Psalms 10

DSV_Strongs(i)
  1 H3068 O HEERE H5975 H8799 ! waarom staat Gij H7350 van verre H5956 H8686 ? [waarom] verbergt Gij H6256 U in tijden H6869 van benauwdheid?
  2 H7563 De goddeloze H1814 H8799 vervolgt hittiglijk H1346 in hoogmoed H6041 den ellendige H8610 H8735 ; laat hen gegrepen worden H4209 in de aanslagen H2098 , die H2803 H8804 zij bedacht hebben.
  3 H7563 Want de goddeloze H1984 H8765 roemt H8378 over den wens H5315 zijner ziel H1288 H8765 ; hij zegent H1214 H8802 den gierigaard H5006 H8765 , hij lastert H3068 den HEERE.
  4 H7563 De goddeloze H639 , gelijk hij zijn neus H1363 omhoog steekt H1875 H8799 , onderzoekt H4209 niet; al zijn gedachten H430 zijn, dat er geen God is.
  5 H1870 Zijn wegen H6256 maken ten allen tijde H2342 H8799 smarte H4941 ; Uw oordelen H4791 zijn een hoogte H6887 H8802 , verre van hem; al zijn tegenpartijders H6315 H8686 , die blaast hij aan.
  6 H559 H8804 Hij zegt H3820 in zijn hart H4131 H8735 : Ik zal niet wankelen H1755 ; want [ik] zal van geslacht H1755 tot geslacht H7451 in geen kwaad zijn.
  7 H6310 Zijn mond H4390 H8804 is vol H423 van vloek H4820 , en bedriegerijen H8496 , en list H3956 ; onder zijn tong H5999 is moeite H205 en ongerechtigheid.
  8 H3427 H8799 Hij zit H3993 in de achterlage H2691 der hoeven H4565 , in verborgene plaatsen H2026 H8799 doodt hij H5355 den onschuldige H5869 ; zijn ogen H6845 H8799 verbergen zich H2489 tegen den arme.
  9 H693 H8799 Hij legt lagen H4565 in een verborgen plaats H738 , gelijk een leeuw H5520 in zijn hol H693 H8799 ; hij legt lagen H6041 , om den ellendige H2414 H8800 te roven H2414 H8799 ; hij rooft H6041 den ellendige H4900 H8800 , als hij hem trekt H7568 in zijn net.
  10 H1794 H8799 Hij duikt neder H7817 H8799 , hij buigt zich H2426 H8675 H2489 H8676 H2489 ; en de arme hoop H5307 H8804 valt H6099 in zijn sterke [poten].
  11 H559 H8804 Hij zegt H3820 in zijn hart H410 : God H7911 H8804 heeft het vergeten H6440 , Hij heeft Zijn aangezicht H5641 H8689 verborgen H7200 H8804 , Hij ziet H5331 niet in eeuwigheid.
  12 H6965 H8798 Sta op H3068 , HEERE H410 God H5375 H0 ! hef H3027 Uw hand H5375 H8798 op H7911 H8799 , vergeet H6035 H8675 H6041 de ellendigen niet.
  13 H5006 H8765 Waarom lastert H7563 de goddeloze H430 God H559 H8804 ? zegt H3820 in zijn hart H1875 H8799 : Gij zult het niet zoeken?
  14 H7200 H8804 Gij ziet H5027 H8686 het [immers]; want Gij aanschouwt H5999 de moeite H3708 en het verdriet H3027 , opdat men het in Uw hand H5414 H8800 geve H5800 H8799 ; op U verlaat zich H2489 de arme H5826 H8802 , Gij zijt geweest een Helper H3490 van den wees.
  15 H7665 H8798 Breek H2220 den arm H7563 des goddelozen H7451 en bozen H1875 H8799 ; zoek H7562 zijn goddeloosheid H1077 , [totdat] Gij haar niet H4672 H8799 vindt.
  16 H3068 De HEERE H4428 is Koning H5769 eeuwiglijk H5703 en altoos H1471 ; de heidenen H6 H8804 zijn vergaan H776 uit Zijn land.
  17 H3068 HEERE H8378 ! Gij hebt den wens H6035 der zachtmoedigen H8085 H8804 gehoord H3820 ; Gij zult hun hart H3559 H8686 sterken H241 , Uw oor H7181 H8686 zal opmerken;
  18 H3490 Om den wees H1790 en verdrukte H8199 H8800 recht te doen H582 ; opdat een mens H776 van de aarde H3254 H8686 niet meer voortvare H6206 H8800 geweld te bedrijven.