DSV_Strongs(i)
1
H1961 H8799
Toen geschiedde
H2320
het in de maand
H5212
Nisan
H6242
, in het twintigste
H8141
jaar
H4428
van den koning
H783
Arthahsasta
H3196
, [als] [er] wijn
H6440
voor zijn aangezicht
H3196
was, dat ik den wijn
H5375 H8799
opnam
H5414 H8799
, en gaf
H4428
[hem] den koning
H3808
; nu was ik nooit
H7451
treurig
H1961 H8804
geweest
H6440
voor zijn aangezicht.
2
H559 H8799
Zo zeide
H4428
de koning
H4069
tot mij: Waarom
H6440
is uw aangezicht
H7451
treurig
H859
, zo gij
H369 H0
toch niet
H2470 H8802
krank
H369
zijt
H2088
? Dit
H369
is niet
H3588 H518
dan
H7455
treurigheid
H3820
des harten
H3372 H8799
. Toen vreesde ik
H7235 H8687
gans
H3966
zeer.
3
H559 H8799
En ik zeide
H4428
tot de koning
H4428
: De koning
H2421 H8799
leve
H5769
in eeuwigheid
H4069
! Hoe
H6440
zou mijn aangezicht
H3808
niet
H3415 H8799
treurig zijn
H834
, daar
H5892
de stad
H1004
, de plaats
H6913
der begrafenissen
H1
mijner vaderen
H2720
, woest
H8179
is, en haar poorten
H784
met vuur
H398 H8795
verteerd zijn?
4
H4428
En de koning
H559 H8799
zeide
H5921 H4100
tot mij: Wat
H1245 H8764
verzoekt
H859
gij
H2088
nu
H6419 H8691
? Toen bad ik
H413
tot
H430
God
H8064
van den hemel.
5
H559 H8799
En ik zeide
H4428
tot den koning
H518
: Zo
H4428
het den koning
H2895 H8804 H5921
goeddunkt
H518
, en zo
H5650
uw knecht
H6440
voor uw aangezicht
H3190 H8799
aangenaam is
H834
, dat
H7971 H8799
gij mij zendt
H413
naar
H3063
Juda
H413
, naar
H5892
de stad
H6913
der begrafenissen
H1
mijner vaderen
H1129 H8799
, dat ik ze bouwe.
6
H559 H8799
Toen zeide
H4428
de koning
H7694
tot mij, daar de koningin
H681
nevens
H3427 H8802
hem zat
H5704
: Hoe
H4970
lang
H4109
zal uw reis
H1961 H8799
wezen
H4970
, en wanneer
H7725 H8799
zult gij wederkomen
H3190 H8799 H6440
? En het behaagde
H4428
den koning
H7971 H8799
, dat hij mij zond
H2165
, als ik hem zekeren tijd
H5414 H8799
gesteld had.
7
H559 H8799
Voorts zeide ik
H4428
tot den koning
H518
: Zo
H4428
het den koning
H2895 H8804 H5921
goeddunkt
H107
, dat men mij brieven
H5414 H8799
geve
H5921
aan
H6346
de landvoogden
H5676
aan gene zijde
H5104
der rivier
H834
, dat
H5674 H8686
zij mij overgeleiden
H5704 H834
, totdat
H413
ik in
H3063
Juda
H935 H8799
zal gekomen zijn;
8
H107
Ook een brief
H413
aan
H623
Asaf
H8104 H8802
, den bewaarder
H6508
van den lusthof
H834
, denwelken
H4428
de koning
H6086
heeft, dat hij mij hout
H5414 H8799
geve
H7136 H8763
om te zolderen
H8179
de poorten
H1002
van het paleis
H834
, dat
H1004
aan het huis
H2346 H5892
is, en tot den stadsmuur
H1004
, en tot het huis
H834 H413
, waar
H935 H8799
ik intrekken zal
H4428
. En de koning
H5414 H8799
gaf
H2896
ze mij, naar de goede
H3027
hand
H430
mijns Gods
H5921
over mij.
9
H935 H8799
Toen kwam ik
H413
tot
H6346
de landvoogden
H5676
aan gene zijde
H5104
der rivier
H5414 H8799
, en gaf
H107
hun de brieven
H4428
des konings
H4428
. En de koning
H8269
had oversten
H2428
des heirs
H6571
en ruiteren
H5973
met
H7971 H8799
mij gezonden.
10
H5571
Toen nu Sanballat
H2772
, de Horoniet
H2900
, en Tobia
H5984
, de Ammonietische
H5650
knecht
H8085 H8799
[dat] hoorden
H3415 H8799
, mishaagde het
H1419
hun met groot
H7451
mishagen
H834
, dat
H120
er een mens
H935 H8804
gekomen was
H2896
, om wat goeds
H1245 H8763
te zoeken
H1121
voor de kinderen
H3478
Israels.
11
H935 H8799
En ik kwam
H413
te
H3389
Jeruzalem
H1961 H8799
, en was
H8033
daar
H7969
drie
H3117
dagen.
12
H6965 H0
Daarna maakte ik mij
H3915
des nachts
H6965 H8799
op
H589
, ik
H4592 H4592
en weinig
H582
mannen
H5973
met
H5046 H0
mij, en ik gaf
H120
geen mens
H5046 H8689
te kennen
H4100
, wat
H430
mijn God
H413
in
H3820
mijn hart
H5414 H8802
gegeven had
H3389
, om aan Jeruzalem
H6213 H8800
te doen
H369
; en er was geen
H929
dier
H5973
met
H3588 H518
mij, dan
H929
het dier
H834
, waarop
H589
ik
H7392 H8802
reed.
13
H3318 H8799
En ik trok uit
H3915
bij nacht
H8179 H1516
door de Dalpoort
H413 H6440
, en voorbij
H8577 H5869 H8677 H5886
de Drakenfontein
H413
, en naar
H830 H8179
de Mistpoort
H1961 H8799 H7663 H8802 H8675 H7665 H8799
, en ik brak
H2346
aan de muren
H3389
van Jeruzalem
H834
, dewelke
H6555 H8803
verscheurd waren
H8179
, en haar poorten
H784
met vuur
H398 H8795
verteerd.
14
H5674 H8799
En ik ging voort
H413
naar
H8179 H5869
de Fonteinpoort
H413
, en naar
H4428
des konings
H1295
vijver
H369
; doch daar was geen
H4725
plaats
H929
voor het dier
H8478
, om onder
H5674 H8800
mij voort te gaan.
15
H1961 H8799 H5927 H8802
Toen ging ik op
H3915
, des nachts
H5158
, door de beek
H1961 H8799 H7663 H8802 H8675 H7665 H8799
, en ik brak
H2346
aan den muur
H7725 H8799
; en ik keerde weder
H935 H8799
, en kwam in
H8179 H1516
door de Dalpoort
H7725 H8799
; alzo keerde ik wederom.
16
H5461
En de overheden
H3045 H8804
wisten
H3808
niet
H575
, waar
H1980 H8804
ik heengegaan was
H4100
, en wat
H589
ik
H6213 H8802
deed
H5704
; want ik had tot
H3651
nog
H3064
toe den Joden
H3548
, en den priesteren
H2715
, en den edelen
H5461
, en overheden
H3499
, en den anderen
H4399
, die het werk
H6213 H8802
deden
H3808
, niets
H5046 H8689
te kennen gegeven.
17
H559 H8799
Toen zeide ik
H413
tot
H859
hen: Gijlieden
H7200 H8802
ziet
H7451
de ellende
H834
, waarin
H587
wij
H834
zijn, dat
H3389
Jeruzalem
H2720
woest
H8179
is, en haar poorten
H784
met vuur
H3341 H8738
verbrand zijn
H3212 H8798
; komt
H3389
, en laat ons Jeruzalems
H2346
muur
H1129 H8799
opbouwen
H3808
; opdat wij niet
H5750
meer
H2781
een versmaadheid
H1961 H8799
zijn.
18
H5046 H8686
En ik gaf hun te kennen
H3027
de hand
H430
mijns Gods
H834 H1931
, Die
H2896
goed
H5921
over
H637
mij geweest was, als ook
H1697
de woorden
H4428
des konings
H834
, die
H559 H8804
hij tot mij gesproken had
H559 H8799
. Toen zeiden zij
H6965 H8799
: Laat ons op zijn
H1129 H8804
, dat wij bouwen
H2388 H8762
; en zij sterkten
H3027
hun handen
H2896
ten goede.
19
H5571
Als nu Sanballat
H2772
, de Horoniet
H2900
, en Tobia
H5984
, de Ammonietische
H5650
knecht
H1654
, en Gesem
H6163
, de Arabier
H8085 H8799
, dit hoorden
H3932 H8686
, zo bespotten zij
H959 H8799 H5921
ons, en verachtten
H559 H8799
ons; en zij zeiden
H4100
: Wat
H2088
is dit
H1697
voor een ding
H834
, dat
H859
gijlieden
H6213 H8802
doet
H859
? Wilt gijlieden
H5921
tegen
H4428
den koning
H4775 H8802
rebelleren?
20
H7725 H8686
Toen gaf ik
H853
hun
H1697
tot antwoord
H559 H8799
, en zeide
H430
tot hen: God
H8064
van den hemel
H1931
, Die
H6743 H8686
zal het ons doen gelukken
H587
, en wij
H5650
, Zijn knechten
H6965 H8799
, zullen ons opmaken
H1129 H8804
en bouwen
H369
; maar gijlieden hebt geen
H2506
deel
H6666
, noch gerechtigheid
H2146
, noch gedachtenis
H3389
in Jeruzalem.