Proverbs 6

DSV_Strongs(i)
  1 H1121 Mijn zoon H7453 ! zo gij voor uw naaste H6148 H8804 borg geworden zijt H2114 H8801 , voor een vreemde H3709 uw hand H8628 H8804 toegeklapt hebt;
  2 H3369 H8738 Gij zijt verstrikt H561 met de redenen H6310 uws monds H3920 H8738 ; gij zijt gevangen H561 met de redenen H6310 uws monds.
  3 H6213 H8798 Doe H645 nu H1121 dit, mijn zoon H5337 H8734 ! en red H3709 u, dewijl gij in de hand H7453 uws naasten H935 H8804 gekomen zijt H3212 H8798 ; ga H7511 H8690 , onderwerp H7292 H8798 uzelven, en sterk H7453 uw naaste.
  4 H5414 H0 Laat H5869 uw ogen H8142 geen slaap H5414 H8799 toe H6079 , noch uw oogleden H8572 sluimering;
  5 H5337 H8734 Red H6643 u, als een ree H3027 uit de hand H6833 [des] [jagers], en als een vogel H3027 uit de hand H3353 des vogelvangers.
  6 H3212 H8798 Ga H5244 tot de mier H6102 , gij luiaard H7200 H8798 ! zie H1870 haar wegen H2449 H8798 , en word wijs;
  7 H7101 Dewelke, geen overste H7860 H8802 , ambtman H4910 H8802 noch heerser hebbende,
  8 H3899 Haar brood H3559 H8686 bereidt H7019 in den zomer H3978 , haar spijs H103 H8804 vergadert H7105 in den oogst.
  9 H6102 Hoe lang zult gij, luiaard H7901 H8799 , nederliggen H8142 ? Wanneer zult gij van uw slaap H6965 H8799 opstaan?
  10 H4592 Een weinig H8142 slapens H4592 , een weinig H8572 sluimerens H4592 , een weinig H2264 H3027 handvouwens H7901 H8800 , al nederliggende;
  11 H7389 Zo zal uw armoede H935 H8804 [u] overkomen H1980 H8764 als een wandelaar H4270 , en uw gebrek H4043 als een gewapend H376 man.
  12 H1100 H120 Een Belialsmens H205 , een ondeugdzaam H376 man H1980 H8802 gaat H6143 met verkeerdheid H6310 des monds om;
  13 H7169 H8802 Wenkt H5869 met zijn ogen H4448 H8802 , spreekt H7272 met zijn voeten H3384 H8688 , leert H676 met zijn vingeren;
  14 H3820 In zijn hart H8419 zijn verkeerdheden H2790 H8802 , hij smeedt H6256 te aller tijd H7451 kwaad H7971 H8762 ; hij werpt H4066 H8675 H4090 twisten in.
  15 H343 Daarom zal zijn verderf H6597 haastelijk H935 H8799 komen H6621 ; hij zal schielijk H7665 H8735 verbroken worden H4832 , dat er geen genezen aan zij.
  16 H8337 Deze zes H8130 H8804 haat H3068 de HEERE H7651 ; ja, zeven H5315 zijn Zijn ziel H8441 een gruwel:
  17 H7311 H8802 Hoge H5869 ogen H8267 , een valse H3956 tong H3027 , en handen H5355 , die onschuldig H1818 bloed H8210 H8802 vergieten;
  18 H3820 Een hart H205 , dat ondeugdzame H4284 gedachten H2790 H8802 smeedt H7272 ; voeten H4116 H8764 , die zich haasten H7451 , om tot kwaad H7323 H8800 te lopen;
  19 H8267 Een vals H5707 getuige H3577 , [die] leugenen H6315 H8686 blaast H251 ; en die tussen broederen H4090 krakelen H7971 H8764 inwerpt.
  20 H1121 Mijn zoon H5341 H8798 , bewaar H4687 het gebod H1 uws vaders H5203 H8799 , en verlaat H8451 de wet H517 uwer moeder niet.
  21 H7194 H8798 Bind H8548 ze steeds H3820 aan uw hart H6029 H8798 , hecht H1621 ze aan uw hals.
  22 H1980 H8692 Als gij wandelt H5148 H8686 , zal dat u geleiden H7901 H8800 ; als gij nederligt H8104 H8799 , zal het over u de wacht houden H6974 H8689 ; als gij wakker wordt H7878 H8799 , zal hetzelve [met] u spreken.
  23 H4687 Want het gebod H5216 is een lamp H8451 , en de wet H216 is een licht H8433 , en de bestraffingen H4148 der tucht H1870 zijn de weg H2416 des levens;
  24 H8104 H8800 Om u te bewaren H7451 voor de kwade H802 vrouw H2513 , voor het gevlei H5237 der vreemde H3956 tong.
  25 H2530 H8799 Begeer H3308 haar schoonheid H3824 niet in uw hart H3947 H8799 , en laat ze u niet vangen H6079 met haar oogleden.
  26 H1157 Want door H802 een vrouw H2181 H8802 , [die] een hoer H3603 is, komt men tot een stuk H3899 broods H376 ; en eens mans H802 huisvrouw H6679 H8799 jaagt H3368 de kostelijke H5315 ziel.
  27 H376 Zal iemand H784 vuur H2436 in zijn boezem H2846 H8799 nemen H899 , dat zijn klederen H8313 H8735 niet verbrand worden?
  28 H376 Zal iemand H1513 op kolen H1980 H8762 gaan H7272 , dat zijn voeten H3554 H8735 niet branden?
  29 H7453 Alzo die tot zijns naasten H802 huisvrouw H935 H8802 ingaat H5060 H8802 ; al wie haar aanroert H5352 H8735 , zal niet onschuldig gehouden worden.
  30 H1590 Men doet een dief H936 H8799 geen verachting aan H1589 H8799 , als hij steelt H5315 om zijn ziel H4390 H8763 te vullen H7456 H8799 , dewijl hij honger heeft;
  31 H4672 H8738 En gevonden zijnde H7999 H8762 , vergeldt hij H7659 het zevenvoudig H5414 H8799 ; hij geeft H1952 al het goed H1004 van zijn huis.
  32 H802 [Maar] die met een vrouw H5003 H8802 overspel doet H2638 H3820 , is verstandeloos H7843 H8688 ; hij verderft H5315 zijn ziel H6213 H8799 , die dat doet;
  33 H5061 Plage H7036 en schande H4672 H8799 zal hij vinden H2781 , en zijn smaad H4229 H8735 zal niet uitgewist worden.
  34 H7068 Want jaloersheid H2534 is een grimmigheid H1397 des mans H3117 ; en in den dag H5359 der wraak H2550 H8799 zal hij niet verschonen.
  35 H3724 Hij zal geen verzoening H5375 H8799 H6440 aannemen H14 H8799 ; en hij zal niet bewilligen H7810 , ofschoon gij het geschenk H7235 H8686 vergroot.