DSV_Strongs(i)
3
H5414 H8799
En ik stelde
H6440
mijn aangezicht
H136
tot God
H430
, den Heere
H1245 H8763
, [om] [Hem] te zoeken
H8605
[met] het gebed
H8469
, en smekingen
H6685
, met vasten
H8242
, en zak
H665
, en as.
4
H6419 H8691
Ik bad
H3068
dan tot den HEERE
H430
, mijn God
H3034 H8691
, en deed belijdenis
H559 H8799
, en zeide
H577
: Och
H136
Heere
H1419
! Gij grote
H3372 H8737
en verschrikkelijke
H410
God
H1285
, Die het verbond
H2617
en de weldadigheid
H8104 H8802
houdt
H157 H8802
dien, die Hem liefhebben
H4687
en Zijn geboden
H8104 H8802
houden.
5
H2398 H8804
Wij hebben gezondigd
H5753 H8804
, en hebben onrecht gedaan
H7561 H8689
, en goddelooslijk gehandeld
H4775 H8804
, en gerebelleerd
H5493 H8800
, met af te wijken
H4687
van Uw geboden
H4941
, en van Uw rechten.
6
H8085 H8804
En wij hebben niet gehoord
H5650
naar Uw dienstknechten
H5030
, de profeten
H8034
, die in Uw Naam
H1696 H8765
spraken
H4428
tot onze koningen
H8269
, onze vorsten
H1
en onze vaders
H5971
, en tot al het volk
H776
des lands.
7
H136
Bij U, o Heere
H6666
! is de gerechtigheid
H1322
, maar bij ons de beschaamdheid
H6440
der aangezichten
H3117
, gelijk het is te dezen dage
H376
; bij de mannen
H3063
van Juda
H3427 H8802
, en de inwoners
H3389
van Jeruzalem
H3478
, en geheel Israel
H7138
, die nabij
H7350
en die verre
H776
zijn, in al de landen
H5080 H8689
, waar Gij ze henengedreven hebt
H4604
, om hun overtreding
H4603 H8804
, waarmede zij tegen U overtreden hebben.
8
H136
O Heere
H1322
! bij ons is de beschaamdheid
H6440
der aangezichten
H4428
, bij onze koningen
H8269
, bij onze vorsten
H1
, en bij onze vaders
H2398 H8804
, omdat wij tegen U gezondigd hebben.
9
H136
Bij den Heere
H430
, onzen God
H7356
, zijn de barmhartigheden
H5547
en vergevingen
H4775 H8804
, alhoewel wij tegen Hem gerebelleerd hebben.
10
H6963
En wij hebben der stem
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H8085 H8804
, niet gehoorzaamd
H8451
, dat wij in Zijn wetten
H3212 H8800
wandelen
H5414 H8804
zouden, die Hij gegeven heeft
H6440
voor onze aangezichten
H3027
, door de hand
H5650
van Zijn knechten
H5030
, de profeten.
11
H3478
Maar geheel Israel
H8451
heeft Uw wet
H5674 H8804
overtreden
H5493 H8800
, met af te wijken
H6963
, dat zij Uwer stem
H8085 H8800
niet gehoorzaamden
H5413 H8799
; daarom is over ons uitgestort
H423
die vloek
H7621
, en die eed
H3789 H8803
, die geschreven is
H8451
in de wet
H4872
van Mozes
H5650
, den knecht
H430
Gods
H2398 H8804
, dewijl wij tegen Hem gezondigd hebben.
12
H1697
En Hij heeft Zijn woorden
H6965 H8686
bevestigd
H1696 H8765
, die Hij gesproken heeft
H8199 H8802
tegen ons, en tegen onze richters
H8199 H8804
, die ons richtten
H935 H8687
, brengende
H1419
over ons een groot
H7451
kwaad
H6213 H8738
, hetwelk niet geschied is
H8064
onder den gansen hemel
H3389
, gelijk aan Jeruzalem
H6213 H8738
geschied is.
13
H8451
Gelijk als in de wet
H4872
van Mozes
H3789 H8803
geschreven is
H7451
, [alzo] is al dat kwaad
H935 H8804
over ons gekomen
H2470 H8765
; en wij smeekten
H6440
het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H7725 H8800
, niet, afkerende
H5771
van onze ongerechtigheden
H7919 H8687
, en verstandelijk acht gevende
H571
op Uw waarheid.
14
H3068
Daarom heeft de HEERE
H7451
over het kwade
H8245 H8799
gewaakt
H935 H8686
, en Hij heeft het over ons gebracht
H3068
; want de HEERE
H430
, onze God
H6662
, is rechtvaardig
H4639
in al Zijn werken
H6213 H8804
, die Hij gedaan heeft
H6963
, dewijl wij Zijner stem
H8085 H8804
niet gehoorzaamden.
15
H136
En nu, o Heere
H430
, onze God
H5971
! Die Uw volk
H776 H4714
uit Egypteland
H3318 H8689
gevoerd hebt
H2389
, met een sterke
H3027
hand
H8034
, en hebt U een Naam
H6213 H8799
gemaakt
H3117
, gelijk hij is te dezen dage
H2398 H8804
; wij hebben gezondigd
H7561 H8804
, wij zijn goddeloos geweest.
16
H136
O Heere
H6666
! naar al Uw gerechtigheden
H639
, laat toch Uw toorn
H2534
en Uw grimmigheid
H7725 H8799
afgekeerd worden
H5892
van Uw stad
H3389
Jeruzalem
H6944
, Uw heiligen
H2022
berg
H2399
; want om onzer zonden
H1
wil en om onzer vaderen
H5771
ongerechtigheden
H3389
, zijn Jeruzalem
H5971
en Uw volk
H2781
tot versmaadheid
H5439
bij allen, die rondom ons zijn.
17
H430
En nu, o onze God
H8085 H8798
! hoor
H8605
naar het gebed
H5650
Uws knechts
H8469
, en naar zijn smekingen
H6440
; en doe Uw aangezicht
H215 H8685
lichten
H4720
over Uw heiligdom
H8076
, dat verwoest
H136
is; om des Heeren wil.
18
H5186 H8685
Neig
H241
Uw oor
H430
, mijn God
H8085 H8798
! en hoor
H6491 H0
, doe
H5869
Uw ogen
H6491 H8798
op
H7200 H8798
, en zie
H8074 H8802
onze verwoestingen
H5892
, en de stad
H8034
, die naar Uw Naam
H7121 H8738
genoemd is
H5307 H0
; want wij werpen
H8469
onze smekingen
H6440
voor Uw aangezicht
H5307 H8688
niet neder
H6666
op onze gerechtigheden
H7356
, maar op Uw barmhartigheden
H7227
, die groot zijn.
19
H136
O Heere
H8085 H8798
, hoor
H136
! o Heere
H5545 H8798
, vergeef
H136
! o Heere
H7181 H8685
, merk op
H6213 H8798
en doe
H309 H8762
het, vertraag
H408
het niet
H430
! Om Uws Zelfs wil, o mijn God
H5892
! Want Uw stad
H5971
, en Uw volk
H8034
is naar Uw Naam
H7121 H8738
genoemd.
20
H1696 H8764
Als ik nog sprak
H6419 H8693
, en bad
H3034 H8693
, en beleed
H2403
mijn zonde
H2403
, en de zonde
H5971
mijns volks
H3478
van Israel
H8467
, en mijn smeking
H5307 H8688
nederwierp
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H430
, mijns Gods
H6944
, om des heiligen
H2022
bergs
H430
wil mijns Gods;