Job 36

DSV_Strongs(i)
  1 H453 Elihu H3254 H8686 ging nog voort H559 H8799 , en zeide:
  2 H3803 H8761 Verbeid H2191 mij een weinig H2331 H8762 , en ik zal u aanwijzen H3588 , dat H5750 er nog H4405 redenen H433 voor God zijn.
  3 H1843 Ik zal mijn gevoelen H4480 van H7350 verre H5375 H8799 ophalen H6466 H8802 , en mijn Schepper H6664 gerechtigheid H5414 H8799 toewijzen.
  4 H3588 Want H551 voorwaar H4405 , mijn woorden H3808 zullen geen H8267 valsheid H8549 zijn; een, die oprecht H1844 is van gevoelen H5973 , is bij u.
  5 H2005 Zie H410 , God H3524 is geweldig H3988 H8799 , nochtans versmaadt Hij H3808 niet H3524 ; geweldig H3581 is Hij in kracht H3820 des harten.
  6 H7563 Hij laat den goddeloze H3808 niet H2421 H8762 leven H4941 , en het recht H6041 der ellendigen H5414 H8799 beschikt Hij.
  7 H1639 H8799 Hij onttrekt H5869 Zijn ogen H3808 niet H4480 van H6662 den rechtvaardige H4428 , maar met de koningen H3678 zijn zij in den troon H3427 H8686 ; daar zet Hij H5331 hen voor altoos H1361 H8799 , en zij worden verheven.
  8 H518 En zo H631 H8803 zij, gebonden zijnde H2131 in boeien H3920 H8735 , vast gehouden worden H2256 met banden H6040 der ellende;
  9 H5046 H0 Dan geeft Hij H6467 hun hun werk H5046 H8686 te kennen H6588 , en hun overtredingen H3588 , omdat H1396 H8691 zij de overhand genomen hebben;
  10 H1540 H8799 En Hij openbaart H241 het [voor] hunlieder oor H4148 ter tucht H559 H8799 , en zegt H3588 , dat H4480 zij zich van H205 de ongerechtigheid H7725 H8799 bekeren zouden.
  11 H518 Indien H8085 H8799 zij horen H5647 H8799 , en [Hem] dienen H3117 , zo zullen zij hun dagen H3615 H8762 eindigen H2896 in het goede H8141 , en hun jaren H5273 in liefelijkheden.
  12 H518 Maar zo H3808 zij niet H8085 H8799 horen H5674 H0 , zo gaan zij H7973 door het zwaard H5674 H8799 door H1478 H8799 , en zij geven den geest H1097 zonder H1847 kennis.
  13 H3820 En die met het hart H2611 huichelachtig H7760 H0 zijn, leggen H639 toorn H7760 H8799 op H7768 H8762 ; zij roepen H3808 niet H3588 , als H631 H8804 Hij hen gebonden heeft.
  14 H5315 Hun ziel H5290 zal in de jonkheid H4191 H8799 sterven H2416 , en hun leven H6945 onder de schandjongens.
  15 H6041 Hij zal den ellendige H6040 in zijn ellende H2502 H8762 vrijmaken H3906 , en in de onderdrukking H241 zal Hij het [voor] hunlieder oor H1540 H8799 openbaren.
  16 H637 Alzo zou Hij ook H5496 H8689 u afgekeerd hebben H4480 van H6310 den mond H6862 des angstes H7338 [tot] de ruimte H8478 , onder H3808 dewelke geen H4164 benauwing H5183 zou geweest zijn; en het gerecht H7979 uwer tafel H4390 H0 zou vol H1880 vettigheid H4390 H8804 geweest zijn.
  17 H1779 Maar gij hebt het gericht H7563 des goddelozen H4390 H8804 vervuld H1779 ; het gericht H4941 en het recht H8551 H8799 houden [u] vast.
  18 H3588 Omdat H2534 er grimmigheid H6435 is, [wacht] [u], dat Hij u misschien niet H5607 met een klop H5496 H8686 wegstote H7230 ; zodat u een groot H3724 rantsoen H408 er niet H5186 H8686 zou afbrengen.
  19 H7769 Zou Hij uw rijkdom H6186 H8799 achten H3808 , [dat] [gij] niet H1222 in benauwdheid H3605 zoudt zijn; of enige H3981 versterkingen H3581 van kracht?
  20 H7602 H0 Haak H408 niet H7602 H8799 naar H3915 dien nacht H5971 , [als] de volken H8478 van hun plaats H5927 H8800 opgenomen worden.
  21 H8104 H8734 Wacht u H6437 H8799 , wend u H408 niet H413 tot H205 ongerechtigheid H3588 ; overmits H5921 gij ze in H2063 dezen H977 H8804 verkoren hebt H4480 , uit oorzake H6040 van de ellende.
  22 H2005 Zie H410 , God H7682 H8686 verhoogt H3581 door Zijn kracht H4310 ; wie H3384 H8688 is een Leraar H3644 , gelijk Hij?
  23 H4310 Wie H6485 H8804 heeft Hem gesteld H5921 over H1870 Zijn weg H4310 ? Of wie H559 H8804 heeft gezegd H5766 : Gij hebt onrecht H6466 H8804 gedaan?
  24 H2142 H8798 Gedenk H3588 , dat H6467 gij Zijn werk H7679 H8686 groot maakt H834 , hetwelk H582 de lieden H7891 H8790 aanschouwen.
  25 H3605 Alle H120 mensen H2372 H8804 zien het aan H582 ; de mens H5027 H8686 schouwt H4480 [het] van H7350 verre.
  26 H2005 Zie H410 , God H7689 is groot H3045 H8799 , en wij begrijpen H3808 het niet H3808 ; er is ook geen H2714 onderzoeking H4557 van het getal H8141 Zijner jaren.
  27 H3588 Want H1639 H0 Hij trekt H5198 de druppelen H4325 der wateren H1639 H8762 op H4306 , die den regen H108 na zijn damp H2212 H8799 uitgieten;
  28 H834 Welke H7834 de wolken H5140 H8799 uitgieten H5921 , [en] over H120 den mens H7227 overvloediglijk H7491 H8799 afdruipen.
  29 H518   H637 Kan men ook H995 H8799 verstaan H4666 de uitbreidingen H5645 der wolken H8663 , [en] de krakingen H5521 Zijner hutte?
  30 H2005 Zie H6566 H0 , Hij breidt H5921 over H216 hem Zijn licht H6566 H8804 uit H8328 , en de wortelen H3220 der zee H3680 H8765 bedekt Hij.
  31 H3588 Want H1777 H8799 daardoor richt Hij H5971 de volken H5414 H8799 ; Hij geeft H400 spijze H4342 H8688 ten overvloede.
  32 H5921 Met H3709 handen H3680 H8765 bedekt Hij H216 het licht H6680 H0 , en doet H5921 aan H6680 H8762 hetzelve verbod H6293 H8688 door dengene, die tussen doorkomt.
  33 H5046 H8686 H5921 Daarvan verkondigt H7452 Zijn geklater H4735 , [en] het vee H637 ; ook H5921 van H5927 H8802 den opgaanden [damp].