2 Samuel 6:1-23

DSV_Strongs(i)
  1 H622 H8799 H8676 Daarna verzamelde H1732 David H3254 H8686 H5750 wederom H977 H8803 alle uitgelezenen H3478 in Israel H7970 , dertig H505 duizend.
  2 H1732 En David H6965 H8799 maakte zich op H3212 H8799 , en ging heen H3605 met al H5971 het volk H834 , dat H854 bij H4480 hem was, van H1184 Baalim-juda H4480 , om van H8033 daar H5927 H8687 op te brengen H727 de ark H430 Gods H834 , bij H8034 dewelke de Naam H7121 H8738 wordt aangeroepen H8034 , de Naam H3068 van den HEERE H6635 der heirscharen H5921 , Die daarop H3427 H8802 woont H3742 tussen de cherubim.
  3 H7392 H8686 En zij voerden H727 de ark H430 Gods H413 op H2319 een nieuwen H5699 wagen H5375 H8799 , en haalden H4480 ze uit H1004 het huis H41 van Abinadab H834 , dat H1390 op een heuvel H5798 is; en Uza H283 en Ahio H1121 , zonen H41 van Abinadab H5090 H8802 , leidden H2319 den nieuwen H5699 wagen.
  4 H4480 Toen zij hem nu uit H1004 het huis H41 van Abinadab H834 , dat H1390 op den heuvel H5973 is, met H727 de ark H430 Gods H5375 H8799 , wegvoerden H1980 H8802 , zo ging H283 Ahio H6440 voor H727 de ark henen.
  5 H1732 En David H3605 en het ganse H1004 huis H3478 Israels H7832 H8764 speelden H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H3605 , met allerlei H1265 H6086 [snarenspel] van dennenhout H3658 , als met harpen H5035 , en met luiten H8596 , en met trommelen H4517 , ook met schellen H6767 , en met cimbalen.
  6 H935 H8799 Als zij nu kwamen H5704 tot aan H5225 Nachons H1637 dorsvloer H7971 H8799 , zo strekte H5798 Uza H413 [zijn] [hand] uit aan H727 de ark H430 Gods H270 H8799 , en hield H3588 ze, want H1241 de runderen H8058 H8804 struikelden.
  7 H2734 H8799 Toen ontstak H639 de toorn H3068 des HEEREN H5798 tegen Uza H430 , en God H5221 H8686 sloeg H8033 hem aldaar H5921 , om H7944 deze onbedachtzaamheid H4191 H8799 ; en hij stierf H8033 aldaar H5973 bij H727 de ark H430 Gods.
  8 H1732 En David H2734 H8799 ontstak H5921 H834 , omdat H3068 de HEERE H6556 een scheur H6555 H8804 gescheurd H5798 had aan Uza H7121 H8799 ; en hij noemde H1931 dezelve H4725 plaats H6560 Perez-uza H5704 , tot op H2088 dezen H3117 dag.
  9 H1732 En David H3372 H8799 vreesde H3068 den HEERE H1931 ten zelven H3117 dage H559 H8799 ; en hij zeide H349 : Hoe H727 zal de ark H3068 des HEEREN H413 tot H935 H8799 mij komen?
  10 H1732 David H14 H8804 dan wilde H727 de ark H3068 des HEEREN H3808 niet H413 tot H5493 H8687 zich [laten] overbrengen H5921 in H5892 de stad H1732 Davids H1732 ; maar David H5186 H8686 deed ze afwijken H1004 in het huis H5654 van Obed-edom H1663 , den Gethiet.
  11 H727 En de ark H3068 des HEEREN H3427 H8799 bleef H1004 in het huis H5654 van Obed-edom H1663 , den Gethiet H7969 , drie H2320 maanden H3068 ; en de HEERE H1288 H8762 zegende H5654 Obed-edom H3605 en zijn ganse H1004 huis.
  12 H5046 H8714 Toen boodschapte men H4428 den koning H1732 David H559 H8800 , zeggende H3068 : De HEERE H1004 heeft het huis H5654 van Obed-edom H3605 , en al H834 wat H1288 H8765 hij heeft, gezegend H5668 om H727 der ark H430 Gods H3212 H8799 wil; zo ging H1732 David H5927 H0 heen en haalde H727 de ark H430 Gods H4480 uit H1004 het huis H5654 van Obed-edom H5927 H8686 opwaarts H5892 in de stad H1732 Davids H8057 , met vreugde.
  13 H1961 H8799 En het geschiedde H3588 , als H727 zij, die de ark H3068 des HEEREN H5375 H8802 droegen H8337 , zes H6806 treden H6805 H8804 voortgetreden waren H7794 , dat hij ossen H4806 en gemest H2076 H8799 [vee] offerde.
  14 H1732 En David H3769 H8772 huppelde H3605 met alle H5797 macht H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H1732 ; en David H2296 H8803 was omgord H906 met een linnen H646 lijfrok.
  15 H5927 H0 Alzo brachten H1732 David H3605 en het ganse H1004 huis H3478 Israels H727 de ark H3068 des HEEREN H5927 H8688 op H8643 , met gejuich H6963 en met geluid H7782 der bazuinen.
  16 H1961 H8804 En het geschiedde H727 , als de ark H3068 des HEEREN H5892 in de stad H1732 Davids H935 H8802 kwam H4324 , dat Michal H7586 , Sauls H1323 dochter H1157 , door H2474 het venster H8259 H8738 uitzag H4428 . Als zij nu den koning H1732 David H7200 H8799 zag H6339 H8764 , springende H3769 H8772 en huppelende H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H959 H8799 , verachtte zij H3820 hem in haar hart.
  17 H727 Toen zij nu de ark H3068 des HEEREN H935 H8686 inbrachten H3322 H8686 , stelden H853 zij die H4725 in haar plaats H8432 , in het midden H168 der tent H834 , die H1732 David H5186 H8804 voor haar gespannen had H1732 ; en David H5927 H8686 offerde H5930 brandofferen H3068 voor des HEEREN H6440 aangezicht H8002 , en dankofferen.
  18 H1732 Als David H3615 H8762 geeindigd had H5930 het brandoffer H8002 en de dankofferen H4480 H5927 H8687 te offeren H1288 H8762 , zo zegende hij H5971 het volk H8034 in den Naam H3068 des HEEREN H6635 der heirscharen.
  19 H2505 H8762 En hij deelde uit H3605 aan het ganse H5971 volk H3605 , aan de ganse H1995 menigte H3478 van Israel H4480 , van H376 de mannen H5704 tot H802 de vrouwen H376 toe, aan een iegelijk H259 een H2471 H3899 broodkoek H829 , en een schoon stuk H809 [vlees], en een fles H3212 H0 [wijn]. Toen ging H3605 al H5971 dat volk H3212 H8799 heen H376 , een iegelijk H1004 naar zijn huis.
  20 H1732 Als nu David H7725 H8799 wederkwam H1004 , om zijn huis H1288 H8763 te zegenen H3318 H0 , ging H4324 Michal H7586 , Sauls H1323 dochter H3318 H8799 , uit H1732 , David H7125 H8800 tegemoet H559 H8799 , en zeide H4100 : Hoe H3117 is heden H4428 de koning H3478 van Israel H3513 H8738 verheerlijkt H834 , die H3117 zich heden H5869 voor de ogen H519 van de dienstmaagden H5650 zijner dienstknechten H1540 H8738 heeft ontbloot H259 , gelijk een H7386 van de ijdele lieden H1540 H8736 zich onbeschaamdelijk H1540 H8736 ontbloot?
  21 H1732 Maar David H559 H8799 zeide H413 tot H4324 Michal H6440 : Voor het aangezicht H3068 des HEEREN H834 , Die H977 H8804 mij verkoren heeft H4480 voor H1 uw vader H4480 en voor H3605 zijn ganse H1004 huis H853 , mij H6680 H8763 instellende H5057 tot een voorganger H5921 over H5971 het volk H3068 des HEEREN H5921 , over H3478 Israel H7832 H8765 ; ja, ik zal spelen H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN.
  22 H5750 Ook zal ik mij nog H7043 H8738 geringer houden H4480 dan H2063 alzo H8217 , en zal nederig H1961 H8804 zijn H5869 in mijn ogen H5973 , en met H519 de dienstmaagden H834 , waarvan H559 H8804 gij gezegd hebt H5973 , met H3513 H8735 dezelve zal ik verheerlijkt worden.
  23 H4324 Michal H7586 nu, Sauls H1323 dochter H1961 H8804 , had H3808 geen H2056 H8675 H3206 kind H5704 , tot H3117 den dag H4194 van haar dood toe.