1 Chronicles 28:1-21

DSV_Strongs(i)
  1 H6950 H8686 Toen vergaderde H1732 David H413 te H3389 Jeruzalem H3605 alle H8269 oversten H3478 van Israel H8269 , de oversten H7626 der stammen H8269 , en de oversten H4256 der verdelingen H4428 , den koning H8334 H8764 dienende H8269 , en de oversten H505 der duizenden H8269 , en de oversten H3967 der honderden H8269 , en de oversten H3605 van alle H7399 have H4735 en vee H4428 des konings H1121 en zijner zonen H5973 , met H5631 de kamerlingen H1368 , en de helden H3605 , ja, allen H2428 kloeken held.
  2 H4428 En de koning H1732 David H6965 H8799 stond H5921 op H7272 zijn voeten H559 H8799 , en hij zeide H8085 H8798 : Hoort H251 mij, mijn broeders H5971 , en mijn volk H589 ! Ik H5973 had in H3824 mijn hart H1004 een huis H4496 der rust H727 voor de ark H1285 des verbonds H3068 des HEEREN H1129 H8800 te bouwen H1916 , en voor de voetbank H7272 der voeten H430 onzes Gods H3559 H8689 , en ik heb gereedschap gemaakt H1129 H8800 om te bouwen.
  3 H430 Maar God H559 H8804 heeft tot mij gezegd H8034 : Gij zult Mijn Naam H3808 geen H1004 huis H1129 H8799 bouwen H3588 , want H859 gij H376 H4421 zijt een krijgsman H1818 , en gij hebt veel bloeds H8210 H8804 vergoten.
  4 H3068 Nu heeft mij de HEERE H430 , de God H3478 Israels H977 H8799 , verkoren H4480 uit H1 mijns vaders H3605 ganse H1004 huis H4428 , dat ik tot koning H5921 over H3478 Israel H1961 H8800 wezen zou H5769 in eeuwigheid H3588 ; want H3063 Hij heeft Juda H5057 tot een voorganger H977 H8804 verkoren H1 , en mijns vaders H1004 huis H1004 in het huis H3063 van Juda H1121 ; en onder de zonen H1 mijns vaders H7521 H8804 heeft Hij een welgevallen aan mij gehad H4427 H8687 , dat Hij mij ten koning maakte H5921 over H3605 gans H3478 Israel.
  5 H4480 En uit H3605 al H1121 mijn zonen H3068 (want de HEERE H7227 heeft mij vele H1121 zonen H5414 H8804 gegeven H1121 ) zo heeft Hij mijn zoon H8010 Salomo H977 H8799 verkoren H3427 H8800 , dat hij zitten zou H5921 op H3678 den stoel H4438 des koninkrijks H3068 des HEEREN H5921 over H3478 Israel.
  6 H559 H8799 En Hij heeft tot mij gezegd H1121 : Uw zoon H8010 Salomo H1931 , die H1004 zal Mijn huis H2691 en Mijn voorhoven H1129 H8799 bouwen H3588 ; want H977 H8804 Ik heb hem Mij uitverkoren H1121 tot een zoon H589 , en Ik H1 zal hem tot een Vader zijn.
  7 H4438 En Ik zal zijn koninkrijk H3559 H8689 bevestigen H5704 tot in H5769 eeuwigheid H518 , indien H2388 H8799 hij sterk wezen zal H4687 , om Mijn geboden H4941 en Mijn rechten H6213 H8800 te doen H2088 , gelijk te dezen H3117 dage.
  8 H6258 Nu dan H5869 , voor de ogen H3605 van het ganse H3478 Israel H6951 , de gemeente H3068 des HEEREN H241 , en voor de oren H430 onzes Gods H8104 H8798 , houdt H1875 H8798 en zoekt H3605 al H4687 de geboden H3068 des HEEREN H430 , uws Gods H4616 ; opdat H2896 gijlieden dit goede H776 land H3423 H8799 erfelijk bezit H1121 , en uw kinderen H310 na H5704 u tot in H5769 eeuwigheid H5157 H8689 doet erven.
  9 H589 En gij H1121 , mijn zoon H8010 Salomo H3045 H8798 , ken H430 den God H1 uws vaders H5647 H8798 , en dien H8003 Hem met een volkomen H3820 hart H2655 en met een willige H5315 ziel H3588 ; want H3068 de HEERE H1875 H8802 doorzoekt H3605 alle H3824 harten H995 H8688 , en Hij verstaat H3605 al H3336 het gedichtsel H4284 der gedachten H518 ; indien H1875 H8799 gij Hem zoekt H4672 H8735 , Hij zal van u gevonden worden H518 ; maar indien H5800 H8799 gij Hem verlaat H5703 , Hij zal u tot in eeuwigheid H2186 H8686 verstoten.
  10 H7200 H0 Zie H6258 nu H7200 H8798 toe H3588 , want H3068 de HEERE H977 H8804 heeft u verkoren H1004 , dat gij een huis H4720 ten heiligdom H1129 H8800 bouwt H2388 H8798 ; wees sterk H6213 H8798 , en doe het.
  11 H1732 En David H5414 H8799 gaf H1121 zijn zoon H8010 Salomo H8403 een voorbeeld H197 van het voorhuis H1004 , met zijn behuizingen H1597 , en zijn schatkameren H5944 , en zijn opperzalen H6442 H2315 , en zijn binnenkameren H1004 , en van het huis H3727 des verzoendeksels;
  12 H8403 En een voorbeeld H3605 van alles H834 , wat H5973 bij H7307 hem door den Geest H1961 H8804 was H2691 , [namelijk] van de voorhoven H1004 van het huis H3068 des HEEREN H3605 , en van alle H3957 kameren H5439 rondom H214 ; tot de schatten H1004 van het huis H430 Gods H214 , en tot de schatten H6944 der heilige dingen;
  13 H4256 En van de verdelingen H3548 der priesteren H3881 en der Levieten H3605 , en van alle H4399 werk H5656 van den dienst H1004 van het huis H3068 des HEEREN H3605 , en van alle H3627 vaten H5656 van den dienst H1004 van het huis H3068 des HEEREN.
  14 H2091 Het goud H4948 H2091 [gaf] [hij] naar het goudgewicht H3605 , tot alle H3627 vaten H5656 van elken dienst H3605 ; [ook] [zilver] tot alle H3701 zilveren H3627 vaten H4948 bij gewicht H3605 , tot al H3627 de vaten H5656 van elken dienst;
  15 H4948 En het gewicht H2091 tot de gouden H4501 kandelaars H2091 , en hun gouden H5216 lampen H4948 , naar het gewicht H4501 van elken kandelaar H5216 en zijn lampen H3701 ; ook tot de zilveren H4501 kandelaars H4948 , naar het gewicht H4501 van een kandelaar H5216 en zijn lampen H5656 , naar den dienst H4501 van elken kandelaar.
  16 H2091 Ook [gaf] [hij] het goud H4948 naar het gewicht H7979 tot de tafelen H4635 der toerichting H7979 , tot elke tafel H3701 , en het zilver H3701 tot de zilveren H7979 tafelen;
  17 H2889 En louter H2091 goud H4207 tot de krauwelen H4219 , en tot de sprengbekkens H7184 , en tot de schotelen H2091 , en tot gouden H3713 bekers H4948 , het gewicht H3713 tot elken beker H3701 , desgelijks tot zilveren H3713 bekers, tot elken beker H4948 het gewicht;
  18 H4196 H7004 En tot het reukaltaar H2212 H8794 gelouterd H2091 goud H4948 in gewicht H2091 ; en goud H8403 tot het voorbeeld H4818 des wagens H3742 , [te] [weten] der cherubim H6566 H8802 , die [de] [vleugels] zouden uitbreiden H727 , en de ark H1285 des verbonds H3068 des HEEREN H5526 H8802 H5921 overdekken.
  19 H3605 Dit alles H5921 heeft men mij H3791 , [zeide] [David], bij geschrift H7919 H8689 te verstaan gegeven H4480 van H3027 de hand H3068 des HEEREN H3605 , [te] [weten] al H4399 de werken H8403 dezes voorbeelds.
  20 H1732 En David H559 H8799 zeide H1121 tot zijn zoon H8010 Salomo H2388 H8798 : Wees sterk H553 H8798 , en heb goeden moed H6213 H8798 , en doe H3372 H8799 het, vrees H408 niet H2865 H0 , en wees H408 niet H2865 H8735 verslagen H3588 ; want H3068 de HEERE H430 God H430 , mijn God H5973 , zal met H3808 u zijn; Hij zal u niet H7503 H8686 begeven H3808 , en Hij zal u niet H5800 H8799 verlaten H5704 , totdat H3605 gij al H4399 het werk H5656 tot den dienst H1004 van het huis H3068 des HEEREN H3615 H8800 zult volbracht hebben.
  21 H2009 En zie H4256 , daar zijn de verdelingen H3548 der priesteren H3881 en der Levieten H3605 , tot allen H5656 dienst H1004 van het huis H430 Gods H5973 ; en bij H3605 u zijn tot alle H4399 werk H3605 allerlei H5081 vrijwilligen H2451 , met wijsheid H3605 tot allen H5656 dienst H8269 , ook de vorsten H3605 , en het ganse H5971 volk H3605 , [bereid] tot al H1697 uw bevelen.