Jeremiah 21:12-22:30

DSV_Strongs(i)
  12 H1004 O huis H1732 Davids H559 H8804 ! zo zegt H3068 de HEERE H1777 H8798 : Richt H1242 des morgens H4941 recht H5337 H8685 , en verlost H1497 H8803 den beroofde H3027 uit den hand H6231 H8802 des verdrukkers H2534 ; opdat Mijn gramschap H3318 H8799 niet uitvare H784 als een vuur H1197 H8804 , en brande H3518 H8764 , dat niemand blussen kunne H6440 , vanwege H7455 de boosheid H4611 uwer handelingen.
  13 H3427 H8802 Ziet, Ik [wil] aan u, gij inwoneres H6010 des dals H6697 , gij rots H4334 van het plein H5002 H8803 ! spreekt H3068 de HEERE H559 H8802 ; gijlieden, die zegt H5181 H8799 : Wie zou tegen ons afkomen H935 H8799 , of wie zou komen H4585 in onze woningen?
  14 H6485 H8804 En Ik zal over ulieden bezoeking doen H6529 naar de vrucht H4611 uwer handelingen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H784 ; en Ik zal een vuur H3341 H8689 aansteken H3293 in haar woud H398 H8804 , dat zal verteren H5439 al wat rondom haar is.
22
  1 H559 H8804 Alzo zegt H3068 de HEERE H3381 H8798 : Ga af H1004 [in] het huis H4428 des konings H3063 van Juda H1696 H8765 , en spreek H1697 aldaar dit woord.
  2 H559 H8804 En zeg H8085 H8798 : Hoor H1697 het woord H3068 des HEEREN H4428 , gij koning H3063 van Juda H3427 H8802 , gij, die zit H1732 op Davids H3678 troon H5650 , gij, en uw knechten H5971 , en uw volk H8179 , die door deze poorten H935 H8802 ingaan!
  3 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H6213 H8798 : Doet H4941 recht H6666 en gerechtigheid H5337 H8685 , en redt H1497 H8803 den beroofde H3027 uit de hand H6216 des verdrukkers H3238 H8686 ; en onderdrukt H1616 den vreemdeling H3490 niet, den wees H490 noch de weduwe H2554 H8799 ; doet geen geweld H8210 H8799 en vergiet H5355 geen onschuldig H1818 bloed H4725 in deze plaats.
  4 H1697 Want indien gijlieden deze zaak H6213 H8800 ernstiglijk H6213 H8799 zult doen H8179 , zo zullen door de poorten H1004 van dit huis H4428 koningen H935 H8804 ingaan H3427 H8802 , zittende H1732 den David H3678 op zijn troon H7392 H8802 , rijdende H7393 op wagens H5483 en op paarden H5650 , hij, en zijn knechten H5971 , en zijn volk.
  5 H1697 Indien gij daarentegen deze woorden H8085 H8799 niet zult horen H7650 H8738 , zo heb Ik bij Mij gezworen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H1004 , dat dit huis H2723 tot een woestheid worden zal.
  6 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H1004 van het huis H4428 des konings H3063 van Juda H1568 : Gij zijt Mij een Gilead H7218 , een hoogte H3844 van Libanon H7896 H8799 ; [maar] zo Ik u niet zette H4057 [als] een woestijn H3427 H8738 H8675 H3427 H8737 [en] onbewoonde H5892 steden!
  7 H7843 H8688 Want Ik zal verdervers H6942 H8765 tegen u heiligen H376 , elk H3627 met zijn gereedschap H4005 ; die zullen uw uitgelezen H730 cederen H3772 H8804 omhouwen H784 , en in het vuur H5307 H8689 werpen.
  8 H7227 Dan zullen veel H1471 heidenen H5674 H0 voorbij H5892 deze stad H5674 H8804 gaan H559 H8804 , en zullen zeggen H376 , een ieder H7453 tot zijn naaste H3068 : Waarom heeft de HEERE H6213 H8804 alzo gedaan H1419 aan deze grote H5892 stad?
  9 H559 H8804 En zij zullen zeggen H1285 : Omdat zij het verbond H3068 des HEEREN H430 , huns Gods H5800 H8804 , hebben verlaten H312 , en hebben zich voor andere H430 goden H7812 H8691 nedergebogen H5647 H8799 , en die gediend.
  10 H1058 H8799 Weent H4191 H8801 niet over den dode H5110 H8799 , en beklaagt H1058 H8798 hem niet; weent H1058 H8800 vrij H1980 H8802 over dien, die weggegaan is H7725 H8799 , want hij zal nimmermeer wederkomen H776 , dat hij het land H4138 zijner geboorte H7200 H8804 zie.
  11 H559 H8804 Want zo zegt H3068 de HEERE H413 van H7967 Sallum H1121 , den zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H1 , die in de plaats van zijn vader H2977 Josia H4427 H8802 regeerde H4725 , die uit deze plaats H3318 H8804 is uitgegaan H7725 H8799 : Hij zal daar nimmermeer wederkomen.
  12 H4725 Maar in de plaats H1540 H8689 , waarhenen zij hem gevankelijk hebben weggevoerd H4191 H8799 , zal hij sterven H776 , en dit land H7200 H8799 zal hij niet meer zien.
  13 H1945 Wee H1004 dien, die zijn huis H1129 H8802 bouwt H3808 H6664 met ongerechtigheid H5944 , en zijn opperzalen H4941 met onrecht H7453 ; die zijns naasten H5647 H0 dienst H2600 om niet H5647 H8799 gebruikt H5414 H8799 , en geeft H6467 hen zijn arbeidsloon niet!
  14 H559 H8802 Die daar zegt H4060 : Ik zal mij een zeer hoog H1004 huis H1129 H8799 bouwen H7304 H8794 , en doorluchtige H5944 opperzalen H7167 H0 ; en hij houwt zich H2474 vensteren H7167 H8804 uit H5603 H8803 , en het is bedekt H730 met ceder H4886 H8800 , en aangestreken H8350 met menie.
  15 H4427 H8799 Zoudt gij regeren H8474 H8808 , omdat gij u mengt H730 met den ceder H1 ? Heeft niet uw vader H398 H8804 gegeten H8354 H8804 en gedronken H4941 , en recht H6666 en gerechtigheid H6213 H8804 gedaan H2896 , [en] het ging hem toen wel?
  16 H1779 Hij heeft de rechtzaak H6041 des ellendigen H34 en nooddruftigen H1777 H8804 gericht H2896 , toen ging het [hem] wel H1847 ; is dat niet Mij te kennen H5002 H8803 ? spreekt H3068 de HEERE.
  17 H5869 Maar uw ogen H3820 en uw hart H1215 zijn niet dan op uw gierigheid H5355 , en op onschuldig H1818 bloed H8210 H8800 , om dat te vergieten H6233 , en op verdrukking H4835 en overlast H6213 H8800 , om [die] te doen.
  18 H559 H8804 Daarom zegt H3068 de HEERE H3079 alzo van Jojakim H1121 , zoon H2977 van Josia H4428 , koning H3063 van Juda H5594 H8799 : Zij zullen hem niet beklagen H1945 : Och H251 mijn broeder H1945 ! of, och H269 zuster H5594 H8799 ! Zij zullen hem niet beklagen H1945 : Och H113 , heer H1945 ! of, och H1935 zijn majesteit!
  19 H6900 H2543 Met een ezelsbegrafenis H6912 H8735 zal hij begraven worden H5498 H8800 ; men zal [hem] slepen H7993 H8687 en daarhenen werpen H1973 , verre weg H8179 van de poorten H3389 van Jeruzalem.
  20 H5927 H8798 Klim op H3844 den Libanon H6817 H8798 en roep H5414 H8798 , en verhef H6963 uw stem H1316 op den Basan H6817 H8798 ; roep H5676 ook van de veren H157 H8764 ; maar al uw liefhebbers H7665 H8738 zijn verbroken.
  21 H1696 H8765 Ik sprak H7962 u aan in uw groten voorspoed H559 H8804 , [maar] gij zeidet H8085 H8799 : Ik zal niet horen H1870 . Dit is uw weg H5271 van uw jeugd H6963 af, dat gij Mijner stem H8085 H8804 niet hebt gehoorzaamd.
  22 H7307 De wind H7462 H8802 zal al uw herders H7462 H8799 weiden H157 H8764 , en uw liefhebbers H7628 zullen in de gevangenis H3212 H8799 gaan H954 H8799 ; dan zult gij zekerlijk beschaamd H3637 H8738 en te schande worden H7451 , vanwege al uw boosheid.
  23 H3844 O gij, die nu op den Libanon H3427 H8802 woont H730 , [en] in de cederen H7077 H8794 nestelt H2603 H8738 ! hoe begenadigd zult gij zijn H2256 , als u de smarten H935 H8800 zullen aankomen H2427 , het wee H3205 H8802 als ener barende [vrouw]!
  24 H2416 [Zo] [waarachtig] [als] Ik leef H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE H3659 , ofschoon Chonia H1121 , de zoon H3079 van Jojakim H4428 , den koning H3063 van Juda H2368 , een zegelring H3225 H3027 ware aan Mijn rechterhand H5423 H8799 , zo zal Ik u toch van daar wegrukken.
  25 H5414 H8804 En Ik zal u geven H3027 in de hand H5315 dergenen, die uw ziel H1245 H8764 zoeken H3027 , en in de hand H6440 dergenen, voor welker aangezicht H3016 H8801 gij schrikt H3027 , namelijk in de hand H5019 van Nebukadnezar H4428 , den koning H894 van Babel H3027 , en in de hand H3778 der Chaldeen.
  26 H517 En Ik zal u, en uw moeder H3205 H8804 , die u gebaard heeft H2904 H8689 , uitwerpen H312 in een ander H776 land H3205 H8795 , waarin gijlieden niet geboren zijt H4191 H8799 , en daar zult gij sterven.
  27 H776 En in het land H5315 , naar hetwelk hun ziel H5375 H8764 H8676 verlangt H7725 H8800 om daar weder te komen H7725 H8799 , daarhenen zullen zij niet wederkomen.
  28 H376 Is dan deze man H3659 Chonia H959 H8737 een veracht H5310 H8803 , verstrooid H6089 , afgodisch beeld H3627 ? Of is hij een vat H2656 , waaraan men geen lust H2233 heeft? Waarom zijn hij en zijn zaad H7993 H8717 uitgeworpen H2904 H8717 , ja, weggeworpen H776 in een land H3045 H8804 , dat zij niet kennen?
  29 H776 O land H776 , land H776 , land H8085 H8798 ! hoor H3068 des HEEREN H1697 woord!
  30 H559 H8804 Zo zegt H3068 de HEERE H3789 H8798 : Schrijft H376 dezen zelfden man H6185 kinderloos H1397 , een man H6743 H8799 , [die] niet voorspoedig zal zijn H3117 in zijn dagen H376 ; want er zal niemand H2233 van zijn zaad H6743 H8799 voorspoedig zijn H3427 H8802 , zittende H3678 op den troon H1732 Davids H4910 H8802 , en heersende H3063 meer in Juda.