DSV_Strongs(i)
1
H5329 H8764
Voor den opperzangmeester
H1732
, [een] [psalm] van David
H5650
, den knecht
H3068
des HEEREN
H1697
, die de woorden
H7892
dezes lieds
H3068
tot den HEERE
H1696 H8765
gesproken heeft
H3117
, ten dage
H3068
, als hem de HEERE
H5337 H8689
gered had
H3709
uit de hand
H341 H8802
van al zijn vijanden
H3027
, en uit de hand
H7586
van Saul
H559 H8799
. [018:2] Hij zeide
H7355 H8799
dan: Ik zal U hartelijk liefhebben
H3068
, HEERE
H2391
, mijn Sterkte!
2
H3068
[018:3] De HEERE
H5553
is mijn Steenrots
H4686
, en mijn Burg
H6403 H8764
, en mijn Uithelper
H410
; mijn God
H6697
, mijn Rots
H2620 H8799
, op Welken ik betrouw
H4043
; mijn Schild
H7161
, en de Hoorn
H3468
mijns heils
H4869
, mijn Hoog Vertrek.
3
H7121 H8799
[018:4] Ik riep
H3068
den HEERE
H1984 H8794
aan, die te prijzen is
H3467 H8735
, en werd verlost
H341 H8802
van mijn vijanden.
4
H2256
[018:5] Banden
H4194
des doods
H661 H8804
hadden mij omvangen
H5158
, en beken
H1100
Belials
H1204 H8762
verschrikten mij.
5
H2256
[018:6] Banden
H7585
der hel
H5437 H8804
omringden
H4170
mij, strikken
H4194
des doods
H6923 H8765
bejegenden mij.
6
H6862
[018:7] Als mij bange
H7121 H8799
was, riep ik
H3068
den HEERE
H7768 H8762
aan, en riep
H430
tot mijn God
H8085 H8799
; Hij hoorde
H6963
mijn stem
H1964
uit Zijn paleis
H7775
, en mijn geroep
H6440
voor Zijn aangezicht
H935 H8799
kwam
H241
in Zijn oren.
7
H1607 H8799
[018:8] Toen daverde
H7493 H8799
en beefde
H776
de aarde
H4146
, en de gronden
H2022
der bergen
H7264 H8799
beroerden zich
H1607 H8691
en daverden
H2734 H8804
, omdat Hij ontstoken was.
8
H6227
[018:9] Rook
H5927 H8804
ging op
H639
van Zijn neus
H784
, en een vuur
H6310
uit Zijn mond
H398 H8799
verteerde
H1513
; kolen
H1197 H8804
werden daarvan aangestoken.
9
H5186 H8799
[018:10] En Hij boog
H8064
den hemel
H3381 H8799
, en daalde neder
H6205
, en donkerheid
H7272
was onder Zijn voeten.
10
H7392 H8799
[018:11] En Hij voer
H3742
op een cherub
H5774 H8799
, en vloog
H1675 H8799
; ja, Hij vloog snellijk
H3671
op de vleugelen
H7307
des winds.
11
H2822
[018:12] Duisternis
H7896 H8799
zette Hij
H5643
tot Zijn verberging
H5439
; rondom
H5521
Hem was Zijn tent
H2824
, duisterheid
H4325
der wateren
H5645
, wolken
H7834
des hemels.
12
H5051
[018:13] Van den glans
H5674 H8804
, die voor Hem was, dreven
H5645
Zijn wolken
H1259
daarhenen, hagel
H784
en vurige
H1513
kolen.
13
H3068
[018:14] En de HEERE
H7481 H8686
donderde
H8064
in den hemel
H5945
, en de Allerhoogste
H5414 H8799
gaf
H6963
Zijn stem
H1259
, hagel
H784
en vurige
H1513
kolen.
14
H7971 H8799
[018:15] En Hij zond
H2671
Zijn pijlen
H6327 H8686
uit, en verstrooide
H7232 H8804
ze; en Hij vermenigvuldigde
H1300
de bliksemen
H2000 H8799
, en verschrikte ze.
15
H650
[018:16] En de diepe kolken
H4325
der wateren
H7200 H8735
werden gezien
H4146
, en de gronden
H8398
der wereld
H1540 H8735
werden ontdekt
H1606
, van Uw schelden
H3068
, o HEERE
H5397
! van het geblaas
H7307
des winds
H639
van Uw neus.
16
H7971 H8799
[018:17] Hij zond
H4791
van de hoogte
H3947 H8799
, Hij nam
H4871 H8686
mij, Hij trok
H7227
mij op uit grote
H4325
wateren.
17
H5337 H8686
[018:18] Hij verloste
H5794
mij van mijn sterken
H341 H8802
vijand
H8130 H8802
, en van mijn haters
H553 H8804
, omdat zij machtiger waren dan ik.
18
H6923 H8762
[018:19] Zij hadden mij bejegend
H3117
ten dage
H343
mijns ongevals
H3068
; maar de HEERE
H4937
was mij tot een Steunsel.
19
H3318 H8686
[018:20] En Hij voerde
H4800
mij uit in de ruimte
H2502 H8762
, Hij rukte
H2654 H8804
mij uit, want Hij had lust aan mij.
20
H3068
[018:21] De HEERE
H1580 H8799
vergold
H6664
mij naar mijn gerechtigheid
H7725 H8686
, Hij gaf mij weder
H1252
naar de reinigheid
H3027
mijner handen.
21
H3068
[018:22] Want ik heb des HEEREN
H1870
wegen
H8104 H8804
gehouden
H430
, en ben van mijn God
H7561 H8804
niet goddelooslijk afgegaan.
22
H4941
[018:23] Want al Zijn rechten
H2708
waren voor mij, en Zijn inzettingen
H5493 H8686
deed ik niet van mij weg.
23
H8549
[018:24] Maar ik was oprecht
H8104 H8691
bij Hem, en ik wachtte mij
H5771
voor mijn ongerechtigheid.
24
H7725 H0
[018:25] Zo gaf
H3068
mij de HEERE
H7725 H8686
weder
H6664
naar mijn gerechtigheid
H1252
, naar de reinigheid
H3027
mijner handen
H5869
, voor Zijn ogen.
25
H2623
[018:26] Bij den goedertierene
H2616 H8691
houdt Gij U goedertieren
H8549
, bij den oprechten
H1399
man
H8552 H8691
houdt Gij U oprecht.
26
H1305 H8737
[018:27] Bij den reine
H1305 H8691
houdt Gij U rein
H6141
, maar bij den verkeerde
H6617 H8691
bewijst Gij U een Worstelaar.
27
H3467 H8686
[018:28] Want Gij verlost
H6041
het bedrukte
H5971
volk
H7311 H8802
, maar de hoge
H5869
ogen
H8213 H8686
vernedert Gij.
28
H5216
[018:29] Want Gij doet mijn lamp
H215 H8686
lichten
H3068
; de HEERE
H430
, mijn God
H2822
, doet mijn duisternis
H5050 H8686
opklaren.
29
H7323 H8799
[018:30] Want met U loop ik
H1416
door een bende
H430
, en met mijn God
H1801 H8762
spring ik
H7791
over een muur.
30
H410
[018:31] Gods
H1870
weg
H8549
is volmaakt
H565
; de rede
H3068
des HEEREN
H6884 H8803
is doorlouterd
H4043
; Hij is een Schild
H2620 H8802
allen, die op Hem betrouwen.
31
H433
[018:32] Want wie is God
H1107
, behalve
H3068
de HEERE
H6697
? En wie is een Rotssteen
H2108
, dan alleen
H430
onze God?
32
H410
[018:33] Het is God
H2428
, die mij met kracht
H247 H8764
omgordt
H1870
; en Hij heeft mijn weg
H8549
volkomen
H5414 H8799
gemaakt.
33
H7737 H8764
[018:34] Hij maakt
H7272
mijn voeten
H355
gelijk als der hinden
H5975 H8686
, en Hij stelt
H1116
mij op mijn hoogten.
34
H3925 H8764
[018:35] Hij leert
H3027
mijn handen
H4421
ten strijde
H5154
, zodat een stalen
H7198
boog
H2220
met mijn armen
H5181 H8765
verbroken is.
35
H4043
[018:36] Ook hebt Gij mij het schild
H3468
Uws heils
H5414 H8799
gegeven
H3225
, en Uw rechterhand
H5582 H8799
heeft mij ondersteund
H6037
, en Uw zachtmoedigheid
H7235 H8686
heeft mij groot gemaakt.
36
H6806
[018:37] Gij hebt mijn voetstap
H7337 H8686
ruim gemaakt
H7166
onder mij, en mijn enkelen
H4571 H8804
hebben niet gewankeld.
37
H7291 H8799
[018:38] Ik vervolgde
H341 H8802
mijn vijanden
H5381 H8686
, en trof
H7725 H8799
hen aan; en ik keerde niet weder
H3615 H8763
, totdat ik hen verdaan had.
38
H4272 H8799
[018:39] Ik doorstak
H3201 H8799
hen, dat zij niet weder konden
H6965 H8800
opstaan
H5307 H8799
; zij vielen
H7272
onder mijn voeten.
39
H247 H8762
[018:40] Want Gij omgorddet
H2428
mij met kracht
H4421
ten strijde
H3766 H8686
; Gij deedt onder mij nederbukken
H6965 H8801
, die tegen mij opstonden.
40
H5414 H8804
[018:41] En Gij gaaft
H6203
mij den nek
H341 H8802
mijner vijanden
H8130 H8764
, en mijn haters
H6789 H8686
, die vernielde ik.
41
H7768 H8762
[018:42] Zij riepen
H3467 H8688
, maar er was geen verlosser
H3068
; tot den HEERE
H6030 H8804
, maar Hij antwoordde hun niet.
42
H7833 H8799
[018:43] Toen vergruisde ik
H6083
hen als stof
H6440
voor
H7307
den wind
H7324 H8686
; ik ruimde hen weg
H2916
als slijk
H2351
der straten.
43
H6403 H8762
[018:44] Gij hebt mij uitgeholpen
H7379
van de twisten
H5971
des volks
H7760 H8799
; Gij hebt mij gesteld
H7218
tot een hoofd
H1471
der heidenen
H5971
; het volk
H3045 H8804
, [dat] ik niet kende
H5647 H8799
, heeft mij gediend.
44
H241
[018:45] Zo haast als [hun] oor
H8088
[van] [mij] hoorde
H8085 H8735
, hebben zij mij gehoorzaamd
H1121 H5236
; vreemden
H3584 H8762
hebben zich mij geveinsdelijk onderworpen.
45
H1121 H5236
[018:46] Vreemden
H5034 H8799
zijn vervallen
H2727 H8799
, en hebben gesidderd
H4526
uit hun sloten.
46
H3068
[018:47] De HEERE
H2416
leeft
H1288 H8803
, en geloofd zij
H6697
mijn Rotssteen
H7311 H8799
, en verhoogd zij
H430
de God
H3468
mijns heils!
47
H410
[018:48] De God
H5360
, Die mij volkomen wraak
H5414 H8802
geeft
H5971
, en de volken
H1696 H8686
onder mij brengt;
48
H6403 H8764
[018:49] Die mij uithelpt
H341 H8802
van mijn vijanden
H7311 H8787
; ja, Gij verhoogt
H6965 H8801
mij boven degenen, die tegen mij opstaan
H5337 H8686
; Gij redt
H376
mij van den man
H2555
des gewelds.