DSV_Strongs(i)
1
H1697
Het woord
H3068
, dat van den HEERE
H3414
geschied is tot Jeremia
H310
, nadat
H5018
Nebuzaradan
H7227
, de overste
H2876
der trawanten
H7971 H8763
, hem had laten gaan
H7414
van Rama
H3947 H8800
; als hij hem had laten halen
H246
, daar hij met ketenen
H631 H8803
gebonden was
H8432
in het midden
H1546
aller gevangenen
H3389
van Jeruzalem
H3063
en Juda
H894
, die naar Babel
H1540 H8716
gevankelijk werden weggevoerd.
2
H7227
Want de overste
H2876
der trawanten
H3414
liet Jeremia
H3947 H8799
halen
H559 H8799
, en zeide
H3068
tot hem: De HEERE
H430
, uw God
H7451
, heeft dit kwaad
H4725
over deze plaats
H1696 H8765
gesproken.
3
H3068
En de HEERE
H935 H8686
heeft het doen komen
H6213 H8799
, en gedaan
H1696 H8765
, gelijk als Hij gesproken had
H2398 H8804
; want gijlieden hebt gezondigd
H3068
tegen den HEERE
H6963
, en Zijner stem
H8085 H8804
niet gehoorzaamd
H1697
; daarom is ulieden deze zaak geschied.
4
H3117
Nu dan, zie, ik heb u heden
H6605 H8765
losgemaakt
H246
van de ketenen
H3027
, die aan uw hand
H2896
waren; indien het goed
H5869
is in uw ogen
H894
met mij naar Babel
H935 H8800
te komen
H935 H8798
, zo kom
H5869
, en ik zal mijn oog
H7760 H8799
op u stellen
H7489 H8804
; maar indien het kwaad is
H5869
in uw ogen
H894
met mij naar Babel
H935 H8800
te komen
H2308 H8798
, zo laat
H7200 H8798
het; zie
H776
, het ganse land
H6440
is voor uw aangezicht
H413
, waarhenen
H2896
het goed
H3477
en recht
H5869
in uw ogen
H3212 H8800
is te gaan
H3212 H8798
, ga daar.
5
H7725 H8799
En dewijl hij nog niet zal wederkeren
H7725 H8798
, zo keer gij
H1436
tot Gedalia
H1121
, den zoon
H296
van Ahikam
H1121
, den zoon
H8227
van Safan
H4428
, dien de koning
H894
van Babel
H5892
over de steden
H3063
van Juda
H6485 H8689
gesteld heeft
H3427 H8798
; en woon
H8432
bij hem in het midden
H5971
des volks
H5869
; of overal, waar het in uw ogen
H3477
recht
H3212 H8800
is te gaan
H3212 H8798
, ga
H7227
er henen. En de overste
H2876
der trawanten
H5414 H8799
gaf
H737
hem reiskost
H4864
en een geschenk
H7971 H8762
, en liet hem gaan.
6
H935 H8799
Alzo kwam
H3414
Jeremia
H1436
tot Gedalia
H1121
, den zoon
H296
van Ahikam
H4708
, te Mizpa
H3427 H8799
; en hij woonde
H8432
bij hem in het midden
H5971
des volks
H776
, die in het land
H7604 H8737
waren overgelaten.
7
H8269
Toen nu alle oversten
H2428
der heiren
H7704
, die in het veld
H582
waren, zij en hun mannen
H8085 H8799
, hoorden
H4428
, dat de koning
H894
van Babel
H1436
Gedalia
H1121
, den zoon
H296
van Ahikam
H776
, over het land
H6485 H8689
gesteld had
H6485 H8689
, en dat hij aan hem bevolen had
H582
de mannen
H802
, en de vrouwen
H2945
, en de kinderkens
H1803
, en van de armsten
H776
des lands
H894
, van degenen, die niet naar Babel
H1540 H8717
gevankelijk waren weggevoerd;
8
H935 H8799
Zo kwamen zij
H1436
tot Gedalia
H4708
te Mizpa
H3458
, namelijk, Ismael
H1121
, de zoon
H5418
van Nethanja
H3110
, en Johanan
H3129
en Jonathan
H1121
, de zonen
H7143
van Kareah
H8304
, en Seraja
H1121
, de zoon
H8576
van Tanhumeth
H1121
, en de zonen
H5778
van Efai
H5200
, den Netofathiet
H3153
, en Jezanja
H1121
, de zoon
H4602
eens Maachathiets
H582
, zij en hun mannen.
9
H1436
En Gedalia
H1121
, de zoon
H296
van Ahikam
H1121
, den zoon
H8227
van Safan
H7650 H8735
, zwoer
H582
hun en hun mannen
H559 H8800
, zeggende
H3372 H8799
: Vreest
H3778
niet van de Chaldeen
H5647 H8800
te dienen
H3427 H8798
; blijft
H776
in het land
H5647 H8798
, en dient
H4428
den koning
H894
van Babel
H3190 H8799
, zo zal het u welgaan.
10
H3427 H8802
En ziet, ik woon
H4709
te Mizpa
H5975 H8800
, om te staan
H6440
voor het aangezicht
H3778
der Chaldeen
H935 H8799
, die tot ons zullen komen
H622 H8798
; gijlieden dan verzamelt
H3196
wijn
H7019
, en zomervruchten
H8081
, en olie
H7760 H8798
, en doet
H3627
ze in uw vaten
H3427 H8798
, en woont
H5892
in uw steden
H8610 H8804
, die gij hebt ingenomen.
11
H3064
Als ook al de Joden
H4124
, die in Moab
H5983
, en onder de kinderen Ammons
H123
, en in Edom
H776
, en die in al die landen
H8085 H8804
waren, hoorden
H4428
, dat de koning
H894
van Babel
H3063
in Juda
H7611
een overblijfsel
H5414 H8804
gelaten had
H1436
; en dat hij Gedalia
H1121
, den zoon
H296
van Ahikam
H1121
, den zoon
H8227
van Safan
H6485 H8689
, over hen gesteld had;
12
H7725 H0
Zo keerden
H3064
al de Joden
H7725 H8799
weder
H4725
uit al de plaatsen
H5080 H8738
, waarhenen zij gedreven waren
H935 H8799
, en kwamen
H776
in het land
H3063
van Juda
H1436
tot Gedalia
H4708
te Mizpa
H622 H8799
; en zij verzamelden
H3966
zeer
H7235 H8687
veel
H3196
wijns
H7019
en zomervruchten.
13
H3110
Doch Johanan
H1121
, de zoon
H7143
van Kareah
H8269
, en alle oversten
H2428
der heiren
H7704
, die in het veld
H935 H8804
waren, kwamen
H1436
tot Gedalia
H4708
te Mizpa;
14
H559 H8799
En zeiden
H3045 H8799
tot hem: Weet gij
H3045 H8800
wel
H1185
, dat Baalis
H4428
, de koning
H1121
der kinderen
H5983
Ammons
H3458
, Ismael
H1121
, den zoon
H5418
van Nethanja
H7971 H8804
, uitgezonden heeft
H5315
, om u aan het leven
H5221 H8687
te slaan
H1436
? Maar Gedalia
H1121
, de zoon
H296
van Ahikam
H539 H8689
, geloofde hen niet.
15
H3110
Johanan
H1121
nochtans, de zoon
H7143
van Kareah
H559 H8804
, sprak
H1436
tot Gedalia
H5643
, in het verborgene
H4709
, te Mizpa
H559 H8800
, zeggende
H3212 H8799
: Laat mij toch henengaan
H3458
, en Ismael
H1121
, den zoon
H5418
van Nethanja
H5221 H8686
, slaan
H376
, en niemand
H3045 H8799
zal het weten
H5315
; waarom zou hij u aan het leven
H5221 H8686
slaan
H3064
, en gans Juda
H6908 H8737
, die tot u vergaderd zijn
H6327 H8738
, verstrooid worden
H7611
, en het overblijfsel
H3063
van Juda
H6 H8804
verloren gaan?