DSV_Strongs(i)
1
H2706
Dit zijn de inzettingen
H4941
en de rechten
H8104 H8799
, die gijlieden zult waarnemen
H6213 H8800
om te doen
H776
, in dat land
H3068
, hetwelk u de HEERE
H1
, uwer vaderen
H430
God
H5414 H8804
, gegeven heeft
H3423 H8800
, om het te erven
H3117
; al de dagen
H127
, die gijlieden op den aardbodem
H2416
leeft.
2
H6 H8763
Gij zult ganselijk
H6 H8762
vernielen
H4725
al de plaatsen
H1471
, alwaar de volken
H834
, die
H3423 H8802
gij zult erven
H430
, hun goden
H5647 H8804
gediend hebben
H7311 H8802
; op de hoge
H2022
bergen
H1389
, en op de heuvelen
H7488
, en onder allen groenen
H6086
boom.
3
H4196
En gij zult hun altaren
H5422 H8765
afwerpen
H4676
, en hun opgerichte beelden
H7665 H8765
verbreken
H842
, en hun bossen
H784
met vuur
H8313 H8799
verbranden
H6456
, en de gesneden beelden
H430
hunner goden
H1438 H8762
nederhouwen
H8034
; en gij zult hun naam
H6 H8765
te niet doen
H4725
uit diezelve plaats.
5
H4725
Maar naar de plaats
H3068
, die de HEERE
H430
, uw God
H7626
, uit al uw stammen
H977 H8799
verkiezen zal
H8034
, om Zijn Naam
H7760 H8800
aldaar te zetten
H7933
, naar Zijn woning
H1875 H8799
zult gijlieden vragen
H935 H8804
, en daarheen zult gij komen;
6
H935 H8689
En daarheen zult gijlieden brengen
H5930
uw brandofferen
H2077
, en uw slachtofferen
H4643
, en uw tienden
H8641
, en het hefoffer
H3027
uwer hand
H5088
, en uw geloften
H5071
, en uw vrijwillige offeren
H1062
, en de eerstgeboorten
H1241
uwer runderen
H6629
en uwer schapen.
7
H6440
En aldaar zult gijlieden voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H398 H8804
, eten
H8055 H8804
en vrolijk zijn
H1004
, gijlieden en uw huizen
H3027
, over alles, waaraan gij uw hand
H4916
geslagen hebt
H3068
, waarin u de HEERE
H430
, uw God
H1288 H8765
, gezegend heeft.
8
H6213 H8799
Gij zult niet doen
H3117
naar alles, wat wij hier heden
H6213 H8802
doen
H376
, een ieder
H5869
al wat in zijn ogen
H3477
recht is.
9
H935 H8804
Want gij zijt tot nu toe niet gekomen
H4496
in de rust
H5159
en in de erfenis
H3068
, die de HEERE
H430
, uw God
H5414 H8802
, u geven zal.
10
H3383
Maar gij zult over de Jordaan
H5674 H8804
gaan
H3427 H8804
, en wonen
H776
in het land
H3068
, dat u de HEERE
H430
, uw God
H5157 H8688
, zal doen erven
H5117 H8689
; en Hij zal u rust geven
H341 H8802
van al uw vijanden
H5439
rondom
H983
, en gij zult zeker
H3427 H8804
wonen.
11
H4725
Dan zal er een plaats
H3068
zijn, die de HEERE
H430
, uw God
H977 H8799
, verkiezen zal
H8034
, om Zijn Naam
H7931 H8763
aldaar te doen wonen
H935 H8686
; daarheen zult gij brengen
H6680 H8764
alles, wat ik u gebiede
H5930
: uw brandofferen
H2077
, en uw slachtofferen
H4643
, uw tienden
H8641
, en het hefoffer
H3027
uwer hand
H4005
, en alle keur
H5088
uwer geloften
H3068
, die gij den HEERE
H5087 H8799
beloven zult.
12
H8055 H8804
En gij zult vrolijk zijn
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H1121
, gijlieden, en uw zonen
H1323
, en uw dochteren
H5650
, en uw dienstknechten
H519
, en uw dienstmaagden
H3881
, en de Leviet
H8179
, die in uw poorten
H3588
is; want
H2506
hij heeft geen deel
H5159
noch erve met ulieden.
13
H8104 H8734
Wacht u
H5930
, dat gij uw brandofferen
H5927 H8686
niet offert
H4725
in alle plaats
H7200 H8799
, die gij zien zult.
14
H4725
Maar in de plaats
H3068
, die de HEERE
H259
in een
H7626
uwer stammen
H977 H8799
zal verkiezen
H5930
, daar zult gij uw brandofferen
H5927 H8686
offeren
H6213 H8799
, en daar zult gij doen
H6680 H8764
al wat ik u gebiede.
15
H185
Doch naar allen lust
H5315
uwer ziel
H2076 H8799
zult gij slachten
H1320
en vlees
H398 H8804
eten
H1293
, naar den zegen
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H5414 H8804
, dien Hij u geeft
H8179
, in al uw poorten
H2931
; de onreine
H2889
en de reine
H398 H8799
zal daarvan eten
H6643
, als van een ree
H354
, en als van een hert.
16
H1818
Alleenlijk het bloed
H398 H8799
zult gijlieden niet eten
H776
; gij zult het op de aarde
H8210 H8799
uitgieten
H4325
als water.
17
H8179
Gij zult in uw poorten
H3201 H8799
niet mogen
H398 H8800
eten
H4643
de tienden
H1715
van uw koren
H8492
, en van uw most
H3323
, en van uw olie
H1062
, noch de eerstgeboorten
H1241
van uw runderen
H6629
en van uw schapen
H5088
, noch enige uwer geloften
H5087 H8799
, die gij zult hebben beloofd
H5071
, noch uw vrijwillige offeren
H8641
, noch het hefoffer
H3027
uwer hand.
18
H398 H8799
Maar gij zult dat eten
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H4725
, in de plaats
H3068
, die de HEERE
H430
, uw God
H977 H8799
, verkiezen zal
H1121
, gij, en uw zoon
H1323
, en uw dochter
H5650
, en uw dienstknecht
H519
, en uw dienstmaagd
H3881
, en de Leviet
H8179
, die in uw poorten
H8055 H8804
is; en gij zult vrolijk zijn
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H3027
, over alles, waaraan gij uw handen
H4916
geslagen hebt.
19
H8104 H8734
Wacht u
H3881
, dat gij den Leviet
H5800 H8799
niet verlaat
H3117
, al uw dagen
H127
in uw land.
20
H3068
Wanneer de HEERE
H430
, uw God
H1366
, uw landpale
H7337 H8686
zal verwijd hebben
H1696 H8765
, gelijk als Hij tot u gesproken heeft
H559 H8804
, en gij zeggen zult
H1320
: Ik zal vlees
H398 H8799
eten
H5315
; dewijl uw ziel
H183 H8762
lust heeft
H1320
vlees
H398 H8800
te eten
H1320
, zo zult gij vlees
H398 H8799
eten
H185
, naar allen lust
H5315
uwer ziel.
21
H4725
Zo de plaats
H3068
, die de HEERE
H430
, uw God
H977 H8799
, verkiezen zal
H8034
, om Zijn Naam
H7760 H8800
aldaar te zetten
H7368 H8799
, verre van u zal zijn
H2076 H8804
, zo zult gij slachten
H1241
van uw runderen
H6629
en van uw schapen
H3068
, die de HEERE
H5414 H8804
u gegeven heeft
H6680 H8765
, gelijk als ik u geboden heb
H398 H8804
; en gij zult eten
H8179
in uw poorten
H185
, naar allen lust
H5315
uwer ziel.
22
H6643
Doch gelijk als een ree
H354
en een hert
H398 H8735
gegeten wordt
H398 H8799
, alzo zult gij dat eten
H2931
; de onreine
H2889
en de reine
H3162
zullen het te zamen
H398 H8799
eten.
23
H2388 H8798
Alleen houdt vast
H1818
, dat gij het bloed
H398 H8800
niet eet
H1818
; want het bloed
H5315
is de ziel
H5315
; daarom zult gij de ziel
H1320
met het vlees
H398 H8799
niet eten;
24
H398 H8799
Gij zult dat niet eten
H776
; op de aarde
H8210 H8799
zult gij het uitgieten
H4325
als water;
25
H398 H8799
Gij zult dat niet eten
H1121
; opdat het u, en uw kinderen
H310
na
H3190 H8799
u, welga
H6213 H8799
, als gij zult gedaan hebben
H3477
, wat recht
H5869
is in de ogen
H3068
des HEEREN.
26
H6944
Doch uw heilige dingen
H5088
, die gij hebben zult, en uw geloften
H5375 H8799
zult gij opnemen
H935 H8804
, en komen
H4725
tot de plaats
H3068
, die de HEERE
H977 H8799
verkiezen zal;
27
H5930
En gij zult uw brandofferen
H1320
, het vlees
H1818
en het bloed
H6213 H8804
, bereiden
H4196
op het altaar
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H1818
; en het bloed
H2077
uwer slachtofferen
H4196
zal op het altaar
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H8210 H8735
, worden uitgegoten
H1320
; maar het vlees
H398 H8799
zult gij eten.
28
H8104 H8798
Neemt waar
H8085 H8804
, en hoort
H1697
al deze woorden
H6680 H8764
, die ik u gebiede
H1121
, opdat het u, en uw kinderen
H310
na
H3190 H8799
u, welga
H5704
tot
H5769
in eeuwigheid
H6213 H8799
, als gij zult gedaan hebben
H2896
wat goed
H3477
en recht
H5869
is in de ogen
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods.
29
H3068
Wanneer de HEERE
H430
, uw God
H6440
, voor uw aangezicht
H3772 H8686
zal hebben uitgeroeid
H1471
de volken
H935 H8802
, naar dewelke gij heengaat
H3423 H8800
, om die erfelijk te bezitten
H3423 H8804
; en gij die erfelijk zult bezitten
H776
, en in hun land
H3427 H8804
wonen;
30
H8104 H8734
Wacht u
H5367 H8735
, dat gij niet verstrikt wordt
H310
achter
H310
hen, nadat
H6440
zij voor uw aangezicht
H8045 H8736
zullen verdelgd zijn
H1875 H8799
; en dat gij niet vraagt
H430
naar hun goden
H559 H8800
, zeggende
H1471
: Gelijk als deze volken
H430
hun goden
H5647 H8799
gediend hebben
H1571
, alzo zal ik ook
H6213 H8799
doen.
31
H6213 H8799
Gij zult alzo niet doen
H3068
den HEERE
H430
, uw God
H3068
; want al wat den HEERE
H8441
een gruwel
H8130 H8804
is, dat Hij haat
H430
, hebben zij hun goden
H6213 H8804
gedaan
H1121
; want zij hebben ook hun zonen
H1323
en hun dochteren
H784
met vuur
H8313 H8799
verbrand
H430
voor hun goden.