Ecclesiastes 5:2 Cross References - DSV_Strongs

  2 H926 H8762 [05:1] Wees niet te snel H6310 met uw mond H3820 , en uw hart H4116 H8762 haaste H1697 niet een woord H3318 H8687 voort te brengen H430 voor Gods H6440 aangezicht H430 ; want God H8064 is in den hemel H776 , en gij zijt op de aarde H1697 ; daarom laat uw woorden H4592 weinig zijn.

Genesis 18:27

  27 H85 En Abraham H6030 H8799 antwoordde H559 H8799 en zeide H2009 : Zie H4994 toch H2974 H8689 ; ik heb mij onderwonden H1696 H8763 te spreken H413 tot H136 den Heere H595 , hoewel ik H6083 stof H665 en as [ben]!

Genesis 18:30

  30 H559 H8799 Voorts zeide hij H4994 : Dat toch H136 de Heere H408 niet H2734 H8799 ontsteke H1696 H8762 , dat ik spreke H194 ; misschien H8033 zullen aldaar H7970 dertig H4672 H8735 gevonden worden H559 H8799 ! En Hij zeide H3808 : Ik zal het niet H6213 H8799 doen H518 , zo H8033 Ik aldaar H7970 dertig H4672 H8799 zal vinden.

Genesis 18:32

  32 H559 H8799 Nog zeide hij H4994 : Dat toch H136 de Heere H408 niet H2734 H8799 ontsteke H389 , dat ik alleenlijk H6471 ditmaal H1696 H8762 spreke H194 : misschien H8033 zullen er H6235 tien H4672 H8735 gevonden worden H559 H8799 . En Hij zeide H3808 : Ik zal haar niet H7843 H8686 verderven H6235 om der tienen wil.

Genesis 28:20

  20 H3290 En Jakob H5087 H8799 beloofde H5088 een gelofte H559 H8800 , zeggende H518 : Wanneer H430 God H5978 met H1961 H8799 mij geweest zal zijn H8104 H8804 , en mij behoed zal hebben H2088 op dezen H1870 weg H834 , dien H595 ik H1980 H8802 reize H5414 H8804 , en mij gegeven zal hebben H3899 brood H398 H8800 om te eten H899 , en klederen H3847 H8800 om aan te trekken;

Genesis 28:22

  22 H2063 En deze H68 steen H834 , dien H4676 ik tot een opgericht teken H7760 H8804 gezet heb H1004 , zal een huis H430 Gods H1961 H8799 wezen H3605 , en van alles H834 , wat H5414 H8799 Gij mij geven zult H6237 H8763 , zal ik U voorzeker H6237 H8762 de tienden geven!

Numbers 30:2-5

  2 H376 Wanneer een man H3068 den HEERE H5088 een gelofte H5087 H8799 zal beloofd H7621 , of een eed H7650 H8736 zal gezworen hebben H5315 , zijn ziel H632 met een verbintenis H631 H8800 verbindende H1697 , zijn woord H2490 H8686 zal hij niet ontheiligen H6310 ; naar alles, wat uit zijn mond H3318 H8802 gegaan is H6213 H8799 , zal hij doen.
  3 H802 Maar als een vrouw H3068 den HEERE H5088 een gelofte H5087 H8799 zal beloofd hebben H632 , en zich met een verbintenis H1004 in het huis H1 haars vaders H5271 in haar jonkheid H631 H8804 zal verbonden hebben;
  4 H1 En haar vader H5088 haar gelofte H632 , en haar verbintenis H5315 , waarmede zij haar ziel H631 H8804 verbonden heeft H8085 H8804 , zal horen H1 , en haar vader H2790 H8689 tegen haar zal stilzwijgen H5088 , zo zullen al haar geloften H6965 H8804 bestaan H632 , en alle verbintenis H5315 , waarmede zij haar ziel H631 H8804 verbonden heeft H6965 H8799 , zal bestaan.
  5 H1 Maar indien haar vader H5106 H8689 dat zal breken H3117 , ten dage H8085 H8800 als hij het hoort H5088 , al haar geloften H632 , en haar verbintenissen H5315 , waarmede zij haar ziel H631 H8804 verbonden heeft H6965 H8799 , zullen niet bestaan H3068 ; maar de HEERE H5545 H8799 zal het haar vergeven H1 ; want haar vader H5106 H8689 heeft ze haar doen breken.

Judges 11:30

  30 H3316 En Jeftha H5087 H8799 beloofde H3068 den HEERE H5088 een gelofte H559 H8799 , en zeide H518 : Indien H1121 Gij de kinderen H5983 Ammons H5414 H8800 ganselijk H3027 in mijn hand H5414 H8799 zult geven;

1 Samuel 14:24-45

  24 H376 En de mannen H3478 van Israel H5065 H8738 werden mat H1931 te dien H3117 dage H7586 ; want Saul H5971 had het volk H422 H8686 bezworen H559 H8800 , zeggende H779 H8803 : Vervloekt H376 zij de man H438 , die H3899 spijze H398 H8799 eet H5704 tot aan H6153 den avond H4480 , opdat ik mij aan H341 H8802 mijn vijanden H5358 H8738 wreke H2938 H8804 ! Daarom proefde H3605 dat ganse H5971 volk H3808 geen H3899 spijs.
  25 H3605 En het ganse H776 volk H935 H8804 kwam H3293 in een woud H1961 H8799 ; en daar was H1706 honig H5921 H6440 op H7704 het veld.
  26 H5971 Toen het volk H413 in H3293 het woud H935 H8799 kwam H2009 , ziet H1706 H1982 , zo was er een honigvloed H369 ; maar niemand H5381 H8688 raakte H3027 met zijn hand H413 aan H6310 zijn mond H3588 , want H5971 het volk H3372 H8804 vreesde H7621 de bezwering.
  27 H3129 Maar Jonathan H3808 had het niet H8085 H8804 gehoord H1 , toen zijn vader H5971 het volk H7650 H8687 bezworen had H7971 H8799 , en hij reikte H7097 het einde H4294 van den staf H834 uit, die H3027 in zijn hand H2881 H8799 was, en hij doopte H853 denzelven H3295 H1706 in een honigraat H3027 ; als hij nu zijn hand H413 tot H6310 zijn mond H7725 H8686 wendde H5869 , zo werden zijn ogen H215 H8799 verlicht.
  28 H6030 H8799 Toen antwoordde H376 een man H4480 uit H5971 het volk H559 H8799 , en zeide H1 : Uw vader H5971 heeft het volk H7650 H8687 zwaarlijk H7650 H8689 bezworen H559 H8800 , zeggende H779 H8803 : Vervloekt H376 zij de man H834 , die H3117 heden H3899 brood H398 H8799 eet H5774 H8799 ! Daarom bezwijkt H5971 het volk.
  29 H559 H8799 Toen zeide H3129 Jonathan H1 : Mijn vader H776 heeft het land H5916 H8804 beroerd H7200 H8798 ; zie H4994 toch H3588 , hoe H5869 mijn ogen H215 H8804 verlicht zijn H3588 , omdat H4592 ik een weinig H2088 van dezen H1706 honig H2938 H8804 gesmaakt heb;
  30 H3588   H637 H3808 Hoe veel meer H3863 , indien H5971 het volk H3117 heden H398 H8800 had mogen vrijelijk H398 H8804 eten H4480 van H7998 den buit H341 H8802 zijner vijanden H834 , dien H4672 H8804 het gevonden heeft H3588 ! Maar H6258 nu H4347 is die slag H3808 niet H7235 H8804 groot geweest H6430 over de Filistijnen.
  31 H5221 H8686 Doch zij sloegen H1931 te dien H3117 dage H6430 de Filistijnen H4480 van H4363 Michmas H357 tot Ajalon H5971 ; en het volk H3966 was zeer H5774 H8799 moede.
  32 H5860 H8799 H6213 H8799 Toen maakte zich H5971 het volk H413 aan H7998 den buit H3947 H8799 , en zij namen H6629 schapen H1241 , en runderen H1121 , en kalveren H7819 H8799 , en zij slachtten H776 ze tegen de aarde H5971 ; en het volk H398 H8799 at H5921 ze met H1818 het bloed.
  33 H5046 H8686 En men boodschapte H7586 het Saul H559 H8800 , zeggende H2009 : Zie H5971 , het volk H2398 H8802 verzondigt zich H3068 aan den HEERE H398 H8800 , etende H5921 met H1818 het bloed H559 H8799 . En hij zeide H898 H8804 : Gij hebt trouwelooslijk gehandeld H1556 H8798 ; wentelt H3117 heden H1419 een groten H68 steen H413 tot mij.
  34 H559 H8799 Verder sprak H7586 Saul H6327 H8798 : Verstrooit u H5971 onder het volk H559 H8804 , en zegt H5066 H8685 tot hen: Brengt H413 tot H376 mij een iegelijk H7794 zijn os H376 , en een iegelijk H7716 zijn schaap H7819 H8804 , en slacht H2088 het hier H398 H8804 , en eet H2398 H8799 , en bezondigt u H3808 niet H3068 aan den HEERE H398 H8800 , die etende H413 met H1818 het bloed H5066 H8686 . Toen bracht H3605 al H5971 het volk H376 een iegelijk H7794 zijn os H3027 met zijn hand H3915 , des nachts H7819 H8799 , en slachtte H8033 ze aldaar.
  35 H1129 H8799 Toen bouwde H7586 Saul H3068 den HEERE H4196 een altaar H853 ; dit H2490 H8689 was het eerste H4196 altaar H3068 , dat hij den HEERE H1129 H8800 bouwde.
  36 H559 H8799 Daarna zeide H7586 Saul H3381 H8799 : Laat ons aftrekken H6430 de Filistijnen H310 na H3915 , bij nacht H962 H8799 , en laat ons dezelve beroven H5704 , totdat H1242 het morgen H216 licht H3808 worde, en laat ons niet H376 een man H7604 H8686 onder hen overig laten H559 H8799 . Zij nu zeiden H6213 H8798 : Doe H3605 al H2896 wat goed H5869 is in uw ogen H3548 ; maar de priester H559 H8799 zeide H1988 : Laat ons herwaarts H413 tot H430 God H7126 H8799 naderen.
  37 H7592 H8799 Toen vraagde H7586 Saul H430 God H3381 H8799 : Zal ik aftrekken H6430 de Filistijnen H310 na H3027 ? Zult Gij ze in de hand H3478 van Israel H5414 H8799 overgeven H6030 H8804 ? Doch Hij antwoordde H3808 hem niet H1931 te dien H3117 dage.
  38 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5066 H8798 : Komt H1988 herwaarts H3605 [uit] alle H6438 hoeken H5971 des volks H3045 H8798 , en verneemt H7200 H8798 , en ziet H4100 , waarin H2063 deze H2403 zonde H3117 heden H1961 H8804 geschied zij.
  39 H3588 Want H3068 [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H3478 , Die Israel H3467 H8688 verlost H3588 H518 , al H3426 ware het H1121 in mijn zoon H3129 Jonathan H3588 , H4191 H8800 zo zal hij den dood H4191 H8799 sterven H369 ; en niemand H4480 uit H3605 het ganse H5971 volk H6030 H8802 antwoordde hem.
  40 H559 H8799 Verder zeide hij H413 tot H3605 het ganse H3478 Israel H859 : Gijlieden H259 zult aan de ene H5676 zijde H1961 H8799 zijn H589 , en ik H1121 en mijn zoon H3129 Jonathan H259 zullen aan de andere H5676 zijde H1961 H8799 zijn H559 H8799 . Toen zeide H5971 het volk H413 tot H7586 Saul H6213 H8798 : Doe H2896 , wat goed H5869 is in uw ogen.
  41 H7586 Saul H559 H8799 nu sprak H413 tot H3068 den HEERE H430 , den God H3478 Israels H3051 H8798 : Toon H8549 den onschuldige H3129 . Toen werd Jonathan H7586 en Saul H3920 H8735 geraakt H5971 , en het volk H3318 H8804 ging [vrij] uit.
  42 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H5307 H8685 : Werpt H996 [het] [lot] tussen H996 mij en tussen H1121 mijn zoon H3129 Jonathan H3129 . Toen werd Jonathan H3920 H8735 geraakt.
  43 H7586 Saul H559 H8799 dan zeide H413 tot H3129 Jonathan H5046 H8685 : Geef mij te kennen H4100 , wat H6213 H8804 gij gedaan hebt H5046 H0 . Toen gaf H3129 het Jonathan H5046 H8686 hem te kennen H559 H8799 , en zeide H2938 H8800 : Ik heb maar H4592 een weinig H1706 honigs H2938 H8804 geproefd H7097 , met het uiterste H4294 des stafs H834 , dien H3027 ik in mijn hand H2009 had; zie H4191 H8799 [hier] ben ik, moet ik sterven?
  44 H559 H8799 Toen zeide H7586 Saul H3541 : Zo H6213 H8799 doe H430 [mij] God H3541 , en zo H3254 H8686 doe Hij daartoe H3588 , H3129 Jonathan H4191 H8800 ! gij moet den dood H4191 H8799 sterven.
  45 H5971 Maar het volk H559 H8799 zeide H413 tot H7586 Saul H3129 : Zou Jonathan H4191 H8799 sterven H834 , die H2063 deze H1419 grote H3444 verlossing H3478 in Israel H6213 H8804 gedaan heeft H2486 ? Dat zij verre H3068 ! [zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H518 , als H4480 er een H8185 haar H7218 van zijn hoofd H776 op de aarde H5307 H8799 vallen zal H3588 ; want H3117 H2088 hij heeft [dit] heden H5973 met H430 God H6213 H8804 gedaan H6299 H8799 . Alzo verloste H5971 het volk H3129 Jonathan H3808 , dat hij niet H4191 H8804 stierf.

Psalms 115:3

  3 H430 Onze God H8064 is toch in den hemel H6213 H8804 , Hij doet H2654 H8804 al wat Hem behaagt.

Proverbs 10:19

  19 H7230 In de veelheid H1697 der woorden H2308 H8799 ontbreekt H6588 de overtreding H8193 niet; maar die zijn lippen H2820 H8802 weerhoudt H7919 H8688 , is kloek verstandig.

Proverbs 20:25

  25 H4170 Het is een strik H120 des mensen H6944 , dat hij het heilige H3216 H8804 verslindt H310 , en na H5088 [gedane] geloften H1239 H8763 , onderzoek te doen.

Ecclesiastes 5:3

  3 H2472 [05:2] Want [gelijk] de droom H935 H8802 komt H7230 door veel H6045 bezigheid H6963 , alzo de stem H3684 des zots H7230 door de veelheid H1697 der woorden.

Ecclesiastes 5:7

  7 H7230 [05:6] Want gelijk in de veelheid H2472 der dromen H1892 ijdelheden H7235 H8687 zijn, alzo [in] veel H1697 woorden H3372 H8798 ; maar vrees gij H430 God!

Isaiah 55:9

  9 H8064 Want [gelijk] de hemelen H1361 H8804 hoger zijn H776 dan de aarde H1870 , alzo zijn Mijn wegen H1361 H8804 hoger H1870 dan uw wegen H4284 , en Mijn gedachten H4284 dan ulieder gedachten.

Matthew 6:7

  7 G1161 En G4336 G5740 als gij bidt G945 G , zo gebruikt G3361 geen G945 G5661 ijdel verhaal van woorden G5618 , gelijk G1482 de heidenen G1063 ; want G1380 G5719 zij menen G3754 , dat G1722 zij door G846 hun G4180 veelheid van woorden G1522 G5701 zullen verhoord worden.

Matthew 6:9

  9 G5210 Gij G3767 dan G4336 G5737 bidt G3779 aldus G2257 : Onze G3962 Vader G3588 , Die G1722 in G3772 de hemelen G4675 [zijt]! Uw G3686 Naam G37 G5682 worde geheiligd.

Mark 6:23

  23 G2532 En G3660 G5656 hij zwoer G846 haar G3754 : G1437 Zo G3739 wat G3165 gij van mij G154 G5661 zult eisen G1325 G , zal ik G4671 u G1325 G5692 geven G2193 , [ook] tot G2255 de helft G3450 mijns G932 koninkrijks!

James 3:2

  2 G1063 Want G4417 G5719 wij struikelen G537 allen G4183 in vele G1536 . Indien iemand G1722 in G3056 woorden G3756 niet G4417 G5719 struikelt G3778 , die G5046 is een volmaakt G435 man G1415 , machtig G2532 om ook G3650 het gehele G4983 lichaam G5468 G5658 in den toom te houden.

Cross Reference data is from OpenBible.info, retrieved June 28, 2010, and licensed under a Creative Commons Attribution License.