DSV_Strongs(i)
1
H5281
Naomi
H4129 H8675 H3045 H8794
nu had een bloedvriend
H376
van haar man
H376
, een man
H1368
, geweldig
H2428
van vermogen
H4480
, van
H4940
het geslacht
H458
van Elimelech
H8034
; en zijn naam
H1162
was Boaz.
2
H7327
En Ruth
H4125
, de Moabietische
H559 H8799
, zeide
H413
tot
H5281
Naomi
H4994
: Laat mij toch
H7704
in het veld
H3212 H8799
gaan
H7641
, en van de aren
H3950 H8762
oplezen
H310
, achter
H834
dien, in wiens
H5869
ogen
H2580
ik genade
H4672 H8799
zal vinden
H559 H8799
. En zij zeide
H3212 H8798
tot haar: Ga heen
H1323
, mijn dochter!
3
H3212 H8799
Zo ging zij heen
H935 H8799
, en kwam
H3950 H8762
en las op
H7704
in het veld
H310
, achter
H7114 H8802
de maaiers
H7136 H0
; en haar viel
H4745
bij geval
H7136 H8799
voor
H2513
, een deel
H7704
van het veld
H1162
van Boaz
H834
, die
H4480
van
H4940
het geslacht
H458
van Elimelech was.
4
H2009
En ziet
H1162
, Boaz
H935 H8802
kwam
H4480
van
H1035
Bethlehem
H559 H8799
, en zeide
H7114 H8802
tot de maaiers
H3068
: De HEERE
H5973
zij met
H559 H8799
ulieden! En zij zeiden
H3068
tot hem: De HEERE
H1288 H8762
zegene u!
5
H559 H8799
Daarna zeide
H1162
Boaz
H5288
tot zijn jongen
H5921
, die over
H7114 H8802
de maaiers
H5324 H8737
gezet was
H4310
: Wiens
H2063
is deze
H5291
jonge vrouw?
6
H5288
En de jongen
H5921
, die over
H7114 H8802
de maaiers
H5324 H8737
gezet was
H6030 H8799
, antwoordde
H559 H8799
en zeide
H1931
: Deze
H4125
is de Moabietische
H5291
jonge vrouw
H5973
, die met
H5281
Naomi
H7725 H8804
wedergekomen is
H4480
uit
H7704
de velden
H4124
Moabs;
7
H559 H8799
En zij heeft gezegd
H4994
: Laat mij toch
H3950 H8762
oplezen
H6016
en [aren] bij de garven
H622 H8804
verzamelen
H310
, achter
H7114 H8802
de maaiers
H935 H8799
; zo is zij gekomen
H5975 H8799
en heeft gestaan
H4480 H227
van
H1242
des morgens
H5704
af tot
H6258
nu
H2088
toe; nu
H1004
is haar te huis
H3427 H8800
blijven
H4592
weinig.
8
H559 H8799
Toen zeide
H1162
Boaz
H413
tot
H7327
Ruth
H8085 H8804
: Hoort gij
H3808
niet
H1323
, mijn dochter
H3212 H8799
? Ga
H408
niet
H312
, om in een ander
H7704
veld
H3950 H8800
op te lezen
H1571
; ook
H4480
zult gij van
H2088
hier
H3808
niet
H5674 H8799
weggaan
H3541
, maar hier
H1692 H8799
zult gij u houden
H5973
bij
H5291
mijn maagden.
9
H5869
Uw ogen
H7704
zullen zijn op dit veld
H834
, dat
H7114 H8799
zij maaien zullen
H310
, en gij zult achter
H1980 H8804
haarlieden gaan
H5288
; heb ik den jongens
H3808
niet
H6680 H8765
geboden
H1115
, dat men u niet
H5060 H8800
aanroere
H6770 H8804
? Als u dorst
H1980 H8804
, zo ga
H413
tot
H3627
de vaten
H8354 H8804
, en drink
H4480
van
H834
hetgeen
H5288
de jongens
H7579 H8799
zullen geschept hebben.
10
H5307 H8799
Toen viel zij
H5921
op
H6440
haar aangezicht
H7812 H8691
, en boog zich
H776
ter aarde
H559 H8799
, en zij zeide
H413
tot
H4069
hem: Waarom
H2580
heb ik genade
H4672 H8804
gevonden
H5869
in uw ogen
H5234 H8687
, dat gij mij kent
H595
, daar ik
H5237
een vreemde ben?
11
H1162
En Boaz
H6030 H8799
antwoordde
H559 H8799
en zeide
H5046 H8715
tot haar: Het is mij wel
H5046 H8717
aangezegd
H3605
alles
H834
, wat
H2545
gij bij uw schoonmoeder
H6213 H8804
gedaan hebt
H310
, na
H4194
den dood
H376
uws mans
H1
, en hebt uw vader
H517
en uw moeder
H776
, en het land
H4138
uwer geboorte
H5800 H8799
verlaten
H3212 H8799
, en zijt heengegaan
H413
tot
H5971
een volk
H834
, dat
H8543 H8032
gij van te voren
H3045 H8804
niet kendet.
12
H3068
De HEERE
H7999 H8762
vergelde
H6467
u uw daad
H4909
en uw loon
H1961 H8799
zij
H8003
volkomen
H4480 H5973
, van
H3068
den HEERE
H430
, den God
H3478
Israels
H8478
, onder
H834
Wiens
H3671
vleugelen
H935 H8804
gij gekomen zijt
H2620 H8800
om toevlucht te nemen!
13
H559 H8799
En zij zeide
H2580
: Laat mij genade
H4672 H8799
vinden
H5869
in uw ogen
H113
, mijn heer
H3588
, dewijl
H5162 H8765
gij mij getroost hebt
H3588
, en dewijl
H5921
gij naar
H3820
het hart
H8198
uwer dienstmaagd
H1696 H8765
gesproken hebt
H595
, hoewel ik
H3808
niet
H1961 H8799
ben
H259
, gelijk een
H8198
uwer dienstmaagden.
14
H400 H6256
Als het nu etenstijd
H559 H8799
was, zeide
H1162
Boaz
H5066 H8798
tot haar: Kom
H1988
hier
H398 H8804
bij, en eet
H4480
van
H3899
het brood
H2881 H8804
, en doop
H6595
uw bete
H2558
in den azijn
H3427 H8799
. Zo zat zij neder
H4480
aan
H6654
de zijde
H7114 H8802
van de maaiers
H6642 H8799
, en hij langde
H7039
haar geroost
H398 H8799
[koren], en zij at
H7646 H8799
, en werd verzadigd
H3498 H8686
, en hield over.
15
H6965 H8799
Als zij nu opstond
H3950 H8763
, om op te lezen
H6680 H8762
, zo gebood
H1162
Boaz
H5288
zijn jongens
H559 H8800
, zeggende
H1571
: Laat haar ook
H996
tussen
H6016
de garven
H3950 H8762
oplezen
H3637 H8686
, en beschaamt
H3808
haar niet.
16
H1571
Ja, laat ook
H7997 H8800
allengskens
H4480
van
H6653
de handvollen
H7997 H8799
voor haar wat vallen
H5800 H8804
, en laat het liggen
H3950 H8765
, dat zij het opleze
H1605 H8799
, en bestraft
H3808
haar niet.
17
H3950 H8762
Alzo las zij op
H7704
in dat veld
H5704
, tot aan
H6153
den avond
H2251 H8799
; en zij sloeg uit
H834
, wat
H3950 H8765
zij opgelezen had
H1961 H8799
, en het was
H374
omtrent een efa
H8184
gerst.
18
H5375 H8799
En zij nam het op
H935 H8799
, en kwam
H5892
in de stad
H2545
; en haar schoonmoeder
H7200 H8799
zag
H834
, wat
H3950 H8765
zij opgelezen had
H3318 H8686
; ook bracht zij voort
H5414 H8799
, en gaf
H834
haar, wat
H7648
zij van haar verzadiging
H3498 H8689
overgehouden had.
19
H559 H8799
Toen zeide
H2545
haar schoonmoeder
H645
tot haar: Waar
H3117
hebt gij heden
H3950 H8765
opgelezen
H375
, en waar
H6213 H8804
hebt gij gewrocht
H1288 H8803
? Gezegend
H1961 H8799
zij
H5234 H8688
, die u gekend heeft
H5046 H8686
! En zij verhaalde
H2545
haar schoonmoeder
H5973
, bij
H834
wien
H6213 H8804
zij gewrocht had
H559 H8799
, en zeide
H8034
: De naam
H376
des mans
H5973
, bij
H834
welken
H3117
ik heden
H6213 H8804
gewrocht heb
H1162
, is Boaz.
20
H559 H8799
Toen zeide
H5281
Naomi
H3618
tot haar schoondochter
H1288 H8803
: Gezegend
H1931
zij hij
H3068
den HEERE
H834
, Die
H2617
Zijn weldadigheid
H3808
niet
H5800 H8804
heeft nagelaten
H2416
aan de levenden
H4191 H8801
en aan de doden
H559 H8799
! Voorts zeide
H5281
Naomi
H376
tot haar: Die man
H7138
is ons nabestaande
H1931
; hij
H4480
is een van
H1350 H8802
onze lossers.
21
H7327
En Ruth
H4125
, de Moabietische
H559 H8799
, zeide
H1571
: Ook
H3588
, omdat
H413
hij tot
H559 H8804
mij gezegd heeft
H1692 H8799
: Gij zult u houden
H5288
bij de jongens
H834
, die
H5704 H518
ik heb, totdat
H3605
zij den gansen
H7105
oogst
H834
, die
H3615 H8765
ik heb, zullen hebben voleindigd.