DSV_Strongs(i)
1
H5650
Ziet, Mijn Knecht
H8551 H8799
, Dien Ik ondersteun
H972
, Mijn Uitverkorene
H5315
, [in] [Denwelken] Mijn ziel
H7521 H8804
een welbehagen heeft
H7307
! Ik heb Mijn geest
H5414 H8804
op Hem gegeven
H4941
; Hij zal het recht
H1471
den heidenen
H3318 H8686
voortbrengen.
2
H6817 H8799
Hij zal niet schreeuwen
H5375 H8799
, noch Zijn [stem] verheffen
H6963
, noch Zijn stem
H2351
op de straat
H8085 H8686
horen laten.
3
H7533 H8803
Het gekrookte
H7070
riet
H7665 H8799
zal Hij niet verbreken
H3544
, en de rokende
H6594
vlaswiek
H3518 H8762
zal Hij niet uitblussen
H571
; met waarheid
H4941
zal Hij het recht
H3318 H8686
voortbrengen.
4
H3543 H8799
Hij zal niet verdonkerd worden
H7533 H8799
, en Hij zal niet verbroken worden
H4941
, totdat Hij het recht
H776
op aarde
H7760 H8799
zal hebben besteld
H339
; en de eilanden
H8451
zullen naar Zijn leer
H3176 H8762
wachten.
5
H559 H8804
Alzo zegt
H410
God
H3068
, de HEERE
H8064
, Die de hemelen
H1254 H8802
geschapen
H5186 H8802
, en dezelve uitgebreid heeft
H776
, Die de aarde
H7554 H8802
uitgespannen heeft
H6631
, en wat daaruit voortkomt
H5971
; Die den volke
H5397
, [dat] daarop is, den adem
H5414 H8802
geeft
H7307
, en den geest
H1980 H8802
dengenen, die daarop wandelen:
6
H3068
Ik, de HEERE
H7121 H8804
, heb u geroepen
H6664
in gerechtigheid
H3027
, en Ik zal [u] bij uw hand
H2388 H8686
grijpen
H5341 H8799
; en Ik zal u behoeden
H5414 H8799
, en Ik zal u geven
H1285
tot een Verbond
H5971
des volks
H216
, tot een Licht
H1471
der heidenen.
7
H6491 H8800
Om te openen
H5787
de blinde
H5869
ogen
H616
, om de gebondenen
H3318 H8687
uit te voeren
H4525
uit de gevangenis
H3608 H1004
, [en] uit het gevangenhuis
H2822
, die in duisternis
H3427 H8802
zitten.
8
H3068
Ik ben de HEERE
H8034
, dat is Mijn Naam
H3519
; en Mijn eer
H312
zal Ik geen anderen
H5414 H8799
geven
H8416
, noch Mijn lof
H6456
den gesneden beelden.
9
H7223
Ziet, de voorgaande dingen
H935 H8804
zijn gekomen
H2319
, en nieuwe dingen
H5046 H8688
verkondig Ik
H6779 H8799
; eer dat zij uitspruiten
H8085 H8686
, doe Ik ulieden die horen.
10
H7891 H8798
Zingt
H3068
den HEERE
H2319
een nieuw
H7892
lied
H8416
, Zijn lof
H7097
van het einde
H776
der aarde
H3220
; gij, die ter zee
H3381 H8802
vaart
H4393
, en al wat daarin
H339
is, gij eilanden
H3427 H8802
en hun inwoners.
11
H4057
Laat de woestijn
H5892
en haar steden
H5375 H8799
[de] [stem] verheffen
H2691
, met de dorpen
H6938
, [die] Kedar
H3427 H8799
bewoont
H7442 H8799
; laat hen juichen
H5553
, die in de rotsstenen
H3427 H8802
wonen
H7218
, [en] van den top
H2022
der bergen
H6681 H8799
af schreeuwen.
12
H3068
Laat ze den HEERE
H3519
de eer
H7760 H8799
geven
H8416
, en Zijn lof
H339
in de eilanden
H5046 H8686
verkondigen.
13
H3068
De HEERE
H3318 H8799
zal uittrekken
H1368
als een held
H7068
; Hij zal den ijver
H5782 H8686
opwekken
H376 H4421
als een krijgsman
H7321 H8686
; Hij zal juichen
H6873 H8686
, ja, Hij zal een groot getier maken
H341 H8802
; Hij zal Zijn vijanden
H1396 H8691
overweldigen.
14
H5769
Ik heb van ouds
H2814 H8689
gezwegen
H2790 H8686
, Ik heb Mij stil gehouden
H662 H8691
[en] Mij ingehouden
H6463 H8799
; Ik zal uitschreeuwen
H3205 H8802
, als een, die baart
H5395 H8799 H8676 H8074 H8799
, Ik zal ze verwoesten
H3162
, en te zamen
H7602 H8799
opslokken.
15
H2022
Ik zal bergen
H1389
en heuvelen
H2717 H8686
woest maken
H6212
, en al hun gras
H3001 H8686
zal Ik doen verdorren
H5104
; en Ik zal de rivieren
H339
tot eilanden
H7760 H8804
maken
H98
, en de poelen
H3001 H8686
uitdrogen.
16
H5787
En Ik zal de blinden
H3212 H8689
leiden
H1870
door den weg
H3045 H8804
, [dien] zij niet geweten hebben
H1869 H8686
, Ik zal ze doen treden
H5410
door de paden
H3045 H8804
, [die] zij niet geweten hebben
H4285
; Ik zal de duisternis
H6440
voor hun aangezicht
H216
ten licht
H7760 H8799
maken
H4625
, en het kromme
H4334
tot recht
H1697
; deze dingen
H6213 H8804
zal Ik hun doen
H5800 H8804
, en Ik zal hen niet verlaten.
17
H6459
[Maar] die zich op gesneden beelden
H982 H8802
verlaten
H4541
, die tot de gegoten beelden
H559 H8802
zeggen
H430
: Gij zijt onze goden
H268
; die zullen achterwaarts
H5472 H8738
keren
H1322
, [en] met schaamte
H954 H8799
beschaamd worden.
18
H8085 H8798
Hoort
H2795
, gij doven
H5027 H8685
! en schouwt aan
H5787
, gij blinden
H7200 H8800
! om te zien.
19
H5787
Wie is er blind
H5650
als Mijn knecht
H2795
, en doof
H4397
, gelijk Mijn bode
H7971 H8799
, [dien] Ik zende
H5787
? Wie is blind
H7999 H8794
, gelijk de volmaakte
H5787
, en blind
H5650
, gelijk de knecht
H3068
des HEEREN?
20
H7200 H8800 H8675 H7200 H8804
Gij ziet
H7227
[wel] veel dingen
H8104 H8799
, maar gij bewaart
H241
ze niet; of [schoon] hij de oren
H6491 H8800
opendoet
H8085 H8799
, zo hoort hij toch niet.
21
H3068
De HEERE
H2654 H8804
had lust
H6664
[aan] [hem], om Zijner gerechtigheid
H1431 H8686
wil; Hij maakte [hem] groot
H8451
[door] de wet
H142 H8686
, en Hij maakte [hem] heerlijk.
22
H962 H8803
Maar [nu] is het een beroofd
H8154 H8803
en geplunderd
H5971
volk
H6351 H8687
; zij zijn allen verstrikt
H2352 H8676 H970
in de holen
H2244 H8717
, en verstoken
H3608 H1004
in de gevangenhuizen
H957
; zij zijn tot een roof
H5337 H8688
geworden, en er is niemand, die ze redt
H4933
; [tot] een plundering
H559 H8802
, en niemand zegt
H7725 H8685
: Geeft [ze] weder.
23
H238 H8686
Wie onder ulieden neemt zulks ter oren
H7181 H8686
? [Wie] merkt op
H8085 H8799
en hoort
H268
, wat hierna zijn zal?
24
H3290
Wie heeft Jakob
H4933 H8675 H4882
tot een plundering
H5414 H8804
overgegeven
H3478
, en Israel
H962 H8802
den rovers
H3068
? Is het niet de HEERE
H2098
, Hij, tegen Wien
H2398 H8804
wij gezondigd hebben
H14 H8804
? Want zij wilden
H1980 H8800
niet wandelen
H1870
in Zijn wegen
H8085 H8804
, en zij hoorden
H8451
niet naar Zijn wet.
25
H8210 H8799
Daarom heeft Hij over hen uitgestort
H2534
de grimmigheid
H639
Zijns toorns
H5807
en de macht
H4421
des oorlogs
H5439
; en Hij heeft ze rondom
H3857 H8762
in vlam gezet
H3045 H8804
, doch zij merken
H1197 H8799
het niet; en Hij heeft ze in brand gestoken
H7760 H8799
, doch zij nemen
H3820
het niet ter harte.