Numbers 30:2-5

DSV_Strongs(i)
  2 H376 Wanneer een man H3068 den HEERE H5088 een gelofte H5087 H8799 zal beloofd H7621 , of een eed H7650 H8736 zal gezworen hebben H5315 , zijn ziel H632 met een verbintenis H631 H8800 verbindende H1697 , zijn woord H2490 H8686 zal hij niet ontheiligen H6310 ; naar alles, wat uit zijn mond H3318 H8802 gegaan is H6213 H8799 , zal hij doen.
  3 H802 Maar als een vrouw H3068 den HEERE H5088 een gelofte H5087 H8799 zal beloofd hebben H632 , en zich met een verbintenis H1004 in het huis H1 haars vaders H5271 in haar jonkheid H631 H8804 zal verbonden hebben;
  4 H1 En haar vader H5088 haar gelofte H632 , en haar verbintenis H5315 , waarmede zij haar ziel H631 H8804 verbonden heeft H8085 H8804 , zal horen H1 , en haar vader H2790 H8689 tegen haar zal stilzwijgen H5088 , zo zullen al haar geloften H6965 H8804 bestaan H632 , en alle verbintenis H5315 , waarmede zij haar ziel H631 H8804 verbonden heeft H6965 H8799 , zal bestaan.
  5 H1 Maar indien haar vader H5106 H8689 dat zal breken H3117 , ten dage H8085 H8800 als hij het hoort H5088 , al haar geloften H632 , en haar verbintenissen H5315 , waarmede zij haar ziel H631 H8804 verbonden heeft H6965 H8799 , zullen niet bestaan H3068 ; maar de HEERE H5545 H8799 zal het haar vergeven H1 ; want haar vader H5106 H8689 heeft ze haar doen breken.