Exodus 20:2 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 17:7-8
Exodus 10:1-15
1
H559 H8799
Daarna zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H935 H8798
: Ga
H6547
in tot Farao
H3820
; want Ik heb zijn hart
H3513 H8689
verzwaard
H3820
, ook het hart
H5650
zijner knechten
H226
, opdat Ik deze Mijn tekenen
H7130
in het midden
H7896 H8800
van hen zette;
2
H241
En opdat gij voor de oren
H1121
uwer kinderen
H1121 H1121
en uwer kindskinderen
H5608 H8762
moogt vertellen
H4714
, wat Ik in Egypte
H5953 H8694
uitgericht heb
H226
, en Mijn tekenen
H7760 H8804
, die Ik onder hen gesteld heb
H3045 H8804
; opdat gijlieden weet
H3068
, dat Ik de HEERE ben.
3
H935 H8799
Zo gingen
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H6547
tot Farao
H559 H8799
, en zeiden
H559 H8804
tot hem: Zo zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H5680
der Hebreen
H4970
: Hoe lang
H3985 H8765
weigert gij
H6440
u voor Mijn aangezicht
H6031 H8736
te verootmoedigen
H5971
? Laat Mijn volk
H7971 H8761
trekken
H5647 H8799
, dat zij Mij dienen.
4
H3588
Want
H3986
indien gij weigert
H5971
Mijn volk
H7971 H8763
te laten trekken
H4279
, zie, zo zal Ik morgen
H697
sprinkhanen
H1366
in uw landpale
H935 H8688
brengen.
5
H5869
En zij zullen het gezicht
H776
des lands
H3680 H8765
bedekken
H776
, alzo dat men de aarde
H3201 H8799
niet zal kunnen
H7200 H8800
zien
H398 H8804
; en zij zullen afeten
H3499
het overige
H6413
van hetgeen ontkomen is
H7604 H8737
, hetgeen ulieden overgebleven was
H1259
van den hagel
H6086
; zij zullen ook al het geboomte
H398 H8804
afeten
H7704
, dat ulieden uit het veld
H6779 H8802
voortkomt.
6
H4390 H8804
En zij zullen vervullen
H1004
uw huizen
H1004
, en de huizen
H5650
van al uw knechten
H1004
, en de huizen
H4714
van alle Egyptenaren
H1
; dewelke uw vaders
H1
, noch de vaderen
H1
uwer vaders
H7200 H8804
gezien hebben
H3117
, van dien dag
H127
af, dat zij op den aardbodem
H3117
geweest zijn, tot op dezen dag
H6437 H8799
. En hij keerde zich om
H3318 H8799
, en ging uit
H6547
van Farao.
7
H5650
En de knechten
H6547
van Farao
H559 H8799
zeiden
H4170
tot hem: Hoe lang zal ons deze tot een strik
H582
zijn, laat de mannen
H7971 H8761
trekken
H3068
, dat zij den HEERE
H430
hun God
H5647 H8799
dienen
H3045 H8799
! weet gij
H2962
nog niet
H4714
, dat Egypte
H6 H8804
verloren is?
8
H4872
Toen werden Mozes
H175
en Aaron
H7725 H0
weder
H6547
tot Farao
H7725 H8714
gebracht
H559 H8799
, en hij zeide
H3212 H8798
tot hen: Gaat henen
H5647 H8798
, dient
H3068
den HEERE
H430
, uw God
H1980 H8802
! wie en wie zijn zij, die gaan zullen?
9
H4872
En Mozes
H559 H8799
zeide
H3212 H8799
: Wij zullen gaan
H5288
met onze jonge
H2205
en met onze oude
H1121
lieden; met onze zonen
H1323
en met onze dochteren
H6629
, met onze schapen
H1241
en met onze runderen
H3212 H8799
zullen wij gaan
H2282
; want wij hebben een feest
H3068
des HEEREN.
10
H559 H8799
Toen zeide hij
H3068
tot hen: De HEERE
H2945
zij alzo met ulieden, gelijk ik u en uw kleine kinderen
H7971 H8762
zal trekken laten
H7200 H8798
: ziet toe
H7451
, want er is kwaad
H6440
voor ulieder aangezicht!
11
H1397
Niet alzo gij, mannen
H3212 H8798
, gaat nu heen
H5647 H8798
, en dient
H3068
den HEERE
H1245 H8764
; want dat hebt gijlieden verzocht
H1644 H8762
! En men dreef hen uit
H6547
van Farao's
H6440
aangezicht.
12
H559 H8799
Toen zeide
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H5186 H8798
: Strek
H3027
uw hand
H776 H4714
uit over Egypteland
H697
, om de sprinkhanen
H5927 H8799
, dat zij opkomen
H776 H4714
over Egypteland
H6212
, en al het kruid
H776
des lands
H398 H8799
opeten
H1259
, al wat de hagel
H7604 H8689
heeft over gelaten.
13
H5186 H8799
Toen strekte
H4872
Mozes
H4294
zijn staf
H776 H4714
over Egypteland
H3068
, en de HEERE
H5090 H8765
bracht
H6921 H7307
een oostenwind
H776
in dat land
H3117
, dien gehele dag
H3915
en dien gansen nacht
H1242
; het geschiedde des morgens
H6921 H7307
, dat de oostenwind
H697
de sprinkhanen
H5375 H8804
opbracht.
14
H697
En de sprinkhanen
H5927 H8799
kwamen op
H776 H4714
over het ganse Egypteland
H5117 H8799
, en lieten zich neder
H1366
aan al de palen
H4714
der Egyptenaren
H3966
, zeer
H3515
zwaar
H6440
; voor
H3651
dezen zijn dergelijke
H697
sprinkhanen
H310
, als deze, nooit geweest, en na dezen zullen er zulke niet wezen;
15
H3680 H8762
Want zij bedekten
H5869
het gezicht
H776
des gansen lands
H776
, alzo dat het land
H2821 H8799
verduisterd werd
H398 H8799
; en zij aten
H6212
al het kruid
H776
des lands
H6529
op, en al de vruchten
H6086
der bomen
H1259
, die de hagel
H3498 H8689
had over gelaten
H3498 H8738
; en er bleef
H3418
niets groens
H6086
aan de bomen
H6212
, noch aan de kruiden
H7704
des velds
H776 H4714
, in het ganse Egypteland.
Exodus 13:3
3
H559 H8799
Verder zeide
H4872
Mozes
H5971
tot het volk
H2142 H8800
: Gedenkt
H2088
aan dezen
H3117
zelfden dag
H4714
, op welken gijlieden uit Egypte
H1004 H5650
, uit het diensthuis
H3318 H8804
, gegaan zijt
H3068
; want de HEERE
H2392
heeft u door een sterke
H3027
hand
H3318 H8689
van hier uitgevoerd
H2557
; daarom zal het gedesemde
H398 H8735
niet gegeten worden.
Leviticus 19:36
Leviticus 23:43
Leviticus 26:1
Leviticus 26:13
Deuteronomy 5:6
Deuteronomy 5:15
15
H2142 H8804
Want gij zult gedenken
H5650
, dat gij een dienstknecht
H776 H4714
in Egypteland
H3068
geweest zijt, en dat de HEERE
H430
, uw God
H3318 H8686
, u van daar heeft uitgeleid
H2389
door een sterke
H3027
hand
H5186 H8803
en een uitgestrekten
H2220
arm
H3068
; daarom heeft u de HEERE
H430
, uw God
H6680 H8765
, geboden
H7676 H3117
, dat gij den sabbatdag
H6213 H8800
houden zult.
Deuteronomy 6:4-5
Deuteronomy 7:8
8
H3068
Maar omdat de HEERE
H160
ulieden liefhad
H8104 H8800
, en opdat Hij hield
H7621
den eed
H1
, dien Hij uw vaderen
H7650 H8738
gezworen had
H3068
, heeft u de HEERE
H2389
met een sterke
H3027
hand
H3318 H8689
uitgevoerd
H6299 H8799
, en heeft u verlost
H1004 H5650
uit het diensthuis
H3027
, uit de hand
H6547
van Farao
H4428
, koning
H4714
van Egypte.
Deuteronomy 13:10
Deuteronomy 15:15
Deuteronomy 26:6-8
6
H4713
Doch de Egyptenaars
H7489 H8686
deden ons kwaad
H6031 H8762
, en verdrukten
H5414 H8799
ons, en legden
H7186
ons een harden
H5656
dienst op.
2 Chronicles 28:5
5
H5414 H8799
Daarom gaf
H3068
hem de HEERE
H430
, zijn God
H3027
, in de hand
H4428
des konings
H758
van Syrie
H5221 H8686
, dat zij hem sloegen
H4480
, en van
H7617 H8799
hem gevankelijk wegvoerden
H1419
een grote menigte
H7633
van gevangenen
H1834
, die zij te Damaskus
H935 H8686
brachten
H1571
. En hij werd ook
H5414 H8737
gegeven
H3027
in de hand
H4428
des konings
H3478
van Israel
H5221 H8686
, die hem sloeg
H1419
met een groten
H4347
slag.
Psalms 50:7
Psalms 81:10
Jeremiah 31:1
Jeremiah 31:33
33
H1285
Maar dit is het verbond
H310
, dat Ik na
H3117
die dagen
H1004
met het huis
H3478
van Israel
H3772 H8799
maken zal
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE
H8451
: Ik zal Mijn wet
H7130
in hun binnenste
H5414 H8804
geven
H3820
, en zal die in hun hart
H3789 H8799
schrijven
H430
; en Ik zal hun tot een God
H5971
zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.