DSV_Strongs(i)
1
H669
Als Efraim
H1696
sprak
H7578
, zo beefde
H5375
men, hij heeft zich verheven
H3478
in Israel
H816
; maar hij is schuldig
H1168
geworden aan den Baal
H4191
en is gestorven.
2
H3254
En nu zijn zij voortgevaren
H2398
te zondigen
H3701
, en hebben zich van hun zilver
H4541
een gegoten beeld
H6213
gemaakt
H6091
, afgoden
H8394
naar hun verstand
H4639 H2796
, die altemaal smedenwerk
H559
zijn; waarvan zij [nochtans] zeggen
H120
: De mensen
H2076
, die offeren
H5695
, zullen de kalveren
H5401
kussen.
3
H1242 H6051
Daarom zullen zij zijn als een morgenwolk
H7925
, en als een vroegkomende
H2919
dauw
H1980
, die henengaat
H4671
; als kaf
H1637
van den dorsvloer
H6227
, en als rook
H699
uit den schoorsteen
H5590
wordt weggestormd.
4
H3068
Ik ben toch de HEERE
H430
, uw God
H776 H4714
, van Egypteland
H430
af; daarom zoudt gij geen God
H3045
kennen
H2108
dan Mij alleen
H3467
, want er is geen Heiland
H1115
dan Ik.
6
H4830
Daarna zijn zij, naardat hunlieder weide
H7646
was, zat geworden
H7646
; als zij zat zijn geworden
H3820
, heeft zich hun hart
H7311
verheven
H7911
; daarom hebben zij Mij vergeten.
7
H7826
Dies werd Ik hun als een felle leeuw
H5246
; als een luipaard
H7789
loerde
H1870
Ik op den weg.
8
H6298
Ik ontmoette
H1677
hen als een beer
H7909
, die van jongen beroofd
H7167
is, en scheurde
H5458
het slot
H3820
huns harten
H398
; en Ik verslond
H3833
ze aldaar als een oude leeuw
H7704
; het wild
H2416
gedierte
H1234
des velds verscheurde hen.
10
H165
Waar is
H4428
uw koning
H645
nu? Dat
H3467
hij u behoude
H5892
in al uw steden
H8199
! En uw richters
H559
, waar gij van zeidet
H5414
: Geef
H4428
mij een koning
H8269
en vorsten?
11
H5414
Ik gaf
H4428
u een koning
H639
in Mijn toorn
H3947
en nam
H5678
[hem] weg in Mijn verbolgenheid.
13
H2256
Smarten
H3205
ener barende
H935
[vrouw] zullen hem aankomen
H2450
; hij is een onwijs
H1121
kind
H6256
; want [anders] zou hij geen tijd
H4866 H1121
in de kindergeboorte
H5975
blijven staan.
14
H3027
[Doch] Ik zal hen van het geweld
H7585
der hel
H6299
verlossen
H1350
, Ik zal ze vrijmaken
H4194
van den dood
H4194
: o dood
H165
! waar
H1698
zijn uw pestilentien
H7585
? hel
H165
! waar
H6987
is uw verderf
H5164
? Berouw
H5869
zal van Mijn ogen
H5641
verborgen zijn,
15
H6500
Want hij zal vrucht voortbrengen
H251
onder de broederen
H6921
; [doch] er zal een oostenwind
H935
komen
H7307
, een wind
H3068
des HEEREN
H5927
, opkomende
H4057
uit de woestijn
H4726
; en zijn springader
H954
zal uitdrogen
H4599
, en zijn fontein
H2717
zal verdrogen
H214
; diezelve zal den schat
H2532
van alle gewenste
H3627
huisraad
H8154
roven.