DSV_Strongs(i)
1
H8034
De naam
H977 H8737
is uitgelezener
H7227
dan grote
H6239
rijkdom
H2896
, de goede
H2580
gunst
H3701
dan zilver
H2091
en dan goud.
2
H6223
Rijken
H7326 H8802
en armen
H6298 H8738
ontmoeten elkander
H3068
; de HEERE
H6213 H8802
heeft hen allen gemaakt.
3
H6175
Een kloekzinnig
H7200 H8804
mens ziet
H7451
het kwaad
H5641 H8738 H8675 H5641 H8799
, en verbergt zich
H6612
; maar de slechten
H5674 H8804
gaan henen door
H6064 H8738
, en worden gestraft.
4
H6118
Het loon
H6038
der nederigheid
H3374
, [met] de vreze
H3068
des HEEREN
H6239
, is rijkdom
H3519
, en eer
H2416
, en leven.
5
H6791
Doornen
H6341
[en] strikken
H1870
zijn in den weg
H6141
des verkeerden
H5315
; die zijn ziel
H8104 H8802
bewaart
H7368 H8799
, zal zich verre van die maken.
6
H2596 H0
Leer
H5288
den jongen
H2596 H8798
de eerste beginselen
H6310
naar den eis
H1879
zijns wegs
H2204 H8686
; als hij ook oud zal geworden zijn
H5493 H8799
, zal hij daarvan niet afwijken.
7
H6223
De rijke
H4910 H8799
heerst
H7326 H8802
over de armen
H3867 H8801
; en die ontleent
H376 H3867 H8688
, is des leners
H5650
knecht.
8
H5766
Die onrecht
H2232 H8802
zaait
H205
, zal moeite
H7114 H8799
maaien
H7626
; en de roede
H5678
zijner verbolgenheid
H3615 H8799
zal een einde nemen.
9
H2896
Die goed
H5869
van oog
H1288 H8792
is, die zal gezegend worden
H3899
; want hij heeft van zijn brood
H1800
den armen
H5414 H8804
gegeven.
10
H1644 H0
Drijf
H3887 H8801
den spotter
H1644 H8763
uit
H4066
, en het gekijf
H3318 H8799
zal weggaan
H1779
, en het geschil
H7036
met de schande
H7673 H8799
zal ophouden.
11
H2890 H8675 H2889
Die de reinheid
H3820
des harten
H157 H8802
liefheeft
H8193
, wiens lippen
H2580
aangenaam
H7453
zijn, diens vriend
H4428
is de koning.
12
H5869
De ogen
H3068
des HEEREN
H5341 H8804
bewaren
H1847
de wetenschap
H1697
; maar de zaken
H898 H8802
des trouwelozen
H5557 H8762
zal Hij omkeren.
13
H6102
De luiaard
H559 H8804
zegt
H738
: Er is een leeuw
H2351
buiten
H8432
; ik mocht op het midden
H7339
der straten
H7523 H8735
gedood worden!
14
H6310
De mond
H2114 H8801
der vreemde
H6013
vrouwen is een diepe
H7745
gracht
H3068
; op welken de HEERE
H2194 H8803
vergramd is
H5307 H8799
, zal daarin vallen.
15
H200
De dwaasheid
H3820
is in het hart
H5288
des jongen
H7194 H8803
gebonden
H7626
; de roede
H4148
der tucht
H7368 H8686
zal ze verre van hem wegdoen.
16
H1800
Die den arme
H6231 H8802
verdrukt
H7235 H8687
, om het zijne te vermeerderen
H6223
, [en] den rijke
H5414 H8802
geeft
H4270
, [komt] zekerlijk tot gebrek.
17
H5186 H8685
Neig
H241
uw oor
H8085 H8798
, en hoor
H1697
de woorden
H2450
der wijzen
H7896 H8799
, en stel
H3820
uw hart
H1847
tot mijn wetenschap;
18
H5273
Want het is liefelijk
H990
, als gij die in uw binnenste
H8104 H8799
bewaart
H3162
; zij zullen samen
H8193
op uw lippen
H3559 H8735
gepast worden.
19
H4009
Opdat uw vertrouwen
H3068
op den HEERE
H3117
zij, maak ik u [die] heden
H3045 H8689
bekend; gij ook [maak] [ze] [bekend].
20
H7991
Heb ik u niet heerlijke
H3789 H8804 H8032
dingen geschreven
H4156
van allerlei raad
H1847
en wetenschap?
21
H3045 H8687
Om u bekend te maken
H7189
de zekerheid
H561
van de redenen
H571
der waarheid
H561
; opdat gij de redenen
H571
der waarheid
H7725 H8687
antwoorden moogt
H7971 H8802
dengenen, die u zenden.
22
H1497 H8799
Beroof
H1800
den arme
H1800
niet, omdat hij arm
H1792 H8762
is; en verbrijzel
H6041
den ellendige
H8179
niet in de poort.
23
H3068
Want de HEERE
H7379
zal hun twistzaak
H7378 H8799
twisten
H6906 H8802
, en Hij zal dengenen, die hen beroven
H5315
, de ziel
H6906 H8804
roven.
24
H7462 H8691
Vergezelschap u
H639 H1167
niet met een grammoedige
H935 H8799
, en ga niet om
H2534
met een zeer grimmig
H376
man;
25
H734
Opdat gij zijn paden
H502 H8799
niet leert
H4170
, en een strik
H5315
over uw ziel
H3947 H8804
haalt.
26
H3709
Wees niet onder degenen, die in de hand
H8628 H8802
klappen
H4859
, onder degenen, die voor schulden
H6148 H8802
borg zijn.
27
H7999 H8763
Zo gij niet hadt om te betalen
H4904
, waarom zou men uw bed
H3947 H8799
van onder u wegnemen?