DSV_Strongs(i)
2
H376
Wanneer een man
H3068
den HEERE
H5088
een gelofte
H5087 H8799
zal beloofd
H7621
, of een eed
H7650 H8736
zal gezworen hebben
H5315
, zijn ziel
H632
met een verbintenis
H631 H8800
verbindende
H1697
, zijn woord
H2490 H8686
zal hij niet ontheiligen
H6310
; naar alles, wat uit zijn mond
H3318 H8802
gegaan is
H6213 H8799
, zal hij doen.
3
H802
Maar als een vrouw
H3068
den HEERE
H5088
een gelofte
H5087 H8799
zal beloofd hebben
H632
, en zich met een verbintenis
H1004
in het huis
H1
haars vaders
H5271
in haar jonkheid
H631 H8804
zal verbonden hebben;
4
H1
En haar vader
H5088
haar gelofte
H632
, en haar verbintenis
H5315
, waarmede zij haar ziel
H631 H8804
verbonden heeft
H8085 H8804
, zal horen
H1
, en haar vader
H2790 H8689
tegen haar zal stilzwijgen
H5088
, zo zullen al haar geloften
H6965 H8804
bestaan
H632
, en alle verbintenis
H5315
, waarmede zij haar ziel
H631 H8804
verbonden heeft
H6965 H8799
, zal bestaan.
5
H1
Maar indien haar vader
H5106 H8689
dat zal breken
H3117
, ten dage
H8085 H8800
als hij het hoort
H5088
, al haar geloften
H632
, en haar verbintenissen
H5315
, waarmede zij haar ziel
H631 H8804
verbonden heeft
H6965 H8799
, zullen niet bestaan
H3068
; maar de HEERE
H5545 H8799
zal het haar vergeven
H1
; want haar vader
H5106 H8689
heeft ze haar doen breken.