Jeremiah 3:8 Cross References - DSV_Strongs

  8 H7200 H8799 En Ik zag H182 , als Ik ter oorzake H4878 van alles, waarin de afgekeerde H3478 Israel H5003 H8765 overspel bedreven had H7971 H8765 , haar verlaten H5612 H3748 , en haar haar scheidbrief H5414 H8799 gegeven had H898 H8802 , dat de trouweloze H269 , haar zuster H3063 Juda H3372 H8804 , niet vreesde H3212 H8799 , maar ging henen H2181 H8799 , en hoereerde zelve ook.

Deuteronomy 24:1

  1 H376 Wanneer een man H802 een vrouw H3947 H8799 zal genomen H1166 H8804 en die getrouwd hebben H2580 , zo zal het geschieden, indien zij geen genade H4672 H8799 zal vinden H5869 in zijn ogen H1697 , omdat hij iets H6172 schandelijks H4672 H8804 aan haar gevonden heeft H5612 H3748 , dat hij haar een scheidbrief H3789 H8804 zal schrijven H3027 , en in haar hand H5414 H8804 geven H7971 H8765 , en ze laten gaan H1004 uit zijn huis.

Deuteronomy 24:3

  3 H314 En deze laatste H376 man H8130 H8804 haar gehaat H5612 H3748 , en haar een scheidbrief H3789 H8804 geschreven H3027 , en in haar hand H5414 H8804 gegeven H1004 , en haar uit zijn huis H7971 H8765 zal hebben laten gaan H314 ; of als deze laatste H376 man H802 , die ze voor zich tot een vrouw H3947 H8804 genomen heeft H4191 H8799 , zal gestorven zijn;

2 Kings 17:6-19

  6 H8671 In het negende H8141 jaar H1954 van Hosea H3920 H8804 , nam H4428 de koning H804 van Assyrie H8111 Samaria H1540 H0 in, en voerde H3478 Israel H1540 H8686 weg H804 in Assyrie H853 , en deed ze H3427 H8686 wonen H2477 in Halah H2249 , en in Habor H5104 , aan de rivier H1470 Gozan H5892 , en in de steden H4074 der Meden.
  7 H1961 H8799 Want het was geschied H3588 , dat H1121 de kinderen H3478 Israels H2398 H8804 gezondigd hadden H3068 tegen den HEERE H430 , hun God H853 , Die hen H776 H4714 uit Egypteland H5927 H8688 opgebracht had H4480 , van H8478 onder H3027 de hand H6547 van Farao H4428 , den koning H4714 van Egypte H312 ; en hadden andere H430 goden H3372 H8799 gevreesd;
  8 H3212 H8799 En hadden gewandeld H2708 in de inzettingen H1471 der heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 voor H6440 het aangezicht H1121 der kinderen H3478 Israels H3423 H8689 verdreven had H4428 , en der koningen H3478 van Israel H834 , die H6213 H8804 ze gemaakt hadden.
  9 H1121 En de kinderen H3478 Israels H1697 hadden de zaken H834 , die H3808 niet H3651 recht H5921 zijn, tegen H3068 den HEERE H430 , hun God H2644 H8762 , bemanteld H1116 ; en hadden zich hoogten H1129 H8799 gebouwd H3605 in al H5892 hun steden H4480 , van H4026 H5341 H8802 den wachttoren H5704 af tot H4013 de vaste H5892 steden toe.
  10 H4676 En zij hadden zich staande beelden H5324 H8686 opgericht H842 en bossen H5921 , op H3605 allen H1364 hogen H1389 heuvel H8478 en onder H3605 alle H7488 groen H6086 geboomte.
  11 H8033 En zij hadden daar H6999 H8762 gerookt H3605 op alle H1116 hoogten H1471 , gelijk de heidenen H834 , die H3068 de HEERE H4480 van H6440 hun aangezichten H1540 H8689 weggevoerd had H7451 ; en zij hadden kwade H1697 dingen H6213 H8799 gedaan H3068 , om den HEERE H3707 H8687 tot toorn te verwekken.
  12 H1544 En zij hadden de drekgoden H5647 H8799 gediend H834 , waarvan H3068 de HEERE H559 H8804 tot hen gezegd had H2088 : Gij zult deze H1697 zaak H3808 niet H6213 H8799 doen.
  13 H3068 Als nu de HEERE H3478 tegen Israel H3063 en tegen Juda H3027 , door den dienst H3605 van alle H5030 profeten H3605 , van alle H2374 zieners H5749 H8686 , betuigd had H559 H8800 , zeggende H7725 H8798 : Bekeert u H4480 van H7451 uw boze H1870 wegen H8104 H8798 en houdt H4687 Mijn geboden H2708 , [en] Mijn inzettingen H3605 , naar al H8451 de wet H834 , die H1 Ik uw vaderen H6680 H8765 geboden heb H834 , en die H413 Ik tot H3027 u door de hand H5650 van Mijn knechten H5030 , de profeten H7971 H8804 , gezonden heb;
  14 H8085 H8804 Zo hoorden zij H3808 niet H7185 H8686 , maar zij verhardden H6203 hun nek H6203 , gelijk de nek H1 hunner vaderen H834 geweest was, die H3068 aan den HEERE H430 , hun God H3808 , niet H539 H8689 geloofd hadden.
  15 H3988 H8799 Daartoe verwierpen zij H2706 Zijn inzettingen H1285 , en Zijn verbond H834 , dat H1 Hij met hun vaderen H3772 H8804 gemaakt had H5715 , en Zijn getuigenissen H834 , die H5749 H8689 Hij tegen hen betuigd had H3212 H8799 , en wandelden H1892 de ijdelheid H310 na H1891 H8799 , dat zij ijdel werden H310 , en achter H1471 de heidenen H834 , die H5439 rondom H834 hen waren, van dewelke H3068 de HEERE H853 hun H6680 H8765 geboden had H1115 , dat zij niet H6213 H8800 zouden doen gelijk die.
  16 H5800 H8799 Ja, zij verlieten H3605 al H4687 de geboden H3068 des HEEREN H430 , huns Gods H6213 H8799 , en maakten zich H4541 gegoten beelden H8147 , twee H5695 kalveren H6213 H8799 ; en maakten H842 bossen H7812 H8691 , en bogen zich H3605 voor alle H6635 heir H8064 des hemels H5647 H8799 , en dienden H1168 Baal.
  17 H1121 Ook deden zij hun zonen H1323 en hun dochteren H784 door het vuur H5674 H8686 gaan H7080 H8799 , en gebruikten H7081 waarzeggerijen H5172 H8762 , en gaven op vogelgeschrei acht H4376 H8691 , en verkochten zich H6213 H8800 , om te doen H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3707 H8687 , om Hem tot toorn te verwekken.
  18 H599 H8691 Daarom vertoornde zich H3068 de HEERE H3966 zeer H3478 over Israel H5493 H8686 , dat Hij hen wegdeed H4480 H5921 van H6440 Zijn aangezicht H7604 H0 ; er bleef H3808 niets H7604 H8738 over H7535 , behalve H7626 de stam H3063 van Juda H909 alleen.
  19 H1571 Zelfs H8104 H8804 hield H3063 Juda H4687 de geboden H3068 des HEEREN H430 , huns Gods H3808 , niet H3212 H8799 ; maar zij wandelden H2708 in de inzettingen H3478 van Israel H834 , die H6213 H8804 zij gemaakt hadden.

2 Kings 18:9-11

  9 H1961 H8799 Het geschiedde H7243 nu in het vierde H8141 jaar H4428 van den koning H2396 Hizkia H1931 (hetwelk H7637 was het zevende H8141 jaar H1954 van Hosea H1121 , den zoon H425 van Ela H4428 , den koning H3478 van Israel H8022 ) dat Salmaneser H4428 , de koning H804 van Assyrie H5927 H8804 , opkwam H5921 tegen H8111 Samaria H6696 H8799 H5921 , en haar belegerde.
  10 H3920 H8799 En zij namen haar in H4480 ten H7097 einde H7969 van drie H8141 jaren H8337 , in het zesde H8141 jaar H2396 van Hizkia H1931 ; het H8672 was het negende H8141 jaar H1954 van Hosea H4428 , den koning H3478 van Israel H8111 , als Samaria H3920 H8738 ingenomen werd.
  11 H4428 En de koning H804 van Assyrie H1540 H0 voerde H3478 Israel H1540 H8686 weg H804 naar Assyrie H5148 H8686 , en deed hen leiden H2477 in Halah H2249 , en in Habor H5104 , bij de rivier H1470 Gozan H5892 , en in de steden H4074 der Meden.

Isaiah 50:1

  1 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H5612 H3748 : Waar is de scheidbrief H517 van ulieder moeder H7971 H8765 , waarmede Ik haar weggezonden heb H5383 H8802 ? Of wie is er van Mijn schuldeisers H4376 H8804 , aan wien Ik u verkocht heb H5771 ? Ziet, om uw ongerechtigheden H4376 H8738 zijt gij verkocht H6588 , en om uw overtredingen H517 is uw moeder H7971 H8795 weggezonden.

Jeremiah 3:1

  1 H559 H8800 Men zegt H376 : Zo een man H802 zijn huisvrouw H7971 H8762 verlaat H1980 H8804 , en zij gaat H312 van hem, en wordt eens anderen H376 mans H7725 H8799 , zal hij ook tot haar nog wederkeren H776 ? Zou datzelve land H2610 H8800 niet grotelijks H2610 H8799 ontheiligd worden H7227 ? Gij nu hebt [met] veel H7453 boeleerders H2181 H8804 gehoereerd H7725 H8800 , keer nochtans weder H5002 H8803 tot Mij, spreekt H3068 de HEERE.

Ezekiel 16:47

  47 H1870 Doch gij hebt in haar wegen H1980 H8804 niet gewandeld H8441 , noch naar haar gruwelen H6213 H8804 gedaan H6985 ; het was wat H4592 gerings H6962 H8804 , een verdriet H7843 H8686 ; maar gij hebt het meer verdorven H2004 dan zij H1870 , in al uw wegen.

Ezekiel 23:9

  9 H5414 H8804 Daarom gaf Ik H3027 haar in de hand H157 H8764 van haar boelen H3027 over, in de hand H1121 der kinderen H804 van Assur H5689 H8804 , op dewelke zij verliefd was.

Ezekiel 23:11-21

  11 H269 Als haar zuster H172 , Oholiba H7200 H8799 , [dit] zag H7843 H8686 , zo verdierf zij H5691 haar minne H8457 nog meer dan zij, en haar hoererijen H2183 meer dan de hoererijen H269 van haar zuster.
  12 H5689 H8804 Zij werd verliefd H1121 op de kinderen H804 van Assur H6346 , de vorsten H5461 en overheden H7138 , die nabij H3847 H8803 waren, bekleed H4358 met volkomen sieraad H6571 , ruiteren H7392 H8802 , rijdende H5483 op paarden H2531 , altemaal gewenste H970 jongelingen.
  13 H7200 H8799 Toen zag Ik H2930 H8738 , dat zij verontreinigd was H8147 ; zij hadden beiden H259 enerlei H1870 weg.
  14 H3254 H0 Ja, zij deed H8457 tot haar hoererijen H3254 H8686 nog meer toe H2707 H8794 ; want toen zij geschilderde H582 mannen H7023 aan den wand H7200 H8799 zag H6754 , de beelden H3778 der Chaldeen H2710 H8803 , geschilderd H8350 met menie,
  15 H2289 Gegord H232 met een gordel H4975 aan hun lenden H5628 H8803 , hebbende overvloedig H2871 geverfde H7218 [hoeden] op hun hoofden H4758 , die allen in het aanzien H7991 hoofdmannen H1823 waren, [naar] de gelijkenis H1121 der kinderen H894 van Babel H3778 , van Chaldea H776 , het land H4138 hunner geboorte;
  16 H5689 H8799 Zo werd zij op dezelve verliefd H4758 met het opzien H5869 van haar ogen H7971 H8799 , en zij zond H4397 boden H3778 tot hen, naar Chaldea.
  17 H1121 De kinderen H894 van Babel H935 H8799 nu kwamen H4904 tot haar in tot het leger H1730 der minne H2930 H8762 , en verontreinigden H8457 haar met hun hoererij H2930 H8799 ; ook verontreinigde zij zich H5315 met hen; daarna werd haar ziel H3363 H8799 van hen afgetrokken.
  18 H1540 H8762 Alzo ontdekte zij H8457 haar hoererijen H1540 H8762 , en ontdekte H6172 haar schaamte H5315 ; toen werd Mijn ziel H3363 H8799 van haar afgetrokken H5315 , gelijk als Mijn ziel H5361 H8804 was afgetrokken H269 van haar zuster.
  19 H7235 H8686 Doch zij vermenigvuldigde H8457 haar hoererijen H2142 H8800 , gedenkende H3117 aan de dagen H5271 van haar jeugd H2181 H8804 , als zij gehoereerd had H776 in het land H4714 van Egypte.
  20 H5689 H8799 En zij werd verliefd H6370 meer dan derzelver bijwijven H1320 , welker vlees H1320 is [als] het vlees H2543 der ezelen H2231 , en welker vloed H2231 is [als] de vloed H5483 der paarden.
  21 H6485 H8799 Alzo hebt gij weder opgehaald H2154 de schandelijke daad H5271 uwer jeugd H4714 , als die van Egypte H1717 uw tepelen H6213 H8800 betastten H7699 , vanwege de borsten H5271 uwer jeugd.

Hosea 2:2-3

  2 H7378 [02:1] Twist H517 tegen ulieder moeder H7378 , twist H802 , omdat zij Mijn vrouw niet is H376 , en Ik haar Man niet ben H2183 ; en laat ze haar hoererijen H6440 van haar aangezicht H5005 , en haar overspelerijen H7699 van tussen haar borsten H5493 wegdoen.
  3 H6174 [02:2] Opdat Ik ze niet naakt H6584 uitstrope H3322 , en zette H3117 ze als ten dage H3205 , toen zij geboren werd H7760 ; ja, make H4057 ze als een woestijn H7896 , en zette H6723 ze als een dor H776 land H4191 , en dode H6772 ze door dorst;

Hosea 3:4

  4 H1121 Want de kinderen H3478 Israels H7227 zullen vele H3117 dagen H3427 blijven zitten H4428 , zonder koning H2077 , en zonder vorst, en zonder offer H4676 , en zonder opgericht beeld H646 , en zonder efod H8655 en terafim.

Hosea 4:15-17

  15 H3478 Zo gij, o Israel H2181 ! wilt hoereren H3063 , dat [immers] Juda H816 niet schuldig worde H935 ; komt H1537 gij toch niet te Gilgal H5927 , en gaat niet op H1007 naar Beth-aven H7650 , en zweert niet H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft.
  16 H3478 Want Israel H5637 is onbandig H5637 , als een onbandige H6510 koe H3068 ; nu zal hen de HEERE H7462 weiden H3532 , als een lam H4800 in de ruimte.
  17 H669 Efraim H2266 is vergezeld H6091 met de afgoden H3240 ; laat hem varen.

Hosea 9:15-17

  15 H7451 Al hun boosheid H1537 is te Gilgal H8130 , want daar heb Ik ze gehaat H7455 , om de boosheid H4611 van hun handelingen H1004 ; Ik zal ze uit Mijn huis H1644 uitdrijven H3254 , Ik zal ze voortaan niet meer H160 liefhebben H8269 ; al hun vorsten H5637 zijn afvalligen.
  16 H669 Efraim H5221 is geslagen H8328 , hunlieder wortel H3001 is verdord H6529 , zij zullen geen vrucht H6213 voortbrengen H3205 ; ja, ofschoon zij genereerden H4261 , zo zal Ik toch de gewenste H990 [vruchten] van hun buik H4191 doden.
  17 H430 Mijn God H3988 zal ze verwerpen H8085 , omdat zij naar Hem niet horen H5074 ; en zij zullen omzwervende H1471 zijn onder de heidenen.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.