10
H7637
Maar de zevende
H3117
dag
H7676
is de sabbat
H3068
des HEEREN
H430
uws Gods
H4399
; [dan] zult gij geen werk
H6213 H8799
doen
H1121
, gij, noch uw zoon
H1323
, noch uw dochter
H5650
, [noch] uw dienstknecht
H519
, noch uw dienstmaagd
H929
, noch uw vee
H1616
, noch uw vreemdeling
H8179
, die in uw poorten is;
Exodus 20:10 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 2:2-3
Exodus 16:27-28
Exodus 23:9-12
9
H1616
Gij zult ook den vreemdeling
H3905 H8799
niet onderdrukken
H3045 H8804
; want gij kent
H5315
het gemoed
H1616
des vreemdelings
H3588
, dewijl
H1616
gij vreemdelingen
H776 H4714
geweest zijt in Egypteland.
10
H8337
Gij zult ook zes
H8141
jaar
H776
uw land
H2232 H8799
bezaaien
H8393
, en deszelfs inkomst
H622 H8804
verzamelen;
11
H7637
Maar in het zevende
H8058 H8799
zult gij het rusten
H5203 H8804
en stil liggen
H34
laten, dat de armen
H5971
uws volks
H398 H8804
mogen eten
H3499
, en het overige
H2416
daarvan de beesten
H7704
des velds
H398 H8799
eten mogen
H6213 H8799
; alzo zult gij [ook] doen
H3754
met uw wijngaard
H2132
, [en] met uw olijfbomen.
Exodus 31:13
13
H1696 H8761
Gij nu, spreek
H1121
tot de kinderen
H3478
Israels
H559 H8800
, zeggende
H389
: Gij zult evenwel
H7676
mijn sabbatten
H8104 H8799
onderhouden
H226
; want dit is een teken
H1755
tussen Mij en tussen ulieden, bij uw geslachten
H3045 H8800
; opdat men wete
H3068
, dat Ik de HEERE
H6942 H8764
ben, Die u heilige.
Exodus 34:21
Numbers 15:32-36
32
H1121
Als nu de kinderen
H3478
Israels
H4057
in de woestijn
H4672 H8799
waren, zo vonden zij
H376
een man
H6086
, hout
H7197 H8781
lezende
H7676 H3117
op den sabbatdag.
33
H4672 H8802
En die hem vonden
H6086
, hout
H7197 H8781
lezende
H7126 H8686
, brachten
H4872
hem tot Mozes
H175
, en tot Aaron
H5712
, en tot de ganse vergadering.
34
H3240 H8686
En zij stelden
H4929
hem in bewaring
H6567 H8795
; want het was niet verklaard
H6213 H8735
, wat hem gedaan zou worden.
Deuteronomy 5:14-15
14
H7637
Maar de zevende
H3117
dag
H7676
is de sabbat
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H4399
; [dan] zult gij geen werk
H6213 H8799
doen
H1121
, gij, noch uw zoon
H1323
, noch uw dochter
H5650
, noch uw dienstknecht
H519
, noch uw dienstmaagd
H7794
, noch uw os
H2543
, noch uw ezel
H929
, noch enig van uw vee
H1616
, noch de vreemdeling
H8179
, die in uw poorten
H5650
is; opdat uw dienstknecht
H519
, en uw dienstmaagd
H5117 H8799
ruste, gelijk als gij.
15
H2142 H8804
Want gij zult gedenken
H5650
, dat gij een dienstknecht
H776 H4714
in Egypteland
H3068
geweest zijt, en dat de HEERE
H430
, uw God
H3318 H8686
, u van daar heeft uitgeleid
H2389
door een sterke
H3027
hand
H5186 H8803
en een uitgestrekten
H2220
arm
H3068
; daarom heeft u de HEERE
H430
, uw God
H6680 H8765
, geboden
H7676 H3117
, dat gij den sabbatdag
H6213 H8800
houden zult.
Deuteronomy 16:11-12
11
H8055 H8804
En gij zult vrolijk zijn
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, uws Gods
H1121
, gij, en uw zoon
H1323
, en uw dochter
H5650
, en uw dienstknecht
H519
, en uw dienstmaagd
H3881
, en de Leviet
H8179
, die in uw poorten
H1616
is, en de vreemdeling
H3490
, en de wees
H490
, en de weduwe
H7130
, die in het midden
H4725
van u zijn; in de plaats
H3068
, die de HEERE
H430
, uw God
H977 H8799
, zal verkiezen
H8034
, om Zijnen Naam
H7931 H8763
aldaar te doen wonen.
Deuteronomy 24:14-22
14
H6041
Gij zult den armen
H34
en nooddruftigen
H7916
dagloner
H6231 H8799
niet verdrukken
H251
, die uit uw broederen
H1616
is, of uit uw vreemdelingen
H776
, die in uw land
H8179
en in uw poorten zijn.
15
H3117
Op zijn dag
H7939
zult gij zijn loon
H5414 H8799
geven
H8121
, en de zon
H935 H8799
zal daarover niet ondergaan
H6041
; want hij is arm
H5315
, en zijn ziel
H5375 H8802
verlangt
H7121 H8799
daarnaar; dat hij tegen u niet roepe
H3068
tot den HEERE
H2399
, en zonde in u zij.
16
H1
De vaders
H4191 H8714
zullen niet gedood worden
H1121
voor de kinderen
H1121
, en de kinderen
H4191 H8714
zullen niet gedood worden
H1
voor de vaders
H376
; een ieder
H2399
zal om zijn zonde
H4191 H8714
gedood worden.
17
H4941
Gij zult het recht
H1616
van den vreemdeling
H3490
[en] van den wees
H5186 H8686
niet buigen
H899
, en gij zult het kleed
H490
der weduwe
H2254 H8799
niet te pand nemen.
18
H2142 H8804
Maar gij zult gedenken
H5650
, dat gij een knecht
H4714
in Egypte
H3068
geweest zijt, en de HEERE
H430
, uw God
H6299 H8799
, heeft u van daar verlost
H6680 H8764
; daarom gebiede ik
H1697
u deze zaak
H6213 H8800
te doen.
19
H7105
Wanneer gij uw oogst
H7704
op uw akker
H7114 H8799
afgeoogst
H6016
, en een garf
H7704
op den akker
H7911 H8804
vergeten zult hebben
H7725 H8799
, zo zult gij niet wederkeren
H3947 H8800
, om die op te nemen
H1616
; voor den vreemdeling
H3490
, voor den wees
H490
en voor de weduwe
H3068
zal zij zijn; opdat u de HEERE
H430
, uw God
H1288 H8762
, zegene
H4639
, in al het werk
H3027
uwer handen.
20
H2132
Wanneer gij uw olijfboom
H2251 H8799
zult geschud hebben
H6286 H0
, zo zult gij de takken
H310
achter
H6286 H8762
u niet nauw doorzoeken
H1616
; voor den vreemdeling
H3490
, voor den wees
H490
en voor de weduwe zal het zijn.
Nehemiah 10:31
31
H5971
Ook als de volken
H776
des lands
H4728
waren
H3605
en alle
H7668
koren
H7676 H3117
op den sabbatdag
H4376 H8800
ten verkoop
H935 H8688
brengen
H7676
, dat wij op den sabbat
H6944
, of op een [anderen] heiligen
H3117
dag
H4480
van
H3808
hen niet
H3947 H8799
zouden nemen
H7637
; en dat wij het zevende
H8141
jaar
H5203 H8799
zouden vrij laten
H3605 H3027
, mitsgaders allerhande
H4853
bezwaarnis.
Nehemiah 13:15-21
15
H1931
In dezelfde
H3117
dagen
H7200 H8804
zag ik
H3063
in Juda
H1660
, die persen
H1869 H8802
traden
H7676
op den sabbat
H6194
, en die garven
H935 H8688
inbrachten
H5921
, die zij op
H2543
ezels
H6006 H8802
laadden
H637
; als ook
H3196
wijn
H6025
, druiven
H8384
en vijgen
H3605
, en allen
H4853
last
H3389
, dien zij te Jeruzalem
H935 H8688
inbrachten
H7676 H3117
op den sabbatdag
H5749 H8686
; en ik betuigde
H3117
[tegen] [hen] ten dage
H6718
, als zij eetwaren
H4376 H8800
verkochten.
16
H3427 H0
Daar waren
H6876
ook Tyriers
H3427 H8804
binnen
H1709 H8675 H1709
, die vis
H935 H8688
aanbrachten
H3605
, en alle
H4377
koopwaren
H7676
, die zij op den sabbat
H4376 H8802
verkochten
H1121
aan de kinderen
H3063
van Juda
H3389
en te Jeruzalem.
17
H7378 H8799
Zo twistte ik
H2715
met de edelen
H3063
van Juda
H559 H8799
, en zeide
H4100
tot hen: Wat
H7451
voor een boos
H1697
ding
H2088
is dit
H834
, dat
H859
gijlieden
H6213 H8802
doet
H2490 H8764
, en ontheiligt
H7676 H3117
den sabbatdag?
18
H6213 H8804
Deden
H3808
niet
H1
uw vaders
H3541
alzo
H430
, en onze God
H935 H8686
bracht
H3605
al
H2063
dit
H7451
kwaad
H5921
over
H5921
ons en over
H2063
deze
H5892
stad
H859
? En gijlieden
H935 H8686
maakt
H2740
de hittige gramschap
H3254 H8688
nog meer
H5921
over
H3478
Israel
H2490 H8763
, ontheiligende
H7676
den sabbat.
19
H1961 H8799
Het geschiedde
H834
nu, als
H8179
de poorten
H3389
van Jeruzalem
H6751 H8804
schaduw gaven
H6440
, voor
H7676
den sabbat
H559 H8799
, dat ik bevel gaf
H1817
, en de deuren
H5462 H8735
werden gesloten
H559 H8799
; en ik beval
H834
, dat
H3808
zij ze niet
H6605 H8799
zouden opendoen
H5704
tot
H310
na
H7676
den sabbat
H5975 H8689
; en ik stelde
H4480
van
H5288
mijn jongens
H5921
aan
H8179
de poorten
H3808
, [opdat] [er] geen
H4853
last
H935 H8799
zou inkomen
H7676 H3117
op den sabbatdag.
20
H3885 H8799
Toen vernachtten
H7402 H8802
de kramers
H4376 H8802
, en de verkopers
H3605
van alle
H4465
koopwaren
H4480 H2351
, buiten
H3389
voor Jeruzalem
H6471
, eens
H8147
of tweemaal.
21
H5749 H8686
Zo betuigde ik
H413
tegen
H559 H8799
hen, en zeide
H4069
tot hen: Waarom
H3885 H8801
vernacht
H859
gijlieden
H5048
tegenover
H2346
den muur
H518
? Zo
H8138 H8799
gij het weder doet
H3027
, zal ik de hand
H7971 H8799
aan u slaan
H4480
. Van
H1931
dien
H6256
tijd
H935 H8804
af kwamen zij
H3808
niet
H7676
op den sabbat.