2 Chronicles 23:1-21

DSV_Strongs(i)
  1 H7637 Doch in het zevende H8141 jaar H2388 H8694 versterkte zich H3077 Jojada H3947 H8799 , en nam H8269 de oversten H3967 der honderden H5838 , Azarja H1121 , den zoon H3395 van Jeroham H3458 en Ismael H1121 , den zoon H3076 van Johanan H5838 , en Azarja H1121 , den zoon H5744 van Obed H4641 , en Maaseja H1121 , den zoon H5718 van Adaja H478 , en Elisafat H1121 , den zoon H2147 van Zichri H5973 , met H1285 zich in een verbond.
  2 H5437 H8799 Die togen om H3063 in Juda H6908 H8799 , en vergaderden H3881 de Levieten H4480 uit H3605 alle H5892 steden H3063 van Juda H7218 , en de hoofden H1 der vaderen H3478 van Israel H935 H8799 , en zij kwamen H413 naar H3389 Jeruzalem.
  3 H3605 En die ganse H6951 gemeente H3772 H8799 maakte H1285 een verbond H1004 in het huis H430 Gods H5973 , met H4428 den koning H559 H8799 ; en hij zeide H2009 tot hen: Ziet H1121 , de zoon H4428 des konings H4427 H8799 zal koning zijn H834 , gelijk als H3068 de HEERE H5921 van H1121 de zonen H1732 van David H1696 H8765 gesproken heeft.
  4 H2088 Dit H1697 is de zaak H834 , die H6213 H8799 gij doen zult H7992 : een derde deel H4480 van H7676 u, die op den sabbat H935 H8802 ingaan H3548 , van de priesteren H3881 en van de Levieten H7778 , zullen tot poortiers H5592 der dorpelen zijn;
  5 H7992 En een derde deel H1004 zal zijn aan het huis H4428 des konings H7992 ; en een derde deel H8179 H3247 aan de Fondamentpoort H3605 ; en al H5971 het volk H2691 zal in de voorhoven H1004 zijn van het huis H3068 des HEEREN.
  6 H408 Maar dat niemand H935 H8799 kome H1004 in het huis H3068 des HEEREN H3588 H518 , dan H3548 de priesteren H3881 en de Levieten H8334 H8764 , die dienen H1992 ; die H935 H8799 zullen ingaan H3588 , want H1992 zij H6944 zijn heilig H3605 ; maar al H5971 het volk H4931 zal de wacht H3068 des HEEREN H8104 H8799 waarnemen.
  7 H3881 De Levieten H4428 nu zullen de koning H5439 rondom H5362 H8689 omsingelen H376 , een ieder H3627 met zijn wapenen H3027 in zijn hand H413 ; en die tot H1004 het huis H935 H8802 inkomt H4191 H8714 , zal gedood worden H1961 H8798 ; doch weest gijlieden H4428 bij den koning H935 H8800 , als hij inkomt H3318 H8800 en uitgaat.
  8 H3881 En de Levieten H3605 en gans H3063 Juda H6213 H8799 deden H3605 naar alles H834 , wat H3548 de priester H3077 Jojada H6680 H8765 geboden had H3947 H8799 ; en zij namen H376 een ieder H582 zijn mannen H7676 , die op den sabbat H935 H8802 inkwamen H5973 , met H7676 degenen, die op den sabbat H3318 H8802 uitgingen H3588 ; want H3548 de priester H3077 Jojada H4256 had aan de verdelingen H3808 geen H6358 H8804 verlof gegeven.
  9 H5414 H8799 Verder gaf H3548 de priester H3077 Jojada H8269 aan de oversten H3967 der honderden H2595 de spiesen H4043 , en de rondassen H7982 , en de schilden H834 , die H4428 van den koning H1732 David H834 geweest waren, die H1004 in het huis H430 Gods waren.
  10 H5975 H8686 En hij stelde H3605 al H5971 het volk H376 , en een ieder H7973 met zijn geweer H3027 in zijn hand H4480 , van H3233 H3802 de rechterzijde H1004 van het huis H5704 tot H8042 H3802 de linkerzijde H1004 van het huis H4196 , naar het altaar H1004 , en naar het huis H5921 , bij H4428 den koning H5439 rondom.
  11 H3318 H0 Toen brachten zij H4428 des konings H1121 zoon H3318 H8686 voor H5414 H8799 , en zetten H5145 hem de kroon H5921 op H5715 , en [gaven] [hem] de getuigenis H4427 H0 , en zij maakten H853 hem H4427 H8686 koning H3077 ; en Jojada H1121 en zijn zonen H4886 H8799 zalfden H559 H8799 hem, en zeiden H4428 : De koning H2421 H8799 leve!
  12 H6271 Toen nu Athalia H8085 H8799 hoorde H6963 de stem H5971 des volks H7323 H8801 , dat toeliep H4428 en den koning H1984 H8764 roemde H935 H8799 , kwam zij H413 tot H5971 het volk H1004 in het huis H3068 des HEEREN.
  13 H7200 H8799 En zij zag toe H2009 ; en ziet H4428 , de koning H5975 H8802 stond H5921 bij H5982 zijn pilaar H3996 , aan den ingang H8269 ; en de oversten H2689 en de trompetten H5921 waren bij H4428 den koning H3605 ; en al H5971 het volk H776 des lands H8056 was blijde H8628 H8802 , en blies H2689 met de trompetten H7891 H8789 ; en de zangers H7892 waren er met muzikale H3627 instrumenten H3045 H8688 , en gaven te kennen H1984 H8763 , dat men lofzingen zou H7167 H8799 ; toen verscheurde H6271 Athalia H899 haar klederen H559 H8799 , en zij riep H7195 : Verraad H7195 , verraad!
  14 H3548 Maar de priester H3077 Jojada H3318 H0 bracht H8269 de oversten H3967 der honderden H2428 , die over het heir H6485 H8803 gesteld waren H3318 H8686 , uit H559 H8799 , en zeide H413 tot H3318 H8685 hen: Brengt ze uit H413 tot H4480 H1004 buiten H7713 de ordeningen H935 H8802 H310 , en die haar volgt H2719 , zal met het zwaard H4191 H8714 gedood worden H3588 ; want H3548 de priester H559 H8804 had gezegd H1004 : Gij zult ze in het huis H3068 des HEEREN H3808 niet H4191 H8686 doden.
  15 H7760 H8799 En zij leiden H3027 de handen H935 H8799 aan haar, en zij ging H413 naar H3996 den ingang H5483 H8179 van de Paardenpoort H1004 , naar het huis H4428 des konings H4191 H8686 ; en zij doodden H8033 ze daar.
  16 H3077 En Jojada H3772 H8799 maakte H1285 een verbond H996 tussen H996 zich, en tussen H3605 al H5971 het volk H996 , en tussen H4428 den koning H3068 , dat zij den HEERE H5971 tot een volk H1961 H8800 zouden zijn.
  17 H935 H8799 Daarna ging H3605 al H5971 het volk H1004 in het huis H1168 van Baal H5422 H8799 , en braken dat af H4196 ; en zijn altaren H6754 en zijn beelden H7665 H8765 verbraken zij H4977 , en Matthan H3548 , den priester H1168 van Baal H2026 H8804 , sloegen zij dood H6440 voor H4196 de altaren.
  18 H3077 Jojada H7760 H8799 nu bestelde H6486 de ambten H1004 in het huis H3068 des HEEREN H3027 , onder de hand H3881 der Levietische H3548 priesteren H834 , die H1732 David H5921 in H1004 het huis H3068 des HEEREN H2505 H8804 afgedeeld had H5930 , om de brandofferen H3068 des HEEREN H5927 H8687 te offeren H8451 , gelijk in de wet H4872 van Mozes H3789 H8803 geschreven is H8057 , met blijdschap H7892 en met gezang H5921 , naar H3027 de instelling H1732 van David.
  19 H5975 H8686 En hij stelde H7778 de poortiers H5921 aan H8179 de poorten H1004 van het huis H3068 des HEEREN H3808 , opdat niemand H3605 , in enig H1697 ding H2931 onrein H935 H8799 zijnde, inkwame.
  20 H3947 H8799 En hij nam H8269 de oversten H3967 der honderden H117 , en de machtigen H4910 H8802 , en die heerschappij hadden H5971 onder het volk H3605 , en al H5971 het volk H776 des lands H3381 H0 , en bracht H4428 den koning H4480 van H1004 het huis H3068 des HEEREN H3381 H8686 af H935 H8799 , en zij kwamen H8432 door het midden H5945 der hoge H8179 poort H1004 in het huis H4428 des konings H3427 H8686 ; en zij zetten H4428 den koning H5921 op H3678 den troon H4467 des koninkrijks.
  21 H3605 En al H5971 het volk H776 des lands H8055 H8799 was blijde H5892 , en de stad H8252 H8804 werd stil H6271 , nadat zij Athalia H2719 met het zwaard H4191 H8689 gedood hadden.