DSV_Strongs(i)
1
H1945
Wee
H7462 H8802
den herderen
H6629
, die de schapen
H4830
Mijner weide
H6 H8764
ombrengen
H6327 H8688
en verstrooien
H5002 H8803
! spreekt
H3068
de HEERE.
2
H559 H8804
Daarom zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H7462 H8802
, alzo van de herderen
H5971
, die Mijn volk
H7462 H8802
weiden
H6629
: Gijlieden hebt Mijn schapen
H6327 H8689
verstrooid
H5080 H8686
, en hebt ze verdreven
H6485 H8804
, en hebt ze niet bezocht
H6485 H8802
; ziet, Ik zal over u bezoeken
H7455
de boosheid
H4611
uwer handelingen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
3
H7611
En Ik zal het overblijfsel
H6629
Mijner schapen
H6908 H8762
Zelf vergaderen
H776
uit al de landen
H5080 H8689
, waarhenen Ik ze verdreven heb
H7725 H8689
; en Ik zal ze wederbrengen
H5116
tot hun kooien
H6509 H8804
, en zij zullen vruchtbaar zijn
H7235 H8804
, en vermenigvuldigen.
4
H7462 H8802
En Ik zal herderen
H6965 H8689
over hen verwekken
H7462 H8804
, die ze weiden zullen
H3372 H8799
; en zij zullen niet meer vrezen
H2865 H8735
, noch verschrikt worden
H6485 H8735
, noch gemist worden
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
5
H3117
Ziet, de dagen
H935 H8802
komen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H1732
, dat Ik aan David
H6662
een rechtvaardige
H6780
Spruit
H6965 H8689
zal verwekken
H4428
; Die zal Koning
H4427 H8804
zijnde regeren
H7919 H8689
, en voorspoedig zijn
H4941
, en recht
H6666
en gerechtigheid
H6213 H8804
doen
H776
op de aarde.
6
H3117
In Zijn dagen
H3063
zal Juda
H3467 H8735
verlost worden
H3478
, en Israel
H983
zeker
H7931 H8799
wonen
H8034
; en dit zal Zijn naam
H7121 H8799
zijn, waarmede men Hem zal noemen
H3072
: De HEERE: ONZE GERECHTIGHEID.
7
H3117
Daarom, ziet, de dagen
H935 H8802
komen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H559 H8799
, dat zij niet meer zullen zeggen
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H1121
, Die de kinderen
H3478
Israels
H776 H4714
uit Egypteland
H5927 H8689
heeft opgevoerd.
8
H3068
Maar: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H2233
, Die het zaad
H1004
van het huis
H3478
Israels
H5927 H8689
heeft opgevoerd
H935 H8689
, en Die het aangebracht heeft
H776
uit het land
H6828
van het noorden
H776
, en uit al de landen
H5080 H8689
, waarheen Ik ze gedreven had
H3427 H8804
! want zij zullen wonen
H127
in hun land.
9
H5030
Aangaande de profeten
H3820
. Mijn hart
H7130
wordt in mijn binnenste
H7665 H8738
gebroken
H6106
, al mijn beenderen
H7363 H8804
bewegen zich
H7910
; ik ben als een dronken
H376
man
H1397
, en als een man
H3196
, dien de wijn
H5674 H8804
te boven gaat
H6440
; vanwege
H3068
den HEERE
H6440
, en vanwege
H1697
de woorden
H6944
Zijner heiligheid.
10
H776
Want het land
H4390 H8804
is vol
H5003 H8764
overspelers
H776
, want het land
H56 H8804
treurt
H6440
vanwege
H423
den vloek
H4999
, de weiden
H4057
der woestijn
H3001 H8804
verdorren
H4794
, omdat hun loop
H7451
boos
H1369
is, en hun macht
H3808
niet
H3651
recht.
11
H5030
Want beiden profeten
H3548
en priesters
H2610 H8804
zijn huichelaars
H1004
; zelfs in Mijn huis
H4672 H8804
vind Ik
H7451
hun boosheid
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
12
H1870
Daarom zal hun weg
H2519
hun zijn als zeer gladde
H653
plaatsen in de donkerheid
H1760 H8735
; zij zullen aangedreven worden
H5307 H8804
en daarin vallen
H7451
; want Ik zal een kwaad
H935 H8686
over hen brengen
H8141
[in] het jaar
H6486
hunner bezoeking
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
13
H8604
Ik heb wel ongerijmdheid
H7200 H8804
gezien
H5030
in de profeten
H8111
van Samaria
H1168
, [die] door Baal
H5012 H8694
, profeteerden
H5971
, en Mijn volk
H3478
Israel
H8582 H8686
verleidden.
14
H5030
Maar in de profeten
H3389
van Jeruzalem
H7200 H8804
zie Ik
H8186
afschuwelijkheid
H5003 H8800
; zij bedrijven overspel
H1980 H8800
, en gaan om
H8267
met valsheid
H2388 H8765
, en sterken
H3027
de handen
H7489 H8688
der boosdoeners
H7725 H8804
, opdat zij zich niet bekeren
H376
, een iegelijk
H7451
van zijn boosheid
H5467
; zij allen zijn Mij als Sodom
H3427 H8802
, en haar inwoners
H6017
als Gomorra.
15
H559 H8804
Daarom zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H5030
van deze profeten
H3939
alzo: Ziet, Ik zal hen met alsem
H398 H8688
spijzigen
H4325 H7219
, en met gallewater
H8248 H8689
drenken
H3389
; want van Jeruzalems
H5030
profeten
H2613
is de huichelarij
H3318 H8804
uitgegaan
H776
in het ganse land.
16
H559 H8804
Zo zegt
H3068
de HEERE
H6635
der heirscharen
H8085 H8799
: Hoort
H1697
niet naar de woorden
H5030
der profeten
H5012 H8737
, die u profeteren
H1891 H8688
; zij maken u ijdel
H1696 H8762
; zij spreken
H2377
het gezicht
H3820
huns harten
H3068
, niet uit des HEEREN
H6310
mond.
17
H559 H8802
Zij zeggen
H559 H8800
steeds
H5006 H8764
tot degenen, die Mij lasteren
H3068
: De HEERE
H1696 H8765
heeft het gesproken
H7965
, gijlieden zult vrede
H3820
hebben; en [tot] al wie naar zijns harten
H8307
goeddunken
H1980 H8802
wandelt
H559 H8804
, zeggen zij
H7451
: Ulieden zal geen kwaad
H935 H8799
overkomen.
18
H3068
Want wie heeft in des HEEREN
H5475
raad
H5975 H8804
gestaan
H1697
, en Zijn woord
H7200 H8799
gezien
H8085 H8799
of gehoord
H1697
? Wie heeft Zijn woord
H7181 H8689
aangemerkt
H8085 H8799
en gehoord?
19
H5591
Ziet, een onweder
H3068
des HEEREN
H2534
, een grimmigheid
H3318 H8804
is uitgegaan
H2342 H8711
, ja, een pijnlijk
H5591
onweder
H2342 H8799
, het zal blijven
H7563
op der goddelozen
H7218
hoofd.
20
H3068
Des HEEREN
H639
toorn
H7725 H8799
zal zich niet afwenden
H6213 H8800
, totdat Hij zal hebben gedaan
H6965 H8687
, en totdat Hij zal hebben daargesteld
H4209
de gedachten
H3820
Zijns harten
H319
; in het laatste
H3117
der dagen
H998
zult gij [met] verstand
H995 H8709
daarop letten.
21
H5030
Ik heb die profeten
H7971 H8804
niet gezonden
H7323 H8804
, nochtans hebben zij gelopen
H1696 H8765
; Ik heb tot hen niet gesproken
H5012 H8738
, nochtans hebben zij geprofeteerd.
22
H5475
Maar zo zij in Mijn raad
H5975 H8804
hadden gestaan
H5971
, zo zouden zij Mijn volk
H1697
Mijn woorden
H8085 H8686
hebben doen horen
H7725 H8686
, en zouden hen afgekeerd hebben
H7451
van hun bozen
H1870
weg
H7455
, en van de boosheid
H4611
hunner handelingen.
23
H430
Ben Ik een God
H7138
van nabij
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H430
, en niet een God
H7350
van verre?
24
H376
Zou zich iemand
H4565
in verborgene plaatsen
H5641 H8735
kunnen verbergen
H7200 H8799
, dat Ik hem niet zou zien
H5002 H8803
? spreekt
H3068
de HEERE
H4392
; vervul Ik
H8064
niet den hemel
H776
en de aarde
H5002 H8803
? spreekt
H3068
de HEERE.
25
H8085 H8804
Ik heb gehoord
H5030
, wat de profeten
H559 H8804
zeggen
H8034
, die in Mijn Naam
H8267
leugen
H5012 H8737
profeteren
H559 H8800
, zeggende
H2492 H8804
: Ik heb gedroomd
H2492 H8804
, ik heb gedroomd.
26
H3426
Hoe lang? Is er
H3820
dan [een] [droom] in het hart
H5030
der profeten
H8267
, die de leugen
H5012 H8737
profeteren
H5030
? Ja, het zijn profeten
H3820
van huns harten
H8649
bedriegerij.
27
H2803 H8802
Die daar denken
H5971
om Mijn volk
H8034
Mijn Naam
H7911 H8687
te doen vergeten
H2472
, door hun dromen
H376
, die zij, een ieder
H7453
zijn naaste
H5608 H8762
, vertellen
H1
; gelijk als hun vaders
H8034
Mijn Naam
H7911 H8804
vergeten hebben
H1168
door Baal.
28
H5030
De profeet
H2472
, bij welken een droom
H5608 H8762
is, die vertelle
H2472
den droom
H1697
; en bij welken Mijn woord
H1696 H8762
is, die spreke
H1697
Mijn woord
H571
waarachtiglijk
H8401
; wat heeft het stro
H1250
met het koren
H5002 H8803
te doen? spreekt
H3068
de HEERE.
29
H1697
Is Mijn woord
H3541
niet alzo
H784
, als een vuur
H5002 H8803
? spreekt
H3068
de HEERE
H6360
, en als een hamer
H5553
, [die] een steenrots
H6327 H8787
te morzel slaat?
30
H5030
Daarom, ziet, Ik [wil] aan de profeten
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H1697
, die Mijn woorden
H1589 H8764
stelen
H376
, een ieder
H7453
van zijn naaste;
31
H5030
Ziet, Ik [wil] aan de profeten
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H3956
, die hun tong
H3947 H8802
nemen
H5001 H8799
, en spreken
H5002 H8803
: Hij heeft [het] gesproken;
32
H8267
Ziet, Ik [wil] aan degenen, die valse
H2472
dromen
H5012 H8737
profeteren
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H5608 H8762
, en vertellen
H8582 H8686
die, en verleiden
H5971
Mijn volk
H8267
met hun leugenen
H6350
en met hun lichtvaardigheid
H7971 H8804
; daar Ik hen niet gezonden
H6680 H8765
, en hun niets bevolen heb
H5971
, en zij dit volk
H3276 H8687
gans
H3276 H8686
geen nut doen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
33
H5971
Wanneer dan dit volk
H5030
, of een profeet
H3548
, of priester
H7592 H8799
u vragen zal
H559 H8800
, zeggende
H3068
: Wat is des HEEREN
H4853
last
H559 H8804
? Zo zult gij tot hen zeggen
H4853
: Wat last
H5203 H8804
? Dat Ik ulieden verlaten zal
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
34
H5030
En aangaande den profeet
H3548
, of den priester
H5971
, of het volk
H559 H8799
, dat zeggen zal
H3068
: Des HEEREN
H4853
last
H6485 H8804
; dat Ik bezoeking zal doen
H376
over dien man
H1004
en over zijn huis.
35
H559 H8799
Aldus zult gijlieden zeggen
H376
, een iegelijk
H7453
tot zijn naaste
H376
, en een iegelijk
H251
tot zijn broeder
H3068
: Wat heeft de HEERE
H6030 H8804
geantwoord
H3068
, en wat heeft de HEERE
H1696 H8765
gesproken?
36
H3068
Maar des HEEREN
H4853
last
H2142 H8799
zult gij niet meer gedenken
H376
; want een iegelijk
H1697
zal zijn eigen woord
H4853
een last
H2015 H8804
zijn, dewijl gij verkeert
H1697
de woorden
H2416
van den levenden
H430
God
H3068
, den HEERE
H6635
der heirscharen
H430
, onzen God.
37
H559 H8799
Aldus zult gij zeggen
H5030
tot den profeet
H3068
: Wat heeft u de HEERE
H6030 H8804
geantwoord
H3068
en wat heeft de HEERE
H1696 H8765
gesproken?
38
H518
Maar
H559 H8799
dewijl gij zegt
H3068
: Des HEEREN
H4853
last
H559 H8804
; daarom, zo zegt
H3068
de HEERE
H1697
: Omdat gij dit woord
H559 H8800
zegt
H3068
: Des HEEREN
H4853
last
H7971 H8799
, daar Ik tot u gezonden heb
H559 H8800
, zeggende
H559 H8799
: Gij zult niet zeggen
H3068
: Des HEEREN
H4853
last;