DSV_Strongs(i)
2
G932
Het Koninkrijk
G3772
der hemelen
G3666 G5681
is gelijk
G444
een zeker
G935
koning
G3748
, die
G846
zijn
G5207
zoon
G1062
een bruiloft
G4160 G5656
bereid had;
3
G2532
En
G649 G5656
zond
G846
zijn
G1401
dienstknechten
G2564 G5772
uit, om de genoden
G1519
ter
G1062
bruiloft
G2564 G5658
te roepen
G2532
; en
G2309 G5707
zij wilden
G3756
niet
G2064 G5629
komen.
4
G3825
Wederom
G649 G5656
zond hij
G243
andere
G1401
dienstknechten
G3004 G5723
uit, zeggende
G2036 G5628
: Zegt
G2564 G5772
den genoden
G2400 G5628
: Ziet
G3450
, ik heb mijn
G712
middagmaal
G2090 G5656
bereid
G3450
; mijn
G5022
ossen
G2532
, en
G4619
de gemeste
G2380 G5772
[beesten] zijn geslacht
G2532
, en
G3956
alle dingen
G2092
zijn gereed
G1205 G5773
; komt
G1519
tot
G1062
de bruiloft.
5
G1161
Maar
G272 G5660
zij, [zulks] niet achtende
G565 G5627
, zijn heengegaan
G3739 G3303
, deze
G1519
tot
G2398
zijn
G68
akker
G3739 G1161
, gene
G1519
tot
G846
zijn
G1711
koopmanschap.
6
G1161
En
G3062
de anderen
G2902 G5660
grepen
G846
zijn
G1401
dienstknechten
G5195 G5656
, deden [hun] smaadheid aan
G2532
, en
G615 G5656
doodden hen.
7
G1161
Als nu
G935
de koning
G191 G5660
[dat] hoorde
G3710 G5681
, werd hij toornig
G2532
, en
G846
zijn
G4753
krijgsheiren
G3992 G5660
zendende
G1565
, heeft die
G5406
doodslagers
G622 G5656
vernield
G2532
, en
G846
hun
G4172
stad
G1714 G5656
in brand gestoken.
8
G5119
Toen
G3004 G5719
zeide hij
G846
tot zijn
G1401
dienstknechten
G1062
: De bruiloft
G2076 G5748
is
G3303
wel
G2092
bereid
G1161
, doch
G2564 G5772
de genoden
G2258 G5713
waren
G3756
het niet
G514
waardig.
9
G3767
Daarom
G4198 G5737
gaat
G1909
op
G1327
de uitgangen
G3598
der wegen
G2532
, en
G3745 G302
zovelen als
G2147 G5632
gij er zult vinden
G2564 G5657
, roept
G1519
ze tot
G1062
de bruiloft.
10
G2532
En
G1565
dezelve
G1401
dienstknechten
G1831 G5631
, uitgaande
G1519
op
G3598
de wegen
G4863 G5627
, vergaderden
G3956
allen
G3745
, die
G2147 G5627
zij vonden
G5037
, beiden
G4190
kwaden
G2532
en
G18
goeden
G2532
; en
G1062
de bruiloft
G4130 G5681
werd vervuld
G345 G5740
met aanzittende [gasten].
11
G1161
En
G935
als de koning
G1525 G5631
ingegaan was
G345 G5740
, om de aanzittende
G2300 G5664
[gasten] te overzien
G1492 G5627
, zag hij
G1563
aldaar
G444
een mens
G3756
, niet
G1746 G5765
gekleed
G1062 G1742
[zijnde] met een bruiloftskleed;
12
G2532
En
G3004 G5719
zeide
G846
tot hem
G2083
: Vriend
G4459
! hoe
G5602
zijt gij hier
G1525 G5627
ingekomen
G3361
, geen
G1062 G1742
bruiloftskleed
G2192 G5723
[aan] hebbende
G1161
? En
G5392 G5681
hij verstomde.
13
G5119
Toen
G2036 G5627
zeide
G935
de koning
G1249
tot de dienaars
G1210 G5660
: Bindt
G846
zijn
G5495
handen
G2532
en
G4228
voeten
G142 G5657
, neemt
G846
hem
G2532
weg, en
G1544 G5628
werpt [hem] uit
G1519
in
G1857
de buitenste
G4655
duisternis
G1563
; daar
G2071 G5704
zal zijn
G2805
wening
G2532
en
G1030
knersing
G3599
der tanden.