DSV_Strongs(i)
14
H7971 H8799
Toen zond
H2396
Hizkia
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H413
, tot
H4428
den koning
H804
van Assyrie
H3923
, naar Lachis
H559 H8800
, zeggende
H2398 H8804
: Ik heb gezondigd
H7725 H8798
, keer af
H4480 H5921
van
H834
mij, wat
H5414 H8799 H5921
gij mij opleggen zult
H5375 H8799
, zal ik dragen
H7760 H8799 H5921
. Toen leide
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H2396
Hizkia
H4428
, den koning
H3063
van Juda
H7969 H3967
, driehonderd
H3603
talenten
H3701
zilvers
H7970
, en dertig
H3603
talenten
H2091
gouds op.
15
H5414 H8799
Alzo gaf
H2396
Hizkia
H3605
al
H3701
het zilver
H4672 H8737
, dat gevonden werd
H1004
in het huis
H3068
des HEEREN
H214
, en in de schatten
H1004
van het huis
H4428
des konings.
16
H1931
Te dier
H6256
tijd
H7112 H8765
sneed
H2396
Hizkia
H1817
[het] [goud] af van de deuren
H1964
van den tempel
H3068
des HEEREN
H547
, en van de posten
H834
, die
H2396
Hizkia
H4428
, de koning
H3063
van Juda
H6823 H8765
, had laten overtrekken
H5414 H8799
, en gaf
H4428
dat aan de koning
H804
van Assyrie.
17
H7971 H8799
Evenwel zond
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H8661
Tartan
H7249
, en Rabsaris
H7262
, en Rabsake
H4480
, van
H3923
Lachis
H413
tot
H4428
den koning
H2396
Hizkia
H3515
, met een zwaar
H2426
heir
H3389
naar Jeruzalem
H5927 H8799
; en zij togen op
H935 H8799
, en kwamen
H3389
naar Jeruzalem
H5927 H8799
. En als zij optogen
H935 H8799
en gekomen waren
H5975 H8799
, bleven zij staan
H8585
bij den watergang
H5945
des oppersten
H1295
vijvers
H834
, welke
H4546
is bij den hogen weg
H7704
van het veld
H3526 H8801
des vollers.
18
H7121 H8799
En zij riepen
H413
tot
H4428
den koning
H3318 H0
; zo ging
H413
tot
H3318 H8799
hen uit
H471
Eljakim
H1121
, de zoon
H2518
van Hilkia
H834 H5921 H1004
, de hofmeester
H7644
, en Sebna
H5608 H8802
, de schrijver
H3098
, en Joah
H1121
, de zoon
H623
van Asaf
H2142 H8688
, de kanselier.
19
H7262
En Rabsake
H559 H8799
zeide
H413
tot
H559 H8798
hen: Zegt
H4994
nu
H413
tot
H2396
Hizkia
H3541
: Zo
H559 H8804
zegt
H1419
de grote
H4428
koning
H4428
, de koning
H804
van Assyrie
H4100
: Wat
H986
vertrouwen
H2088
is dit
H834
, waarmede
H982 H8804
gij vertrouwt?
20
H559 H8804
Gij zegt
H389
(doch
H1697
het is een woord
H8193
der lippen
H6098
): Er is raad
H1369
en macht
H4421
tot den oorlog
H5921
; op
H4310
wien
H982 H8804
vertrouwt gij
H6258
nu
H3588
, dat
H4775 H8804
gij tegen mij rebelleert?
21
H2009
Zie
H6258
nu
H982 H8804
, vertrouwt gij
H5921
u op
H2088
dien
H7533 H8803
gebroken
H4938 H7070
rietstaf
H5921
, op
H4714
Egypte
H5921
, op
H834
denwelken
H376
zo iemand
H5564 H8735
leunt
H3709
, zo zal hij in zijn hand
H935 H8804
gaan
H5344 H8804
, en die doorboren
H3651
; alzo
H6547
is Farao
H4428
, de koning
H4714
van Egypte
H3605
, al
H5921
dengenen, die op
H982 H8802
hem vertrouwen.
22
H3588
Maar
H413
zo gij tot
H559 H8799
mij zegt
H982 H8804
: Wij vertrouwen
H413
op
H3068
den HEERE
H430
, onzen God
H1931
; is Hij
H3808
die niet
H1116
, Wiens hoogten
H4196
en Wiens altaren
H2396
Hizkia
H5493 H8689
weggenomen heeft
H3063
, en tot Juda
H3389
en tot Jeruzalem
H559 H8799
gezegd heeft
H6440
: Voor
H2088
dit
H4196
altaar
H7812 H8691
zult gij u buigen
H3389
te Jeruzalem?
23
H6258
Nu dan
H6148 H8690
, wed
H4994
toch
H113
met mijn heer
H4428
, den koning
H804
van Assyrie
H505
; en ik zal u twee duizend
H5483
paarden
H5414 H8799
geven
H518
, zo
H7392 H8802
gij voor u de ruiters
H5921
daarop
H3201 H8799
zult kunnen
H5414 H8800
geven.
24
H349
Hoe
H6440
zoudt gij dan het aangezicht
H259
van een enigen
H6346
vorst
H6996
van de geringste
H5650
knechten
H113
mijns heren
H7725 H8686
afkeren
H982 H8799
? Maar gij vertrouwt
H5921
op
H4714
Egypte
H7393
, om de wagenen
H6571
en om de ruiteren.
25
H6258
Nu
H1107
, ben ik zonder
H3068
den HEERE
H5927 H8804
opgetogen
H5921
tegen
H2088
deze
H4725
plaats
H7843 H8687
, om die te verderven
H3068
? De HEERE
H413
heeft tot
H559 H8804
mij gezegd
H5927 H8798
: Trek op
H5921
tegen
H2063
dat
H776
land
H7843 H8685
, en verderf het.
26
H559 H8799
Toen zeide
H471
Eljakim
H1121
, de zoon
H2518
van Hilkia
H7644
, en Sebna
H3098
, en Joah
H413
tot
H7262
Rabsake
H1696 H8761
: Spreek
H4994
toch
H413
tot
H5650
uw knechten
H762
in het Syrisch
H3588
, want
H587
wij
H8085 H8802
verstaan
H1696 H8762
het [wel]; en spreek
H5973
met
H408
ons niet
H3066
in het Joods
H241
, voor de oren
H5971
des volks
H834
, dat
H5921
op
H2346
den muur is.
27
H7262
Maar Rabsake
H559 H8799
zeide
H413
tot
H113
hen: Heeft mijn heer
H5921
mij tot
H113
uw heer
H413
en tot
H7971 H8804
u gezonden
H428
, om deze
H1697
woorden
H1696 H8763
te spreken
H3808
? Is het niet
H5921
tot
H582
de mannen
H5921
, die op
H2346
den muur
H3427 H8802
zitten
H5973
, dat zij met
H6675 H8675 H2755
ulieden hun drek
H398 H8800
eten
H4325 H7272 H8675 H7890
, en hun water
H8354 H8800
drinken zullen?
28
H5975 H8799
Alzo stond
H7262
Rabsake
H7121 H8799
, en riep
H1419
met luider
H6963
stem
H3066
in het Joods
H1696 H8762
; en hij sprak
H559 H8799
en zeide
H8085 H8798
: Hoort
H1697
het woord
H1419
des groten
H4428
konings
H4428
, des konings
H804
van Assyrie!
29
H3541
Zo
H559 H8804
zegt
H4428
de koning
H2396
: Dat Hizkia
H408
u niet
H5377 H8686
bedriege
H3588
: want
H853
hij zal u
H3808
niet
H3201 H8799
kunnen
H5337 H8687
redden
H4480
uit
H3027
zijn hand.
30
H2396
Daartoe dat Hizkia
H853
u
H408
niet
H982 H8686
doe vertrouwen
H413
op
H3068
den HEERE
H559 H8800
, zeggende
H3068
: De HEERE
H5337 H8687
zal ons zekerlijk
H5337 H8686
redden
H2063
, en deze
H5892
stad
H3808
zal niet
H3027
in de hand
H4428
van den koning
H804
van Assyrie
H5414 H8735
gegeven worden.
31
H8085 H8799
Hoort
H413
naar
H2396
Hizkia
H408
niet
H3588
; want
H3541
zo
H559 H8804
zegt
H4428
de koning
H804
van Assyrie
H6213 H8798
: Handelt
H854
met
H1293
mij door een geschenk
H413
, en komt tot
H3318 H8798
mij uit
H398 H8798
, en eet
H376
, een ieder
H1612
[van] zijn wijnstok
H376
, en een ieder
H8384
[van] zijn vijgeboom
H8354 H8798
; en drinkt
H376
een ieder
H4325
het water
H953
zijns bornputs;
32
H5704
Totdat
H935 H8800
ik kom
H853
, en u
H3947 H8804
haal
H413
in
H776
een land
H776
, als ulieder land
H776
, een land
H1715
van koren
H8492
en van most
H776
, een land
H3899
van brood
H3754
en van wijngaarden
H776
, een land
H2132
van olijven
H3323
, van olie
H1706
en van honig
H2421 H8798
; zo zult gij leven
H3808
en niet
H4191 H8799
sterven
H8085 H8799
; en hoort
H408
niet
H413
naar
H2396
Hizkia
H3588
, want
H853
hij hitst u
H5496 H8686
op
H559 H8800
, zeggende
H3068
: De HEERE
H5337 H8686
zal ons redden.
33
H430
Hebben de goden
H1471
der volken
H376
, ieder
H776
zijn land
H5337 H8687
, enigszins
H5337 H8689
gered
H4480
uit
H3027
de hand
H4428
van den koning
H804
van Assyrie?
34
H346
Waar
H430
zijn de goden
H2574
van Hamath
H774
, en van Arpad
H346
? Waar
H430
zijn de goden
H5617
van Sefarvaim
H2012
, Hena
H5755
en Ivva
H3588
? Ja
H8111
, hebben zij Samaria
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8689
gered?
35
H4310
Welke
H3605
zijn ze onder alle
H430
goden
H776
der landen
H834
, die
H776
hun land
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8689
gered hebben
H3588
, dat
H3068
de HEERE
H3389
Jeruzalem
H4480
uit
H3027
mijn hand
H5337 H8686
redden zou?
36
H5971
Doch het volk
H2790 H8689
zweeg stil
H6030 H8804
en antwoordde
H853
hem
H3808
niet
H1697
een woord
H3588
; want
H4687
het gebod
H4428
des konings
H1931
was
H559 H8800
, zeggende
H3808
: Gij zult hem niet
H6030 H8799
antwoorden.
37
H935 H8799
Toen kwam
H471
Eljakim
H1121
, de zoon
H2518
van Hilkia
H834 H5921 H1004
, de hofmeester
H7644
, en Sebna
H5608 H8802
, de schrijver
H3098
, en Joah
H1121
, de zoon
H623
van Asaf
H2142 H8688
, de kanselier
H413
, tot
H2396
Hizkia
H7167 H8803
, met gescheurde
H899
klederen
H5046 H0
; en zij gaven
H1697
hem de woorden
H7262
van Rabsake
H5046 H8686
te kennen.