Ruth 2

DSV_Strongs(i)
  1 H5281 Naomi H4129 H8675 H3045 H8794 nu had een bloedvriend H376 van haar man H376 , een man H1368 , geweldig H2428 van vermogen H4480 , van H4940 het geslacht H458 van Elimelech H8034 ; en zijn naam H1162 was Boaz.
  2 H7327 En Ruth H4125 , de Moabietische H559 H8799 , zeide H413 tot H5281 Naomi H4994 : Laat mij toch H7704 in het veld H3212 H8799 gaan H7641 , en van de aren H3950 H8762 oplezen H310 , achter H834 dien, in wiens H5869 ogen H2580 ik genade H4672 H8799 zal vinden H559 H8799 . En zij zeide H3212 H8798 tot haar: Ga heen H1323 , mijn dochter!
  3 H3212 H8799 Zo ging zij heen H935 H8799 , en kwam H3950 H8762 en las op H7704 in het veld H310 , achter H7114 H8802 de maaiers H7136 H0 ; en haar viel H4745 bij geval H7136 H8799 voor H2513 , een deel H7704 van het veld H1162 van Boaz H834 , die H4480 van H4940 het geslacht H458 van Elimelech was.
  4 H2009 En ziet H1162 , Boaz H935 H8802 kwam H4480 van H1035 Bethlehem H559 H8799 , en zeide H7114 H8802 tot de maaiers H3068 : De HEERE H5973 zij met H559 H8799 ulieden! En zij zeiden H3068 tot hem: De HEERE H1288 H8762 zegene u!
  5 H559 H8799 Daarna zeide H1162 Boaz H5288 tot zijn jongen H5921 , die over H7114 H8802 de maaiers H5324 H8737 gezet was H4310 : Wiens H2063 is deze H5291 jonge vrouw?
  6 H5288 En de jongen H5921 , die over H7114 H8802 de maaiers H5324 H8737 gezet was H6030 H8799 , antwoordde H559 H8799 en zeide H1931 : Deze H4125 is de Moabietische H5291 jonge vrouw H5973 , die met H5281 Naomi H7725 H8804 wedergekomen is H4480 uit H7704 de velden H4124 Moabs;
  7 H559 H8799 En zij heeft gezegd H4994 : Laat mij toch H3950 H8762 oplezen H6016 en [aren] bij de garven H622 H8804 verzamelen H310 , achter H7114 H8802 de maaiers H935 H8799 ; zo is zij gekomen H5975 H8799 en heeft gestaan H4480 H227 van H1242 des morgens H5704 af tot H6258 nu H2088 toe; nu H1004 is haar te huis H3427 H8800 blijven H4592 weinig.
  8 H559 H8799 Toen zeide H1162 Boaz H413 tot H7327 Ruth H8085 H8804 : Hoort gij H3808 niet H1323 , mijn dochter H3212 H8799 ? Ga H408 niet H312 , om in een ander H7704 veld H3950 H8800 op te lezen H1571 ; ook H4480 zult gij van H2088 hier H3808 niet H5674 H8799 weggaan H3541 , maar hier H1692 H8799 zult gij u houden H5973 bij H5291 mijn maagden.
  9 H5869 Uw ogen H7704 zullen zijn op dit veld H834 , dat H7114 H8799 zij maaien zullen H310 , en gij zult achter H1980 H8804 haarlieden gaan H5288 ; heb ik den jongens H3808 niet H6680 H8765 geboden H1115 , dat men u niet H5060 H8800 aanroere H6770 H8804 ? Als u dorst H1980 H8804 , zo ga H413 tot H3627 de vaten H8354 H8804 , en drink H4480 van H834 hetgeen H5288 de jongens H7579 H8799 zullen geschept hebben.
  10 H5307 H8799 Toen viel zij H5921 op H6440 haar aangezicht H7812 H8691 , en boog zich H776 ter aarde H559 H8799 , en zij zeide H413 tot H4069 hem: Waarom H2580 heb ik genade H4672 H8804 gevonden H5869 in uw ogen H5234 H8687 , dat gij mij kent H595 , daar ik H5237 een vreemde ben?
  11 H1162 En Boaz H6030 H8799 antwoordde H559 H8799 en zeide H5046 H8715 tot haar: Het is mij wel H5046 H8717 aangezegd H3605 alles H834 , wat H2545 gij bij uw schoonmoeder H6213 H8804 gedaan hebt H310 , na H4194 den dood H376 uws mans H1 , en hebt uw vader H517 en uw moeder H776 , en het land H4138 uwer geboorte H5800 H8799 verlaten H3212 H8799 , en zijt heengegaan H413 tot H5971 een volk H834 , dat H8543 H8032 gij van te voren H3045 H8804 niet kendet.
  12 H3068 De HEERE H7999 H8762 vergelde H6467 u uw daad H4909 en uw loon H1961 H8799 zij H8003 volkomen H4480 H5973 , van H3068 den HEERE H430 , den God H3478 Israels H8478 , onder H834 Wiens H3671 vleugelen H935 H8804 gij gekomen zijt H2620 H8800 om toevlucht te nemen!
  13 H559 H8799 En zij zeide H2580 : Laat mij genade H4672 H8799 vinden H5869 in uw ogen H113 , mijn heer H3588 , dewijl H5162 H8765 gij mij getroost hebt H3588 , en dewijl H5921 gij naar H3820 het hart H8198 uwer dienstmaagd H1696 H8765 gesproken hebt H595 , hoewel ik H3808 niet H1961 H8799 ben H259 , gelijk een H8198 uwer dienstmaagden.
  14 H400 H6256 Als het nu etenstijd H559 H8799 was, zeide H1162 Boaz H5066 H8798 tot haar: Kom H1988 hier H398 H8804 bij, en eet H4480 van H3899 het brood H2881 H8804 , en doop H6595 uw bete H2558 in den azijn H3427 H8799 . Zo zat zij neder H4480 aan H6654 de zijde H7114 H8802 van de maaiers H6642 H8799 , en hij langde H7039 haar geroost H398 H8799 [koren], en zij at H7646 H8799 , en werd verzadigd H3498 H8686 , en hield over.
  15 H6965 H8799 Als zij nu opstond H3950 H8763 , om op te lezen H6680 H8762 , zo gebood H1162 Boaz H5288 zijn jongens H559 H8800 , zeggende H1571 : Laat haar ook H996 tussen H6016 de garven H3950 H8762 oplezen H3637 H8686 , en beschaamt H3808 haar niet.
  16 H1571 Ja, laat ook H7997 H8800 allengskens H4480 van H6653 de handvollen H7997 H8799 voor haar wat vallen H5800 H8804 , en laat het liggen H3950 H8765 , dat zij het opleze H1605 H8799 , en bestraft H3808 haar niet.
  17 H3950 H8762 Alzo las zij op H7704 in dat veld H5704 , tot aan H6153 den avond H2251 H8799 ; en zij sloeg uit H834 , wat H3950 H8765 zij opgelezen had H1961 H8799 , en het was H374 omtrent een efa H8184 gerst.
  18 H5375 H8799 En zij nam het op H935 H8799 , en kwam H5892 in de stad H2545 ; en haar schoonmoeder H7200 H8799 zag H834 , wat H3950 H8765 zij opgelezen had H3318 H8686 ; ook bracht zij voort H5414 H8799 , en gaf H834 haar, wat H7648 zij van haar verzadiging H3498 H8689 overgehouden had.
  19 H559 H8799 Toen zeide H2545 haar schoonmoeder H645 tot haar: Waar H3117 hebt gij heden H3950 H8765 opgelezen H375 , en waar H6213 H8804 hebt gij gewrocht H1288 H8803 ? Gezegend H1961 H8799 zij H5234 H8688 , die u gekend heeft H5046 H8686 ! En zij verhaalde H2545 haar schoonmoeder H5973 , bij H834 wien H6213 H8804 zij gewrocht had H559 H8799 , en zeide H8034 : De naam H376 des mans H5973 , bij H834 welken H3117 ik heden H6213 H8804 gewrocht heb H1162 , is Boaz.
  20 H559 H8799 Toen zeide H5281 Naomi H3618 tot haar schoondochter H1288 H8803 : Gezegend H1931 zij hij H3068 den HEERE H834 , Die H2617 Zijn weldadigheid H3808 niet H5800 H8804 heeft nagelaten H2416 aan de levenden H4191 H8801 en aan de doden H559 H8799 ! Voorts zeide H5281 Naomi H376 tot haar: Die man H7138 is ons nabestaande H1931 ; hij H4480 is een van H1350 H8802 onze lossers.
  21 H7327 En Ruth H4125 , de Moabietische H559 H8799 , zeide H1571 : Ook H3588 , omdat H413 hij tot H559 H8804 mij gezegd heeft H1692 H8799 : Gij zult u houden H5288 bij de jongens H834 , die H5704 H518 ik heb, totdat H3605 zij den gansen H7105 oogst H834 , die H3615 H8765 ik heb, zullen hebben voleindigd.
  22 H5281 En Naomi H559 H8799 zeide H413 tot H3618 haar schoondochter H7327 Ruth H2896 : Het is goed H1323 , mijn dochter H3588 , dat H5973 gij met H5291 zijn maagden H3318 H8799 uitgaat H3808 , opdat zij u niet H6293 H8799 tegenvallen H312 in een ander H7704 veld.
  23 H1692 H8799 Alzo hield zij zich H5291 bij de maagden H1162 van Boaz H3950 H8763 , om op te lezen H5704 , totdat H8184 H7105 de gersteoogst H2406 H7105 en tarweoogst H3615 H8800 voleindigd waren H3427 H8799 ; en zij bleef H2545 bij haar schoonmoeder.