DSV_Strongs(i)
29
H2677 H3915
En het geschiedde ter middernacht
H3068
, dat de HEERE
H1060
al de eerstgeborenen
H776 H4714
in Egypteland
H5221 H8689
sloeg
H1060
, van den eerstgeborene
H6547
van Farao
H3678
af, die op zijn troon
H3427 H8802
zitten zou
H1060
, tot op den eerstgeborene
H7628
van den gevangene
H1004 H953
, die in het gevangenhuis
H1060
was, en alle eerstgeborenen
H929
der beesten.
30
H6547
En Farao
H6965 H8799
stond op
H3915
bij nacht
H5650
, hij en al zijn knechten
H4714
, en al de Egyptenaars
H1419
; en er was een groot
H6818
geschrei
H4714
in Egypte
H1004
; want er was geen huis
H4191 H8801
, waarin niet een dode was.
31
H7121 H8799
Toen riep hij
H4872
Mozes
H175
en Aaron
H3915
in den nacht
H559 H8799
, en zeide
H6965 H8798
: Maakt u op
H3318 H8798
, trekt uit
H8432
het midden
H5971
van mijn volk
H1121
, zo gijlieden als de kinderen
H3478
van Israel
H3212 H8798
; en gaat heen
H5647 H8798
, dient
H3068
den HEERE
H1696 H8763
, gelijk gijlieden gesproken hebt.
32
H3947 H8798
Neemt
H6629
ook met u uw schapen
H1241
en uw runderen
H1696 H8765
, zoals gijlieden gesproken hebt
H3212 H8798
, en gaat heen
H1288 H8765
, en zegent mij ook.
33
H4714
En de Egyptenaars
H2388 H8799
hielden sterk aan
H5971
bij het volk
H4116 H8763
, haastende
H776
, om die uit het land
H7971 H8763
te drijven
H559 H8804
; want zij zeiden
H4191 H8801
: Wij zijn allen dood!
34
H5971
En het volk
H5375 H8799
nam
H1217
zijn deeg
H2556 H8799
op, eer het gedesemd was
H4863
, hun deegklompen
H6887 H8803
, gebonden
H8071
in hun klederen
H7926
, op hun schouderen.
35
H1121
De kinderen
H3478
Israels
H6213 H8804
nu hadden gedaan
H1697
naar het woord
H4872
van Mozes
H4714
, en hadden van de Egyptenaren
H7592 H8799
geeist
H3701
zilveren
H3627
vaten
H2091
, en gouden
H3627
vaten
H8071
, en klederen.
36
H3068
Daartoe had de HEERE
H5971
het volk
H2580
genade
H5414 H8804
gegeven
H5869
in de ogen
H4714
der Egyptenaren
H7592 H8686
, dat zij hun hun begeerte deden
H5337 H8762
; en zij beroofden
H4714
de Egyptenaren.
37
H5265 H8799
Alzo reisden
H1121
de kinderen
H3478
Israels
H7486
uit van Rameses
H5523
naar Sukkoth
H8337 H3967
, omtrent zeshonderd
H505
duizend
H7273
te voet
H1397
, mannen
H905
alleen, behalve
H2945
de kinderkens.
38
H6154
En veel vermengd
H7227
volk
H5927 H8804
trok ook met hen op
H6629
, en schapen
H1241
, en runderen
H3966
, gans
H3515
veel
H4735
vee.
39
H644 H8799
En zij bakten
H1217
van het deeg
H4714
, dat zij uit Egypte
H3318 H8689
gebracht hadden
H4682
, ongezuurde
H5692
koeken
H2556 H8804
; want het was niet gedesemd
H4714
; overmits zij uit Egypte
H1644 H8795
uitgedreven werden
H4102 H8699
, zodat zij niet vertoeven
H3201 H8804
konden
H6720
, noch ook tering
H6213 H8804
voor zich bereiden.
40
H4186
De [tijd] nu der woning
H1121
, dien de kinderen
H3478
Israels
H4714
in Egypte
H3427 H8804
gewoond hebben
H702 H3967
, is vierhonderd
H8141
jaren
H7970
en dertig
H8141
jaren.
41
H7093
En het geschiedde ten einde
H702 H3967 H8141
van de vierhonderd
H7970
en dertig
H8141
jaren
H6106
, zo is het even op denzelfden
H3117
dag
H6635
geschied, dat al de heiren
H3068
des HEEREN
H776 H4714
uit Egypteland
H3318 H8804
gegaan zijn.
42
H3915
Dezen nacht
H3068
zal men den HEERE
H8107
op het vlijtigst houden
H776 H4714
, omdat Hij hen uit Egypteland
H3318 H8687
geleid heeft
H3915
; deze is de nacht
H3068
des HEEREN
H8107
, die op het vlijtigst moet gehouden worden
H1121
, van al de kinderen
H3478
Israels
H1755
, onder hun geslachten.