Exodus 16

DSV_Strongs(i)
  1 H362 Toen zij van Elim H5265 H8799 gereisd waren H935 H8799 , zo kwam H5712 de ganse vergadering H1121 der kinderen H3478 Israels H4057 in de woestijn H5512 Sin H362 , welke is tussen Elim H5514 en tussen Sinai H2568 H6240 , aan den vijftienden H3117 dag H8145 der tweede H2320 maand H776 H4714 , nadat zij uit Egypteland H3318 H8800 uitgegaan waren.
  2 H5712 En de ganse vergadering H1121 der kinderen H3478 Israels H3885 H8735 murmureerde H4872 tegen Mozes H175 en tegen Aaron H4057 , in de woestijn.
  3 H1121 En de kinderen H3478 Israels H559 H8799 zeiden H4310 H5414 H8799 tot hen: Och, dat H776 H4714 wij in Egypteland H4191 H8800 gestorven waren H3027 door de hand H3068 des HEEREN H1320 H5518 , toen wij bij de vleespotten H3427 H8800 zaten H7648 , toen wij tot verzadiging H3899 brood H398 H8800 aten H3318 H8689 ! Want gijlieden hebt ons uitgeleid H4057 in deze woestijn H6951 , om deze ganse gemeente H7458 door den honger H4191 H8687 te doden.
  4 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H3899 : Zie, Ik zal voor ulieden brood H8064 uit den hemel H4305 H8688 regenen H5971 ; en het volk H3318 H8804 zal uitgaan H3950 H8804 , en verzamelen H1697 H3117 elke dagmaat H3117 op haar dag H5254 H8762 ; opdat Ik het verzoeke H8451 , of het in Mijn wet H3212 H8799 ga, of niet.
  5 H8345 En het zal geschieden op den zesden H3117 dag H3559 H8689 , dat zij bereiden zullen H834 hetgeen H935 H8686 zij ingebracht zullen hebben H4932 ; dat zal dubbel H3117 zijn boven hetgeen zij dagelijks H3950 H8799 zullen verzamelen.
  6 H559 H8799 Toen zeiden H4872 Mozes H175 en Aaron H1121 tot al de kinderen H3478 Israels H6153 : Aan den avond H3045 H8804 , dan zult gij weten H3068 , dat u de HEERE H776 H4714 uit Egypteland H3318 H8689 uitgeleid heeft;
  7 H1242 En morgen H3068 , dan zult gij des HEEREN H3519 heerlijkheid H7200 H8804 zien H8519 , dewijl Hij uw murmureringen H3068 tegen den HEERE H8085 H8800 gehoord heeft H5168 ; want wat zijn wij H3885 H8686 H8675 H3885 H8735 , dat gij tegen ons murmureert?
  8 H559 H8799 Voorts zeide H4872 Mozes H3068 : Als de HEERE H6153 ulieden aan den avond H1320 vlees H398 H8800 te eten H5414 H8800 zal geven H1242 , en aan den morgen H3899 brood H7646 H8800 tot verzadiging H3068 , het zal zijn, omdat de HEERE H8519 uw murmureringen H8085 H8800 gehoord heeft H3885 H8688 , die gij tegen Hem murmureert H5168 ; want wat zijn wij H8519 ? Uw murmureringen H3068 zijn niet tegen ons, maar tegen den HEERE.
  9 H559 H8799 Daarna zeide H4872 Mozes H175 tot Aaron H559 H8798 : Zeg H5712 tot de ganse vergadering H1121 der kinderen H3478 Israels H7126 H8798 : Nadert H6440 voor het aangezicht H3068 des HEEREN H8519 , want Hij heeft uw murmureringen H8085 H8804 gehoord.
  10 H175 En het geschiedde, als Aaron H5712 tot de ganse vergadering H1121 der kinderen H3478 Israels H1696 H8763 sprak H4057 , en zij zich naar de woestijn H6437 H8799 keerden H3519 , zo ziet, de heerlijkheid H3068 des HEEREN H7200 H8738 verscheen H6051 in de wolk.
  11 H3068 Ook heeft de HEERE H4872 tot Mozes H1696 H8762 gesproken H559 H8800 , zeggende:
  12 H8519 Ik heb de murmureringen H1121 van de kinderen H3478 Israels H8085 H8804 gehoord H1696 H8761 ; spreek H559 H8800 tot hen, zeggende H996 : Tussen H6153 de twee avonden H1320 zult gij vlees H398 H8799 eten H1242 , en aan den morgen H3899 zult gij met brood H7646 H8799 verzadigd worden H3045 H8804 ; en gij zult weten H3068 , dat Ik de HEERE H430 uw God ben.
  13 H6153 En het geschiedde aan den avond H7958 , dat er kwakkelen H5927 H8799 opkwamen H4264 , en het leger H3680 H8762 bedekten H1242 ; en aan den morgen H7902 lag H2919 de dauw H5439 rondom H4264 het leger.
  14 H7902 Als nu de liggende H2919 dauw H5927 H8799 opgevaren was H6440 , zo ziet, over H4057 de woestijn H1851 was een klein H2636 H8794 rond ding H1851 , klein H3713 als de rijm H776 , op de aarde.
  15 H1121 Toen het de kinderen H3478 Israels H7200 H8799 zagen H559 H8799 , zo zeiden zij H376 , de een H251 tot den ander H4478 : Het is Man H3045 H8804 , want zij wisten H4872 niet wat het was. Mozes H559 H8799 dan zeide H3899 tot hen: Dit is het brood H3068 , hetwelk de HEERE H402 ulieden te eten H5414 H8804 gegeven heeft.
  16 H1697 Dit is het woord H834 , dat H3068 de HEERE H6680 H8765 geboden heeft H3950 H8798 : Verzamelt H376 daarvan een ieder H6310 naar H400 dat hij eten mag H6016 , een gomer H1538 voor een hoofd H4557 , naar het getal H5315 van uw zielen H376 ; ieder H3947 H8799 zal nemen H168 voor degenen, die in zijn tent zijn.
  17 H1121 En de kinderen H3478 Israels H6213 H8799 deden H3950 H8799 alzo, en verzamelden H7235 H8688 , de een veel H4591 H8688 en de ander weinig.
  18 H6016 Doch als zij het met den gomer H4058 H8799 maten H7235 H8688 , zo had hij, die veel verzameld had H5736 H8689 , niets over H4591 H8688 , en dien, die weinig verzameld had H2637 H8689 , ontbrak niet H376 ; een iegelijk H3950 H8804 verzamelde H6310 zoveel, als H400 hij eten mocht.
  19 H4872 En Mozes H559 H8799 zeide H376 tot hen: Niemand H3498 H8686 late H1242 daarvan over tot den morgen.
  20 H8085 H8804 Doch zij hoorden H4872 niet naar Mozes H582 , maar sommige mannen H3498 H8686 lieten H1242 daarvan over tot den morgen H7311 H8799 . Toen wiesen H8438 er wormen H887 H8799 in, en het werd stinkende H4872 ; dies werd Mozes H7107 H8799 zeer toornig op hen.
  21 H3950 H8799 Zij nu verzamelden H1242 het allen morgen H376 , een iegelijk H6310 naardat H400 hij eten H8121 mocht; want als de zon H2552 H8804 heet werd H4549 H8738 , zo versmolt het.
  22 H8345 En het geschiedde op den zesden H3117 dag H4932 , dat zij dubbel H3899 brood H3950 H8804 verzamelden H8147 , twee H6016 gomers H259 voor een H5387 ; en al de oversten H5712 der vergadering H935 H8799 kwamen H5046 H8686 en verkondigden H4872 het aan Mozes.
  23 H559 H8799 Hij dan zeide H3068 tot hen: Dit is het, dat de HEERE H1696 H8765 gesproken heeft H4279 : Morgen H7677 is de rust H6944 , de heilige H7676 sabbat H3068 des HEEREN H644 H8798 ! wat gij bakken zoudt H644 H8799 , bakt H1310 H8761 dat, en ziedt H1310 H8762 , wat gij zieden zoudt H3605 ; en al H5736 H8802 wat over blijft H3240 H8685 , legt het op H4931 voor u in bewaring H1242 tot den morgen.
  24 H3240 H8686 En zij leiden het op H1242 tot den morgen H4872 , gelijk als Mozes H6680 H8765 geboden had H887 H8689 ; en het stonk H7415 niet, en er was geen worm in.
  25 H559 H8799 Toen zeide H4872 Mozes H398 H8798 : Eet H3117 dat heden H3117 , want het is heden H7676 de sabbat H3068 des HEEREN H3117 ; gij zult het heden H7704 op het veld H4672 H8799 niet vinden.
  26 H8337 Zes H3117 dagen H3950 H8799 zult gij het verzamelen H7637 ; doch op den zevenden H3117 dag H7676 is het sabbat, op denzelven zal het niet zijn.
  27 H7637 En het geschiedde aan den zevenden H3117 dag H5971 , dat sommigen van het volk H3318 H8804 uitgingen H3950 H8800 , om te verzamelen H4672 H8804 ; doch zij vonden niet.
  28 H559 H8799 Toen zeide H3068 de HEERE H4872 tot Mozes H3985 H8765 : Hoe lang weigert gijlieden H8104 H8800 te houden H4687 Mijn geboden H8451 en Mijn wetten?
  29 H7200 H8798 Ziet H3068 , omdat de HEERE H7676 ulieden den sabbat H5414 H8804 gegeven heeft H5414 H8802 , daarom geeft Hij H8345 u aan den zesden H3117 dag H3117 voor twee dagen H3899 brood H376 ; een ieder H3427 H8798 blijve H376 in zijn plaats! dat niemand H4725 uit zijn plaats H3318 H8799 ga H7637 op den zevenden H3117 dag!
  30 H7673 H8799 Alzo rustte H5971 het volk H7637 op den zevenden H3117 dag.
  31 H1004 En het huis H3478 Israels H7121 H8799 noemde H8034 deszelfs naam H4478 Man H1407 H2233 ; en het was als korianderzaad H3836 , wit H2940 , en de smaak H6838 H1706 daarvan was als honigkoeken.
  32 H559 H8799 Voorts zeide H4872 Mozes H1697 : Dit is het woord H3068 , hetwelk de HEERE H6680 H8765 bevolen heeft H4393 : Vul H6016 een gomer H4931 daarvan tot bewaring H1755 voor uw geslachten H7200 H8799 , opdat zij zien H3899 het brood H398 H8689 , dat Ik ulieden heb te eten gegeven H4057 in deze woestijn H776 H4714 , toen Ik u uit Egypteland H3318 H8687 uitleidde.
  33 H559 H8799 Ook zeide H4872 Mozes H175 tot Aaron H3947 H8798 : Neem H259 een H6803 kruik H5414 H8798 , en doe H6016 een gomer H4393 vol H4478 Man H3240 H8685 daarin; en zet H6440 die voor het aangezicht H3068 des HEEREN H4931 , tot bewaring H1755 voor uw geslachten.
  34 H3068 Gelijk als de HEERE H4872 aan Mozes H6680 H8765 geboden had H3240 H8686 , alzo zette H175 ze Aaron H6440 voor H5715 de getuigenis H4931 tot bewaring.
  35 H1121 En de kinderen H3478 Israels H398 H8804 aten H4478 Man H705 veertig H8141 jaren H3427 H8737 , totdat zij in een bewoond H776 land H935 H8800 kwamen H398 H8804 ; zij aten H4478 Man H935 H8800 , totdat zij kwamen H7097 aan de pale H776 van het land H3667 Kanaan.
  36 H6016 Een gomer H6224 nu is het tiende H374 [deel] van een efa.