Jeremiah 11

DSV_Strongs(i)
  1 H1697 Het woord H3414 , dat tot Jeremia H3068 geschied is, van den HEERE H559 H8800 , zeggende:
  2 H8085 H8798 Hoort gijlieden H1697 de woorden H1285 dezes verbonds H1696 H8765 , en spreekt H376 tot de mannen H3063 van Juda H3427 H8802 , en tot de inwoners H3389 van Jeruzalem;
  3 H559 H8804 Zeg H559 H8804 dan tot hen: Zo zegt H3068 de HEERE H430 , de God H3478 Israels H779 H8803 : Vervloekt H376 zij de man H8085 H8799 , die niet hoort H1697 de woorden H1285 dezes verbonds.
  4 H1 Dat Ik uw vaderen H6680 H8765 geboden heb H3117 , ten dage H776 H4714 als Ik hen uit Egypteland H1270 H3564 , uit den ijzeroven H3318 H8687 , uitvoerde H559 H8800 , zeggende H6963 : Zijt Mijner stem H8085 H8798 gehoorzaam H6213 H8804 , en doet H6680 H8762 dezelve, naar alles wat Ik ulieden gebiede H5971 ; zo zult gij Mij tot een volk H430 zijn, en Ik zal u tot een God zijn;
  5 H7621 Opdat Ik den eed H6965 H8687 bevestige H1 , dien Ik uw vaderen H7650 H8738 gezworen heb H5414 H8800 , hun te geven H776 een land H2100 H8802 , vloeiende H2461 van melk H1706 en honig H3117 , als het is te dezen dage H6030 H8799 . Toen antwoordde ik H559 H8799 en zeide H543 : Amen H3068 , o HEERE!
  6 H3068 En de HEERE H559 H8799 zeide H7121 H0 tot mij: Roep H1697 al deze woorden H7121 H8798 uit H5892 in de steden H3063 van Juda H2351 , en in de straten H3389 van Jeruzalem H559 H8800 , zeggende H8085 H8798 : Hoort H1697 de woorden H1285 dezes verbonds H6213 H8804 , en doet dezelve.
  7 H1 Want Ik heb uw vaderen H5749 H8687 ernstiglijk H5749 H8689 betuigd H3117 , ten dage H776 H4714 als Ik hen uit Egypteland H5927 H8687 opvoerde H3117 , tot op dezen dag H7925 H8687 , vroeg op zijnde H5749 H8687 en betuigende H559 H8800 , zeggende H8085 H8798 : Hoort H6963 naar Mijn stem!
  8 H8085 H8804 Maar zij hebben niet gehoord H241 , noch hun oor H5186 H8689 geneigd H3212 H8799 , maar hebben gewandeld H376 , een iegelijk H8307 naar het goeddunken H7451 van hunlieder boos H3820 hart H935 H8686 ; daarom heb Ik over hen gebracht H1697 al de woorden H1285 dezes verbonds H6680 H8765 , dat Ik geboden heb H6213 H8800 te doen H6213 H8804 , maar zij niet gedaan hebben.
  9 H559 H8799 Voorts zeide H3068 de HEERE H7195 tot mij: Er is een verbintenis H4672 H8738 bevonden H376 onder de mannen H3063 van Juda H3427 H8802 , en onder de inwoners H3389 van Jeruzalem.
  10 H7725 H8804 Zij zijn wedergekeerd H5771 tot de ongerechtigheden H7223 H1 hunner voorvaderen H1697 , die Mijn woorden H3985 H8765 geweigerd hebben H8085 H8800 te horen H312 ; en zij hebben andere H430 goden H1980 H8804 H310 nagewandeld H5647 H8800 , om die te dienen H1004 ; het huis H3478 Israels H1004 en het huis H3063 van Juda H1285 hebben Mijn verbond H6565 H8689 gebroken H1 , dat Ik met hun vaderen H3772 H8804 gemaakt heb.
  11 H559 H8804 Daarom zegt H3068 de HEERE H7451 alzo: Ziet, Ik zal een kwaad H935 H8688 over hen brengen H3201 H8799 , uit hetwelk zij niet zullen kunnen H3318 H8800 uitkomen H2199 H8804 ; als zij dan tot Mij zullen roepen H8085 H8799 , zal Ik naar hen niet horen.
  12 H5892 Dan zullen de steden H3063 van Juda H3427 H8802 en de inwoners H3389 van Jeruzalem H1980 H8804 henengaan H2199 H8804 , en roepen H430 tot de goden H6999 H8764 , dien zij gerookt hebben H3467 H8687 ; maar zij zullen hen gans H3467 H8686 niet kunnen verlossen H6256 ten tijde H7451 huns kwaads.
  13 H4557 Want [naar] het getal H5892 uwer steden H430 zijn uw goden H3063 geweest, o Juda H4557 ! en [naar] het getal H2351 der straten H3389 van Jeruzalem H4196 hebt gijlieden altaren H7760 H8804 gesteld H1322 voor die schaamte H4196 , altaren H1168 om den Baal H6999 H8763 te roken.
  14 H6419 H8691 Gij dan, bid H5971 niet voor dit volk H5375 H0 , en hef H7440 geen geschrei H8605 noch gebed H5375 H8799 voor hen op H8085 H8802 ; want Ik zal niet horen H6256 , ten tijde H7451 als zij over hun kwaad H7121 H8800 tot Mij zullen roepen.
  15 H3039 Wat heeft Mijn beminde H1004 in Mijn huis H4209 [te] [doen], dewijl zij die schandelijke daad H7227 [met] velen H6213 H8800 doet H6944 , en het heilige H1320 vlees H5674 H8799 van u geweken is H7451 ? Wanneer gij kwaad H5937 H8799 [doet], dan springt gij op van vreugde.
  16 H3068 De HEERE H8034 had uw naam H7121 H8804 genoemd H7488 een groenen H2132 olijfboom H3303 , schoon H8389 van liefelijke H6529 vruchten H6963 ; [maar] [nu] heeft Hij met een geluid H1419 van een groot H1999 geroep H784 een vuur H3341 H8689 om denzelven aangestoken H1808 , en zijn takken H7489 H8804 zullen verbroken worden.
  17 H3068 Want de HEERE H6635 der heirscharen H5193 H8802 , Die u heeft geplant H7451 , heeft een kwaad H1696 H8765 over u uitgesproken H1558 H0 ; om H7451 der boosheid H1558 wil H1004 van het huis H3478 Israels H1004 en van het huis H3063 van Juda H6213 H8804 , die zij onder zich bedrijven H3707 H8687 , om Mij te vertoornen H6999 H8763 , rokende H1168 den Baal.
  18 H3068 De HEERE H3045 H8799 nu heeft het mij te kennen gegeven H3045 H8689 , dat ik het wete H4611 ; toen hebt Gij mij hun handelingen H7200 H8689 doen zien.
  19 H3532 En ik was als een lam H441 , [als] een os H2986 H8714 , die geleid wordt H2873 H8800 om te slachten H3045 H8804 ; want ik wist H4284 niet, dat zij gedachten H2803 H8804 tegen mij dachten H6086 , [zeggende]: Laat ons den boom H3899 met zijn vrucht H7843 H8686 verderven H776 , en laat ons hem uit het land H2416 der levenden H3772 H8799 uitroeien H8034 , dat zijn naam H2142 H8735 niet meer gedacht worde.
  20 H3068 Maar, o HEERE H6635 der heirscharen H6664 , Gij rechtvaardige H8199 H8802 Rechter H3629 , Die de nieren H3820 en het hart H974 H8802 proeft H5360 ! laat mij Uw wraak H7200 H8799 van hen zien H7379 ; want aan U heb ik mijn twistzaak H1540 H8765 ontdekt.
  21 H559 H8804 Daarom, zo zegt H3068 de HEERE H582 van de mannen H6068 van Anathoth H5315 , die uw ziel H1245 H8764 zoeken H559 H8800 , zeggende H5012 H8735 : Profeteer H8034 niet in den Naam H3068 des HEEREN H3027 , opdat gij van onze handen H4191 H8799 niet sterft.
  22 H559 H8804 Daarom, zo zegt H3068 de HEERE H6635 der heirscharen H6485 H8802 : Ziet, Ik zal bezoeking over hen doen H970 : de jongelingen H2719 zullen door het zwaard H4191 H8799 sterven H1121 , hun zonen H1323 en hun dochteren H7458 zullen van honger H4191 H8799 sterven.
  23 H7611 En zij zullen geen overblijfsel H7451 hebben; want Ik zal een kwaad H935 H8686 brengen H582 over de mannen H6068 van Anathoth H8141 , [in] het jaar H6486 hunner bezoeking.