DSV_Strongs(i)
1
H1875 H8738
Ik ben gevonden
H3808
van hen, die [naar] [Mij] niet
H7592 H8804
vraagden
H4672 H8738
; Ik ben gevonden
H3808
van degenen, die Mij niet
H1245 H8765
zochten
H1471
; tot het volk
H8034
, dat naar Mijn Naam
H7121 H8795
niet genoemd was
H559 H8804
, heb Ik gezegd: Ziet, [hier] ben Ik, ziet, [hier] ben Ik.
2
H3027
Ik heb Mijn handen
H6566 H8765
uitgebreid
H3117
, den gansen dag
H5637 H8802
tot een wederstrevig
H5971
volk
H1980 H8802
, die wandelen
H1870
op een weg
H2896
, die niet goed
H310
is, naar
H4284
hun [eigen] gedachten.
3
H5971
Een volk
H8548
, Mij geduriglijk
H3707 H8688
tergende
H6440
in Mijn aangezicht
H1593
, in hoven
H2076 H8802
offerende
H6999 H8764
, en rokende
H3843
op tichelstenen;
4
H3427 H8802
Zittende
H6913
bij de graven
H3885 H8799
, zo vernachten zij
H5341 H8803
bij degenen, die bewaard worden
H398 H8802
, etende
H2386 H1320
zwijnenvlees
H4839 H8675 H6564
, en er is sap
H6292
van gruwelijke
H3627
dingen in hun vaten.
5
H559 H8802
Die daar zeggen
H7126 H8798
: Houd u
H5066 H8799
tot uzelven, en naak
H6942 H8804
tot mij niet, want ik ben heiliger
H6227
dan gij. Deze zijn een rook
H639
in Mijn neus
H784
, een vuur
H3117
, den gansen dag
H3344 H8802
brandende.
6
H6440
Ziet, het is voor Mijn aangezicht
H3789 H8803
geschreven
H2814 H8799
; Ik zal niet zwijgen
H7999 H8765
, maar Ik zal vergelden
H2436
, ja, in hun boezem
H7999 H8765
zal Ik vergelden;
7
H5771
Uw ongerechtigheden
H1
, en uwer vaderen
H5771
ongerechtigheden
H3162
tegelijk
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE
H6999 H8765
, die gerookt hebben
H2022
op de bergen
H2778 H8765
, en Mij smaadheid aangedaan hebben
H1389
op de heuvelen
H7223
; daarom zal Ik hun vorig
H6468
werkloon
H2436
in hun boezem
H4058 H8804
weder toemeten.
8
H559 H8804
Alzo zegt
H3068
de HEERE
H8492
: Gelijk wanneer men most
H811
in een bos druiven
H4672 H8735
vindt
H559 H8804
, men zegt
H7843 H8686
: Verderf
H1293
ze niet, want er is een zegen
H5650
in; alzo zal Ik het om Mijner knechten
H6213 H8799
wil doen
H7843 H8687
, dat Ik hen niet allen verderve.
9
H2233
En Ik zal zaad
H3290
uit Jakob
H3318 H8689
voortbrengen
H3063
, en uit Juda
H3423 H8802
een erfbezitter
H2022
van Mijn bergen
H972
; en Mijn uitverkorenen
H3423 H8804
zullen het erfelijk bezitten
H5650
, en Mijn knechten
H7931 H8799
zullen aldaar wonen.
10
H8289
En Saron
H5116 H6629
zal tot een schaapskooi
H6010
worden, en het dal
H5911
van Achor
H1241 H7258
tot een runderleger
H5971
, voor Mijn volk
H1875 H8804
, dat Mij gezocht heeft.
11
H5800 H8802
Maar gij verlaters
H3068
des HEEREN
H7913
, gij vergeters
H2022
van den berg
H6944
Mijner heiligheid
H6186 H8802
, gij aanrichters
H7979
ener tafel
H1409 H8677 H1408
voor die bende
H4390 H8764
, en gij opvullers
H4469
des dranks
H4507
voor dat getal!
12
H2719
Ik zal ulieden ook ten zwaarde
H4487 H8804
tellen
H2874
, dat gij allen u ter slachting
H3766 H8799
zult krommen
H7121 H8804
, omdat Ik geroepen heb
H6030 H8804
, maar gij hebt niet geantwoord
H1696 H8765
, Ik gesproken heb
H8085 H8804
, maar gij hebt niet gehoord
H6213 H8799
, maar hebt gedaan
H7451
, dat kwaad
H5869
was in Mijn ogen
H977 H8804
, en hebt verkoren
H2654 H8804
hetgeen, waaraan Ik geen lust heb.
13
H559 H8804
Daarom zegt
H136
de Heere
H3069
HEERE
H5650
alzo: Ziet, Mijn knechten
H398 H8799
zullen eten
H7456 H8799
, doch gijlieden zult hongeren
H5650
; ziet, Mijn knechten
H8354 H8799
zullen drinken
H6770 H8799
, doch gijlieden zult dorsten
H5650
; ziet, Mijn knechten
H8055 H8799
zullen blijde zijn
H954 H8799
, doch gijlieden zult beschaamd zijn.
14
H5650
Ziet, Mijn knechten
H7442 H8799
zullen juichen
H2898
van goeder
H3820
harte
H6817 H8799
, maar gijlieden zult schreeuwen
H3511
van weedom
H3820
des harten
H7667
, en van verbreking
H7307
des geestes
H3213 H8686
zult gij huilen.
15
H8034
En gijlieden zult uw naam
H972
Mijn uitverkorenen
H7621
tot een vervloeking
H3240 H8689
laten
H136
; en de Heere
H3069
HEERE
H4191 H8689
zal ulieden doden
H5650
, maar Zijn knechten
H312
zal Hij met een anderen
H8034
naam
H7121 H8799
noemen;
16
H1288 H8693
Zodat, wie zich zegenen zal
H776
op aarde
H1288 H8691
, die zal zich zegenen
H430
in den God
H543
der waarheid
H7650 H8737
; en wie zal zweren
H776
op aarde
H7650 H8735
, die zal zweren
H430
bij den God
H543
der waarheid
H7223
, omdat de vorige
H6869
benauwdheden
H7911 H8738
zullen vergeten zijn
H5869
, en omdat zij voor Mijn ogen
H5641 H8738
verborgen zijn.
17
H1254 H8802
Want ziet, Ik schep
H2319
nieuwe
H8064
hemelen
H2319
en een nieuwe
H776
aarde
H7223
; en de vorige
H2142 H8735
dingen zullen niet [meer] gedacht worden
H3820
, en zullen in het hart
H5927 H8799
niet opkomen.
18
H7797 H8798
Maar weest gijlieden vrolijk
H1523 H8798
, en verheugt u
H5703
tot in der eeuwigheid
H1254 H8802
[in] hetgeen Ik schep
H1254 H8802
; want ziet, Ik schep
H3389
Jeruzalem
H1525
een verheuging
H5971
, en haar volk
H4885
een vrolijkheid.
19
H1523 H8804
En Ik zal Mij verheugen
H3389
over Jeruzalem
H7797 H8804
, en vrolijk zijn
H5971
over Mijn volk
H8085 H8735
; en in haar zal niet meer gehoord worden
H6963
de stem
H1065
der wening
H6963
, noch de stem
H2201
des geschreeuws.
20
H5764
Van daar zal niet meer wezen een zuigeling
H3117
van [weinig] dagen
H2205
, noch een oud man
H3117
, die zijn dagen
H4390 H8762
niet zal vervullen
H5288
; want een jongeling
H4191 H8799
zal sterven
H3967
, honderd
H8141
jaren
H1121
oud
H2398 H8802
zijnde, maar een zondaar
H3967
, honderd
H8141
jaren
H1121
oud
H7043 H8792
zijnde, zal vervloekt worden.
21
H1004
En zij zullen huizen
H1129 H8804
bouwen
H3427 H8804
en bewonen
H3754
, en zij zullen wijngaarden
H5193 H8804
planten
H6529
, en derzelver vrucht
H398 H8804
eten.
22
H1129 H8799
Zij zullen niet bouwen
H312
, dat het een ander
H3427 H8799
bewone
H5193 H8799
; zij zullen niet planten
H312
, dat het een ander
H398 H8799
ete
H3117
, want de dagen
H5971
Mijns volks
H3117
zullen zijn als de dagen
H6086
eens booms
H972
, en Mijn uitverkorenen
H4639
zullen het werk
H3027
hunner handen
H1086 H8762
verslijten.
23
H7385
Zij zullen niet tevergeefs
H3021 H8799
arbeiden
H3205 H8799
, noch baren
H928
ter verstoring
H2233
; want zij zijn het zaad
H1288 H8803
der gezegenden
H3068
des HEEREN
H6631
, en hun nakomelingen met hen.
24
H7121 H8799
En het zal geschieden, eer zij roepen
H6030 H8799
, zo zal Ik antwoorden
H1696 H8764
; terwijl zij nog spreken
H8085 H8799
, zo zal Ik horen.
25
H2061
De wolf
H2924
en het lam
H259
zullen te zamen
H7462 H8799
weiden
H738
, en de leeuw
H8401
zal stro
H398 H8799
eten
H1241
als een rund
H6083
, en stof
H3899
zal de spijze
H5175
der slang
H7489 H8686
zijn; zij zullen geen kwaad doen
H7843 H8686
noch verderven
H6944
op Mijn gansen heiligen
H2022
berg
H559 H8804
, zegt
H3068
de HEERE.