Deuteronomy 12

DSV_Strongs(i)
  1 H2706 Dit zijn de inzettingen H4941 en de rechten H8104 H8799 , die gijlieden zult waarnemen H6213 H8800 om te doen H776 , in dat land H3068 , hetwelk u de HEERE H1 , uwer vaderen H430 God H5414 H8804 , gegeven heeft H3423 H8800 , om het te erven H3117 ; al de dagen H127 , die gijlieden op den aardbodem H2416 leeft.
  2 H6 H8763 Gij zult ganselijk H6 H8762 vernielen H4725 al de plaatsen H1471 , alwaar de volken H834 , die H3423 H8802 gij zult erven H430 , hun goden H5647 H8804 gediend hebben H7311 H8802 ; op de hoge H2022 bergen H1389 , en op de heuvelen H7488 , en onder allen groenen H6086 boom.
  3 H4196 En gij zult hun altaren H5422 H8765 afwerpen H4676 , en hun opgerichte beelden H7665 H8765 verbreken H842 , en hun bossen H784 met vuur H8313 H8799 verbranden H6456 , en de gesneden beelden H430 hunner goden H1438 H8762 nederhouwen H8034 ; en gij zult hun naam H6 H8765 te niet doen H4725 uit diezelve plaats.
  4 H3068 Gij zult den HEERE H430 , uw God H6213 H8799 , alzo niet doen!
  5 H4725 Maar naar de plaats H3068 , die de HEERE H430 , uw God H7626 , uit al uw stammen H977 H8799 verkiezen zal H8034 , om Zijn Naam H7760 H8800 aldaar te zetten H7933 , naar Zijn woning H1875 H8799 zult gijlieden vragen H935 H8804 , en daarheen zult gij komen;
  6 H935 H8689 En daarheen zult gijlieden brengen H5930 uw brandofferen H2077 , en uw slachtofferen H4643 , en uw tienden H8641 , en het hefoffer H3027 uwer hand H5088 , en uw geloften H5071 , en uw vrijwillige offeren H1062 , en de eerstgeboorten H1241 uwer runderen H6629 en uwer schapen.
  7 H6440 En aldaar zult gijlieden voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H398 H8804 , eten H8055 H8804 en vrolijk zijn H1004 , gijlieden en uw huizen H3027 , over alles, waaraan gij uw hand H4916 geslagen hebt H3068 , waarin u de HEERE H430 , uw God H1288 H8765 , gezegend heeft.
  8 H6213 H8799 Gij zult niet doen H3117 naar alles, wat wij hier heden H6213 H8802 doen H376 , een ieder H5869 al wat in zijn ogen H3477 recht is.
  9 H935 H8804 Want gij zijt tot nu toe niet gekomen H4496 in de rust H5159 en in de erfenis H3068 , die de HEERE H430 , uw God H5414 H8802 , u geven zal.
  10 H3383 Maar gij zult over de Jordaan H5674 H8804 gaan H3427 H8804 , en wonen H776 in het land H3068 , dat u de HEERE H430 , uw God H5157 H8688 , zal doen erven H5117 H8689 ; en Hij zal u rust geven H341 H8802 van al uw vijanden H5439 rondom H983 , en gij zult zeker H3427 H8804 wonen.
  11 H4725 Dan zal er een plaats H3068 zijn, die de HEERE H430 , uw God H977 H8799 , verkiezen zal H8034 , om Zijn Naam H7931 H8763 aldaar te doen wonen H935 H8686 ; daarheen zult gij brengen H6680 H8764 alles, wat ik u gebiede H5930 : uw brandofferen H2077 , en uw slachtofferen H4643 , uw tienden H8641 , en het hefoffer H3027 uwer hand H4005 , en alle keur H5088 uwer geloften H3068 , die gij den HEERE H5087 H8799 beloven zult.
  12 H8055 H8804 En gij zult vrolijk zijn H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H1121 , gijlieden, en uw zonen H1323 , en uw dochteren H5650 , en uw dienstknechten H519 , en uw dienstmaagden H3881 , en de Leviet H8179 , die in uw poorten H3588 is; want H2506 hij heeft geen deel H5159 noch erve met ulieden.
  13 H8104 H8734 Wacht u H5930 , dat gij uw brandofferen H5927 H8686 niet offert H4725 in alle plaats H7200 H8799 , die gij zien zult.
  14 H4725 Maar in de plaats H3068 , die de HEERE H259 in een H7626 uwer stammen H977 H8799 zal verkiezen H5930 , daar zult gij uw brandofferen H5927 H8686 offeren H6213 H8799 , en daar zult gij doen H6680 H8764 al wat ik u gebiede.
  15 H185 Doch naar allen lust H5315 uwer ziel H2076 H8799 zult gij slachten H1320 en vlees H398 H8804 eten H1293 , naar den zegen H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H5414 H8804 , dien Hij u geeft H8179 , in al uw poorten H2931 ; de onreine H2889 en de reine H398 H8799 zal daarvan eten H6643 , als van een ree H354 , en als van een hert.
  16 H1818 Alleenlijk het bloed H398 H8799 zult gijlieden niet eten H776 ; gij zult het op de aarde H8210 H8799 uitgieten H4325 als water.
  17 H8179 Gij zult in uw poorten H3201 H8799 niet mogen H398 H8800 eten H4643 de tienden H1715 van uw koren H8492 , en van uw most H3323 , en van uw olie H1062 , noch de eerstgeboorten H1241 van uw runderen H6629 en van uw schapen H5088 , noch enige uwer geloften H5087 H8799 , die gij zult hebben beloofd H5071 , noch uw vrijwillige offeren H8641 , noch het hefoffer H3027 uwer hand.
  18 H398 H8799 Maar gij zult dat eten H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H4725 , in de plaats H3068 , die de HEERE H430 , uw God H977 H8799 , verkiezen zal H1121 , gij, en uw zoon H1323 , en uw dochter H5650 , en uw dienstknecht H519 , en uw dienstmaagd H3881 , en de Leviet H8179 , die in uw poorten H8055 H8804 is; en gij zult vrolijk zijn H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H3027 , over alles, waaraan gij uw handen H4916 geslagen hebt.
  19 H8104 H8734 Wacht u H3881 , dat gij den Leviet H5800 H8799 niet verlaat H3117 , al uw dagen H127 in uw land.
  20 H3068 Wanneer de HEERE H430 , uw God H1366 , uw landpale H7337 H8686 zal verwijd hebben H1696 H8765 , gelijk als Hij tot u gesproken heeft H559 H8804 , en gij zeggen zult H1320 : Ik zal vlees H398 H8799 eten H5315 ; dewijl uw ziel H183 H8762 lust heeft H1320 vlees H398 H8800 te eten H1320 , zo zult gij vlees H398 H8799 eten H185 , naar allen lust H5315 uwer ziel.
  21 H4725 Zo de plaats H3068 , die de HEERE H430 , uw God H977 H8799 , verkiezen zal H8034 , om Zijn Naam H7760 H8800 aldaar te zetten H7368 H8799 , verre van u zal zijn H2076 H8804 , zo zult gij slachten H1241 van uw runderen H6629 en van uw schapen H3068 , die de HEERE H5414 H8804 u gegeven heeft H6680 H8765 , gelijk als ik u geboden heb H398 H8804 ; en gij zult eten H8179 in uw poorten H185 , naar allen lust H5315 uwer ziel.
  22 H6643 Doch gelijk als een ree H354 en een hert H398 H8735 gegeten wordt H398 H8799 , alzo zult gij dat eten H2931 ; de onreine H2889 en de reine H3162 zullen het te zamen H398 H8799 eten.
  23 H2388 H8798 Alleen houdt vast H1818 , dat gij het bloed H398 H8800 niet eet H1818 ; want het bloed H5315 is de ziel H5315 ; daarom zult gij de ziel H1320 met het vlees H398 H8799 niet eten;
  24 H398 H8799 Gij zult dat niet eten H776 ; op de aarde H8210 H8799 zult gij het uitgieten H4325 als water;
  25 H398 H8799 Gij zult dat niet eten H1121 ; opdat het u, en uw kinderen H310 na H3190 H8799 u, welga H6213 H8799 , als gij zult gedaan hebben H3477 , wat recht H5869 is in de ogen H3068 des HEEREN.
  26 H6944 Doch uw heilige dingen H5088 , die gij hebben zult, en uw geloften H5375 H8799 zult gij opnemen H935 H8804 , en komen H4725 tot de plaats H3068 , die de HEERE H977 H8799 verkiezen zal;
  27 H5930 En gij zult uw brandofferen H1320 , het vlees H1818 en het bloed H6213 H8804 , bereiden H4196 op het altaar H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H1818 ; en het bloed H2077 uwer slachtofferen H4196 zal op het altaar H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H8210 H8735 , worden uitgegoten H1320 ; maar het vlees H398 H8799 zult gij eten.
  28 H8104 H8798 Neemt waar H8085 H8804 , en hoort H1697 al deze woorden H6680 H8764 , die ik u gebiede H1121 , opdat het u, en uw kinderen H310 na H3190 H8799 u, welga H5704 tot H5769 in eeuwigheid H6213 H8799 , als gij zult gedaan hebben H2896 wat goed H3477 en recht H5869 is in de ogen H3068 des HEEREN H430 , uws Gods.
  29 H3068 Wanneer de HEERE H430 , uw God H6440 , voor uw aangezicht H3772 H8686 zal hebben uitgeroeid H1471 de volken H935 H8802 , naar dewelke gij heengaat H3423 H8800 , om die erfelijk te bezitten H3423 H8804 ; en gij die erfelijk zult bezitten H776 , en in hun land H3427 H8804 wonen;
  30 H8104 H8734 Wacht u H5367 H8735 , dat gij niet verstrikt wordt H310 achter H310 hen, nadat H6440 zij voor uw aangezicht H8045 H8736 zullen verdelgd zijn H1875 H8799 ; en dat gij niet vraagt H430 naar hun goden H559 H8800 , zeggende H1471 : Gelijk als deze volken H430 hun goden H5647 H8799 gediend hebben H1571 , alzo zal ik ook H6213 H8799 doen.
  31 H6213 H8799 Gij zult alzo niet doen H3068 den HEERE H430 , uw God H3068 ; want al wat den HEERE H8441 een gruwel H8130 H8804 is, dat Hij haat H430 , hebben zij hun goden H6213 H8804 gedaan H1121 ; want zij hebben ook hun zonen H1323 en hun dochteren H784 met vuur H8313 H8799 verbrand H430 voor hun goden.
  32 H1697 Al dit woord H6680 H8764 , hetwelk ik ulieden gebiede H8104 H8799 , zult gij waarnemen H6213 H8800 om te doen H3254 H8686 ; gij zult daar niet toedoen H1639 H8799 , en daarvan niet afdoen.