzelve den staf
H3899
des broods
H7665 H8804
breken
H7458
, en een honger
H7971 H8689
daarin zenden
H120
, dat Ik daaruit mensen
H929
en beesten
H3772 H8689
uitroeie;
Ezekiel 15:2
Ezekiel 16:2
Ezekiel 17:2
Ezekiel 20:3
3
H1121 H120
Mensenkind
H1696 H8761
, spreek
H2205
tot de oudsten
H3478
van Israel
H559 H8804
, en zeg
H559 H8804
tot hen: Alzo zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H935 H8802
: Komt gij
H1875 H8800
, om Mij te vragen
H2416
? [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef
H1875 H8735
, zo Ik van u gevraagd worde
H5002 H8803
, spreekt
H136
de Heere
H3069
HEERE.
Ezekiel 37:3
Daniel 8:17
17
H935 H8799
En hij kwam
H681
nevens
H5977
waar ik stond
H935 H8800
; en als hij kwam
H1204 H8738
, verschrikte ik
H5307 H8799
, en viel
H6440
op mijn aangezicht
H559 H8799
. Toen zeide hij
H995 H8685
tot mij: Versta
H1121 H120
, gij mensenkind
H2377
! want dit gezicht
H6256
zal zijn tot den tijd
H7093
van het einde.
Daniel 10:11
11
H559 H8799
En Hij zeide
H1840
tot mij: Daniel
H2532
, gij zeer gewenste
H376
man
H995 H8685
! merk op
H1697
de woorden
H1696 H8802
, die Ik tot u spreken zal
H5975 H8798
, en sta
H5977
op uw standplaats
H7971 H8795
, want Ik ben alnu tot u gezonden
H1697
; en toen Hij dat woord
H1696 H8763
tot mij sprak
H5975 H8804
, stond ik
H7460 H8688
bevende.
Daniel 10:19
19
H559 H8799
En Hij zeide
H3372 H8799
: Vrees
H2532
niet, gij zeer gewenste
H376
man
H7965
! vrede
H2388 H8798
zij u, wees sterk
H2388 H8798
, ja, wees sterk
H1696 H8763
! En terwijl Hij met mij sprak
H2388 H8694
, werd ik versterkt
H559 H8799
, en zeide
H113
: Mijn Heere
H1696 H8762
spreke
H2388 H8765
, want Gij hebt mij versterkt.
Matthew 16:13-16
13
G1161
Als nu
G2424
Jezus
G2064 G5631
gekomen was
G1519
in
G3313
de delen
G2542
van Cesarea
G5376
Filippi
G2065 G5707
, vraagde Hij
G846
Zijn
G3101
discipelen
G3004 G5723
, zeggende
G5101
: Wie
G3004 G5719
zeggen
G444
de mensen
G3165
, dat Ik
G5207
, de Zoon
G444
des mensen
G1511 G5750
, ben?
14
G1161
En
G2036 G5627
zij zeiden
G3303
: Sommigen
G2491
: Johannes
G910
de Doper
G1161
; en
G243
anderen
G2243
: Elias
G1161
; en
G2087
anderen
G2408
: Jeremia
G2228
of
G1520
een
G4396
van de profeten.
Matthew 17:7
John 3:13
John 3:16
16
G1063
Want
G3779
alzo
G25 G
lief heeft
G2316
God
G2889
de wereld
G25 G5656
gehad
G5620
, dat
G846
Hij Zijn
G3439
eniggeboren
G5207
Zoon
G1325 G5656
gegeven heeft
G2443
, opdat
G3956
een iegelijk
G1519
die in
G846
Hem
G4100 G5723
gelooft
G3361
, niet
G622 G5643
verderve
G235
, maar
G166
het eeuwige
G2222
leven
G2192 G5725
hebbe.
Acts 9:6
6
G5037
En
G5141 G5723
hij, bevende
G2532
en
G2284 G5723
verbaasd zijnde
G2036 G5627
, zeide
G2962
: Heere
G5101
, wat
G2309 G5719
wilt Gij
G3165
, dat ik
G4160 G5658
doen zal
G2532
? En
G2962
de Heere
G4314
[zeide] tot
G846
hem
G450 G5628
: Sta op
G2532
, en
G1525 G5628
ga
G1519
in
G4172
de stad
G2532
, en
G4671
u
G2980 G5701
zal [aldaar] gezegd worden
G5101
, wat
G4571
gij
G4160 G5721
doen
G1163 G5748
moet.
Acts 26:16
16
G235
Maar
G450 G5628
richt u op
G2532
, en
G2476 G5628
sta
G1909
op
G4675
uw
G4228
voeten
G1063
; want
G1519 G5124
hiertoe
G4671
ben Ik u
G3700 G5681
verschenen
G4571
, om u
G4400 G5664
te stellen
G5257
tot een dienaar
G2532
en
G3144
getuige
G5037
der dingen, beide
G3739
die
G1492 G5627
gij gezien hebt
G5037
en
G3739
in welke
G4671
Ik u
G3700 G5701
[nog] zal verschijnen;