8
H7200 H8799
En Ik zag
H182
, als Ik ter oorzake
H4878
van alles, waarin de afgekeerde
H3478
Israel
H5003 H8765
overspel bedreven had
H7971 H8765
, haar verlaten
H5612 H3748
, en haar haar scheidbrief
H5414 H8799
gegeven had
H898 H8802
, dat de trouweloze
H269
, haar zuster
H3063
Juda
H3372 H8804
, niet vreesde
H3212 H8799
, maar ging henen
H2181 H8799
, en hoereerde zelve ook.
Jeremiah 3:8 Cross References - DSV_Strongs
Deuteronomy 24:1
1
H376
Wanneer een man
H802
een vrouw
H3947 H8799
zal genomen
H1166 H8804
en die getrouwd hebben
H2580
, zo zal het geschieden, indien zij geen genade
H4672 H8799
zal vinden
H5869
in zijn ogen
H1697
, omdat hij iets
H6172
schandelijks
H4672 H8804
aan haar gevonden heeft
H5612 H3748
, dat hij haar een scheidbrief
H3789 H8804
zal schrijven
H3027
, en in haar hand
H5414 H8804
geven
H7971 H8765
, en ze laten gaan
H1004
uit zijn huis.
Deuteronomy 24:3
3
H314
En deze laatste
H376
man
H8130 H8804
haar gehaat
H5612 H3748
, en haar een scheidbrief
H3789 H8804
geschreven
H3027
, en in haar hand
H5414 H8804
gegeven
H1004
, en haar uit zijn huis
H7971 H8765
zal hebben laten gaan
H314
; of als deze laatste
H376
man
H802
, die ze voor zich tot een vrouw
H3947 H8804
genomen heeft
H4191 H8799
, zal gestorven zijn;
2 Kings 17:6-19
6
H8671
In het negende
H8141
jaar
H1954
van Hosea
H3920 H8804
, nam
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H8111
Samaria
H1540 H0
in, en voerde
H3478
Israel
H1540 H8686
weg
H804
in Assyrie
H853
, en deed ze
H3427 H8686
wonen
H2477
in Halah
H2249
, en in Habor
H5104
, aan de rivier
H1470
Gozan
H5892
, en in de steden
H4074
der Meden.
7
H1961 H8799
Want het was geschied
H3588
, dat
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H2398 H8804
gezondigd hadden
H3068
tegen den HEERE
H430
, hun God
H853
, Die hen
H776 H4714
uit Egypteland
H5927 H8688
opgebracht had
H4480
, van
H8478
onder
H3027
de hand
H6547
van Farao
H4428
, den koning
H4714
van Egypte
H312
; en hadden andere
H430
goden
H3372 H8799
gevreesd;
8
H3212 H8799
En hadden gewandeld
H2708
in de inzettingen
H1471
der heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
voor
H6440
het aangezicht
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H3423 H8689
verdreven had
H4428
, en der koningen
H3478
van Israel
H834
, die
H6213 H8804
ze gemaakt hadden.
9
H1121
En de kinderen
H3478
Israels
H1697
hadden de zaken
H834
, die
H3808
niet
H3651
recht
H5921
zijn, tegen
H3068
den HEERE
H430
, hun God
H2644 H8762
, bemanteld
H1116
; en hadden zich hoogten
H1129 H8799
gebouwd
H3605
in al
H5892
hun steden
H4480
, van
H4026 H5341 H8802
den wachttoren
H5704
af tot
H4013
de vaste
H5892
steden toe.
10
H4676
En zij hadden zich staande beelden
H5324 H8686
opgericht
H842
en bossen
H5921
, op
H3605
allen
H1364
hogen
H1389
heuvel
H8478
en onder
H3605
alle
H7488
groen
H6086
geboomte.
11
H8033
En zij hadden daar
H6999 H8762
gerookt
H3605
op alle
H1116
hoogten
H1471
, gelijk de heidenen
H834
, die
H3068
de HEERE
H4480
van
H6440
hun aangezichten
H1540 H8689
weggevoerd had
H7451
; en zij hadden kwade
H1697
dingen
H6213 H8799
gedaan
H3068
, om den HEERE
H3707 H8687
tot toorn te verwekken.
12
H1544
En zij hadden de drekgoden
H5647 H8799
gediend
H834
, waarvan
H3068
de HEERE
H559 H8804
tot hen gezegd had
H2088
: Gij zult deze
H1697
zaak
H3808
niet
H6213 H8799
doen.
13
H3068
Als nu de HEERE
H3478
tegen Israel
H3063
en tegen Juda
H3027
, door den dienst
H3605
van alle
H5030
profeten
H3605
, van alle
H2374
zieners
H5749 H8686
, betuigd had
H559 H8800
, zeggende
H7725 H8798
: Bekeert u
H4480
van
H7451
uw boze
H1870
wegen
H8104 H8798
en houdt
H4687
Mijn geboden
H2708
, [en] Mijn inzettingen
H3605
, naar al
H8451
de wet
H834
, die
H1
Ik uw vaderen
H6680 H8765
geboden heb
H834
, en die
H413
Ik tot
H3027
u door de hand
H5650
van Mijn knechten
H5030
, de profeten
H7971 H8804
, gezonden heb;
14
H8085 H8804
Zo hoorden zij
H3808
niet
H7185 H8686
, maar zij verhardden
H6203
hun nek
H6203
, gelijk de nek
H1
hunner vaderen
H834
geweest was, die
H3068
aan den HEERE
H430
, hun God
H3808
, niet
H539 H8689
geloofd hadden.
15
H3988 H8799
Daartoe verwierpen zij
H2706
Zijn inzettingen
H1285
, en Zijn verbond
H834
, dat
H1
Hij met hun vaderen
H3772 H8804
gemaakt had
H5715
, en Zijn getuigenissen
H834
, die
H5749 H8689
Hij tegen hen betuigd had
H3212 H8799
, en wandelden
H1892
de ijdelheid
H310
na
H1891 H8799
, dat zij ijdel werden
H310
, en achter
H1471
de heidenen
H834
, die
H5439
rondom
H834
hen waren, van dewelke
H3068
de HEERE
H853
hun
H6680 H8765
geboden had
H1115
, dat zij niet
H6213 H8800
zouden doen gelijk die.
16
H5800 H8799
Ja, zij verlieten
H3605
al
H4687
de geboden
H3068
des HEEREN
H430
, huns Gods
H6213 H8799
, en maakten zich
H4541
gegoten beelden
H8147
, twee
H5695
kalveren
H6213 H8799
; en maakten
H842
bossen
H7812 H8691
, en bogen zich
H3605
voor alle
H6635
heir
H8064
des hemels
H5647 H8799
, en dienden
H1168
Baal.
17
H1121
Ook deden zij hun zonen
H1323
en hun dochteren
H784
door het vuur
H5674 H8686
gaan
H7080 H8799
, en gebruikten
H7081
waarzeggerijen
H5172 H8762
, en gaven op vogelgeschrei acht
H4376 H8691
, en verkochten zich
H6213 H8800
, om te doen
H7451
dat kwaad
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H3707 H8687
, om Hem tot toorn te verwekken.
2 Kings 18:9-11
9
H1961 H8799
Het geschiedde
H7243
nu in het vierde
H8141
jaar
H4428
van den koning
H2396
Hizkia
H1931
(hetwelk
H7637
was het zevende
H8141
jaar
H1954
van Hosea
H1121
, den zoon
H425
van Ela
H4428
, den koning
H3478
van Israel
H8022
) dat Salmaneser
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H5927 H8804
, opkwam
H5921
tegen
H8111
Samaria
H6696 H8799 H5921
, en haar belegerde.
Isaiah 50:1
1
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H5612 H3748
: Waar is de scheidbrief
H517
van ulieder moeder
H7971 H8765
, waarmede Ik haar weggezonden heb
H5383 H8802
? Of wie is er van Mijn schuldeisers
H4376 H8804
, aan wien Ik u verkocht heb
H5771
? Ziet, om uw ongerechtigheden
H4376 H8738
zijt gij verkocht
H6588
, en om uw overtredingen
H517
is uw moeder
H7971 H8795
weggezonden.
Jeremiah 3:1
1
H559 H8800
Men zegt
H376
: Zo een man
H802
zijn huisvrouw
H7971 H8762
verlaat
H1980 H8804
, en zij gaat
H312
van hem, en wordt eens anderen
H376
mans
H7725 H8799
, zal hij ook tot haar nog wederkeren
H776
? Zou datzelve land
H2610 H8800
niet grotelijks
H2610 H8799
ontheiligd worden
H7227
? Gij nu hebt [met] veel
H7453
boeleerders
H2181 H8804
gehoereerd
H7725 H8800
, keer nochtans weder
H5002 H8803
tot Mij, spreekt
H3068
de HEERE.
Ezekiel 16:47
Ezekiel 23:9
Ezekiel 23:11-21
11
H269
Als haar zuster
H172
, Oholiba
H7200 H8799
, [dit] zag
H7843 H8686
, zo verdierf zij
H5691
haar minne
H8457
nog meer dan zij, en haar hoererijen
H2183
meer dan de hoererijen
H269
van haar zuster.
12
H5689 H8804
Zij werd verliefd
H1121
op de kinderen
H804
van Assur
H6346
, de vorsten
H5461
en overheden
H7138
, die nabij
H3847 H8803
waren, bekleed
H4358
met volkomen sieraad
H6571
, ruiteren
H7392 H8802
, rijdende
H5483
op paarden
H2531
, altemaal gewenste
H970
jongelingen.
13
H7200 H8799
Toen zag Ik
H2930 H8738
, dat zij verontreinigd was
H8147
; zij hadden beiden
H259
enerlei
H1870
weg.
14
H3254 H0
Ja, zij deed
H8457
tot haar hoererijen
H3254 H8686
nog meer toe
H2707 H8794
; want toen zij geschilderde
H582
mannen
H7023
aan den wand
H7200 H8799
zag
H6754
, de beelden
H3778
der Chaldeen
H2710 H8803
, geschilderd
H8350
met menie,
15
H2289
Gegord
H232
met een gordel
H4975
aan hun lenden
H5628 H8803
, hebbende overvloedig
H2871
geverfde
H7218
[hoeden] op hun hoofden
H4758
, die allen in het aanzien
H7991
hoofdmannen
H1823
waren, [naar] de gelijkenis
H1121
der kinderen
H894
van Babel
H3778
, van Chaldea
H776
, het land
H4138
hunner geboorte;
16
H5689 H8799
Zo werd zij op dezelve verliefd
H4758
met het opzien
H5869
van haar ogen
H7971 H8799
, en zij zond
H4397
boden
H3778
tot hen, naar Chaldea.
17
H1121
De kinderen
H894
van Babel
H935 H8799
nu kwamen
H4904
tot haar in tot het leger
H1730
der minne
H2930 H8762
, en verontreinigden
H8457
haar met hun hoererij
H2930 H8799
; ook verontreinigde zij zich
H5315
met hen; daarna werd haar ziel
H3363 H8799
van hen afgetrokken.
18
H1540 H8762
Alzo ontdekte zij
H8457
haar hoererijen
H1540 H8762
, en ontdekte
H6172
haar schaamte
H5315
; toen werd Mijn ziel
H3363 H8799
van haar afgetrokken
H5315
, gelijk als Mijn ziel
H5361 H8804
was afgetrokken
H269
van haar zuster.
19
H7235 H8686
Doch zij vermenigvuldigde
H8457
haar hoererijen
H2142 H8800
, gedenkende
H3117
aan de dagen
H5271
van haar jeugd
H2181 H8804
, als zij gehoereerd had
H776
in het land
H4714
van Egypte.
Hosea 2:2-3
Hosea 3:4
Hosea 4:15-17
15
H3478
Zo gij, o Israel
H2181
! wilt hoereren
H3063
, dat [immers] Juda
H816
niet schuldig worde
H935
; komt
H1537
gij toch niet te Gilgal
H5927
, en gaat niet op
H1007
naar Beth-aven
H7650
, en zweert niet
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft.
Hosea 9:15-17
15
H7451
Al hun boosheid
H1537
is te Gilgal
H8130
, want daar heb Ik ze gehaat
H7455
, om de boosheid
H4611
van hun handelingen
H1004
; Ik zal ze uit Mijn huis
H1644
uitdrijven
H3254
, Ik zal ze voortaan niet meer
H160
liefhebben
H8269
; al hun vorsten
H5637
zijn afvalligen.