2 Kings 4

DSV_Strongs(i)
  1 H259 Een H802 vrouw H4480 nu uit H802 de vrouwen H1121 van de zonen H5030 der profeten H6817 H8804 riep H413 tot H477 Elisa H559 H8800 , zeggende H5650 : Uw knecht H376 , mijn man H4191 H8804 , is gestorven H859 , en gij H3045 H8804 weet H3588 , dat H5650 uw knecht H3068 den HEERE H1961 H8804 was H3373 vrezende H5383 H8802 ; nu is de schuldheer H935 H8804 gekomen H8147 , om mijn beide H3206 kinderen H5650 voor zich tot knechten H3947 H8800 te nemen.
  2 H477 En Elisa H559 H8799 zeide H4100 tot haar: Wat H6213 H8799 zal ik u doen H5046 H8685 ? Geef mij te kennen H4100 , wat H1004 gij in het huis H3426 hebt H559 H8799 . En zij zeide H8198 : Uw dienstmaagd H369 heeft niet H3605 met al H1004 in het huis H3588 H518 , dan H610 een kruik H8081 met olie.
  3 H559 H8799 Toen zeide hij H3212 H8798 : Ga H7592 H8798 , eis H3627 voor u vaten H4480 van H2351 buiten H4480 , van H3605 al H7934 uw naburen H7386 ledige H3627 vaten H4591 H0 ; maak H3808 er niet H4591 H8686 weinig te hebben.
  4 H935 H8804 Kom dan in H5462 H8804 , en sluit H1817 de deur H1157 voor H1157 u en voor H1121 uw zonen H3332 H8804 toe; daarna giet H5921 in H3605 al H428 die H3627 vaten H5265 H8686 , en zet weg H4392 , dat vol is.
  5 H3212 H8799 Zo ging zij H4480 van H5462 H8799 hem, en sloot H1817 de deur H1157 voor H1157 zich en voor H1121 haar zonen H1992 toe; die H5066 H8688 brachten H413 haar H1931 de vaten toe, en zij H3332 H8716 goot in.
  6 H1961 H8799 En het geschiedde H3627 , als die vaten H4390 H8800 vol waren H413 , dat zij tot H1121 haar zoon H559 H8799 zeide H5066 H8685 : Breng H413 mij H5759 nog H3627 een vat H559 H8799 aan; maar hij zeide H413 tot H369 haar: Er is geen H3627 vat H5750 meer H8081 . En de olie H5975 H8799 stond stil.
  7 H935 H8799 Toen kwam zij H5046 H0 , en gaf H376 het den man H430 Gods H5046 H8686 te kennen H559 H8799 ; en hij zeide H3212 H8798 : Ga heen H4376 H8798 , verkoop H8081 de olie H7999 H8761 , en betaal H5386 uw schuldheer H859 ; gij H1121 dan [met] uw zonen H2421 H8799 , leef H3498 H8737 bij het overige.
  8 H1961 H8799 Het geschiedde H3117 ook op een dag H477 , als Elisa H413 naar H7766 Sunem H5674 H8799 doortrok H8033 , dat aldaar H1419 een grote H802 vrouw H2388 H8686 was, dewelke hem aanhield H3899 om brood H398 H8800 te eten H1961 H8799 . Voorts geschiedde het H1767 , zo dikwijls H5674 H8800 hij doortrok H5493 H8799 , week hij H8033 daarin H3899 , om brood H398 H8800 te eten.
  9 H559 H8799 En zij zeide H413 tot H376 haar man H2009 : Zie H4994 nu H3045 H8804 , ik heb gemerkt H3588 , dat H1931 deze H376 man H430 Gods H6918 heilig H5921 is, die bij H8548 ons altoos H5674 H8802 doortrekt.
  10 H4994 Laat ons toch H6996 een kleine H5944 opperkamer H7023 van een wand H6213 H8799 maken H8033 , en laat ons daar H7760 H8799 voor hem zetten H4296 een bed H7979 , en tafel H3678 , en stoel H4501 , en kandelaar H1961 H8804 ; zo zal het geschieden H413 , wanneer hij tot H935 H8800 ons komt H8033 , dat hij daar H5493 H8799 inwijke.
  11 H1961 H8799 En het geschiedde H3117 op een dag H8033 , dat hij daar H935 H8799 kwam H5493 H8799 ; en hij week H413 in H5944 die opperkamer H7901 H0 , en leide H8033 zich daar H7901 H8799 neder.
  12 H559 H8799 Toen zeide hij H413 tot H5288 zijn jongen H1522 Gehazi H7121 H8798 : Roep H2063 deze H7767 Sunamietische H7121 H8799 . En als hij ze geroepen had H5975 H8799 , stond zij H6440 voor zijn aangezicht.
  13 H559 H8799 (Want hij had hem gezegd H559 H8798 : Zeg H4994 nu H413 tot H2009 haar: Zie H2729 H0 , gij zijt zorgvuldig H413 voor H2729 H8804 ons geweest H3605 , met al H2063 deze H2731 zorgvuldigheid H4100 ; wat H6213 H8800 is er voor u te doen H3426 ? Is er H1696 H8763 iets om voor u te spreken H413 tot H4428 den koning H176 , of H413 tot H8269 H6635 den krijgsoverste H559 H8799 ? En zij had gezegd H595 : Ik H3427 H8802 woon H8432 in het midden H5971 mijns volks.
  14 H559 H8799 Toen had hij gezegd H4100 : Wat H6213 H8800 is er dan voor haar te doen H1522 ? En Gehazi H559 H8799 had gezegd H369 H0 : Zij heeft H61 toch H369 geen H1121 zoon H376 , en haar man H2204 H8804 is oud.
  15 H559 H8799 Daarom had hij gezegd H7121 H8798 : Roep H7121 H8799 haar. En als hij ze geroepen had H5975 H8799 , stond zij H6607 in de deur.)
  16 H559 H8799 En hij zeide H2088 : Op dezen H4150 gezetten tijd H6256 , omtrent dezen tijd H2416 des levens H589 zult gij H1121 een zoon H2263 H8802 omhelzen H559 H8799 . En zij zeide H408 : Neen H113 , mijn heer H376 , gij, man H430 Gods H3576 H8762 , lieg H8198 tegen uw dienstmaagd H408 niet.
  17 H802 En de vrouw H2029 H8799 werd zwanger H3205 H8799 , en baarde H1121 een zoon H2088 op dien H4150 gezette tijd H6256 , omtrent den tijd H2416 des levens H834 , dien H477 Elisa H413 tot H1696 H8765 haar gesproken had.
  18 H3206 Toen nu het kind H1431 H8799 groot werd H1961 H8799 , geschiedde het H3117 op een dag H3318 H8799 , dat het uitging H413 tot H1 zijn vader H413 , tot H7114 H8802 de maaiers.
  19 H559 H8799 En het zeide H413 tot H1 zijn vader H7218 : Mijn hoofd H7218 , mijn hoofd H559 H8799 ! Hij dan zeide H413 tot H5288 een jongen H5375 H8798 : Draag H413 hem tot H517 zijn moeder.
  20 H5375 H8799 En hij droeg H935 H8686 hem, en bracht H413 hem tot H517 zijn moeder H3427 H8799 . En hij zat H5921 op H1290 haar knieen H5704 tot aan H6672 den middag H4191 H8799 toe; toen stierf hij.
  21 H5927 H8799 En zij ging op H7901 H8686 , en leide H5921 hem op H4296 het bed H376 van den man H430 Gods H5462 H8799 ; daarna sloot zij H1157 voor H3318 H8799 hem toe, en ging uit.
  22 H7121 H8799 En zij riep H413 om H376 haar man H559 H8799 , en zeide H7971 H8798 : Zend H4994 mij toch H259 een H4480 van H5288 de jongens H259 , en een H860 van de ezelinnen H5704 , dat ik tot H376 den man H430 Gods H7323 H8799 lope H7725 H8799 , en wederkome.
  23 H559 H8799 En hij zeide H4069 : Waarom H1980 H8802 gaat H859 gij H3117 heden H413 tot H3808 hem? Het is geen H2320 nieuwe maan H3808 , noch H7676 sabbat H559 H8799 . En zij zeide H7965 : Het zal wel zijn.
  24 H2280 H8799 Toen zadelde zij H860 de ezelin H559 H8799 , en zeide H413 tot H5288 haar jongen H5090 H8798 : Drijf H3212 H8798 , en ga voort H6113 H0 ; houd H408 mij niet H6113 H8799 op H7392 H8800 voort te rijden H3588 , tenzij H518 dan H559 H8804 dat ik het u zegge.
  25 H3212 H8799 Alzo toog zij heen H935 H8799 , en kwam H413 tot H376 den man H430 Gods H413 , tot H2022 den berg H3760 Karmel H1961 H8799 . En het geschiedde H376 , als de man H430 Gods H853 haar H4480 van H5048 tegenover H7200 H8800 zag H1975 , dat H413 hij tot H1522 Gehazi H5288 , zijn jongen H559 H8799 , zeide H2009 : Zie H1975 , daar H7767 is de Sunamietische.
  26 H6258 Nu H7323 H8798 loop H4994 toch H7125 H8800 haar tegemoet H559 H8798 , en zeg H7965 tot haar: Is het wel H7965 met u? Is het wel H376 met uw man H7965 ? Is het wel H3206 met uw kind H559 H8799 ? En zij zeide H7965 : Het is wel.
  27 H413 Toen zij nu tot H376 den man H430 Gods H413 op H2022 den berg H935 H8799 kwam H2388 H8686 , vatte zij H7272 zijn voeten H1522 . Maar Gehazi H5066 H8799 trad toe H1920 H8800 , om haar af te stoten H376 . Doch de man H430 Gods H559 H8799 zeide H7503 H8685 : Laat ze geworden H3588 ; want H5315 haar ziel H4843 H8804 is in haar bitterlijk bedroefd H3068 , en de HEERE H4480 heeft het voor H5956 H8689 mij verborgen H3808 , en mij niet H5046 H8689 verkondigd.
  28 H559 H8799 En zij zeide H1121 : Heb ik een zoon H4480 van H113 mijn heer H7592 H8804 begeerd H559 H8804 ? Zeide ik H3808 niet H7952 H8686 : Bedrieg H853 mij H3808 niet?
  29 H559 H8799 En hij zeide H1522 tot Gehazi H2296 H8798 : Gord H4975 uw lenden H3947 H8798 , en neem H4938 mijn staf H3027 in uw hand H3212 H8798 , en ga henen H3588 ; zo H376 gij iemand H4672 H8799 vindt H1288 H8762 , groet H3808 hem niet H3588 ; en zo H376 u iemand H1288 H8762 groet H6030 H8799 , antwoord H3808 hem niet H7760 H8804 ; en leg H4938 mijn staf H5921 op H6440 het aangezicht H5288 van den jongen.
  30 H517 Doch de moeder H5288 van den jongen H559 H8799 zeide H3068 : [Zo] [waarachtig] [als] de HEERE H2416 leeft H5315 en uw ziel H2416 leeft H518 , ik zal u niet H5800 H8799 verlaten H6965 H8799 ! Hij stond dan op H3212 H8799 , en volgde H310 haar na.
  31 H1522 Gehazi H6440 nu was voor hun aangezicht H5674 H8804 doorgegaan H7760 H8799 ; en hij leide H4938 den staf H5921 op H6440 het aangezicht H5288 van den jongen H369 ; doch er was geen H6963 stem H369 , noch H7182 opmerking H7725 H8799 . Zo keerde hij weder H7125 H8800 hem tegemoet H5046 H8686 , en bracht hem boodschap H559 H8800 , zeggende H5288 : De jongen H3808 is niet H6974 H8689 ontwaakt.
  32 H477 En toen Elisa H1004 in het huis H935 H8799 kwam H2009 , ziet H5288 , zo was de jongen H4191 H8801 dood H7901 H8716 , zijnde gelegd H5921 op H4296 zijn bed.
  33 H935 H8799 Zo ging hij in H5462 H8799 , en sloot H1817 de deur H1157 voor H8147 hen beiden H6419 H8691 toe, en bad H413 tot H3068 den HEERE.
  34 H5927 H8799 En hij klom op H7901 H8799 , en leide zich neder H5921 op H3206 het kind H7760 H8799 , en leggende H6310 zijn mond H5921 op H6310 deszelfs mond H5869 , en zijn ogen H5921 op H5869 zijn ogen H3709 , en zijn handen H5921 op H3709 zijn handen H1457 H0 , breidde zich H5921 over H1457 H8799 hem uit H1320 . En het vlees H3206 des kinds H2552 H8799 werd warm.
  35 H7725 H8799 Daarna kwam hij weder H3212 H8799 , en wandelde H1004 in het huis H259 eens H2008 herwaarts H259 , en eens H2008 derwaarts H5927 H8799 , en klom H5921 [weder] op H1457 H8799 , en breidde zich over hem uit H5288 ; en de jongen H2237 H8779 niesde H5704 tot H7651 H6471 zevenmaal H6491 H0 toe; daarna deed H5288 de jongen H5869 zijn ogen H6491 H8799 open.
  36 H7121 H8799 H413 En hij riep H1522 Gehazi H559 H8799 , en zeide H7121 H8798 H413 : Roep H2063 deze H7767 Sunamietische H7121 H8799 . En hij riep H935 H8799 ze, en zij kwam H413 tot H559 H8799 hem; en hij zeide H5375 H8798 : Neem H1121 uw zoon op.
  37 H935 H8799 Zo kwam zij H5307 H8799 , en viel H5921 voor H7272 zijn voeten H7812 H8691 , en boog zich H776 ter aarde H5375 H8799 , en zij nam H1121 haar zoon H3318 H8799 op, en ging uit.
  38 H477 Als nu Elisa H7725 H0 weder H1537 te Gilgal H7725 H8804 kwam H7458 , zo was er honger H776 in dat land H1121 , en de zonen H5030 der profeten H3427 H8802 zaten H6440 voor zijn aangezicht H559 H8799 ; en hij zeide H5288 tot zijn jongen H8239 H8798 : Zet H1419 den groten H5518 pot H1310 H8761 aan, en zied H5138 moes H1121 voor de zonen H5030 der profeten.
  39 H3318 H0 Toen ging H259 er een H3318 H8799 uit H413 in H7704 het veld H219 , om moeskruiden H3950 H8763 te lezen H4672 H8799 , en hij vond H7704 een wilden H1612 wijnstok H3950 H8762 , en las H4480 daarvan H899 , zijn kleed H4393 vol H7704 wilde H6498 kolokwinten H935 H8799 , en kwam H6398 H8762 , en sneed H413 ze in H5518 H5138 den moespot H3588 ; want H3045 H8804 zij kenden H3808 ze niet.
  40 H3332 H8799 Daarna schepten zij H582 voor de mannen H398 H8800 op om te eten H1961 H8799 ; en het geschiedde H398 H8800 , als zij aten H4480 van H5138 dat moes H1992 , dat zij H6817 H8804 riepen H559 H8799 en zeiden H376 : Man H430 Gods H4194 , de dood H5518 is in den pot H3201 H8804 ! En zij konden H3808 het niet H398 H8800 eten.
  41 H559 H8799 Maar hij zeide H3947 H8798 : Brengt H7058 dan meel H7993 H8686 ; en hij wierp H413 het in H5518 den pot H559 H8799 ; en hij zeide H3332 H8798 : Schep H5971 voor het volk H398 H8799 op, dat zij eten H1961 H8804 . Toen was H3808 H1697 er niets H7451 kwaads H5518 in den pot.
  42 H935 H8802 En er kwam H376 een man H4480 van H1190 Baal-salisa H935 H8686 , en bracht H376 den man H430 Gods H3899 broden H1061 der eerstelingen H6242 , twintig H3899 H8184 gerstebroden H3759 , en groene aren H6861 in haar hulzen H559 H8799 ; en hij zeide H5414 H8798 : Geef H5971 aan het volk H398 H8799 , dat zij eten.
  43 H8334 H8764 Doch zijn dienaar H559 H8799 zeide H4100 : Wat H2088 zou ik dat H6440 aan H3967 honderd H376 mannen H5414 H8799 voorzetten H559 H8799 ? En hij zeide H5414 H8798 : Geef H5971 aan het volk H398 H8799 , dat zij eten H3588 ; want H3541 alzo H559 H8804 zegt H3068 de HEERE H398 H8800 : Men zal eten H3498 H8687 en overhouden.
  44 H5414 H8799 Zo zette hij H6440 het hun voor H398 H8799 , en zij aten H3498 H8686 , en zij hielden over H1697 , naar het woord H3068 des HEEREN.