DSV_Strongs(i)
1
H1961 H8799
Daar was
H259
een
H376
man
H4480
van
H7436
Ramathaim-zofim
H4480
, van
H2022
het gebergte
H669
van Efraim
H8034
, wiens naam
H511
was Elkana
H1121
, een zoon
H3395
van Jerocham
H1121
, den zoon
H453
van Elihu
H1121
, den zoon
H8459
van Tochu
H1121
, den zoon
H6689
van Zuf
H673
, een Efrathiet.
2
H8147
En hij had twee
H802
vrouwen
H8034
; de naam
H259
van de ene
H2584
was Hanna
H8034
, en de naam
H8145
van de andere
H6444
was Peninna
H6444
. Peninna
H1961 H8799
nu had
H3206
kinderen
H2584
, maar Hanna
H369
had geen
H3206
kinderen.
3
H1931
Deze
H376
man
H5927 H8804
nu ging opwaarts
H4480
uit
H5892
zijn stad
H4480
van
H3117
jaar
H3117
tot jaar
H7812 H8692
om te aanbidden
H2076 H8800
, en om te offeren
H3068
den HEERE
H6635
der heirscharen
H7887
te Silo
H8033
; en aldaar
H3548
waren priesters
H3068
des HEEREN
H2652
, Hofni
H6372
, en Pinehas
H8147
, de twee
H1121
zonen
H5941
van Eli.
4
H1961 H8799
En het geschiedde
H3117
op dien dag
H511
, als Elkana
H2076 H8799
offerde
H5414 H8804
, zo gaf hij
H6444
aan Peninna
H802
, zijn huisvrouw
H3605
, en aan al
H1121
haar zonen
H1323
en haar dochteren
H4490
, delen.
5
H2584
Maar aan Hanna
H5414 H8799
gaf hij
H259
een
H639
aanzienlijk
H4490
deel
H3588
, want
H157 H0
hij had
H2584
Hanna
H157 H8804
lief
H3068
; doch de HEERE
H7358
had haar baarmoeder
H5462 H8804
toegesloten.
6
H6869
En haar tegenpartijdige
H3707 H8765
tergde
H1571
haar ook
H3708
met terging
H5668
, om
H7481 H8687
haar te vergrimmen
H3588
, omdat
H3068
de HEERE
H1157
haar
H7358
baarmoeder
H5462 H8804
toegesloten had.
7
H3651
En alzo
H6213 H8799
deed hij
H8141
jaar
H8141
op jaar
H1767
; van dat
H5927 H8800
zij opging
H1004
tot het huis
H3068
des HEEREN
H3651
, zo
H3707 H8686
tergde zij
H1058 H8799
haar alzo; daarom weende zij
H398 H8799
en at
H3808
niet.
8
H559 H8799
Toen zeide
H511
Elkana
H376
, haar man
H2584
: Hanna
H4100
, waarom
H1058 H8799
weent gij
H4100
, en waarom
H398 H8799
eet gij
H3808
niet
H4100
, en waarom
H3824
is uw hart
H3415 H8799
kwalijk gesteld
H3808
? Ben ik u niet
H2896
beter
H4480
dan
H6235
tien
H1121
zonen?
9
H6965 H0
Toen stond
H2584
Hanna
H6965 H8799
op
H310
, nadat
H398 H8800
[hij] gegeten
H310
, en nadat
H8354 H8800
[hij] gedronken had
H7887
te Silo
H5941
. En Eli
H3548
, de priester
H3427 H8802
, zat
H5921
op
H3678
een stoel
H5921
bij
H4201
een post
H1964
van den tempel
H3068
des HEEREN.
10
H1931
Zij
H4751
dan viel bitterlijk
H5315
bedroefd zijnde
H6419 H8691
, zo bad zij
H5921
tot
H3068
den HEERE
H1058 H8799
, en zij weende
H1058 H8800
zeer.
11
H5087 H8799
En zij beloofde
H5088
een gelofte
H559 H8799
, en zeide
H3068
: HEERE
H6635
der heirscharen
H518
, zo
H7200 H8800
Gij eenmaal
H6040
de ellende
H519
Uwer dienstmaagd
H7200 H8799
aanziet
H2142 H8804
, en mijner gedenkt
H519
, en Uw dienstmaagd
H3808
niet
H7911 H8799
vergeet
H5414 H8804
, maar geeft
H519
aan Uw dienstmaagd
H582
een mannelijk
H2233
zaad
H3068
, zo zal ik dat den HEERE
H5414 H8804
geven
H3605
al
H3117
de dagen
H2416
zijns levens
H3808
, en er zal geen
H4177
scheermes
H5921
op
H7218
zijn hoofd
H5927 H8799
komen.
12
H1961 H8804
Het geschiedde nu
H3588
, als
H7235 H8689
zij evenzeer bleef
H6419 H8692
biddende
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H8104 H0
, zo gaf
H5941
Eli
H8104 H8802
acht op
H6310
haar mond.
13
H2584 H1931
Want Hanna
H1696 H8764
sprak
H5921
in
H3820
haar hart
H7535
; alleenlijk
H5128 H8801
roerden zich
H8193
haar lippen
H6963
, maar haar stem
H3808
werd niet
H8085 H8735
gehoord
H2803 H0
; daarom hield
H5941
Eli
H2803 H8799
haar voor
H7910
dronken.
14
H5941
En Eli
H559 H8799
zeide
H413
tot
H5704
haar: Hoe
H4970
lang
H7937 H8691
zult gij u dronken aanstellen
H5493 H8685
? Doe
H3196
uw wijn
H4480 H5921
van u.
15
H2584
Doch Hanna
H6030 H8799
antwoordde
H559 H8799
en zeide
H3808
: Neen
H113
, mijn heer
H595
! ik
H802
ben een vrouw
H7186
, bezwaard
H7307
van geest
H3808
; ik heb noch
H3196
wijn
H7941
, noch sterken drank
H8354 H8804
gedronken
H5315
; maar ik heb mijn ziel
H8210 H8799
uitgegoten
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN.
16
H5414 H8799
Acht
H519
toch uw dienstmaagd
H408
niet
H6440
voor
H1323
een dochter
H1100
Belials
H3588
; want
H5704
ik heb tot
H2008
nu toe
H1696 H8765
gesproken
H7230
uit de veelheid
H7879
van mijn gedachten
H3708
en van mijn verdriet.
17
H6030 H8799
Toen antwoordde
H5941
Eli
H559 H8799
en zeide
H3212 H8798
: Ga heen
H7965
in vrede
H430
, en de God
H3478
Israels
H7596
zal uw bede
H5414 H8799
geven
H834
, die
H4480 H5973
gij van
H7592 H8804
Hem gebeden hebt.
18
H559 H8799
En zij zeide
H8198
: Laat uw dienstmaagd
H2580
genade
H4672 H8799
vinden
H5869
in uw ogen
H3212 H8799
! Alzo ging
H802
die vrouw
H1870
haars weegs
H398 H8799
; en zij at
H6440
, en haar aangezicht
H1961 H8804
was
H3808
haar [zodanig] niet
H5750
meer.
19
H7925 H0
En zij stonden
H1242
des morgens
H7925 H8686
vroeg op
H7812 H8691
, en zij aanbaden
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7725 H8799
, en zij keerden weder
H935 H8799
, en kwamen
H413
tot
H1004
hun huis
H7414
te Rama
H511
. En Elkana
H3045 H8799
bekende
H802
zijn huisvrouw
H2584
Hanna
H3068
, en de HEERE
H2142 H8799
gedacht aan haar.
20
H1961 H8799
En het geschiedde
H8622
, na verloop
H3117
van dagen
H2584
, dat Hanna
H2029 H8799
bevrucht werd
H3205 H8799
, en baarde
H1121
een zoon
H7121 H8799
, en zij noemde
H8034
zijn naam
H8050
Samuel
H3588
: Want
H4480
, [zeide] [zij], ik heb hem van
H3068
den HEERE
H7592 H8804
gebeden.
21
H376
En die man
H511
, Elkana
H5927 H8799
toog op
H3605
met zijn ganse
H1004
huis
H3068
, om den HEERE
H2076 H8800
te offeren
H3117
het jaarlijkse
H2077
offer
H5088
, en zijn gelofte.
22
H2584
Doch Hanna
H5927 H0
toog
H3808
niet
H5927 H8804
op
H3588
; maar
H559 H8804
zij zeide
H376
tot haar man
H5704
: Als
H5288
de jongen
H1580 H8735
gespeend is
H935 H8689
, dan zal ik hem brengen
H6440
, dat hij voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7200 H8738
verschijne
H3427 H8804
, en blijve
H8033
daar
H5704
tot in
H5769
eeuwigheid.
23
H511
En Elkana
H376
, haar man
H559 H8799
, zeide
H6213 H8798
tot haar: Doe
H2869
, wat goed
H5896
is in uw ogen
H3427 H8798
; blijf
H5704
, totdat
H853
gij hem
H1580 H8800
zult gespeend hebben
H389
;
H3068
de HEERE
H6965 H8686
bevestige
H1697
naar Zijn woord
H3427 H8799
! Alzo bleef
H802
de vrouw
H3243 H8686
, en zoogde
H1121
haar zoon
H5704
, totdat
H853
zij hem
H1580 H8800
speende.
24
H834
Daarna, als
H1580 H8804
zij hem gespeend had
H5927 H0
, bracht zij
H5973
hem met
H5927 H8686
zich opwaarts
H7969
, met drie
H6499
varren
H259
, en een
H374
efa
H7058
meels
H5035
, en een fles
H3196
met wijn
H935 H8686
; en zij bracht
H1004
hem in het huis
H3068
des HEEREN
H7887
te Silo
H5288
; en het jongsken
H5288
was [zeer] jong.
25
H7819 H8799
En zij slachtten
H6499
een var
H935 H8686
; alzo brachten zij
H5288
het kind
H413
tot
H5941
Eli.
26
H559 H8799
En zij zeide
H994
: Och
H113
, mijn heer
H5315
! [zo] [waarachtig] [als] uw ziel
H2416
leeft
H113
, mijn heer
H589
! Ik
H802
ben die vrouw
H2088
, die hier
H5973
bij
H5324 H8737
u stond
H413
, om
H3068
den HEERE
H6419 H8692
te bidden.