Jeremiah 51:6-25

DSV_Strongs(i)
  6 H5127 H8798 Vliedt uit H8432 het midden H894 van Babel H4422 H8761 , en redt H376 , een iegelijk H5315 zijn ziel H1826 H8735 ; wordt niet uitgeroeid H5771 in haar ongerechtigheid H6256 ; want dit is de tijd H5360 der wraak H3068 des HEEREN H1576 , Die haar de verdienste H7999 H8764 betaalt.
  7 H894 Babel H2091 was een gouden H3563 beker H3027 in de hand H3068 des HEEREN H776 , die de ganse aarde H7937 H8764 dronken maakte H1471 ; de volken H3196 hebben van haar wijn H8354 H8804 gedronken H1471 , daarom zijn de volken H1984 H8704 dol geworden.
  8 H6597 Schielijk H894 is Babel H5307 H8804 gevallen H7665 H8735 en verbroken H3213 H8685 ; huilt H3947 H8798 over haar, neemt H6875 balsem H4341 tot haar pijn H7495 H8735 , misschien zal zij genezen worden.
  9 H894 Wij hebben Babel H7495 H8765 gemeesterd H7495 H8738 , maar zij is niet genezen H5800 H8798 ; verlaat H376 haar [dan], en laat ons een iegelijk H776 in zijn land H3212 H8799 trekken H4941 ; want haar oordeel H5060 H8804 reikt H8064 tot aan den hemel H5375 H8738 , en is verheven H7834 tot aan de bovenste wolken.
  10 H3068 De HEERE H6666 heeft onze gerechtigheden H3318 H8689 hervoor gebracht H935 H8798 ; komt H6726 en laat ons te Sion H4639 het werk H3068 des HEEREN H430 , onzes Gods H5608 H8762 , vertellen!
  11 H1305 H8685 Zuivert H2671 de pijlen H4390 H0 , rust H7982 de schilden H4390 H8798 volkomenlijk toe H3068 ; de HEERE H7307 heeft den geest H4428 der koningen H4074 van Medie H5782 H8689 opgewekt H4209 ; want Zijn voornemen H894 is tegen Babel H7843 H8687 , dat Hij haar verderve H5360 ; want dit is de wraak H3068 des HEEREN H5360 , de wraak H1964 Zijns tempels.
  12 H5375 H8798 Verheft H5251 de banier H2346 op de muren H894 van Babel H2388 H8685 , versterkt H4929 de wacht H6965 H8685 , stelt H8104 H8802 wachters H3559 H8685 , bereidt H693 H8802 de lagen H3068 ; want gelijk de HEERE H2161 H8804 heeft voorgenomen H6213 H8804 , alzo heeft Hij gedaan H3427 H8802 , wat Hij over de inwoners H894 van Babel H1696 H8765 gesproken heeft.
  13 H7227 Gij, die aan vele H4325 wateren H7931 H8802 H8675 H7931 H8804 woont H7227 , die machtig H214 zijt van schatten H7093 ! uw einde H935 H8802 is gekomen H520 , de maat H1215 uwer gierigheid.
  14 H3068 De HEERE H6635 der heirscharen H7650 H8738 heeft gezworen H5315 bij Zijn ziel H120 : Ofschoon Ik u met mensen H3218 als [met] kevers H4390 H8765 vervuld heb H1959 , nochtans zullen zij elkander een vreugdegeschrei H6030 H8804 over u toeroepen!
  15 H776 Die de aarde H6213 H8802 gemaakt heeft H3581 door Zijn kracht H8398 , Die de wereld H3559 H8688 bereid heeft H2451 door Zijn wijsheid H8064 , en den hemel H5186 H8804 uitgebreid H8394 door Zijn verstand;
  16 H6963 Als Hij Zijn stem H5414 H8800 geeft H1995 , zo is er een gedruis H4325 van wateren H8064 in den hemel H5387 , en Hij doet de dampen H5927 H8688 opklimmen H7097 van het einde H776 der aarde H6213 H8804 ; Hij maakt H1300 de bliksemen H4306 met den regen H7307 , en doet den wind H3318 H8686 voortkomen H214 uit Zijn schatkameren.
  17 H120 Een ieder mens H1197 H8738 is onvernuftig geworden H1847 , zodat hij geen wetenschap H6884 H8802 heeft; een ieder goudsmid H3001 H8689 is beschaamd H6459 van het gesneden beeld H5262 ; want zijn gegoten beeld H8267 is leugen H7307 , en er is geen geest in hen.
  18 H1892 Ijdelheid H4639 zijn zij, een werk H8595 van verleidingen H6256 ; ten tijde H6486 hunner bezoeking H6 H8799 zullen zij vergaan.
  19 H3290 Jakobs H2506 deel H3335 H8802 is niet gelijk die; want Hij is de Formeerder H7626 van alles, en [Israel] is de roede H5159 Zijner erfenis H3068 ; HEERE H6635 der heirscharen H8034 is Zijn Naam.
  20 H4661 Gij zijt Mij een voorhamer H3627 H4421 , [en] krijgswapenen H1471 ; en door u zal Ik volken H5310 H8765 in stukken slaan H4467 , en door u zal Ik koninkrijken H7843 H8689 verderven.
  21 H5310 H8765 En door u zal Ik in stukken slaan H5483 het paard H7392 H8802 en zijn ruiter H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H7393 den wagen H7392 H8802 en zijn ruiter.
  22 H5310 H8765 En door u zal Ik in stukken slaan H376 den man H802 en de vrouw H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H2205 den oude H5288 en den jonge H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H970 den jongeling H1330 en de jonkvrouw.
  23 H5310 H8765 En door u zal Ik in stukken slaan H7462 H8802 den herder H5739 en zijn kudde H5310 H8765 ; en door u zal Ik in stukken slaan H406 den akkerman H6776 en zijn juk H5310 H8765 [ossen]; en door u zal Ik in stukken slaan H6346 landvoogden H5461 en overheden.
  24 H894 Maar Ik zal Babel H3427 H8802 en allen inwoneren H3778 van Chaldea H7999 H8765 vergelden H7451 al hun boosheid H6213 H8804 , die zij gedaan hebben H6726 aan Sion H5869 , voor ulieder ogen H5002 H8803 , spreekt H3068 de HEERE.
  25 H4889 Ziet, Ik [wil] aan u, gij verdervende H2022 berg H5002 H8803 ! spreekt H3068 de HEERE H776 , gij, die de ganse aarde H7843 H8688 verderft H3027 , en Ik zal Mijn hand H5186 H8804 tegen u uitstrekken H5553 , en u van de steenrotsen H1556 H8773 afwentelen H5414 H8804 , en zal u stellen H2022 tot een berg H8316 des brands.