1 Kings 21:16 Cross References - DSV_Strongs
2 Samuel 1:13-16
13
H559 H8799
Voorts zeide
H1732
David
H413
tot
H5288
den jongen
H5046 H8688
, die hem de boodschap gebracht had
H4480 H2088
: Van
H335
waar
H859
zijt gij
H559 H8799
? En hij zeide
H595
: Ik
H1121
ben de zoon
H1616
van een vreemden
H376
man
H6003
, van een Amalekiet.
14
H1732
En David
H559 H8799
zeide
H413
tot
H349
hem: Hoe
H3808
, hebt gij niet
H3372 H8804
gevreesd
H3027
uw hand
H7971 H8800
uit te strekken
H4899
, om den gezalfde
H3068
des HEEREN
H7843 H8763
te verderven?
2 Samuel 4:9-12
9
H1732
Maar David
H6030 H8799
antwoordde
H7394
Rechab
H251
en zijn broeder
H1196
Baena
H1121
, den zonen
H7417
van Rimmon
H886
, den Beerothiet
H559 H8799
, en zeide
H3068
tot hen: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H834
, Die
H5315
mijn ziel
H4480
uit
H3605
alle
H6869
benauwdheid
H6299 H8804
verlost heeft!
10
H3588
Dewijl
H5046 H8688
ik hem, die mij boodschapte
H559 H8800
, zeggende
H2009
: Zie
H7586
, Saul
H4191 H8804
is dood
H1931
; daar hij
H5869
in zijn ogen
H1961 H8804
was
H1319 H8764
als een, die goede boodschap bracht
H270 H8799
, nochtans gegrepen
H6860
en te Ziklag
H2026 H8799
gedood heb
H834
, hoewel
H1309
hij [meende], dat ik hem bodenloon
H5414 H8800
zou geven;
11
H637
Hoeveel te meer
H3588
, wanneer
H7563
goddeloze
H582
mannen
H6662
een rechtvaardigen
H376
man
H1004
in zijn huis
H5921
op
H4904
zijn slaapstede
H2026 H8804
hebben gedood
H6258
? Nu dan
H1818
, zou ik zijn bloed
H4480
van
H3027
uw handen
H3808
niet
H1245 H8762
eisen
H4480
, en u van
H776
de aarde
H1197 H8765
wegdoen?
12
H1732
En David
H6680 H8762
gebood
H5288
zijn jongens
H2026 H8799
, en zij doodden
H7112 H0
hen, en hieuwen
H3027
hun handen
H7272
en hun voeten
H7112 H8762
af
H8518 H8799
, en hingen
H5921
ze op bij
H1295
den vijver
H2275
te Hebron
H7218
, maar het hoofd
H378
van Isboseth
H3947 H8804
namen zij
H6912 H8799
, en begroeven
H74
het in Abners
H6913
graf
H2275
te Hebron.
2 Samuel 11:25-27
25
H559 H8799
Toen zeide
H1732
David
H413
tot
H4397
den bode
H3541
: Zo
H413
zult gij tot
H3097
Joab
H559 H8799
zeggen
H2088
: Laat deze
H1697
zaak
H408
niet
H3415 H8799
kwaad zijn
H5896
in uw ogen
H3588
, want
H2719
het zwaard
H398 H8799
verteert
H2090
zowel dezen
H2088
als genen
H2388 H8685
; versterk
H4421
uw strijd
H413
tegen
H5892
de stad
H2040 H8798
, en verstoor
H2388 H8761
ze; versterk hem alzo.
26
H802
Als nu de huisvrouw
H223
van Uria
H8085 H8799
hoorde
H3588
, dat
H376
haar man
H223
Uria
H4191 H8804
dood was
H5594 H8799
, zo droeg zij leed
H5921
over
H1167
haar heer.
27
H60
En als de rouw
H5674 H8799
was overgegaan
H7971 H8799
, zond
H1732
David
H622 H8799
heen, en nam
H413
haar in
H1004
zijn huis
H1961 H8799
; en zij werd
H802
hem ter vrouwe
H3205 H8799
, en baarde
H1121
hem een zoon
H1697
. Doch deze zaak
H834
, die
H1732
David
H6213 H8804
gedaan had
H3415 H8799
, was kwaad
H5869
in de ogen
H3068
des HEEREN.
2 Samuel 23:15-17
15
H1732
En David
H183 H8691
kreeg lust
H559 H8799
, en zeide
H4310
: Wie
H4325
zal mij water
H8248 H8686
te drinken geven
H4480
uit
H1035
Bethlehems
H953
bornput
H834
, die
H8179
in de poort is?
16
H1234 H8799
Toen braken
H7969
die drie
H1368
helden
H4264
door het leger
H6430
der Filistijnen
H7579 H8799
, en putten
H4325
water
H4480
uit
H1035
Bethlehems
H953
bornput
H834
, die
H8179
in de poort
H5375 H8799
is, en droegen
H935 H8686
het, en kwamen
H413
tot
H1732
David
H14 H8804
; doch hij wilde
H3808
dat niet
H8354 H8800
drinken
H5258 H0
, maar goot
H853
het
H5258 H8686
uit
H3068
voor den HEERE.
17
H559 H8799
En zeide
H2486
: Het zij verre
H3068
van mij, o HEERE
H4480
, dat
H2063
ik dit
H6213 H8800
zou doen
H1818
; zou [ik] [drinken] het bloed
H582
der mannen
H1980 H8802
, die heengegaan zijn
H5315
met gevaar van hun leven
H14 H8804
? En hij wilde
H3808
het niet
H8354 H8800
drinken
H428
. Dit
H6213 H8804
deden
H7969
die drie
H1368
helden.
Psalms 50:18
Isaiah 33:15
15
H6666
Die in gerechtigheden
H1980 H8802
wandelt
H4339
, en die billijkheden
H1696 H8802
spreekt
H1215
; die het gewin
H4642
der onderdrukkingen
H3988 H8802
verwerpt
H3709
; die zijn handen
H5287 H8802
uitschudt
H7810
, dat zij geen geschenken
H8551 H8800
behouden
H241
; die zijn oor
H331 H8801
stopt
H1818
, dat hij geen bloedschulden
H8085 H8800
hore
H5869
, en zijn ogen
H6105 H8802
toesluit
H7451
; dat hij het kwade
H7200 H8800
niet aanzie;
Obadiah 1:12-14
12
H408
Toen zoudt gij niet
H7200 H8799
gezien hebben
H3117
op den dag
H251
uws broeders
H3117
, den dag
H5235
zijner vervreemding
H408
; noch
H8055 H8799
u verblijd hebben
H1121
over de kinderen
H3063
van Juda
H3117
, ten dage
H6 H8800
huns ondergangs
H408
; noch
H6310
uw mond
H1431 H8686
groot gemaakt hebben
H3117
, ten dage
H6869
der benauwdheid;
13
H408
Noch
H8179
ter poorte
H5971
Mijns volks
H935 H8799
ingegaan zijn
H3117
, ten dage
H343
huns verderfs
H408
; noch
H7200 H8799
gezien hebben
H1571
, ook
H859
gij
H7451
, op zijn kwaad
H3117
, ten dage
H343
zijns verderfs
H408
; noch
H7971 H8799
[uw] [handen] uitgestrekt hebben
H2428
aan zijn heir
H3117
, ten dage
H343
zijns verderfs;
Romans 1:32
32
G3748
Dewelken
G1345
, daar zij het recht
G2316
Gods
G1921 G5631
weten
G3754
, [namelijk], dat
G5108
degenen, die zulke dingen
G4238 G5723
doen
G2288
, des doods
G514
waardig
G1526 G5748
zijn
G3756
) niet
G3440
alleen
G846
dezelve
G4160 G5719
doen
G235
, maar
G2532
ook
G4909 G5719
mede een welgevallen hebben
G4238 G5723
in degenen, die ze doen.