DSV_Strongs(i)
1
H259
Een
H802
vrouw
H4480
nu uit
H802
de vrouwen
H1121
van de zonen
H5030
der profeten
H6817 H8804
riep
H413
tot
H477
Elisa
H559 H8800
, zeggende
H5650
: Uw knecht
H376
, mijn man
H4191 H8804
, is gestorven
H859
, en gij
H3045 H8804
weet
H3588
, dat
H5650
uw knecht
H3068
den HEERE
H1961 H8804
was
H3373
vrezende
H5383 H8802
; nu is de schuldheer
H935 H8804
gekomen
H8147
, om mijn beide
H3206
kinderen
H5650
voor zich tot knechten
H3947 H8800
te nemen.
2
H477
En Elisa
H559 H8799
zeide
H4100
tot haar: Wat
H6213 H8799
zal ik u doen
H5046 H8685
? Geef mij te kennen
H4100
, wat
H1004
gij in het huis
H3426
hebt
H559 H8799
. En zij zeide
H8198
: Uw dienstmaagd
H369
heeft niet
H3605
met al
H1004
in het huis
H3588 H518
, dan
H610
een kruik
H8081
met olie.
3
H559 H8799
Toen zeide hij
H3212 H8798
: Ga
H7592 H8798
, eis
H3627
voor u vaten
H4480
van
H2351
buiten
H4480
, van
H3605
al
H7934
uw naburen
H7386
ledige
H3627
vaten
H4591 H0
; maak
H3808
er niet
H4591 H8686
weinig te hebben.
4
H935 H8804
Kom dan in
H5462 H8804
, en sluit
H1817
de deur
H1157
voor
H1157
u en voor
H1121
uw zonen
H3332 H8804
toe; daarna giet
H5921
in
H3605
al
H428
die
H3627
vaten
H5265 H8686
, en zet weg
H4392
, dat vol is.
5
H3212 H8799
Zo ging zij
H4480
van
H5462 H8799
hem, en sloot
H1817
de deur
H1157
voor
H1157
zich en voor
H1121
haar zonen
H1992
toe; die
H5066 H8688
brachten
H413
haar
H1931
de vaten toe, en zij
H3332 H8716
goot in.
6
H1961 H8799
En het geschiedde
H3627
, als die vaten
H4390 H8800
vol waren
H413
, dat zij tot
H1121
haar zoon
H559 H8799
zeide
H5066 H8685
: Breng
H413
mij
H5759
nog
H3627
een vat
H559 H8799
aan; maar hij zeide
H413
tot
H369
haar: Er is geen
H3627
vat
H5750
meer
H8081
. En de olie
H5975 H8799
stond stil.
7
H935 H8799
Toen kwam zij
H5046 H0
, en gaf
H376
het den man
H430
Gods
H5046 H8686
te kennen
H559 H8799
; en hij zeide
H3212 H8798
: Ga heen
H4376 H8798
, verkoop
H8081
de olie
H7999 H8761
, en betaal
H5386
uw schuldheer
H859
; gij
H1121
dan [met] uw zonen
H2421 H8799
, leef
H3498 H8737
bij het overige.
8
H1961 H8799
Het geschiedde
H3117
ook op een dag
H477
, als Elisa
H413
naar
H7766
Sunem
H5674 H8799
doortrok
H8033
, dat aldaar
H1419
een grote
H802
vrouw
H2388 H8686
was, dewelke hem aanhield
H3899
om brood
H398 H8800
te eten
H1961 H8799
. Voorts geschiedde het
H1767
, zo dikwijls
H5674 H8800
hij doortrok
H5493 H8799
, week hij
H8033
daarin
H3899
, om brood
H398 H8800
te eten.
9
H559 H8799
En zij zeide
H413
tot
H376
haar man
H2009
: Zie
H4994
nu
H3045 H8804
, ik heb gemerkt
H3588
, dat
H1931
deze
H376
man
H430
Gods
H6918
heilig
H5921
is, die bij
H8548
ons altoos
H5674 H8802
doortrekt.
10
H4994
Laat ons toch
H6996
een kleine
H5944
opperkamer
H7023
van een wand
H6213 H8799
maken
H8033
, en laat ons daar
H7760 H8799
voor hem zetten
H4296
een bed
H7979
, en tafel
H3678
, en stoel
H4501
, en kandelaar
H1961 H8804
; zo zal het geschieden
H413
, wanneer hij tot
H935 H8800
ons komt
H8033
, dat hij daar
H5493 H8799
inwijke.
11
H1961 H8799
En het geschiedde
H3117
op een dag
H8033
, dat hij daar
H935 H8799
kwam
H5493 H8799
; en hij week
H413
in
H5944
die opperkamer
H7901 H0
, en leide
H8033
zich daar
H7901 H8799
neder.
12
H559 H8799
Toen zeide hij
H413
tot
H5288
zijn jongen
H1522
Gehazi
H7121 H8798
: Roep
H2063
deze
H7767
Sunamietische
H7121 H8799
. En als hij ze geroepen had
H5975 H8799
, stond zij
H6440
voor zijn aangezicht.
13
H559 H8799
(Want hij had hem gezegd
H559 H8798
: Zeg
H4994
nu
H413
tot
H2009
haar: Zie
H2729 H0
, gij zijt zorgvuldig
H413
voor
H2729 H8804
ons geweest
H3605
, met al
H2063
deze
H2731
zorgvuldigheid
H4100
; wat
H6213 H8800
is er voor u te doen
H3426
? Is er
H1696 H8763
iets om voor u te spreken
H413
tot
H4428
den koning
H176
, of
H413
tot
H8269 H6635
den krijgsoverste
H559 H8799
? En zij had gezegd
H595
: Ik
H3427 H8802
woon
H8432
in het midden
H5971
mijns volks.
14
H559 H8799
Toen had hij gezegd
H4100
: Wat
H6213 H8800
is er dan voor haar te doen
H1522
? En Gehazi
H559 H8799
had gezegd
H369 H0
: Zij heeft
H61
toch
H369
geen
H1121
zoon
H376
, en haar man
H2204 H8804
is oud.
15
H559 H8799
Daarom had hij gezegd
H7121 H8798
: Roep
H7121 H8799
haar. En als hij ze geroepen had
H5975 H8799
, stond zij
H6607
in de deur.)
16
H559 H8799
En hij zeide
H2088
: Op dezen
H4150
gezetten tijd
H6256
, omtrent dezen tijd
H2416
des levens
H589
zult gij
H1121
een zoon
H2263 H8802
omhelzen
H559 H8799
. En zij zeide
H408
: Neen
H113
, mijn heer
H376
, gij, man
H430
Gods
H3576 H8762
, lieg
H8198
tegen uw dienstmaagd
H408
niet.
17
H802
En de vrouw
H2029 H8799
werd zwanger
H3205 H8799
, en baarde
H1121
een zoon
H2088
op dien
H4150
gezette tijd
H6256
, omtrent den tijd
H2416
des levens
H834
, dien
H477
Elisa
H413
tot
H1696 H8765
haar gesproken had.
18
H3206
Toen nu het kind
H1431 H8799
groot werd
H1961 H8799
, geschiedde het
H3117
op een dag
H3318 H8799
, dat het uitging
H413
tot
H1
zijn vader
H413
, tot
H7114 H8802
de maaiers.
19
H559 H8799
En het zeide
H413
tot
H1
zijn vader
H7218
: Mijn hoofd
H7218
, mijn hoofd
H559 H8799
! Hij dan zeide
H413
tot
H5288
een jongen
H5375 H8798
: Draag
H413
hem tot
H517
zijn moeder.
20
H5375 H8799
En hij droeg
H935 H8686
hem, en bracht
H413
hem tot
H517
zijn moeder
H3427 H8799
. En hij zat
H5921
op
H1290
haar knieen
H5704
tot aan
H6672
den middag
H4191 H8799
toe; toen stierf hij.
21
H5927 H8799
En zij ging op
H7901 H8686
, en leide
H5921
hem op
H4296
het bed
H376
van den man
H430
Gods
H5462 H8799
; daarna sloot zij
H1157
voor
H3318 H8799
hem toe, en ging uit.
22
H7121 H8799
En zij riep
H413
om
H376
haar man
H559 H8799
, en zeide
H7971 H8798
: Zend
H4994
mij toch
H259
een
H4480
van
H5288
de jongens
H259
, en een
H860
van de ezelinnen
H5704
, dat ik tot
H376
den man
H430
Gods
H7323 H8799
lope
H7725 H8799
, en wederkome.
23
H559 H8799
En hij zeide
H4069
: Waarom
H1980 H8802
gaat
H859
gij
H3117
heden
H413
tot
H3808
hem? Het is geen
H2320
nieuwe maan
H3808
, noch
H7676
sabbat
H559 H8799
. En zij zeide
H7965
: Het zal wel zijn.
24
H2280 H8799
Toen zadelde zij
H860
de ezelin
H559 H8799
, en zeide
H413
tot
H5288
haar jongen
H5090 H8798
: Drijf
H3212 H8798
, en ga voort
H6113 H0
; houd
H408
mij niet
H6113 H8799
op
H7392 H8800
voort te rijden
H3588
, tenzij
H518
dan
H559 H8804
dat ik het u zegge.
25
H3212 H8799
Alzo toog zij heen
H935 H8799
, en kwam
H413
tot
H376
den man
H430
Gods
H413
, tot
H2022
den berg
H3760
Karmel
H1961 H8799
. En het geschiedde
H376
, als de man
H430
Gods
H853
haar
H4480
van
H5048
tegenover
H7200 H8800
zag
H1975
, dat
H413
hij tot
H1522
Gehazi
H5288
, zijn jongen
H559 H8799
, zeide
H2009
: Zie
H1975
, daar
H7767
is de Sunamietische.
26
H6258
Nu
H7323 H8798
loop
H4994
toch
H7125 H8800
haar tegemoet
H559 H8798
, en zeg
H7965
tot haar: Is het wel
H7965
met u? Is het wel
H376
met uw man
H7965
? Is het wel
H3206
met uw kind
H559 H8799
? En zij zeide
H7965
: Het is wel.
27
H413
Toen zij nu tot
H376
den man
H430
Gods
H413
op
H2022
den berg
H935 H8799
kwam
H2388 H8686
, vatte zij
H7272
zijn voeten
H1522
. Maar Gehazi
H5066 H8799
trad toe
H1920 H8800
, om haar af te stoten
H376
. Doch de man
H430
Gods
H559 H8799
zeide
H7503 H8685
: Laat ze geworden
H3588
; want
H5315
haar ziel
H4843 H8804
is in haar bitterlijk bedroefd
H3068
, en de HEERE
H4480
heeft het voor
H5956 H8689
mij verborgen
H3808
, en mij niet
H5046 H8689
verkondigd.
28
H559 H8799
En zij zeide
H1121
: Heb ik een zoon
H4480
van
H113
mijn heer
H7592 H8804
begeerd
H559 H8804
? Zeide ik
H3808
niet
H7952 H8686
: Bedrieg
H853
mij
H3808
niet?
29
H559 H8799
En hij zeide
H1522
tot Gehazi
H2296 H8798
: Gord
H4975
uw lenden
H3947 H8798
, en neem
H4938
mijn staf
H3027
in uw hand
H3212 H8798
, en ga henen
H3588
; zo
H376
gij iemand
H4672 H8799
vindt
H1288 H8762
, groet
H3808
hem niet
H3588
; en zo
H376
u iemand
H1288 H8762
groet
H6030 H8799
, antwoord
H3808
hem niet
H7760 H8804
; en leg
H4938
mijn staf
H5921
op
H6440
het aangezicht
H5288
van den jongen.
30
H517
Doch de moeder
H5288
van den jongen
H559 H8799
zeide
H3068
: [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE
H2416
leeft
H5315
en uw ziel
H2416
leeft
H518
, ik zal u niet
H5800 H8799
verlaten
H6965 H8799
! Hij stond dan op
H3212 H8799
, en volgde
H310
haar na.
31
H1522
Gehazi
H6440
nu was voor hun aangezicht
H5674 H8804
doorgegaan
H7760 H8799
; en hij leide
H4938
den staf
H5921
op
H6440
het aangezicht
H5288
van den jongen
H369
; doch er was geen
H6963
stem
H369
, noch
H7182
opmerking
H7725 H8799
. Zo keerde hij weder
H7125 H8800
hem tegemoet
H5046 H8686
, en bracht hem boodschap
H559 H8800
, zeggende
H5288
: De jongen
H3808
is niet
H6974 H8689
ontwaakt.
32
H477
En toen Elisa
H1004
in het huis
H935 H8799
kwam
H2009
, ziet
H5288
, zo was de jongen
H4191 H8801
dood
H7901 H8716
, zijnde gelegd
H5921
op
H4296
zijn bed.
33
H935 H8799
Zo ging hij in
H5462 H8799
, en sloot
H1817
de deur
H1157
voor
H8147
hen beiden
H6419 H8691
toe, en bad
H413
tot
H3068
den HEERE.
34
H5927 H8799
En hij klom op
H7901 H8799
, en leide zich neder
H5921
op
H3206
het kind
H7760 H8799
, en leggende
H6310
zijn mond
H5921
op
H6310
deszelfs mond
H5869
, en zijn ogen
H5921
op
H5869
zijn ogen
H3709
, en zijn handen
H5921
op
H3709
zijn handen
H1457 H0
, breidde zich
H5921
over
H1457 H8799
hem uit
H1320
. En het vlees
H3206
des kinds
H2552 H8799
werd warm.
35
H7725 H8799
Daarna kwam hij weder
H3212 H8799
, en wandelde
H1004
in het huis
H259
eens
H2008
herwaarts
H259
, en eens
H2008
derwaarts
H5927 H8799
, en klom
H5921
[weder] op
H1457 H8799
, en breidde zich over hem uit
H5288
; en de jongen
H2237 H8779
niesde
H5704
tot
H7651 H6471
zevenmaal
H6491 H0
toe; daarna deed
H5288
de jongen
H5869
zijn ogen
H6491 H8799
open.
36
H7121 H8799 H413
En hij riep
H1522
Gehazi
H559 H8799
, en zeide
H7121 H8798 H413
: Roep
H2063
deze
H7767
Sunamietische
H7121 H8799
. En hij riep
H935 H8799
ze, en zij kwam
H413
tot
H559 H8799
hem; en hij zeide
H5375 H8798
: Neem
H1121
uw zoon op.
37
H935 H8799
Zo kwam zij
H5307 H8799
, en viel
H5921
voor
H7272
zijn voeten
H7812 H8691
, en boog zich
H776
ter aarde
H5375 H8799
, en zij nam
H1121
haar zoon
H3318 H8799
op, en ging uit.
38
H477
Als nu Elisa
H7725 H0
weder
H1537
te Gilgal
H7725 H8804
kwam
H7458
, zo was er honger
H776
in dat land
H1121
, en de zonen
H5030
der profeten
H3427 H8802
zaten
H6440
voor zijn aangezicht
H559 H8799
; en hij zeide
H5288
tot zijn jongen
H8239 H8798
: Zet
H1419
den groten
H5518
pot
H1310 H8761
aan, en zied
H5138
moes
H1121
voor de zonen
H5030
der profeten.
39
H3318 H0
Toen ging
H259
er een
H3318 H8799
uit
H413
in
H7704
het veld
H219
, om moeskruiden
H3950 H8763
te lezen
H4672 H8799
, en hij vond
H7704
een wilden
H1612
wijnstok
H3950 H8762
, en las
H4480
daarvan
H899
, zijn kleed
H4393
vol
H7704
wilde
H6498
kolokwinten
H935 H8799
, en kwam
H6398 H8762
, en sneed
H413
ze in
H5518 H5138
den moespot
H3588
; want
H3045 H8804
zij kenden
H3808
ze niet.
40
H3332 H8799
Daarna schepten zij
H582
voor de mannen
H398 H8800
op om te eten
H1961 H8799
; en het geschiedde
H398 H8800
, als zij aten
H4480
van
H5138
dat moes
H1992
, dat zij
H6817 H8804
riepen
H559 H8799
en zeiden
H376
: Man
H430
Gods
H4194
, de dood
H5518
is in den pot
H3201 H8804
! En zij konden
H3808
het niet
H398 H8800
eten.
41
H559 H8799
Maar hij zeide
H3947 H8798
: Brengt
H7058
dan meel
H7993 H8686
; en hij wierp
H413
het in
H5518
den pot
H559 H8799
; en hij zeide
H3332 H8798
: Schep
H5971
voor het volk
H398 H8799
op, dat zij eten
H1961 H8804
. Toen was
H3808 H1697
er niets
H7451
kwaads
H5518
in den pot.
42
H935 H8802
En er kwam
H376
een man
H4480
van
H1190
Baal-salisa
H935 H8686
, en bracht
H376
den man
H430
Gods
H3899
broden
H1061
der eerstelingen
H6242
, twintig
H3899 H8184
gerstebroden
H3759
, en groene aren
H6861
in haar hulzen
H559 H8799
; en hij zeide
H5414 H8798
: Geef
H5971
aan het volk
H398 H8799
, dat zij eten.
43
H8334 H8764
Doch zijn dienaar
H559 H8799
zeide
H4100
: Wat
H2088
zou ik dat
H6440
aan
H3967
honderd
H376
mannen
H5414 H8799
voorzetten
H559 H8799
? En hij zeide
H5414 H8798
: Geef
H5971
aan het volk
H398 H8799
, dat zij eten
H3588
; want
H3541
alzo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H398 H8800
: Men zal eten
H3498 H8687
en overhouden.