2 Kings 3:1-27

DSV_Strongs(i)
  1 H3088 Joram H1121 nu, de zoon H256 van Achab H4427 H8804 , werd koning H5921 over H3478 Israel H8111 te Samaria H8083 H6240 , in het achttiende H8141 jaar H3092 van Josafat H4428 , den koning H3063 van Juda H4427 H8799 , en hij regeerde H8147 H6240 twaalf H8141 jaren.
  2 H6213 H8799 En hij deed H7451 dat kwaad H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H7535 , doch H3808 niet H1 gelijk zijn vader H517 en gelijk zijn moeder H5493 H0 ; want hij deed H4676 dat opgerichte beeld H1168 van Baal H5493 H8686 weg H834 , hetwelk H1 zijn vader H6213 H8804 gemaakt had.
  3 H7535 Evenwel H1692 H0 hing hij H2403 de zonden H3379 van Jerobeam H1121 , den zoon H5028 van Nebat H1692 H8804 , aan H834 , die H3478 Israel H2398 H8689 deed zondigen H5493 H0 ; hij week H4480 daarvan H3808 niet H5493 H8804 af.
  4 H4338 Mesa H4428 nu, de koning H4124 der Moabieten H1961 H8804 , was H5349 een veehandelaar H7725 H8689 , en bracht op H4428 aan den koning H3478 van Israel H3967 honderd H505 duizend H3733 lammeren H3967 , en honderd H505 duizend H352 rammen H6785 met de wol.
  5 H1961 H8799 Maar het geschiedde H256 , als Achab H4194 gestorven was H4428 , dat de koning H4124 der Moabieten H4428 van den koning H3478 van Israel H6586 H8799 afviel.
  6 H3318 H8799 Zo toog H4428 de koning H3088 Joram H1931 ter zelfder H3117 tijd H4480 uit H8111 Samaria H6485 H8799 , en monsterde H3605 gans H3478 Israel.
  7 H3212 H8799 En hij ging heen H7971 H8799 , en zond H413 tot H3092 Josafat H4428 , den koning H3063 van Juda H559 H8800 , zeggende H4428 : De koning H4124 der Moabieten H6586 H8804 is van mij afgevallen H854 , zult gij met H3212 H8799 mij trekken H4421 in den oorlog H413 tegen H4124 de Moabieten H559 H8799 ? En hij zeide H5927 H8799 : Ik zal opkomen H3644 ; zo H3644 zal ik zijn, gelijk H3644 gij zijt, zo H5971 mijn volk H3644 als H5971 uw volk H3644 , zo H5483 mijn paarden H3644 als H5483 uw paarden.
  8 H559 H8799 En hij zeide H335 : Door H2088 welken H1870 weg H5927 H8799 zullen wij optrekken H559 H8799 ? Hij dan zeide H1870 : Door den weg H4057 der woestijn H123 van Edom.
  9 H3212 H0 Alzo toog H4428 de koning H3478 van Israel H3212 H8799 heen H4428 , en de koning H3063 van Juda H4428 , en de koning H123 van Edom H7651 ; en als zij zeven H3117 H1870 dagreizen H5437 H8799 omgetogen waren H1961 H8804 , zo had H4264 het leger H929 en het vee H834 , dat H7272 hen navolgde H3808 , geen H4325 water.
  10 H559 H8799 Toen zeide H4428 de koning H3478 van Israel H162 : Ach H3588 , dat H3068 de HEERE H428 deze H7969 drie H4428 koningen H7121 H8804 geroepen heeft H853 , om die H4124 in der Moabieten H3027 hand H5414 H8800 te geven!
  11 H3092 En Josafat H559 H8799 zeide H369 H0 : Is H6311 hier H369 geen H5030 profeet H3068 des HEEREN H4480 , dat wij door H854 hem H3068 den HEERE H1875 H8799 mochten vragen H6030 H8799 ? Toen antwoordde H259 een H4480 van H5650 de knechten H4428 des konings H3478 van Israel H559 H8799 , en zeide H6311 : Hier H477 is Elisa H1121 , de zoon H8202 van Safat H834 , die H4325 water H5921 op H452 Elia's H3027 handen H3332 H8804 goot.
  12 H3092 En Josafat H559 H8799 zeide H3068 : Des HEEREN H1697 woord H3426 is H854 bij H3381 H0 hem. Zo togen H413 tot H3381 H8799 hem af H4428 de koning H3478 van Israel H3092 , en Josafat H4428 , en de koning H123 van Edom.
  13 H477 Maar Elisa H559 H8799 zeide H413 tot H4428 den koning H3478 van Israel H4100 : Wat H3212 H8798 heb ik met u te doen? Ga heen H413 tot H5030 de profeten H1 uws vaders H413 , en tot H5030 de profeten H517 uwer moeder H4428 . Doch de koning H3478 van Israel H559 H8799 zeide H408 tot hem: Neen H3588 , want H3068 de HEERE H428 heeft deze H7969 drie H4428 koningen H7121 H8804 geroepen H853 , om die H4124 in der Moabieten H3027 hand H5414 H8800 te geven.
  14 H477 En Elisa H559 H8799 zeide H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H6635 der heirscharen H2416 leeft H834 , voor Wiens H6440 aangezicht H5975 H8804 ik sta H3588 , zo H589 ik H3884 niet H6440 het aangezicht H3092 van Josafat H4428 , den koning H3063 van Juda H5375 H8802 , opnam H413 , ik zou u H518 niet H5027 H8686 aanschouwen H518 , noch H7200 H8799 u aanzien!
  15 H6258 Nu dan H3947 H8798 , brengt H5059 H8764 mij een speelman H1961 H8804 . En het geschiedde H5059 H8764 , als de speelman H5059 H8763 op de snaren speelde H3027 , dat de hand H3068 des HEEREN H5921 op H1961 H8799 hem kwam.
  16 H559 H8799 En hij zeide H3541 : Zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H6213 H8800 : Maakt H2088 in dit H5158 dal H1356 vele H1356 grachten.
  17 H3588 Want H3541 zo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H3808 : Gijlieden zult geen H7307 wind H7200 H8799 zien H3808 , en gij zult geen H1653 regen H7200 H8799 zien H1931 ; nochtans zal dit H5158 dal H4325 met water H4390 H8735 vervuld worden H859 , zodat gij H8354 H8804 zult drinken H4735 , gij en uw vee H929 , en uw beesten.
  18 H2063 Daartoe is dat H7043 H8738 slecht H5869 in de ogen H3068 des HEEREN H4124 , Hij zal ook de Moabieten H3027 in ulieder hand H5414 H8804 geven.
  19 H3605 En gij zult alle H4013 vaste H5892 steden H3605 , en alle H4004 uitgelezene H5892 steden H5221 H8689 slaan H3605 , en zult alle H2896 goede H6086 bomen H5307 H8686 vellen H3605 , en zult alle H4599 H4325 waterfonteinen H5640 H8799 stoppen H3605 ; en alle H2896 goede H2513 stukken H68 lands zult gij met stenen H3510 H8686 verderven.
  20 H1961 H8799 En het geschiedde H1242 des morgens H4503 , als men het spijsoffer H5927 H8800 offert H2009 , dat er, ziet H4325 , water H4480 door H1870 den weg H123 van Edom H935 H8802 kwam H776 , en het land H4325 met water H4390 H8735 vervuld werd.
  21 H3605 Toen nu al H4124 de Moabieten H8085 H8804 hoorden H3588 , dat H4428 koningen H5927 H8804 opgetogen waren H3898 H8736 , om tegen hen te strijden H6817 H8735 , zo werden zij samen geroepen H4480 , van H3605 al H2290 degenen af, die den gordel H2296 H8802 aangordden H4605 en daarboven H5975 H8799 , en zij stonden H5921 aan H1366 de landpale.
  22 H1242 En toen zij zich des morgens H7925 H8686 vroeg opmaakten H8121 , en de zon H5921 over H4325 dat water H2224 H8804 oprees H7200 H8799 , zagen H4124 de Moabieten H4325 dat water H4480 H5048 tegenover H122 rood H1818 , gelijk bloed.
  23 H559 H8799 En zij zeiden H2088 : Dit H1818 is bloed H4428 ; de koningen H2717 H8715 hebben voorzeker H2717 H8738 zich met het zwaard verdorven H376 , en hebben de een H7453 den ander H5221 H8686 verslagen H6258 ; nu dan H7998 aan den buit H4124 , gij Moabieten!
  24 H413 Maar als zij aan H4264 het leger H3478 van Israel H935 H8799 kwamen H6965 H0 , maakten zich H3478 de Israelieten H6965 H8799 op H5221 H8686 , en sloegen H4124 de Moabieten H5127 H8799 ; en zij vloden H4480 van H6440 hun aangezicht H5221 H8686 ; ja, zij kwamen H5221 H8687 in [het] [land], slaande H4124 ook de Moabieten.
  25 H5892 De steden H2040 H8799 nu braken zij af H376 , en een iegelijk H7993 H8686 wierp H68 zijn steen H3605 op alle H2896 goede H2513 stukken H4390 H8765 lands, en zij vulden H5640 H8799 ze, en stopten H3605 alle H4599 H4325 waterfonteinen H5307 H8686 , en velden H3605 alle H2896 goede H6086 bomen H5704 , totdat H7025 zij in Kir-hareseth H68 [alleen] de stenen H7604 H8689 daarvan lieten overblijven H7051 ; en de slingeraars H5437 H8799 omsingelden H5221 H8686 en sloegen hen.
  26 H4428 Doch als de koning H4124 der Moabieten H7200 H8799 zag H3588 , dat H4480 hem H4421 de strijd H2388 H8804 te sterk was H3947 H8799 , nam hij H854 tot H7651 H3967 zich zevenhonderd H376 mannen H2719 , die het zwaard H8025 H8802 uittogen H1234 H8687 , om door te breken H413 tegen H4428 den koning H123 van Edom H3201 H8804 ; maar zij konden H3808 niet.
  27 H3947 H8799 Toen nam hij H1060 zijn eerstgeboren H1121 zoon H834 , die H8478 in zijn plaats H4427 H8799 koning zou worden H5927 H8686 , en offerde H5930 hem ten brandoffer H5921 op H2346 den muur H1961 H8799 . Daaruit werd H1419 een zeer grote H7110 toorn H5921 in H3478 Israel H5265 H0 ; daarom trokken zij H4480 H5921 van H5265 H8799 hem af H7725 H8799 , en keerden weder H776 in [hun] land.