DSV_Strongs(i)
2
H1696 H8761
Spreekt
H3820
naar het hart
H3389
van Jeruzalem
H7121 H8798
, en roept haar toe
H6635
, dat haar strijd
H4390 H8804
vervuld is
H5771
, dat haar ongerechtigheid
H7521 H8738
verzoend is
H3027
, dat zij van de hand
H3068
des HEEREN
H3718
dubbel
H3947 H8804
ontvangen heeft
H2403
voor al haar zonden.
3
H6963
Een stem
H7121 H8802
des roependen
H4057
in de woestijn
H6437 H8761
: Bereidt
H1870
den weg
H3068
des HEEREN
H3474 H8761
, maakt recht
H6160
in de wildernis
H4546
een baan
H430
voor onzen God!
4
H1516
Alle dalen
H5375 H8735
zullen verhoogd worden
H2022
, en alle bergen
H1389
en heuvelen
H8213 H8799
zullen vernederd worden
H6121
; en wat krom
H4334
is, dat zal recht
H7406
, en wat hobbelachtig
H1237
is, dat zal tot een vallei gemaakt worden.
5
H3519
En de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H1540 H8738
zal geopenbaard worden
H1320
; en alle vlees
H3162
te gelijk
H7200 H8804
zal zien
H6310
, dat [het] de mond
H3068
des HEEREN
H1696 H8765
gesproken heeft.
6
H6963
Een stem
H559 H8802
zegt
H7121 H8798
: Roept
H559 H8804
! En hij zegt
H7121 H8799
: Wat zal ik roepen
H1320
? Alle vlees
H2682
is gras
H2617
, en al zijn goedertierenheid
H6731
als een bloem
H7704
des velds.
7
H2682
Het gras
H3001 H8804
verdort
H6731
, de bloem
H5034 H8804
valt af
H7307
, als de Geest
H3068
des HEEREN
H5380 H8804
daarin blaast
H403
; voorwaar
H5971
, het volk
H2682
is gras.
8
H2682
Het gras
H3001 H8804
verdort
H6731
, de bloem
H5034 H8804
valt af
H1697
; maar het Woord
H430
onzes Gods
H6965 H8799
bestaat
H5769
in der eeuwigheid.
9
H6726
O Sion
H1319 H8764
, gij verkondigster van goede boodschap
H5927 H8798
, klim op
H1364
een hogen
H2022
berg
H3389
; o Jeruzalem
H1319 H8764
, gij verkondigster van goede boodschap
H7311 H0
, hef
H6963
uw stem
H7311 H8685
op
H3581
met macht
H7311 H8685
, hef ze op
H3372 H8799
, vrees
H559 H8798
niet, zeg
H5892
den steden
H3063
van Juda
H430
: Zie [hier] is uw God!
10
H136
Ziet, de Heere
H3069
HEERE
H935 H8799
zal komen
H2389
tegen den sterke
H2220
, en Zijn arm
H4910 H8802
zal heersen
H7939
; ziet, Zijn loon
H6468
is bij Hem, en Zijn arbeidsloon
H6440
is voor Zijn aangezicht.
11
H5739
Hij zal Zijn kudde
H7462 H8799
weiden
H7462 H8802
gelijk een herder
H2922
; Hij zal de lammeren
H2220
in Zijn armen
H6908 H8762
vergaderen
H2436
, en in Zijn schoot
H5375 H8799
dragen
H5763 H8802
; de zogenden
H5095 H8762
zal Hij zachtjes leiden.
12
H4325
Wie heeft de wateren
H8168
met Zijn vuist
H4058 H8804
gemeten
H8064
, en van de hemelen
H2239
met de span
H8505 H8765
de maat genomen
H7991
, en heeft met een drieling
H6083
het stof
H776
der aarde
H3557 H8804
begrepen
H2022
, en de bergen
H8254 H8804
gewogen
H6425
in een waag
H1389
, en de heuvelen
H3976
in een weegschaal?
13
H7307
Wie heeft den Geest
H3068
des HEEREN
H8505 H8765
bestierd
H376 H6098
, en [wie] heeft Hem [als] Zijn raadsman
H3045 H8686
onderwezen?
14
H3289 H8738
Met wien heeft Hij raad gehouden
H995 H8799
, die Hem verstand zou geven
H3925 H8762
, en Hem zou leren
H734
van het pad
H4941
des rechts
H1847
, en Hem wetenschap
H3925 H8762
zou leren
H3045 H8686
, en Hem zou bekend maken
H1870
den weg
H8394
des veelvoudigen verstands?
15
H1471
Ziet, de volken
H2803 H8738
zijn geacht
H4752
als een druppel
H1805
van een emmer
H7834
, en als een stofje
H3976
van de weegschaal
H5190 H0
; ziet, Hij werpt
H339
de eilanden
H5190 H8799
henen
H1851
als dun stof!
16
H3844
En de Libanon
H369
is niet
H1767
genoegzaam
H1197 H8763
om te branden
H2416
, en zijn gedierte
H1767
is niet genoegzaam
H5930
ten brandoffer.
17
H1471
Alle volken
H2803 H8738
zijn als niets voor Hem; en zij worden bij Hem geacht
H657
minder dan niet
H8414
, en ijdelheid.
18
H410
Bij wien dan zult gij God
H1819 H8762
vergelijken
H1823
, of wat gelijkenis
H6186 H8799
zult gij op Hem toepassen?
19
H2796
De werkmeester
H5258 H8804
giet
H6459
een beeld
H6884 H8802
, en de goudsmid
H7554 H8762
overtrekt
H2091
het met goud
H6884 H8802
, en giet
H3701
er zilveren
H7577
ketenen [toe].
20
H5533 H8794 H8676 H5534 H8765
Die verarmd is
H8641
, dat hij niet te offeren
H977 H8799
heeft, die kiest
H6086
een hout
H7537 H8799
uit, [dat] niet verrotte
H1245 H8762
; hij zoekt zich
H2450
een wijzen
H2796
werkmeester
H6459
, om een beeld
H3559 H8687
te bereiden
H4131 H8735
, [dat] niet wankele.
21
H3045 H8799
Weet gijlieden
H8085 H8799
niet? Hoort gij
H7218
niet? Is het u van den beginne
H5046 H8717
aan niet bekend gemaakt
H4146
! Hebt gij op de grondvesten
H776
der aarde
H995 H8689
niet gelet?
22
H3427 H8802
Hij is het, Die daar zit
H2329
boven den kloot
H776
der aarde
H3427 H8802
, en derzelver inwoners
H2284
zijn als sprinkhanen
H8064
; Hij is het, Die de hemelen
H5186 H8802
uitspant
H1852
als een dunnen doek
H4969 H8799
, en breidt ze uit
H168
als een tent
H3427 H8800
, om te bewonen;
23
H7336 H8802
Die de vorsten
H5414 H8802
te niet maakt
H8199 H8802
; de richters
H776
der aarde
H6213 H8804
maakt Hij
H8414
tot ijdelheid.
24
H5193 H8738
Ja, zij worden niet geplant
H2232 H8795
, ja, zij worden niet gezaaid
H1503
, ja, hun afgehouwen stam
H8327 H8782
wortelt
H776
niet in de aarde
H5398 H8804
; ook als Hij op hen blazen zal
H3001 H8799
, zo zullen zij verdorren
H5591
, en een stormwind
H7179
zal hen als een stoppel
H5375 H8799
wegnemen.
25
H1819 H8762
Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken
H7737 H8799
, dien Ik gelijk zij
H559 H8799
? zegt
H6918
de Heilige.
26
H5375 H8798
Heft
H5869
uw ogen
H4791
op omhoog
H7200 H8798
, en ziet
H1254 H8804
, Wie deze dingen geschapen heeft
H4557
; Die in getal
H6635
hun heir
H3318 H8688
voortbrengt
H8034
; Die ze alle bij name
H7121 H8799
roept
H7230
, vanwege de grootheid
H202
[Zijner] krachten
H533
, en [omdat] Hij sterk
H3581
van vermogen
H376
is; er wordt er niet een
H5737 H8738
gemist.
27
H559 H8799
Waarom zegt gij
H3290
[dan], o Jakob
H1696 H8762
! en spreekt
H3478
, o Israel
H1870
! mijn weg
H3068
is voor den HEERE
H5641 H8738
verborgen
H4941
, en mijn recht
H5674 H0
gaat
H430
van mijn God
H5674 H8799
voorbij?
28
H3045 H8804
Weet gij
H8085 H8804
het niet? Hebt gij niet gehoord
H5769
, dat de eeuwige
H430
God
H3068
, de HEERE
H1254 H8802
, de Schepper
H7098
van de einden
H776
der aarde
H3286 H8799
, noch moede
H3021 H8799
noch mat wordt
H2714
? Er is geen doorgronding
H8394
van Zijn verstand.
29
H5414 H8802
Hij geeft
H3287
den moeden
H3581
kracht
H7235 H8686
, en Hij vermenigvuldigt
H6109
de sterkte
H202
dien, die geen krachten heeft.
30
H5288
De jongen
H3286 H8799
zullen moede
H3021 H8799
en mat worden
H970
, en de jongelingen
H3782 H8800
zullen gewisselijk
H3782 H8735
vallen;
31
H3068
Maar dien den HEERE
H6960 H8802
verwachten
H3581
, zullen de kracht
H2498 H8686
vernieuwen
H5927 H8799
; zij zullen opvaren
H83
met vleugelen
H5404
, gelijk de arenden
H7323 H8799
; zij zullen lopen
H3021 H8799
, en niet moede worden
H3212 H8799
; zij zullen wandelen
H3286 H8799
, en niet mat worden.