Proverbs 24

DSV_Strongs(i)
  1 H7065 H8762 Zijt niet nijdig H7451 over de boze H582 lieden H183 H8691 , en laat u niet gelusten, om bij hen te zijn.
  2 H3820 Want hun hart H1897 H8799 bedenkt H7701 verwoesting H8193 , en hun lippen H1696 H8762 spreken H5999 moeite.
  3 H2451 Door wijsheid H1004 wordt een huis H1129 H8735 gebouwd H8394 , en door verstandigheid H3559 H8709 bevestigd;
  4 H1847 En door wetenschap H2315 worden de binnenkameren H4390 H8735 vervuld H3368 met alle kostelijk H5273 en liefelijk H1952 goed.
  5 H2450 Een wijs H1397 man H5797 is sterk H376 ; en een man H1847 van wetenschap H553 H0 maakt H3581 de kracht H553 H8764 vast.
  6 H8458 Want door wijze raadslagen H4421 zult gij voor u den krijg H6213 H8799 voeren H7230 , en in de veelheid H3289 H8802 der raadgevers H8668 is de overwinning.
  7 H2454 Alle wijsheid H191 is voor den dwaze H7311 H8802 te hoog H8179 ; hij zal in de poort H6310 zijn mond H6605 H8799 niet opendoen.
  8 H2803 H8764 Die denkt H7489 H8687 om kwaad te doen H1167 , dien zal men een meester H4209 van schandelijke verdichtselen H7121 H8799 noemen.
  9 H2154 De gedachte H200 der dwaasheid H2403 is zonde H3887 H8801 ; en een spotter H120 is den mens H8441 een gruwel.
  10 H7503 H8694 Vertoont gij u slap H3117 ten dage H6869 der benauwdheid H3581 , uw kracht H6862 is nauw.
  11 H5337 H8685 Red H4194 degenen, die ter dood H3947 H8803 gegrepen zijn H4131 H8801 ; want zij wankelen H2027 ter doding H2820 H8799 , zo gij u onthoudt.
  12 H559 H8799 Wanneer gij zegt H3045 H8804 : Ziet, wij weten H3826 dat niet; zal Hij, Die de harten H8505 H8802 weegt H995 H8799 , [dat] niet merken H5315 ? En Die uwe ziel H5341 H8802 gadeslaat H3045 H8799 , zal Hij het niet weten H120 ? Want Hij zal den mens H7725 H8689 vergelden H6467 naar zijn werk.
  13 H398 H8798 Eet H1706 honig H1121 , mijn zoon H2896 ! want hij is goed H5317 , en honigzeem H4966 is zoet H2441 voor uw gehemelte.
  14 H3045 H8798 Zodanig is de kennis H2451 der wijsheid H5315 voor uw ziel H4672 H8804 ; als gij ze vindt H3426 H0 , zo zal er H319 beloning H3426 wezen H8615 , en uw verwachting H3772 H8735 zal niet afgesneden worden.
  15 H693 H8799 Loer H7563 niet, o goddeloze H5116 ! op de woning H6662 des rechtvaardigen H7703 H8762 ; verwoest H7258 zijn legerplaats niet.
  16 H6662 Want de rechtvaardige H7651 zal zevenmaal H5307 H8799 vallen H6965 H8804 , en opstaan H7563 ; maar de goddelozen H7451 zullen in het kwaad H3782 H8735 nederstruikelen.
  17 H8055 H8799 Verblijd u H341 H8802 niet, als uw vijand H5307 H8800 valt H3782 H8736 ; en als hij nederstruikelt H3820 , laat uw hart H1523 H8799 zich niet verheugen;
  18 H3068 Opdat het de HEERE H7200 H8799 niet zie H7489 H8804 , en het kwaad zij H5869 in Zijn ogen H639 en Hij Zijn toorn H7725 H8689 van hem afkere.
  19 H2734 H8691 Ontsteek u H7489 H8688 niet over de boosdoeners H7065 H8762 ; zijt niet nijdig H7563 over de goddelozen.
  20 H7451 Want de kwade H319 zal geen beloning H5216 hebben, de lamp H7563 der goddelozen H1846 H8799 zal uitgeblust worden.
  21 H1121 Mijn zoon H3372 H8798 ! vrees H3068 den HEERE H4428 en den koning H6148 H8691 ; vermeng u H8138 H8802 niet met hen, die naar verandering staan;
  22 H343 Want hun verderf H6597 zal haastelijk H6965 H8799 ontstaan H3045 H8802 ; en wie weet H8147 hun beider H6365 ondergang?
  23 H2450 Deze [spreuken] zijn ook van de wijzen H6440 . Het aangezicht H4941 in het gericht H5234 H8687 te kennen H2896 , is niet goed.
  24 H7563 Die tot den goddeloze H559 H8802 zegt H6662 : Gij zijt rechtvaardig H5971 ; dien zullen de volken H5344 H8799 vervloeken H3816 , de natien H2194 H8799 zullen hem gram zijn.
  25 H3198 H8688 Maar voor degenen, die [hem] bestraffen H5276 H8799 , zal liefelijkheid zijn H1293 ; en de zegen H2896 des goeds H935 H8799 zal op hen komen.
  26 H8193 Men zal de lippen H5401 H8799 kussen H5228 desgenen, die rechte H1697 woorden H7725 H8688 antwoordt.
  27 H3559 H8685 Beschik H4399 uw werk H2351 daarbuiten H6257 H8761 , en bereid H7704 het voor u op den akker H1129 H8804 , en bouw H310 daarna H1004 uw huis.
  28 H2600 Wees niet zonder oorzaak H5707 getuige H7453 tegen uw naaste H6601 H8765 ; want zoudt gij verleiden H8193 met uw lip?
  29 H559 H8799 Zeg H6213 H8804 niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft H6213 H8799 , zo zal ik hem doen H376 ; ik zal een ieder H7725 H8686 vergelden H6467 naar zijn werk.
  30 H5674 H8804 Ik ging H7704 voorbij den akker H376 H6102 eens luiaards H3754 , en voorbij den wijngaard H2638 H3820 van een verstandeloos H120 mens;
  31 H5927 H8804 En ziet, hij was gans opgeschoten H7063 van distelen H6440 ; zijn gedaante H2738 was [met] netelen H3680 H8795 bedekt H68 , en zijn stenen H1444 scheidsmuur H2040 H8738 was afgebroken.
  32 H2372 H8799 Als ik dat aanschouwde H7896 H8799 , nam ik H3820 het ter harte H7200 H8804 ; ik zag H3947 H0 het, [en] nam H4148 onderwijzing H3947 H8804 aan;
  33 H4592 Een weinig H8142 slapens H4592 , een weinig H8572 sluimerens H4592 , en weinig H2264 H3027 handvouwens H7901 H8800 , al nederliggende;
  34 H7389 Zo zal uw armoede H935 H8804 [u] overkomen H1980 H8693 , [als] een wandelaar H4270 , en uw velerlei gebrek H4043 als een gewapend H376 man.