Exodus 22:28 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 21:17
Exodus 22:8-9
8
H1590
Indien de dief
H3808
niet
H4672 H8735
gevonden wordt
H1167
, zo zal de heer
H1004
des huizes
H430
tot de goden
H7126 H8738
gebracht worden
H3027
, of hij niet zijn hand
H7453
aan zijns naasten
H4399
have
H7971 H8804
gelegd heeft.
9
H1697
Over alle zaak
H6588
van onrecht
H7794
, over een os
H2543
, over een ezel
H7716
, over klein vee
H8008
, over kleding
H9
, over al het verlorene
H559 H8799
, hetwelk iemand zegt
H8147
, dat het zijn is, beider
H1697
zaak
H430
zal voor de goden
H935 H8799
komen
H430
; wien de goden
H7561 H8686
verwijzen
H7453
, die zal het aan zijn naaste
H8147
dubbel
H7999 H8762
wedergeven.
Leviticus 24:16
16
H8034
En wie den Naam
H3068
des HEEREN
H5344 H8802
gelasterd zal hebben
H4191 H8800
, zal zekerlijk
H4191 H8714
gedood worden
H5712
; de ganse vergadering
H7275 H8800
zal hem zekerlijk
H7275 H8799
stenigen
H1616
; alzo zal de vreemdeling
H249
zijn, gelijk de inboorling
H8034
, als hij den NAAM
H5344 H8800
zal gelasterd hebben
H4191 H8714
, hij zal gedood worden.
1 Samuel 24:6
6
H559 H8799
[024:7] En hij zeide
H582
tot zijn mannen
H4480
: Dat late
H3068
de HEERE
H2486
ver van
H518
mij zijn, dat
H2088
ik
H1697
die zaak
H6213 H8799
doen zou
H113
aan mijn heer
H4899
, den gezalfde
H3068
des HEEREN
H3027
, dat ik mijn hand
H7971 H8800
tegen hem uitsteken zou
H3588
; want
H1931
hij
H4899
is de gezalfde
H3068
des HEEREN!
1 Samuel 24:10
10
H2009
[024:11] Zie
H2088
, te dezen
H3117
dage
H5869
hebben uw ogen
H7200 H8804
gezien
H834
, dat
H3068
de HEERE
H3117
u heden
H3027
in mijn hand
H5414 H8804
gegeven heeft
H4631
in deze spelonk
H559 H8804
, en men zeide
H2026 H8800
, dat ik u doden zou
H2347 H8799
; doch [mijn] [hand] verschoonde
H5921
u
H559 H8799
, want ik zeide
H3027
: Ik zal mijn hand
H3808
niet
H7971 H8799
uitsteken
H113
tegen mijn heer
H3588
, want
H1931
hij
H4899
is de gezalfde
H3068
des HEEREN.
1 Samuel 26:9
Psalms 32:6
Psalms 82:1-7
1
H4210
Een psalm
H623
van Asaf
H430
. God
H5324 H8737
staat
H5712
in de vergadering
H410
Godes
H8199 H8799
; Hij oordeelt
H7130
in het midden
H430
der goden;
2
H5766
Hoe lang zult gijlieden onrecht
H8199 H8799
oordelen
H6440
, en het aangezicht
H7563
der goddelozen
H5375 H8799
aannemen
H5542
? Sela.
3
H8199 H8798
Doet recht
H1800
den arme
H3490
en den wees
H6663 H8685
; rechtvaardigt
H6041
den verdrukte
H7326 H8802
en den arme.
4
H6403 H8761
Verlost
H1800
den arme
H34
en den behoeftige
H5337 H8685
, rukt
H7563
[hem] uit der goddelozen
H3027
hand.
5
H3045 H8804
Zij weten
H995 H8799
niet, en verstaan
H1980 H8691
niet; zij wandelen
H2825
steeds in duisternis
H4131 H8735
; [dies] wankelen
H4144
alle fondamenten
H776
der aarde.
Psalms 138:1
Ecclesiastes 10:20
20
H7043 H8762
Vloek
H4428
den koning
H4093
niet, zelfs in uw gedachten
H7043 H8762
, en vloek
H6223
den rijke
H2315 H4904
niet in het binnenste uwer slaapkamer
H5775
; want het gevogelte
H8064
des hemels
H6963
zou de stem
H3212 H8686
wegvoeren
H1167 H3671
, en het gevleugelde
H1697
zou het woord
H5046 H8686
te kennen geven.
John 10:34-35
Acts 23:3
3
G5119
Toen
G2036 G5627
zeide
G3972
Paulus
G4314
tot
G846
hem
G2316
: God
G3195 G5719
zal
G4571
u
G5180 G5721
slaan
G2867 G5772
, gij gewitte
G5109
wand
G2521 G5736
! Zit
G4771
gij
G2532
ook
G3165
om mij
G2919 G5723
te oordelen
G2596
naar
G3551
de wet
G2532
, en
G2753 G5719
beveelt gij
G3891 G5723
, tegen de wet
G3165
, dat men mij
G5180 G5745
zal slaan?
Acts 23:5
Romans 13:2-7
2
G5620
Alzo dat
G1849
die zich tegen de macht
G498 G5734
stelt
G1296
, de ordinantie
G2316
van God
G436 G5758
wederstaat
G1161
; en
G436 G5761
die ze wederstaan
G1438
, zullen over zichzelven
G2917
een oordeel
G2983 G5695
halen.
3
G1063
Want
G758
de oversten
G1526 G5748
zijn
G3756
niet
G5401
[tot] een vreze
G18
den goeden
G2041
werken
G235
, maar
G2556
den kwaden
G2309 G5719
. Wilt gij
G1161
nu
G1849
de macht
G3361
niet
G5399 G5738
vrezen
G4160 G5720
, doe
G18
het goede
G2532
, en
G1868
gij zult lof
G1537
van
G846
haar
G2192 G5692
hebben;
4
G1063
Want
G2076 G5748
zij is
G2316
Gods
G1249
dienares
G4671
, u
G1519
ten
G18
goede
G1161
. Maar
G1437
indien
G2556
gij kwaad
G4160 G5725
doet
G5399 G5732 G5737
, zo vrees
G1063
; want
G5409 G5719
zij draagt
G3162
het zwaard
G3756
niet
G1500
te vergeefs
G1063
; want
G2076 G5748
zij is
G2316
Gods
G1249
dienares
G1558
, een wreekster
G3709
tot straf
G1519
dengene
G2556
, die kwaad
G4238 G5723
doet.
5
G1352
Daarom
G318
is het nodig
G5293 G5733
onderworpen te zijn
G3756
, niet
G3440
alleen
G1223
om
G3709
der straffe
G235
, maar
G2532
ook
G1223
om
G4893
des gewetens wil.
Titus 3:1-2
1 Peter 2:17
2 Peter 2:10
10
G1161
Maar
G3122
allermeest
G3694
degenen, die naar
G4561
het vlees
G1722
in
G3394
onreine
G1939
begeerlijkheid
G4198 G5740
wandelen
G2532
, en
G2963
de heerschappij
G2706 G5723
verachten
G5113
; die stout
G829
zijn, zichzelven behagen
G1391
, en die de heerlijkheden
G3756
niet
G5141 G5719
schromen
G987 G5723
te lasteren;