2 Samuel 18

DSV_Strongs(i)
  1 H1732 En David H6485 H8799 monsterde H5971 het volk H834 , dat H854 met hem H7760 H8799 was; en hij stelde H5921 over H8269 hen oversten H505 van duizenden H8269 , en oversten H3967 van honderden.
  2 H7971 H8762 Voorts zond H1732 David H5971 het volk H7992 uit, een derde deel H3027 onder de hand H3097 van Joab H7992 , en een derde deel H3027 onder de hand H52 van Abisai H1121 , den zoon H6870 van Zeruja H3097 , Joabs H251 broeder H7992 , en een derde deel H3027 onder de hand H863 van Ithai H1663 , den Gethiet H4428 . En de koning H559 H8799 zeide H413 tot H5971 het volk H589 : Ik H1571 zal ook H589 zelf H3318 H8800 zekerlijk H5973 met H3318 H8799 ulieden uittrekken.
  3 H5971 Maar het volk H559 H8799 zeide H3808 : Gij zult niet H3318 H8799 uittrekken H3588 ; want H518 of H5127 H8800 wij te enen male H5127 H8799 vloden H3820 , zij zullen het hart H413 op H3808 ons niet H7760 H8799 stellen H518 ; ja, of H2677 de helft H4191 H8799 van ons stierf H3820 , zij zullen het hart H5921 op H3808 ons niet H7760 H8799 stellen H3588 ; maar H859 [gij H3644 ] [zijt] nu als H6235 tien H505 duizend H6258 onzer. Zo zal het nu H2896 beter H3588 zijn, dat H4480 gij ons uit H5892 de stad H5826 H8800 H8675 H5826 H8687 ter hulpe H1961 H8799 zijt.
  4 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H413 tot H6213 H8799 hen: Ik zal doen H834 , wat H3190 H8799 goed is H5869 in uw ogen H4428 . De koning H5975 H8799 nu stond H413 aan H3027 de zijde H8179 van de poort H3605 , en al H5971 het volk H3318 H8804 trok uit H3967 bij honderden H505 en bij duizenden.
  5 H4428 En de koning H6680 H8762 gebood H3097 Joab H52 , en Abisai H863 , en Ithai H559 H8800 , zeggende H328 : [Handelt] mij zachtkens H5288 met den jongeling H53 , met Absalom H3695 . En al H5971 het volk H8085 H8804 hoorde H4428 het, als de koning H3605 aan al H8269 de oversten H5921 van H53 Absaloms H1697 zaak H6680 H8763 gebood.
  6 H3318 H0 Alzo toog H5971 het volk H3318 H8799 uit H7704 in het veld H3478 , Israel H7125 H8800 tegemoet H4421 , en de strijd H1961 H8799 geschiedde H669 bij Efraims H3293 woud.
  7 H5971 En het volk H3478 van Israel H8033 werd aldaar H6440 voor het aangezicht H1732 van Davids H5650 knechten H5062 H8735 geslagen H8033 ; en aldaar H1961 H8799 geschiedde H1931 te dienzelven H3117 dage H1419 een grote H4046 slag H6242 , van twintig H505 duizend.
  8 H4421 Want de strijd H1961 H8799 werd H8033 aldaar H6327 H8737 verspreid H5921 H6440 over H3605 al H776 dat land H3293 . En het woud H398 H8800 verteerde H7235 H8686 meer H5971 van het volk H4480 , dan H834 die H2719 het zwaard H398 H8804 verteerde H1931 , te dienzelven H3117 dage.
  9 H53 Absalom H7122 H8735 nu ontmoette H6440 voor het aangezicht H5650 der knechten H1732 Davids H53 ; en Absalom H7392 H8802 reed H5921 op H6505 een muildier H6505 ; en als het muildier H935 H8799 kwam H8478 onder H7730 de dichte takken H1419 van een groten H424 eik H2388 H0 , zo werd H7218 zijn hoofd H2388 H8799 vast H424 aan den eik H5414 H8714 , dat hij hangen bleef H996 tussen H8064 den hemel H996 en tussen H776 de aarde H6505 , en het muildier H834 , dat H8478 onder H5674 H8804 hem was, ging door.
  10 H259 Als dat een H376 man H7200 H8799 zag H5046 H0 , zo gaf hij H3097 het Joab H5046 H8686 te kennen H559 H8799 , en zeide H2009 : Zie H53 , ik heb Absalom H7200 H8804 zien H8518 H8803 hangen H424 aan een eik.
  11 H559 H8799 Toen zeide H3097 Joab H376 tot den man H5046 H8688 , die het hem te kennen gaf H2009 : Zie H7200 H8804 toch, gij hebt het gezien H4069 , waarom H3808 dan hebt gij hem niet H8033 aldaar H776 ter aarde H5221 H8689 geslagen H5921 , alzo het aan H6235 mij [stond] om u tien H3701 zilverlingen H259 en een H2290 gordel H5414 H8800 te geven?
  12 H376 Maar die man H559 H8799 zeide H413 tot H3097 Joab H595 : En of ik H3863 al H505 duizend H3701 zilverlingen H5921 op H3709 mijn handen H8254 H8802 mocht wegen H3027 , zo zou ik mijn hand H413 aan H4428 des konings H1121 zoon H3808 niet H7971 H8799 slaan H3588 ; want H4428 de koning H853 heeft u H52 , en Abisai H863 , en Ithai H241 , voor onze oren H6680 H8765 geboden H559 H8800 , zeggende H8104 H8798 : Hoedt u H4310 , wie H5288 [gij] [zijt], van den jongeling H53 , van Absalom.
  13 H176 Of H8267 ik al valselijk H5315 tegen mijn ziel H6213 H8804 handelde H3808 H3605 , zo zou toch geen H1697 ding H4480 voor H4428 den koning H3582 H8735 verborgen worden H859 ; ook gij zelf H4480 zoudt er u van H5048 tegenover H3320 H8691 stellen.
  14 H559 H8799 Toen zeide H3097 Joab H6440 : Ik zal hier bij u H3651 alzo H3808 niet H3176 H8686 vertoeven H3947 H8799 ; en hij nam H7969 drie H7626 H3709 pijlen H8628 H8799 , en stak H53 ze in Absaloms H3820 hart H5750 , daar hij nog H2416 levend was H424 in het midden van den eik.
  15 H6235 En tien H5288 jongens H5375 H8802 H3627 , wapendragers H3097 van Joab H5437 H8799 , omringden H5221 H8686 [hem], en zij sloegen H53 Absalom H4191 H8686 , en doodden hem.
  16 H8628 H8799 Toen blies H3097 Joab H7782 met de bazuin H5971 , en al het volk H7725 H8799 keerde af H4480 van H3478 Israel H310 achterna H7291 H8800 te jagen H3588 , want H3097 Joab H2820 H0 hield H5971 het volk H2820 H8804 terug.
  17 H3947 H8799 En zij namen H53 Absalom H7993 H8686 , en wierpen H853 hem H3293 in het woud H413 , in H1419 een groten H6354 kuil H5324 H8686 , en stelden H5921 op H3966 hem een zeer H1419 groten H1530 H68 steenhoop H3605 ; en gans H3478 Israel H5127 H8804 vluchtte H376 , een iegelijk H168 naar zijn tent.
  18 H53 Absalom H3947 H8804 nu had genomen H2416 , en in zijn leven H5324 H8686 voor zich opgericht H4678 een pilaar H4428 H6010 , die in het koningsdal H3588 is; want H559 H8804 hij zeide H369 : Ik heb geen H1121 zoon H5668 , om H8034 aan mijn naam H2142 H8687 te doen gedenken H4678 ; en hij had dien pilaar H7121 H8799 genoemd H5921 naar H8034 zijn naam H5704 ; daarom wordt hij tot op H2088 dezen H3117 dag H7121 H8735 genoemd H53 : Absaloms H3027 hand.
  19 H559 H8804 Toen zeide H290 Ahimaaz H6659 , Zadoks H1121 zoon H4994 : Laat mij toch H7323 H8799 heenlopen H4428 , en den koning H1319 H8762 boodschappen H3588 , dat H3068 de HEERE H8199 H8804 hem recht gedaan heeft H4480 van H3027 de hand H341 H8802 zijner vijanden.
  20 H3097 Maar Joab H559 H8799 zeide H859 tot hem: Gij H2088 zult dezen H3117 dag H3808 geen H376 H1309 boodschapper H312 zijn, maar op een anderen H3117 dag H1319 H8765 zult gij boodschappen H2088 ; dezen H3117 dag H3808 nu zult gij niet H1319 H8762 boodschappen H3588 H5921 , daarom dat H4428 des konings H1121 zoon H4191 H8804 dood is.
  21 H3097 En Joab H559 H8799 zeide H3569 tot Cuschi H3212 H8798 : Ga heen H5046 H8685 , en zeg H4428 den koning H834 aan, wat H7200 H8804 gij gezien hebt H3569 ; en Cuschi H7812 H8691 boog zich H3097 voor Joab H7323 H8799 , en liep heen.
  22 H290 Doch Ahimaaz H6659 , Zadoks H1121 zoon H3254 H0 , voer H5750 nog H3254 H8686 voort H559 H8799 en zeide H413 tot H3097 Joab H4100 : Wat H1961 H8799 het ook zij H598 , laat mij H4994 toch H1571 ook H3569 Cuschi H310 achterna H7323 H8799 lopen H3097 . En Joab H559 H8799 zeide H4100 : Waarom H859 zoudt gij H2088 nu H7323 H8801 heenlopen H1121 , mijn zoon H369 ! Zo gij toch geen H4672 H8802 bekwame H1309 boodschap hebt?
  23 H4100 Wat H1961 H8799 het ook zij H7323 H8799 , [zeide] [hij], laat mij heenlopen H559 H8799 ; zo zeide H7323 H8798 hij tot hem: Loop heen H290 . En Ahimaaz H7323 H8799 liep H1870 den weg H3603 van het effen veld H5674 H0 , en kwam H3569 Cuschi H5674 H8799 voorbij.
  24 H1732 David H3427 H8802 nu zat H996 tussen H8147 de twee H8179 poorten H6822 H8802 ; en de wachter H3212 H8799 ging H413 op H1406 het dak H8179 der poort H413 aan H2346 den muur H5375 H0 , en hief H5869 zijn ogen H5375 H8799 op H7200 H8799 , en zag H2009 , en ziet H7323 H8801 , er liep H376 een man H909 alleen.
  25 H7121 H8799 Zo riep H6822 H8802 de wachter H5046 H8686 , en zeide H4428 het den koning H4428 aan; en de koning H559 H8799 zeide H518 : Indien H909 hij alleen H1309 is, zo is er een boodschap H6310 in zijn mond H3212 H8799 ; en hij ging H1980 H8800 al voort H7131 en naderde.
  26 H7200 H8799 Toen zag H6822 H8802 de wachter H312 een anderen H376 man H7323 H8801 lopende H6822 H8802 , en de wachter H7121 H8799 riep H413 tot H7778 den poortier H559 H8799 en zeide H2009 : Zie H7323 H8801 , er loopt H376 [nog] een man H909 alleen H559 H8799 . Toen zeide H4428 de koning H2088 : Die H1571 is ook H1319 H8764 een boodschapper.
  27 H559 H8799 Voorts zeide H6822 H8802 de wachter H589 : Ik H7200 H8802 zie H4794 den loop H7223 des eersten H4794 aan, als den loop H290 van Ahimaaz H6659 , Zadoks H1121 zoon H559 H8799 . Toen zeide H4428 de koning H2088 : Dat H2896 is een goed H376 man H413 , en hij zal met H2896 een goede H1309 boodschap H935 H8799 komen.
  28 H290 Ahimaaz H7121 H8799 dan riep H559 H8799 en zeide H413 tot H4428 den koning H7965 Vrede H7812 H8691 ! En hij boog zich H4428 voor den koning H639 met het aangezicht H776 ter aarde H559 H8799 , en hij zeide H1288 H8803 : Geloofd H3068 zij de HEERE H430 , uw God H834 , Die H582 de mannen H834 , dewelke H3027 hun hand H113 tegen mijn heer H4428 den koning H5375 H8804 ophieven H5462 H8765 , heeft overgegeven.
  29 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H7965 : Is het wel H5288 met den jongeling H53 , met Absalom H290 ? En Ahimaaz H559 H8799 zeide H7200 H8804 : Ik zag H1419 een groot H1995 rumoer H3097 , als Joab H5650 , den knecht H4428 des konings H5650 , en [mij] uw knecht H7971 H8800 afzond H3045 H8804 , maar ik weet H3808 niet H4100 wat.
  30 H4428 En de koning H559 H8799 zeide H5437 H8798 : Ga om H3320 H8690 , stel u H3541 hier H5437 H8735 ; zo ging hij om H5975 H8799 , en bleef staan.
  31 H2009 En ziet H3569 , Cuschi H935 H8802 kwam aan H3569 ; en Cuschi H559 H8799 zeide H113 : Mijn heer H4428 den koning H1319 H8691 wordt geboodschapt H3588 , dat H3068 u de HEERE H3117 heden H8199 H8804 heeft recht gedaan H4480 van H3027 de hand H3605 van al H5921 degenen, die tegen H6965 H8801 u opstonden.
  32 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H413 tot H3569 Cuschi H7965 : Is het wel H5288 met den jongeling H53 , met Absalom H3569 ? En Cuschi H559 H8799 zeide H341 H8802 : De vijanden H113 van mijn heer H4428 den koning H3605 , en allen H834 , die H5921 tegen H7451 u ten kwade H6965 H8804 opstaan H1961 H8799 , moeten worden H5288 als die jongeling.
  33 H4428 Toen werd de koning H7264 H8799 zeer beroerd H5927 H8799 , en ging op H413 naar H5944 de opperzaal H8179 der poort H1058 H8799 , en weende H3212 H8800 ; en in zijn gaan H559 H8804 zeide hij H3541 alzo H1121 : Mijn zoon H53 Absalom H1121 , mijn zoon H1121 , mijn zoon H53 Absalom H4310 H5414 H8799 ! Och, dat H589 ik H8478 , ik voor H4191 H8800 u gestorven ware H53 , Absalom H1121 , mijn zoon H1121 , mijn zoon!