Hosea 12

DSV_Strongs(i)
  1 H669 [012:2] Efraim H7462 weidt H7307 zich met wind H7291 , en jaagt H6921 den oostenwind H3117 na; den gansen dag H7235 vermenigvuldigt H3577 hij leugen H7701 en verwoesting H3772 ; en zij maken H1285 verbond H804 met Assur H8081 , en de olie H4714 wordt naar Egypte H2986 gevoerd.
  2 H3068 [012:3] Ook heeft de HEERE H7379 een twist H3063 met Juda H6485 , en Hij zal bezoeking doen H3290 over Jakob H1870 naar zijn wegen H4611 , naar zijn handelingen H7725 zal Hij hem vergelden.
  3 H990 [012:4] In [moeders] buik H251 hield hij zijn broeder H6117 bij de verzenen H202 ; en in zijn kracht H8280 gedroeg hij zich vorstelijk H430 met God.
  4 H7786 [012:5] Ja, hij gedroeg zich vorstelijk H4397 tegen den Engel H3201 , en overmocht H1058 [Hem]; hij weende H2603 en smeekte H1008 Hem. [Te] Beth-el H4672 vond H1696 hij Hem, en aldaar sprak Hij met ons;
  5 H3068 [012:6] Namelijk, de HEERE H430 , de God H6635 der heirscharen H3068 ; HEERE H2143 is Zijn gedenknaam.
  6 H7725 [012:7] Gij dan, bekeer H430 u tot uw God H8104 , bewaar H2617 weldadigheid H4941 en recht H6960 , en wacht H8548 geduriglijk H430 op uw God.
  7 H3667 [012:8] In des koopmans H3027 hand H4820 is een bedriegelijke H3976 weegschaal H157 , hij bemint H6231 te verdrukken;
  8 H559 [012:9] Nog zegt H669 Efraim H6238 : Evenwel ben ik rijk H202 geworden, ik heb mij groot goed H4672 verkregen H3018 ; [in] al mijn arbeid H5771 zullen zij mij geen ongerechtigheid H4672 vinden H2399 , die zonde zij.
  9 H3068 [012:10] Maar Ik ben de HEERE H430 , uw God H776 H4714 , van Egypteland H168 af; Ik zal u nog in tenten H3427 doen wonen H3117 , als in de dagen H4150 der samenkomst;
  10 H1696 [012:11] En Ik zal spreken H5030 tot de profeten H2377 , en Ik zal het gezicht H7235 vermenigvuldigen H3027 ; en door den dienst H5030 der profeten H1819 zal Ik gelijkenissen voorstellen.
  11 H1568 [012:12] Zekerlijk is Gilead H205 ongerechtigheid H7723 , zij zijn enkel ijdelheid H1537 ; te Gilgal H2076 offeren H7794 zij ossen H4196 , ja, hun altaren H1530 zijn als [steen] hopen H8525 op de voren H7704 der velden.
  12 H3290 [012:13] Jakob H1272 vlood H7704 toch [naar] het veld H758 van Syrie H3478 , en Israel H5647 diende H802 om een vrouw H8104 , en hoedde H802 om een vrouw.
  13 H3068 [012:14] Maar de HEERE H5927 voerde H3478 Israel H4714 op uit Egypte H5030 door een profeet H5030 , en door een profeet H8104 werd hij gehoed.
  14 H669 [012:15] Efraim H8563 [daarentegen] heeft [Hem] zeer bitterlijk H3707 vertoornd H1818 ; daarom zal Hij zijn bloed H5203 op hem laten H113 , en zijn Heere H2781 zal hem zijn smaad H7725 vergelden.