DSV_Strongs(i)
19
H7141
En Korach
H5712
deed de ganse vergadering
H6950 H8686
tegen hen verzamelen
H6607
, aan de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H7200 H8735
. Toen verscheen
H3519
de heerlijkheid
H3068
des HEEREN
H5712
aan deze ganse vergadering.
21
H914 H8734
Scheidt u af
H8432
uit het midden
H5712
van deze vergadering
H7281
, en Ik zal hen als in een ogenblik
H3615 H8762
verteren!
22
H5307 H8799
Maar zij vielen
H6440
op hun aangezichten
H559 H8799
, en zeiden
H410
: O God
H430
! God
H7307
der geesten
H1320
van alle vlees
H259
! een enig
H376
man
H2398 H8799
zal gezondigd hebben
H5712
, en zult Gij U over deze ganse vergadering
H7107 H8799
grotelijks vertoornen?
24
H1696 H8761
Spreek
H5712
tot deze vergadering
H559 H8800
, zeggende
H5927 H8734
: Gaat op
H5439
van rondom
H4908
de woning
H7141
van Korach
H1885
, Dathan
H48
en Abiram.
25
H6965 H8799
Toen stond
H4872
Mozes
H3212 H8799
op, en ging
H1885
tot Dathan
H48
en Abiram
H310
; en achter
H3212 H8799
hem gingen
H2205
de oudsten
H3478
van Israel.
26
H1696 H8762
En hij sprak
H5712
tot de vergadering
H559 H8800
, zeggende
H5493 H8798
: Wijkt
H168
toch af van de tenten
H7563
dezer goddeloze
H582
mannen
H5060 H8799
, en roert
H5595 H8735
niets aan van hetgeen hunner is, opdat gij niet misschien verdaan wordt
H2403
in al hun zonden.
27
H5927 H8735
Zo gingen zij op
H4908
van de woning
H7141
van Korach
H1885
, Dathan
H48
en Abiram
H5439
, van rondom
H1885
; maar Dathan
H48
en Abiram
H3318 H8804
gingen uit
H5324 H8737
, staande
H6607
in de deur
H168
hunner tenten
H802
, met hun vrouwen
H1121
, en hun zonen
H2945
, en hun kinderkens.
28
H559 H8799
Toen zeide
H4872
Mozes
H3045 H8799
: Hieraan zult gij bekennen
H3068
, dat de HEERE
H7971 H8804
mij gezonden heeft
H4639
, om al deze daden
H6213 H8800
te doen
H3820
, dat zij niet uit mijn [eigen] hart zijn.
29
H4191 H8799
Indien deze zullen sterven
H120
, gelijk alle mensen
H4194
sterven
H6485 H8735
, en over hen een bezoeking zal gedaan worden
H120
, naar aller mensen
H6486
bezoeking
H3068
, zo heeft mij de HEERE
H7971 H8804
niet gezonden.
30
H3068
Maar indien de HEERE
H1278
wat nieuws
H1254 H8799
zal scheppen
H127
, en het aardrijk
H6310
zijn mond
H6475 H8804
zal opendoen
H1104 H8804
, en verslinden
H2416
hen met alles wat hunner is, en zij levend
H7585
ter helle
H3381 H8804
zullen nedervaren
H3045 H8804
; alsdan zult gij bekennen
H582
, dat deze mannen
H3068
de HEERE
H5006 H8765
getergd hebben.
31
H3615 H8763
En het geschiedde, als hij geeindigd had
H1697
al deze woorden
H1696 H8763
te spreken
H127
, zo werd het aardrijk
H1234 H8735
, dat onder hen was, gekloofd;
32
H776
En de aarde
H6605 H8799
opende
H6310
haar mond
H1104 H8799
, en verslond
H1004
hen met hun huizen
H120
, en allen mensen
H7141
, die Korach
H7399
toebehoorden, en al de have.
33
H3381 H8799
En zij voeren neder
H2416
, zij en alles wat hunner was, levend
H7585
ter helle
H776
; en de aarde
H3680 H8762
overdekte
H6 H8799
hen, en zij kwamen om
H8432
uit het midden
H6951
der gemeente.
34
H3478
En het ganse Israel
H5439
, dat rondom
H5127 H8804
hen was, vlood
H6963
voor hun geschrei
H559 H8804
; want zij zeiden
H776
: Dat ons de aarde
H1104 H8799
misschien niet verslinde!
35
H3318 H0
Daartoe ging
H784
een vuur
H3318 H8804
uit
H3068
van den HEERE
H398 H8799
, en verteerde
H3967
die tweehonderd
H2572
en vijftig
H376
mannen
H7004
, die reukwerk
H7126 H8688
offerden.
37
H559 H8798
Zeg
H499
tot Eleazar
H1121
, den zoon
H175
van Aaron
H3548
, den priester
H4289
, dat hij de wierookvaten
H996
uit
H8316
den brand
H7311 H8686
opneme
H2219 H8798
; en strooi
H784
het vuur
H1973
verre weg
H6942 H8804
; want zij zijn heilig;
38
H4289
[Te] [weten] de wierookvaten
H5315
van dezen, die tegen hun zielen
H2400
gezondigd hebben
H7555
; dat men uitgerekte
H6341
platen
H6213 H8804
daarvan make
H6826
, tot een overdeksel
H4196
voor het altaar
H7126 H8689
; want zij hebben ze gebracht
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6942 H8799
, daarom zijn zij heilig
H1121
; en zij zullen den kinderen
H3478
Israels
H226
tot een teken zijn.
39
H499
En Eleazar
H3548
, de priester
H3947 H8799
, nam
H5178
de koperen
H4289
wierookvaten
H8313 H8803
, die de verbranden
H7126 H8689
gebracht hadden
H7554 H8762
, en zij rekten
H6826
ze uit tot een overtreksel
H4196
voor het altaar;
40
H2146
Ter nagedachtenis
H1121
voor de kinderen
H3478
Israels
H4616
, opdat
H376
niemand
H2114 H8801
vreemds
H834
, die
H2233
niet uit het zaad
H175
van Aaron
H7126 H8799
is, nadere
H7004
om reukwerk
H6999 H8687
aan te steken
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7141
; opdat hij niet worde als Korach
H5712
, en zijn vergadering
H3068
, gelijk als hem de HEERE
H3027
door den dienst
H4872
van Mozes
H1696 H8765
gesproken had.