DSV_Strongs(i)
1
H3427 H8799
Als gij aangezeten zult zijn
H4910 H8802
om met een heerser
H3898 H8800
te eten
H995 H8800
, zo zult gij scherpelijk
H995 H8799
letten
H6440
op dengene, die voor uw aangezicht is.
3
H183 H8691
Laat u niet gelusten
H4303
zijner smakelijke spijzen
H3577
, want het is een leugenachtig
H3899
brood.
4
H3021 H8799
Vermoei u
H6238 H8687
niet om rijk te worden
H2308 H8798
; sta af
H998
van uw vernuft.
5
H5869
Zult gij uw ogen
H5774 H8686 H8675 H5774 H8799
laten vliegen
H6213 H8800
op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk
H3671
vleugelen
H6213 H8799
maken
H5404
gelijk een arend
H8064
, die naar den hemel
H5774 H8799 H8675 H5774 H8687
vliegt.
6
H3898 H8799
Eet
H3899
het brood
H7451
niet desgenen, die boos
H5869
is van oog
H183 H8691
, en wees niet belust
H4303
op zijn smakelijke spijzen;
7
H8176 H8804
Want gelijk hij bedacht heeft
H5315
in zijn ziel
H559 H8799
, alzo zal hij tot u zeggen
H398 H8798
: Eet
H8354 H8798
en drink
H3820
! maar zijn hart is niet met u;
8
H6595
Uw bete
H398 H8804
, die gij gegeten hebt
H6958 H8686
, zoudt gij uitspuwen
H5273
; en gij zoudt uw liefelijke
H1697
woorden
H7843 H8765
verderven.
9
H1696 H8762
Spreek
H241
niet voor het oor
H3684
van een zot
H7922
, want hij zou het verstand
H4405
uwer woorden
H936 H8799
verachten.
10
H5253 H0
Zet
H5769
de oude
H1366
palen
H5253 H8686
niet terug
H935 H8799
; en kom
H7704
op de akkers
H3490
der wezen niet;
11
H1350 H8802
Want hun Verlosser
H2389
is sterk
H7379
; Die zal hun twistzaak
H7378 H8799
tegen u twisten.
12
H935 H8685
Begeef
H3820
uw hart
H4148
tot de tucht
H241
, en uw oren
H561
tot de redenen
H1847
der wetenschap.
13
H4513 H8799
Weer
H4148
de tucht
H5288
van den jongen
H7626
niet; als gij hem met de roede
H5221 H8686
zult slaan
H4191 H8799
, zal hij niet sterven.
14
H7626
Gij zult hem met de roede
H5221 H8686
slaan
H5315
, en zijn ziel
H7585
van de hel
H5337 H8686
redden.
15
H1121
Mijn zoon
H3820
! zo uw hart
H2449 H8804
wijs is
H3820
, mijn hart
H8055 H8799
zal blijde zijn
H589
, ja, ik.
16
H3629
En mijn nieren
H5937 H8799
zullen van vreugde opspringen
H8193
, als uw lippen
H4339
billijkheden
H1696 H8763
spreken zullen.
17
H3820
Uw hart
H7065 H8762
zij niet nijdig
H2400
over de zondaren
H3117
; maar zijt te allen dage
H3374
in de vreze
H3068
des HEEREN.
18
H3426
Want zekerlijk, er is
H319
een beloning
H8615
; en uw verwachting
H3772 H8735
zal niet afgesneden worden.
19
H8085 H8798
Hoor gij
H1121
, mijn zoon
H2449 H8798
! en word wijs
H833 H8761
, en richt
H3820
uw hart
H1870
op den weg.
21
H5433 H8802
Want een zuiper
H2151 H8802
en vraat
H3423 H8735
zal arm worden
H5124
; en de sluimering
H7168
doet verscheurde klederen
H3847 H8686
dragen.
22
H8085 H8798
Hoor
H1
naar uw vader
H3205 H8804
, die u gewonnen heeft
H936 H8799
; en veracht
H517
uw moeder
H2204 H8804
niet, als zij oud geworden is.
23
H7069 H8798
Koop
H571
de waarheid
H4376 H8799
, en verkoop
H2451
ze niet, [mitsgaders] wijsheid
H4148
, en tucht
H998
, en verstand.
24
H1
De vader
H6662
des rechtvaardigen
H1524
zal zich zeer
H1523 H8799
verheugen
H2450
; en die een wijzen
H3205 H8802
[zoon] gewint
H8055 H8799
, zal zich over hem verblijden.
25
H1
Laat uw vader
H8055 H8799
zich verblijden
H517
, ook uw moeder
H1523 H8799
; en laat haar zich verheugen
H3205 H8802
, die u gebaard heeft.
26
H1121
Mijn zoon
H5414 H8798
! geef
H3820
mij uw hart
H5869
, en laat uw ogen
H1870
mijn wegen
H7521 H8799 H5341 H8799
bewaren.
27
H2181 H8802
Want een hoer
H6013
is een diepe
H7745
gracht
H5237
, en een vreemde
H6862
vrouw is een enge
H875
put.
28
H693 H8799
Ook loert zij
H2863
als een rover
H3254 H8686
; en zij vermenigvuldigt
H898 H8802
de trouwelozen
H120
onder de mensen.
29
H188
Bij wien is wee
H17
? bij wien och arme
H4079 H8675 H4066
? bij wien gekijf
H7879
? bij wien het beklag
H6482
? bij wien wonden
H2600
zonder oorzaak
H2448
? bij wien de roodheid
H5869
der ogen?
30
H3196
Bij degenen, die bij den wijn
H309 H8764
vertoeven
H935 H8802
; bij degenen, die komen
H4469
om gemengden drank
H2713 H8800
na te zoeken.
31
H7200 H8799
Zie
H3196
den wijn
H119 H8691
niet aan, als hij zich rood vertoont
H3563 H8675 H3599
, als hij in den beker
H5869
zijn verve
H5414 H8799
geeft
H4339
, [als] hij recht
H1980 H8691
opgaat;
32
H319
[In] zijn einde
H5175
zal hij als een slang
H5391 H8799
bijten
H6567 H8686
, en steken
H6848
als een adder.
33
H5869
Uw ogen
H2114 H8801
zullen naar vreemde vrouwen
H7200 H8799
zien
H3820
, en uw hart
H8419
zal verkeerdheden
H1696 H8762
spreken.