DSV_Strongs(i)
1
H5315
Als nu een ziel
H7133
een offerande
H4503
van spijsoffer
H3068
den HEERE
H7126 H8686
zal offeren
H7133
, zijn offerande
H5560
zal van meelbloem
H8081
zijn; en hij zal olie
H3332 H8804
daarop gieten
H3828
, en wierook
H5414 H8804
daarop leggen.
2
H935 H8689
En hij zal het brengen
H1121
tot de zonen
H175
van Aaron
H3548
, de priesters
H8033
, [een] van welke daarvan
H7062
zijn hand
H4393
vol
H7061 H8804
grijpen zal
H5560
uit deszelfs meelbloem
H8081
, en uit deszelfs olie
H3828
, met al deszelfs wierook
H3548
; en de priester
H234
zal deszelfs gedenkoffer
H6999 H8689
aansteken
H4196
op het altaar
H801
; het is een vuuroffer
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H3068
den HEERE.
3
H3498 H8737
Wat nu overblijft
H4503
van het spijsoffer
H175
, zal voor Aaron
H1121
en zijn zonen
H6944
zijn; het is een heiligheid
H6944
der heiligheden
H801
van de vuurofferen
H3068
des HEEREN.
4
H7126 H8686
En als gij offeren zult
H7133
een offerande
H4503
van spijsoffer
H3989
, een gebak
H8574
des ovens
H4682
; het zullen zijn ongezuurde
H2471
koeken
H5560
van meelbloem
H8081
, met olie
H1101 H8803
gemengd
H4682
, en ongezuurde
H7550
vladen
H8081
, met olie
H4886 H8803
bestreken.
5
H7133
En indien uw offerande
H4503
spijsoffer
H4227
is, in de pan
H4682
[gekookt], zij zal zijn van ongezuurde
H5560
meelbloem
H8081
, met olie
H1101 H8803
gemengd.
6
H6626 H8800
Breekt
H6595
ze in stukken
H3332 H8804
, en giet
H8081
olie
H4503
daarop; het is een spijsoffer.
7
H7133
En zo uw offerande
H4503
een spijsoffer
H4802
des ketels
H5560
is, het zal van meelbloem
H8081
met olie
H6213 H8735
gemaakt worden.
8
H4503
Dan zult gij dat spijsoffer
H6213 H8735
, hetwelk daarvan zal gemaakt worden
H3068
, den HEERE
H935 H8689
toebrengen
H3548
; en men zal het tot den priester
H7126 H8689
doen naderen
H4196
, die het tot het altaar
H5066 H8689
dragen zal.
9
H3548
En de priester
H4503
zal van dat spijsoffer
H234
deszelfs gedenkoffer
H7311 H8689
opnemen
H4196
, en op het altaar
H6999 H8689
aansteken
H801
, het is een vuuroffer
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H3068
den HEERE.
10
H3498 H8737
En wat overblijft
H4503
van het spijsoffer
H175
, zal voor Aaron
H1121
en zijn zonen
H6944
zijn; het is een heiligheid
H6944
der heiligheden
H801
van de vuurofferen
H3068
des HEEREN.
11
H4503
Geen spijsoffer
H3068
, dat gij den HEERE
H7126 H8686
zult offeren
H2557
, zal met desem
H6213 H8735
gemaakt worden
H7603
; want van geen zuurdesem
H1706
, en van geen honig
H3068
zult gijlieden den HEERE
H801
vuuroffer
H6999 H8686
aansteken.
12
H7133
De offeranden
H7225
der eerstelingen
H3068
zult gij den HEERE
H7126 H8686
offeren
H4196
; maar op het altaar
H5927 H8799
zullen zij niet komen
H5207
tot een liefelijken
H7381
reuk.
13
H7133
En alle offerande
H4503
uws spijsoffers
H4417
zult gij met zout
H4414 H8799
zouten
H4417
, en het zout
H1285
des verbonds
H430
van uw God
H4503
van uw spijsoffer
H7673 H8686
niet laten afblijven
H7133
; met al uw offerande
H4417
zult gij zout
H7126 H8686
offeren.
14
H3068
En zo gij den HEERE
H4503
een spijsoffer
H1061
der eerste vruchten
H7126 H8686
offert
H4503
, zult gij het spijsoffer
H1061
uwer eerste vruchten
H24
van groene aren
H784
, bij het vuur
H7033 H8803
gedord
H1643
, dat is, het klein gebroken graan
H3759
van volle groene aren
H7126 H8686
, offeren.
15
H8081
En gij zult olie
H5414 H8804
daarop doen
H3828
, en wierook
H7760 H8804
daarop leggen
H4503
; het is een spijsoffer.
16
H3548
Zo zal de priester
H234
deszelfs gedenkoffer
H6999 H8689
aansteken
H1643
van zijn klein gebroken graan
H8081
en van zijn olie
H3828
, met al den wierook
H801
; het is een vuuroffer
H3068
den HEERE.
3
1
H7133
En indien zijn offerande
H2077 H8002
een dankoffer
H1241
is; zo hij ze van de runderen
H7126 H8688
offert
H2145
, hetzij mannetje
H5347
of wijfje
H8549
, volkomen
H7126 H8686
zal hij die offeren
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
2
H3027
En hij zal zijn hand
H7218
op het hoofd
H7133
zijner offerande
H5564 H8804
leggen
H7819 H8804
, en zal ze slachten
H6607
voor de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H1121
; en de zonen
H175
van Aaron
H3548
, de priesters
H1818
, zullen het bloed
H5439
rondom
H4196
op het altaar
H2236 H8804
sprengen.
3
H2077 H8002
Daarna zal hij van dat dankoffer
H801
een vuuroffer
H3068
den HEERE
H7126 H8689
offeren
H2459
; het vet
H7130
, dat het ingewand
H3680 H8764
bedekt
H2459
, en al het vet
H7130
, hetwelk aan het ingewand is.
4
H8147
Dan zal hij beide
H3629
de nieren
H2459
, en het vet
H3689
, hetwelk daaraan is, dat aan de weekdarmen
H3508
is; en het net
H3516
over de lever
H3629
, met de nieren
H5493 H8686
, zal hij afnemen.
5
H1121
En de zonen
H175
van Aaron
H6999 H8689
zullen dat aansteken
H4196
op het altaar
H5930
, op het brandoffer
H6086
, hetwelk op het hout
H784
zal zijn, dat op het vuur
H801
is; het is een vuuroffer
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H3068
den HEERE.
6
H7133
En indien zijn offerande
H6629
van klein vee
H3068
is, den HEERE
H2077 H8002
tot een dankoffer
H2145
, hetzij mannetje
H5347
of wijfje
H8549
, volkomen
H7126 H8686
zal hij die offeren.
7
H3775
Indien hij een lam
H7133
tot zijn offerande
H7126 H8688
offert
H7126 H8689
, zo zal hij het offeren
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
8
H3027
En hij zal zijn hand
H7218
op het hoofd
H7133
zijner offerande
H5564 H8804
leggen
H7819 H8804
, en hij zal die slachten
H6440
voor
H168
de tent
H4150
der samenkomst
H1121
; en de zonen
H175
van Aaron
H1818
zullen het bloed
H2236 H8804
daarvan sprengen
H4196
op het altaar
H5439
rondom.
9
H2077 H8002
Daarna zal hij van dat dankoffer
H801
een vuuroffer
H3068
den HEERE
H7126 H8689
offeren
H2459
; zijn vet
H8549
, den gehelen
H451
staart
H5980
, dien hij dicht aan
H6096
de ruggegraat
H5493 H8686
zal afnemen
H2459
, en het vet
H3680 H8764
bedekkende
H7130
het ingewand
H2459
, en al het vet
H7130
, dat aan het ingewand is;
10
H8147
Ook beide
H3629
de nieren
H2459
, en het vet
H3689
, dat daaraan is, dat aan de weekdarmen
H3508
is; en het net
H3516
over de lever
H3629
met de nieren
H5493 H8686
, zal hij afnemen.
11
H3548
En de priester
H6999 H8689
zal dat aansteken
H4196
op het altaar
H3899
; het is een spijs
H801
des vuuroffers
H3068
den HEERE.
12
H7133
Indien nu zijn offerande
H5795
een geit
H7126 H8689
is, zo zal hij die offeren
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
13
H3027
En hij zal zijn hand
H7218
op haar hoofd
H5564 H8804
leggen
H7819 H8804
, en hij zal haar slachten
H6440
voor
H168
de tent
H4150
der samenkomst
H1121
; en de zonen
H175
van Aaron
H1818
zullen haar bloed
H4196
op het altaar
H2236 H8804
sprengen
H5439
rondom.
14
H7133
Dan zal hij daarvan zijn offerande
H7126 H8689
offeren
H801
, een vuuroffer
H3068
den HEERE
H2459
; het vet
H3680 H8764
bedekkende
H7130
het ingewand
H2459
, en al het vet
H7130
, dat aan het ingewand is;
15
H8147
Mitsgaders de beide
H3629
nieren
H2459
, en het vet
H3689
, dat daaraan is, dat aan de weekdarmen
H3508
is; en het net
H3516
over de lever
H3629
, met de nieren
H5493 H8686
, zal hij afnemen.
16
H3548
En de priester
H6999 H8689
zal die aansteken
H4196
op het altaar
H3899
; het is een spijs
H801
des vuuroffers
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H2459
; alle vet
H3068
zal des HEEREN zijn.
17
H5769
[Dit] zij een eeuwige
H2708
inzetting
H1755
voor uw geslachten
H4186
, in al uw woningen
H2459
: geen vet
H1818
noch bloed
H398 H8799
zult gij eten.
4
2
H1696 H8761
Spreek
H1121
tot de kinderen
H3478
Israels
H559 H8800
, zeggende
H5315
: Als een ziel
H2398 H8799
zal gezondigd hebben
H7684
, door afdwaling
H4687
van enige geboden
H3068
des HEEREN
H6213 H8735
, dat niet zou gedaan worden
H259
, en [tegen] een
H2007
van die
H6213 H8804
zal gedaan hebben;
3
H3548
Indien de priester
H4899
, die gezalfd is
H2398 H8799
, zal gezondigd hebben
H819
, tot schuld
H5971
des volks
H2403
, zo zal hij voor zijn zonde
H2398 H8804
, die hij gezondigd heeft
H7126 H8689
, offeren
H6499
een var
H8549
, een volkomen
H1121
jong
H1241
rund
H3068
, den HEERE
H2403
ten zondoffer.
4
H6499
En hij zal dien var
H935 H8689
brengen
H6607
tot de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H3027
; en hij zal zijn hand
H7218
op het hoofd
H6499
van dien var
H5564 H8804
leggen
H6499
, en hij zal dien var
H7819 H8804
slachten
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
5
H4899
Daarna zal die gezalfde
H3548
priester
H1818
van het bloed
H6499
van den var
H3947 H8804
nemen
H168
, en hij zal dat tot de tent
H4150
der samenkomst
H935 H8689
brengen.
6
H3548
En de priester
H676
zal zijn vinger
H1818
in dat bloed
H2881 H8804
dopen
H1818
; en van dat bloed
H7651 H6471
zal hij zevenmaal
H5137 H8689
sprengen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6440
, voor
H6532
den voorhang
H6944
van het heilige.
7
H3548
Ook zal de priester
H1818
van dat bloed
H5414 H8804
doen
H7161
op de hoornen
H4196
des reukaltaars
H7004
der welriekende
H5561
specerijen
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H168
, dat in de tent
H4150
der samenkomst
H1818
is; dan zal hij al het bloed
H6499
van den var
H8210 H8799
uitgieten
H3247
aan den bodem
H4196
van het altaar
H5930
des brandoffers
H6607
, hetwelk is aan de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
8
H2459
Verder, al het vet
H6499
van den var
H2403
des zondoffers
H7311 H8686
zal hij daarvan opnemen
H2459
; het vet
H3680 H8764
bedekkende
H7130
het ingewand
H2459
, en al het vet
H7130
, dat aan het ingewand is;
9
H8147
Daartoe de twee
H3629
nieren
H2459
, en het vet
H3689
, dat daaraan is, dat aan de weekdarmen
H3508
is, en het net
H3516
over de lever
H3629
, met de nieren
H5493 H8686
, zal hij afnemen;
10
H7794
Gelijk als het van den os
H2077 H8002
des dankoffers
H7311 H8714
opgenomen wordt
H3548
; en de priester
H6999 H8689
zal die aansteken
H4196
op het altaar
H5930
des brandoffers.
11
H5785
Maar de huid
H6499
van dien var
H1320
, en al zijn vlees
H7218
, met zijn hoofd
H3767
en met zijn schenkelen
H7130
, en zijn ingewand
H6569
, en zijn mest;
12
H6499
En dien gehelen var
H2351
zal hij tot buiten
H4264
het leger
H3318 H8689
uitvoeren
H2889
, aan een reine
H4725
plaats
H1880
, waar men de as
H8211
uitstort
H784
, en zal hem met vuur
H6086
op het hout
H8313 H8804
verbranden
H413
; bij
H8211
de uitgegoten
H1880
as
H8313 H8735
zal hij verbrand worden.
13
H5712
Indien nu de gehele vergadering
H3478
van Israel
H7686 H8799
afgedwaald zal zijn
H1697
, en de zaak
H5869
voor de ogen
H6951
der gemeente
H5956 H8738
verborgen is
H6213 H8804
, en zij iets gedaan zullen hebben
H259
[tegen] enige
H4687
van alle geboden
H3068
des HEEREN
H6213 H8735
, dat niet zoude gedaan worden
H816 H8804
, en zijn schuldig geworden;
14
H2403
En die zonde
H2398 H8804
, die zij daartegen gezondigd zullen hebben
H3045 H8738
, bekend is geworden
H6951
; zo zal de gemeente
H6499
een var
H1121
, een jong
H1241
rund
H2403
, ten zondoffer
H7126 H8689
offeren
H6440
, en dien voor
H168
de tent
H4150
der samenkomst
H935 H8689
brengen;
15
H2205
En de oudsten
H5712
der vergadering
H3027
zullen hun handen
H7218
op het hoofd
H6499
van den var
H5564 H8804
leggen
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6499
; en hij zal den var
H7819 H8804
slachten
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
16
H4899
Daarna zal die gezalfde
H3548
priester
H1818
van het bloed
H6499
van den var
H168
tot de tent
H4150
der samenkomst
H935 H8689
brengen.
17
H3548
En de priester
H676
zal zijn vinger
H2881 H8804
indopen
H1818
, [nemende] van dat bloed
H7651 H6471
; en hij zal zevenmaal
H5137 H8689
sprengen
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6440
, voor
H6532
den voorhang.
18
H1818
En van dat bloed
H5414 H8799
zal hij doen
H7161
op de hoornen
H4196
van het altaar
H6440
, dat voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H168
is, dat in de tent
H4150
der samenkomst
H1818
is; dan zal hij al het bloed
H8210 H8799
uitgieten
H3247
, aan den bodem
H4196
van het altaar
H5930
des brandoffers
H6607
, hetwelk is voor de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
19
H2459
Daartoe zal hij al zijn vet
H7311 H8686
van hem opnemen
H4196
, en op het altaar
H6999 H8689
aansteken.
20
H6499
En hij zal dezen var
H6213 H8804
doen
H6499
, gelijk als hij den var
H2403
des zondoffers
H6213 H8804
gedaan heeft
H6213 H8799
, alzo zal hij hem doen
H3548
; en de priester
H3722 H8765
zal voor hen verzoening doen
H5545 H8738
, en het zal hun vergeven worden.
21
H6499
Daarna zal hij dien var
H2351
tot buiten
H4264
het leger
H3318 H8689
uitvoeren
H8313 H8804
, en zal hem verbranden
H7223
, gelijk als hij den eersten
H6499
var
H8313 H8804
verbrand heeft
H2403
; het is een zondoffer
H6951
der gemeente.
22
H5387
Als een overste
H2398 H8799
zal gezondigd hebben
H259
, en tegen een
H4687
van de geboden
H3068
des HEEREN
H430
zijns Gods
H7684
, door afdwaling
H6213 H8804
, gedaan zal hebben
H6213 H8735
, hetwelk niet zou gedaan worden
H816 H8804
, zodat hij schuldig is;
23
H2403
Of men zijn zonde
H2398 H8804
, die hij daartegen gezondigd heeft
H3045 H8717
, aan hem zal bekend gemaakt hebben
H7133
; zo zal hij tot zijn offer
H935 H8689
brengen
H8163 H5795
een geitenbok
H8549
, een volkomen
H2145
mannetje.
24
H3027
En hij zal zijn hand
H7218
op het hoofd
H8163
van den bok
H5564 H8804
leggen
H7819 H8804
, en zal hem slachten
H4725
in de plaats
H5930
, waar men het brandoffer
H7819 H8799
slacht
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H2403
; het is een zondoffer.
25
H3548
Daarna zal de priester
H1818
van het bloed
H2403
des zondoffers
H676
met zijn vinger
H3947 H8804
nemen
H7161
, en [dat] op de hoornen
H4196
van het altaar
H5930
des brandoffers
H5414 H8804
doen
H1818
; dan zal hij zijn bloed
H3247
aan den bodem
H4196
van het altaar
H5930
des brandoffers
H8210 H8799
uitgieten.
26
H2459
Hij zal ook al zijn vet
H4196
op het altaar
H6999 H8686
aansteken
H2459
, gelijk het vet
H2077 H8002
des dankoffers
H3548
; zo zal de priester
H3722 H8765
voor hem verzoening doen
H2403
van zijn zonden
H5545 H8738
, en het zal hem vergeven worden.
27
H259
En zo enig
H5315
mens
H5971
van het volk
H776
des lands
H7684
door afdwaling
H2398 H8799
zal gezondigd hebben
H6213 H8800
, dewijl hij iets doet
H259
[tegen] een
H4687
van de geboden
H3068
des HEEREN
H6213 H8735
, dat niet gedaan zou worden
H816 H8804
, zodat hij schuldig is;
28
H2403
Of men zijn zonde
H2398 H8804
, die hij gezondigd heeft
H3045 H8717
, aan hem zal bekend gemaakt hebben
H7133
; zo zal hij tot zijn offerande
H935 H8689
brengen
H8166
een jonge
H5795
geit
H8549
, een volkomen
H5347
wijfje
H2403
, voor zijn zonde
H2398 H8804
, die hij gezondigd heeft.
29
H3027
En hij zal zijn hand
H7218
op het hoofd
H2403
des zondoffers
H5564 H8804
leggen
H2403
; en men zal dat zondoffer
H7819 H8804
slachten
H4725
in de plaats
H5930
des brandoffers.
30
H3548
Daarna zal de priester
H1818
van haar bloed
H676
met zijn vinger
H3947 H8804
nemen
H5414 H8804
, en doen
H7161
het op de hoornen
H4196
van het altaar
H5930
des brandoffers
H1818
; dan zal hij al het bloed
H3247
daarvan aan den bodem
H4196
van dat altaar
H8210 H8799
uitgieten.
31
H2459
En al haar vet
H5493 H8686
zal hij afnemen
H2459
, gelijk als het vet
H2077 H8002
van het dankoffer
H5493 H8717
afgenomen wordt
H3548
, en de priester
H6999 H8689
zal het aansteken
H4196
op het altaar
H5207
, tot een liefelijken
H7381
reuk
H3068
den HEERE
H3548
; en de priester
H3722 H8765
zal voor hem verzoening doen
H5545 H8738
, en het zal hem vergeven worden.
32
H3532
Maar zo hij een lam
H7133
voor zijn offerande
H2403
ten zondoffer
H935 H8686
brengt
H8549
, het zal een volkomen
H5347
wijfje
H935 H8686
zijn, dat hij brengt.
33
H3027
En hij zal zijn hand
H7218
op het hoofd
H2403
des zondoffers
H5564 H8804
leggen
H7819 H8804
, en hij zal dat slachten
H2403
tot een zondoffer
H4725
, in de plaats
H5930
, waar men het brandoffer
H7819 H8799
slacht.
34
H3548
Daarna zal de priester
H1818
van het bloed
H2403
des zondoffers
H676
met zijn vinger
H3947 H8804
nemen
H5414 H8804
, en zal het doen
H7161
op de hoornen
H4196
van het altaar
H5930
des brandoffers
H1818
; dan zal hij al het bloed
H3247
daarvan aan den bodem
H4196
van dat altaar
H8210 H8799
uitgieten.
35
H2459
En al het vet
H5493 H8686
daarvan zal hij afnemen
H2459
, gelijk als het vet
H3775
van het lam
H2077 H8002
des dankoffers
H5493 H8714
afgenomen wordt
H3548
, en de priester
H6999 H8689
zal die aansteken
H4196
op het altaar
H801
, op de vuurofferen
H3068
des HEEREN
H3548
; en de priester
H3722 H8765
zal voor hem verzoening doen
H2403
over zijn zonde
H2398 H8804
, die hij gezondigd heeft
H5545 H8738
, en het zal hem vergeven worden.
5
1
H5315
Als nu een mens
H2398 H8799
zal gezondigd hebben
H8085 H8804
, dat hij gehoord heeft
H6963
een stem
H423
des vloeks
H5707
, waarvan hij getuige
H176
is, hetzij
H7200 H8804
dat hij het gezien
H3045 H8804
of geweten heeft
H5046 H8686
; indien hij het niet te kennen geeft
H5771
, zo zal hij zijn ongerechtigheid
H5375 H8804
dragen.
2
H5315
Of wanneer een mens
H2931
enig onrein
H1697
ding
H5060 H8799
zal aangeroerd hebben
H5038
, hetzij het dode aas
H2931
van een wild onrein
H2416
gedierte
H5038
, of het dode aas
H2931
van onrein
H929
vee
H5038
, of het dode aas
H2931
van onrein
H8318
kruipend gedierte
H5956 H8738
; al is het voor hem verborgen geweest
H2931
, nochtans is hij onrein
H816 H8804
en schuldig.
3
H5060 H8799
Of als hij zal aangeroerd hebben
H2932
de onreinigheid
H120
van een mens
H2932
, naar al zijn onreinigheid
H2930 H8799
, waarmede hij onrein wordt
H5956 H8738
; en het is voor hem verborgen geweest
H3045 H8804
, en hij is het gewaar geworden
H816 H8804
, zo is hij schuldig.
4
H5315
Of als een mens
H7650 H8735
zal gezworen hebben
H981 H0
, onbedacht
H8193
met zijn lippen
H981 H8763
uitsprekende
H7489 H8687
, om kwaad te doen
H3190 H8687
, of om goed te doen
H120
; naar al wat de mens
H7621
in den eed
H981 H8762
onbedacht uitspreekt
H5956 H8738
, en het is voor hem verborgen geweest
H3045 H8804
, en hij is het gewaar geworden
H259
, zo is hij aan een
H816 H8804
van die schuldig.
5
H259
Het zal dan geschieden, als hij aan een
H816 H8799
van die schuldig is
H3034 H8694
, dat hij belijden zal
H2398 H8804
, waarin hij gezondigd heeft;
6
H817
En tot zijn schuldoffer
H3068
den HEERE
H2403
voor zijn zonde
H2398 H8804
, die hij gezondigd heeft
H935 H8689
, brengen zal
H5347
een wijfje
H6629
van klein vee
H3776
, een lam
H8166
of een jonge
H5795
geit
H2403
, voor de zonde
H3548
; zo zal de priester
H2403
voor hem vanwege zijn zonde
H3722 H8765
verzoening doen.