2 Chronicles 26:1-23

DSV_Strongs(i)
  1 H3947 H8799 Toen nam H3605 het ganse H5971 volk H3063 van Juda H5818 Uzzia H1931 (die H8337 H6240 nu zestien H8141 jaren H1121 oud H4427 H0 was), en maakte H853 hem H4427 H8686 koning H8478 in de plaats H1 van zijn vader H558 Amazia.
  2 H1931 Dezelve H1129 H8804 bouwde H359 Eloth H7725 H8686 , en bracht ze weder H3063 aan Juda H310 , nadat H4428 de koning H5973 met H1 zijn vaderen H7901 H8800 ontslapen was.
  3 H8337 H6240 Zestien H8141 jaren H5818 was Uzzia H1121 oud H4427 H8800 , toen hij koning werd H4427 H8804 , en hij regeerde H8147 twee H2572 en vijftig H8141 jaren H3389 te Jeruzalem H8034 ; en de naam H517 zijner moeder H3203 was Jecholia H4480 , van H3389 Jeruzalem.
  4 H6213 H8799 En hij deed H3477 dat recht H5869 was in de ogen H3068 des HEEREN H3605 , naar alles H834 , wat H1 zijn vader H558 Amazia H6213 H8804 gedaan had.
  5 H1961 H8799 Want hij begaf zich H430 om God H1875 H8800 te zoeken H3117 , in de dagen H2148 van Zacharia H995 H8688 , die verstandig was H7200 H8800 in de gezichten H430 Gods H3117 ; in de dagen H3068 nu, dat hij den HEERE H1875 H8800 zocht H6743 H0 , maakte H430 hem God H6743 H8689 voorspoedig.
  6 H3318 H8799 Want hij toog uit H3898 H8735 , en krijgde H6430 tegen de Filistijnen H6555 H8799 , en brak H2346 den muur H1661 van Gath H2346 , en den muur H2996 van Jabne H2346 , en den muur H795 van Asdod H1129 H8799 ; daartoe bouwde hij H5892 steden H795 in Asdod H6430 , en onder de Filistijnen.
  7 H430 En God H5826 H8799 hielp H5921 hem tegen H6430 de Filistijnen H5921 , en tegen H6163 de Arabieren H1485 , die te Gur-baal H3427 H8802 woonden H4586 , en [tegen] de Meunieten.
  8 H5984 En de Ammonieten H5414 H8799 gaven H5818 Uzzia H4503 geschenken H8034 ; en zijn naam H3212 H8799 ging H5704 tot H935 H8800 den ingang H4714 van Egypte H3588 , want H2388 H8689 hij sterkte zich H5704 ten H4605 hoogste.
  9 H1129 H8799 Daartoe bouwde H5818 Uzzia H4026 torens H3389 te Jeruzalem H5921 , aan H6438 H8179 de Hoekpoort H5921 en aan H1516 H8179 de Dalpoort H5921 , en aan H4740 de hoeken H2388 H8762 ; en hij sterkte ze.
  10 H1129 H8799 Hij bouwde H4026 ook torens H4057 in de woestijn H2672 H0 , en hieuw H7227 vele H953 putten H2672 H8799 uit H3588 , overmits H7227 hij veel H4735 vee H1961 H8804 had H8219 , beide in de laagten H4334 en in de effene velden H406 ; akkerlieden H3755 en wijngaardeniers H2022 op de bergen H3760 en op de vruchtbare velden H3588 ; want H1961 H8804 hij was H157 H8802 een liefhebber H127 van den land [bouw].
  11 H1961 H8799 Verder had H5818 Uzzia H2428 een heirkracht H6213 H8802 van geoefenden H4421 ten oorlog H3318 H8802 , uittrekkende H6635 ten heire H1416 bij benden H4557 , naar het getal H6486 hunner monstering H3027 , daar de hand H3273 van Jeiel H5608 H8802 , den schrijver H4641 , en Mahaseja H7860 H8802 , den ambtman H5921 ; onder H3027 de hand H2608 van Hananja H4480 , [een] van H8269 de vorsten H4428 des konings.
  12 H3605 Het gehele H4557 getal H7218 van de hoofden H1 der vaderen H2428 , der strijdbare H1368 helden H505 , was twee duizend H8337 H3967 en zeshonderd.
  13 H5921 En onder H3027 hun hand H2428 H6635 was een krijgsheir H7969 H3967 H505 van driehonderd H7651 zeven H505 duizend H2568 H3967 en vijfhonderd H2428 , die met strijdbare H3581 kracht H4421 zich ten oorlog H6213 H8802 oefenden H4428 , om den koning H5921 tegen H341 H8802 den vijand H5826 H8800 te helpen.
  14 H5818 En Uzzia H3559 H8686 bereidde H3605 voor hen, voor het ganse H6635 heir H4043 , schilden H7420 , en spiesen H3553 , en helmen H8302 , en pantsieren H7198 , en bogen H7050 H68 , zelfs tot de slingerstenen toe.
  15 H6213 H8799 Hij maakte H3389 ook te Jeruzalem H2810 kunstige werken H4284 , bedenking H2803 H8802 van kunstige werkmeesters H5921 , dat zij op H4026 de torens H5921 en op H6438 de hoeken H1961 H8800 zijn zouden H2671 , om met pijlen H1419 en met grote H68 stenen H3384 H8800 , te schieten H3318 H0 ; zo ging H8034 zijn naam H5704 tot H4480 H7350 verre toe H3318 H8799 uit H3588 , want H6381 H8689 hij werd wonderlijk H5826 H8736 geholpen H5704 H3588 , totdat H2388 H8804 hij sterk was.
  16 H2393 Maar als hij sterk geworden was H1361 H8804 , verhief zich H3820 zijn hart H5704 tot H7843 H8687 verdervens H4603 H8799 toe, en hij overtrad H3068 tegen den HEERE H430 , zijn God H935 H8799 ; want hij ging H413 in H1964 den tempel H3068 des HEEREN H6999 H8687 , om te roken H5921 op H4196 H7004 het reukaltaar.
  17 H5838 Doch Azaria H3548 , de priester H935 H8799 , ging H310 hem na H5973 , en met H3068 hem des HEEREN H3548 priesters H8084 , tachtig H2428 kloeke H1121 mannen.
  18 H5975 H8799 H5921 En zij wederstonden H4428 den koning H5818 Uzzia H559 H8799 , en zeiden H3808 tot hem: Het komt u niet H5818 toe, Uzzia H3068 , den HEERE H6999 H8687 te roken H3588 , maar H3548 den priesteren H175 , Aarons H1121 zonen H6942 H8794 , die geheiligd zijn H6999 H8687 , om te roken H3318 H8798 H4480 ; ga uit H4720 het heiligdom H3588 , want H4603 H8804 gij hebt overtreden H3808 , en het zal u niet H3519 tot eer H4480 zijn van H3068 den HEERE H430 God.
  19 H2196 H0 Toen werd H5818 Uzzia H2196 H8799 toornig H4730 , en het reukwerk H3027 was in zijn hand H6999 H8687 , om te roken H2196 H8800 ; als hij nu toornig werd H5973 tegen H3548 de priesteren H2224 H0 , rees H6883 de melaatsheid H2224 H8804 op H4696 aan zijn voorhoofd H6440 , voor het aangezicht H3548 der priesteren H1004 in het huis H3068 des HEEREN H4480 , van H5921 boven H7004 H4196 het reukaltaar.
  20 H6437 H8799 Alstoen zag H7218 H3548 de hoofdpriester H5838 Azaria H413 op H3605 hem, en al H3548 de priesteren H2009 en ziet H1931 , hij H6879 H8794 was melaats H4696 aan zijn voorhoofd H926 H8686 , en zij stieten H4480 hem met der haast van H8033 daar H1931 , ja hij zelf H1571 werd ook H1765 H8738 gedreven H3318 H8800 uit te gaan H3588 , omdat H3068 de HEERE H5060 H8765 hem geplaagd had.
  21 H1961 H8799 Alzo was H4428 de koning H5818 Uzzia H6879 H8794 melaats H5704 tot aan H3117 den dag H4194 zijns doods H6879 H8794 ; en melaats zijnde H3427 H8799 , woonde hij H2669 H8675 H2669 in een afgezonderd H1004 huis H3588 , want H4480 hij was van H1004 het huis H3068 des HEEREN H1504 H8738 afgesneden H3147 ; Jotham H1121 nu, zijn zoon H5921 , was over H1004 het huis H4428 des konings H8199 H8802 , richtende H5971 het volk H776 des lands.
  22 H3499 Het overige H1697 nu der geschiedenissen H5818 van Uzzia H7223 , de eerste H314 en de laatste H5030 , heeft de profeet H3470 Jesaja H1121 , de zoon H531 van Amos H3789 H8804 , beschreven.
  23 H5818 En Uzzia H7901 H8799 ontsliep H5973 met H1 zijn vaderen H6912 H8799 , en zij begroeven H853 hem H5973 bij H1 zijn vaderen H7704 , in het veld H6900 van de begrafenis H834 , die H4428 van de koningen H3588 was; want H559 H8804 zij zeiden H1931 : hij H6879 H8794 is melaats H1121 ; en zijn zoon H3147 Jotham H4427 H8799 werd koning H8478 in zijn plaats.