Exodus 12:29-42

DSV_Strongs(i)
  29 H2677 H3915 En het geschiedde ter middernacht H3068 , dat de HEERE H1060 al de eerstgeborenen H776 H4714 in Egypteland H5221 H8689 sloeg H1060 , van den eerstgeborene H6547 van Farao H3678 af, die op zijn troon H3427 H8802 zitten zou H1060 , tot op den eerstgeborene H7628 van den gevangene H1004 H953 , die in het gevangenhuis H1060 was, en alle eerstgeborenen H929 der beesten.
  30 H6547 En Farao H6965 H8799 stond op H3915 bij nacht H5650 , hij en al zijn knechten H4714 , en al de Egyptenaars H1419 ; en er was een groot H6818 geschrei H4714 in Egypte H1004 ; want er was geen huis H4191 H8801 , waarin niet een dode was.
  31 H7121 H8799 Toen riep hij H4872 Mozes H175 en Aaron H3915 in den nacht H559 H8799 , en zeide H6965 H8798 : Maakt u op H3318 H8798 , trekt uit H8432 het midden H5971 van mijn volk H1121 , zo gijlieden als de kinderen H3478 van Israel H3212 H8798 ; en gaat heen H5647 H8798 , dient H3068 den HEERE H1696 H8763 , gelijk gijlieden gesproken hebt.
  32 H3947 H8798 Neemt H6629 ook met u uw schapen H1241 en uw runderen H1696 H8765 , zoals gijlieden gesproken hebt H3212 H8798 , en gaat heen H1288 H8765 , en zegent mij ook.
  33 H4714 En de Egyptenaars H2388 H8799 hielden sterk aan H5971 bij het volk H4116 H8763 , haastende H776 , om die uit het land H7971 H8763 te drijven H559 H8804 ; want zij zeiden H4191 H8801 : Wij zijn allen dood!
  34 H5971 En het volk H5375 H8799 nam H1217 zijn deeg H2556 H8799 op, eer het gedesemd was H4863 , hun deegklompen H6887 H8803 , gebonden H8071 in hun klederen H7926 , op hun schouderen.
  35 H1121 De kinderen H3478 Israels H6213 H8804 nu hadden gedaan H1697 naar het woord H4872 van Mozes H4714 , en hadden van de Egyptenaren H7592 H8799 geeist H3701 zilveren H3627 vaten H2091 , en gouden H3627 vaten H8071 , en klederen.
  36 H3068 Daartoe had de HEERE H5971 het volk H2580 genade H5414 H8804 gegeven H5869 in de ogen H4714 der Egyptenaren H7592 H8686 , dat zij hun hun begeerte deden H5337 H8762 ; en zij beroofden H4714 de Egyptenaren.
  37 H5265 H8799 Alzo reisden H1121 de kinderen H3478 Israels H7486 uit van Rameses H5523 naar Sukkoth H8337 H3967 , omtrent zeshonderd H505 duizend H7273 te voet H1397 , mannen H905 alleen, behalve H2945 de kinderkens.
  38 H6154 En veel vermengd H7227 volk H5927 H8804 trok ook met hen op H6629 , en schapen H1241 , en runderen H3966 , gans H3515 veel H4735 vee.
  39 H644 H8799 En zij bakten H1217 van het deeg H4714 , dat zij uit Egypte H3318 H8689 gebracht hadden H4682 , ongezuurde H5692 koeken H2556 H8804 ; want het was niet gedesemd H4714 ; overmits zij uit Egypte H1644 H8795 uitgedreven werden H4102 H8699 , zodat zij niet vertoeven H3201 H8804 konden H6720 , noch ook tering H6213 H8804 voor zich bereiden.
  40 H4186 De [tijd] nu der woning H1121 , dien de kinderen H3478 Israels H4714 in Egypte H3427 H8804 gewoond hebben H702 H3967 , is vierhonderd H8141 jaren H7970 en dertig H8141 jaren.
  41 H7093 En het geschiedde ten einde H702 H3967 H8141 van de vierhonderd H7970 en dertig H8141 jaren H6106 , zo is het even op denzelfden H3117 dag H6635 geschied, dat al de heiren H3068 des HEEREN H776 H4714 uit Egypteland H3318 H8804 gegaan zijn.
  42 H3915 Dezen nacht H3068 zal men den HEERE H8107 op het vlijtigst houden H776 H4714 , omdat Hij hen uit Egypteland H3318 H8687 geleid heeft H3915 ; deze is de nacht H3068 des HEEREN H8107 , die op het vlijtigst moet gehouden worden H1121 , van al de kinderen H3478 Israels H1755 , onder hun geslachten.