Matthew 22:2-14

DSV_Strongs(i)
  2 G932 Het Koninkrijk G3772 der hemelen G3666 G5681 is gelijk G444 een zeker G935 koning G3748 , die G846 zijn G5207 zoon G1062 een bruiloft G4160 G5656 bereid had;
  3 G2532 En G649 G5656 zond G846 zijn G1401 dienstknechten G2564 G5772 uit, om de genoden G1519 ter G1062 bruiloft G2564 G5658 te roepen G2532 ; en G2309 G5707 zij wilden G3756 niet G2064 G5629 komen.
  4 G3825 Wederom G649 G5656 zond hij G243 andere G1401 dienstknechten G3004 G5723 uit, zeggende G2036 G5628 : Zegt G2564 G5772 den genoden G2400 G5628 : Ziet G3450 , ik heb mijn G712 middagmaal G2090 G5656 bereid G3450 ; mijn G5022 ossen G2532 , en G4619 de gemeste G2380 G5772 [beesten] zijn geslacht G2532 , en G3956 alle dingen G2092 zijn gereed G1205 G5773 ; komt G1519 tot G1062 de bruiloft.
  5 G1161 Maar G272 G5660 zij, [zulks] niet achtende G565 G5627 , zijn heengegaan G3739 G3303 , deze G1519 tot G2398 zijn G68 akker G3739 G1161 , gene G1519 tot G846 zijn G1711 koopmanschap.
  6 G1161 En G3062 de anderen G2902 G5660 grepen G846 zijn G1401 dienstknechten G5195 G5656 , deden [hun] smaadheid aan G2532 , en G615 G5656 doodden hen.
  7 G1161 Als nu G935 de koning G191 G5660 [dat] hoorde G3710 G5681 , werd hij toornig G2532 , en G846 zijn G4753 krijgsheiren G3992 G5660 zendende G1565 , heeft die G5406 doodslagers G622 G5656 vernield G2532 , en G846 hun G4172 stad G1714 G5656 in brand gestoken.
  8 G5119 Toen G3004 G5719 zeide hij G846 tot zijn G1401 dienstknechten G1062 : De bruiloft G2076 G5748 is G3303 wel G2092 bereid G1161 , doch G2564 G5772 de genoden G2258 G5713 waren G3756 het niet G514 waardig.
  9 G3767 Daarom G4198 G5737 gaat G1909 op G1327 de uitgangen G3598 der wegen G2532 , en G3745 G302 zovelen als G2147 G5632 gij er zult vinden G2564 G5657 , roept G1519 ze tot G1062 de bruiloft.
  10 G2532 En G1565 dezelve G1401 dienstknechten G1831 G5631 , uitgaande G1519 op G3598 de wegen G4863 G5627 , vergaderden G3956 allen G3745 , die G2147 G5627 zij vonden G5037 , beiden G4190 kwaden G2532 en G18 goeden G2532 ; en G1062 de bruiloft G4130 G5681 werd vervuld G345 G5740 met aanzittende [gasten].
  11 G1161 En G935 als de koning G1525 G5631 ingegaan was G345 G5740 , om de aanzittende G2300 G5664 [gasten] te overzien G1492 G5627 , zag hij G1563 aldaar G444 een mens G3756 , niet G1746 G5765 gekleed G1062 G1742 [zijnde] met een bruiloftskleed;
  12 G2532 En G3004 G5719 zeide G846 tot hem G2083 : Vriend G4459 ! hoe G5602 zijt gij hier G1525 G5627 ingekomen G3361 , geen G1062 G1742 bruiloftskleed G2192 G5723 [aan] hebbende G1161 ? En G5392 G5681 hij verstomde.
  13 G5119 Toen G2036 G5627 zeide G935 de koning G1249 tot de dienaars G1210 G5660 : Bindt G846 zijn G5495 handen G2532 en G4228 voeten G142 G5657 , neemt G846 hem G2532 weg, en G1544 G5628 werpt [hem] uit G1519 in G1857 de buitenste G4655 duisternis G1563 ; daar G2071 G5704 zal zijn G2805 wening G2532 en G1030 knersing G3599 der tanden.
  14 G1063 Want G4183 velen G1526 G5748 zijn G2822 geroepen G1161 , maar G3641 weinigen G1588 uitverkoren.