DSV_Strongs(i)
6
H5127 H8798
Vliedt uit
H8432
het midden
H894
van Babel
H4422 H8761
, en redt
H376
, een iegelijk
H5315
zijn ziel
H1826 H8735
; wordt niet uitgeroeid
H5771
in haar ongerechtigheid
H6256
; want dit is de tijd
H5360
der wraak
H3068
des HEEREN
H1576
, Die haar de verdienste
H7999 H8764
betaalt.
7
H894
Babel
H2091
was een gouden
H3563
beker
H3027
in de hand
H3068
des HEEREN
H776
, die de ganse aarde
H7937 H8764
dronken maakte
H1471
; de volken
H3196
hebben van haar wijn
H8354 H8804
gedronken
H1471
, daarom zijn de volken
H1984 H8704
dol geworden.
8
H6597
Schielijk
H894
is Babel
H5307 H8804
gevallen
H7665 H8735
en verbroken
H3213 H8685
; huilt
H3947 H8798
over haar, neemt
H6875
balsem
H4341
tot haar pijn
H7495 H8735
, misschien zal zij genezen worden.
9
H894
Wij hebben Babel
H7495 H8765
gemeesterd
H7495 H8738
, maar zij is niet genezen
H5800 H8798
; verlaat
H376
haar [dan], en laat ons een iegelijk
H776
in zijn land
H3212 H8799
trekken
H4941
; want haar oordeel
H5060 H8804
reikt
H8064
tot aan den hemel
H5375 H8738
, en is verheven
H7834
tot aan de bovenste wolken.
10
H3068
De HEERE
H6666
heeft onze gerechtigheden
H3318 H8689
hervoor gebracht
H935 H8798
; komt
H6726
en laat ons te Sion
H4639
het werk
H3068
des HEEREN
H430
, onzes Gods
H5608 H8762
, vertellen!
11
H1305 H8685
Zuivert
H2671
de pijlen
H4390 H0
, rust
H7982
de schilden
H4390 H8798
volkomenlijk toe
H3068
; de HEERE
H7307
heeft den geest
H4428
der koningen
H4074
van Medie
H5782 H8689
opgewekt
H4209
; want Zijn voornemen
H894
is tegen Babel
H7843 H8687
, dat Hij haar verderve
H5360
; want dit is de wraak
H3068
des HEEREN
H5360
, de wraak
H1964
Zijns tempels.
12
H5375 H8798
Verheft
H5251
de banier
H2346
op de muren
H894
van Babel
H2388 H8685
, versterkt
H4929
de wacht
H6965 H8685
, stelt
H8104 H8802
wachters
H3559 H8685
, bereidt
H693 H8802
de lagen
H3068
; want gelijk de HEERE
H2161 H8804
heeft voorgenomen
H6213 H8804
, alzo heeft Hij gedaan
H3427 H8802
, wat Hij over de inwoners
H894
van Babel
H1696 H8765
gesproken heeft.
13
H7227
Gij, die aan vele
H4325
wateren
H7931 H8802 H8675 H7931 H8804
woont
H7227
, die machtig
H214
zijt van schatten
H7093
! uw einde
H935 H8802
is gekomen
H520
, de maat
H1215
uwer gierigheid.
14
H3068
De HEERE
H6635
der heirscharen
H7650 H8738
heeft gezworen
H5315
bij Zijn ziel
H120
: Ofschoon Ik u met mensen
H3218
als [met] kevers
H4390 H8765
vervuld heb
H1959
, nochtans zullen zij elkander een vreugdegeschrei
H6030 H8804
over u toeroepen!
15
H776
Die de aarde
H6213 H8802
gemaakt heeft
H3581
door Zijn kracht
H8398
, Die de wereld
H3559 H8688
bereid heeft
H2451
door Zijn wijsheid
H8064
, en den hemel
H5186 H8804
uitgebreid
H8394
door Zijn verstand;
16
H6963
Als Hij Zijn stem
H5414 H8800
geeft
H1995
, zo is er een gedruis
H4325
van wateren
H8064
in den hemel
H5387
, en Hij doet de dampen
H5927 H8688
opklimmen
H7097
van het einde
H776
der aarde
H6213 H8804
; Hij maakt
H1300
de bliksemen
H4306
met den regen
H7307
, en doet den wind
H3318 H8686
voortkomen
H214
uit Zijn schatkameren.
17
H120
Een ieder mens
H1197 H8738
is onvernuftig geworden
H1847
, zodat hij geen wetenschap
H6884 H8802
heeft; een ieder goudsmid
H3001 H8689
is beschaamd
H6459
van het gesneden beeld
H5262
; want zijn gegoten beeld
H8267
is leugen
H7307
, en er is geen geest in hen.
18
H1892
Ijdelheid
H4639
zijn zij, een werk
H8595
van verleidingen
H6256
; ten tijde
H6486
hunner bezoeking
H6 H8799
zullen zij vergaan.
19
H3290
Jakobs
H2506
deel
H3335 H8802
is niet gelijk die; want Hij is de Formeerder
H7626
van alles, en [Israel] is de roede
H5159
Zijner erfenis
H3068
; HEERE
H6635
der heirscharen
H8034
is Zijn Naam.
20
H4661
Gij zijt Mij een voorhamer
H3627 H4421
, [en] krijgswapenen
H1471
; en door u zal Ik volken
H5310 H8765
in stukken slaan
H4467
, en door u zal Ik koninkrijken
H7843 H8689
verderven.
21
H5310 H8765
En door u zal Ik in stukken slaan
H5483
het paard
H7392 H8802
en zijn ruiter
H5310 H8765
; en door u zal Ik in stukken slaan
H7393
den wagen
H7392 H8802
en zijn ruiter.
22
H5310 H8765
En door u zal Ik in stukken slaan
H376
den man
H802
en de vrouw
H5310 H8765
; en door u zal Ik in stukken slaan
H2205
den oude
H5288
en den jonge
H5310 H8765
; en door u zal Ik in stukken slaan
H970
den jongeling
H1330
en de jonkvrouw.
23
H5310 H8765
En door u zal Ik in stukken slaan
H7462 H8802
den herder
H5739
en zijn kudde
H5310 H8765
; en door u zal Ik in stukken slaan
H406
den akkerman
H6776
en zijn juk
H5310 H8765
[ossen]; en door u zal Ik in stukken slaan
H6346
landvoogden
H5461
en overheden.
24
H894
Maar Ik zal Babel
H3427 H8802
en allen inwoneren
H3778
van Chaldea
H7999 H8765
vergelden
H7451
al hun boosheid
H6213 H8804
, die zij gedaan hebben
H6726
aan Sion
H5869
, voor ulieder ogen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
25
H4889
Ziet, Ik [wil] aan u, gij verdervende
H2022
berg
H5002 H8803
! spreekt
H3068
de HEERE
H776
, gij, die de ganse aarde
H7843 H8688
verderft
H3027
, en Ik zal Mijn hand
H5186 H8804
tegen u uitstrekken
H5553
, en u van de steenrotsen
H1556 H8773
afwentelen
H5414 H8804
, en zal u stellen
H2022
tot een berg
H8316
des brands.