2
H5315
Of wanneer een mens
H2931
enig onrein
H1697
ding
H5060 H8799
zal aangeroerd hebben
H5038
, hetzij het dode aas
H2931
van een wild onrein
H2416
gedierte
H5038
, of het dode aas
H2931
van onrein
H929
vee
H5038
, of het dode aas
H2931
van onrein
H8318
kruipend gedierte
H5956 H8738
; al is het voor hem verborgen geweest
H2931
, nochtans is hij onrein
H816 H8804
en schuldig.
Leviticus 5:2 Cross References - DSV_Strongs
Leviticus 4:13
13
H5712
Indien nu de gehele vergadering
H3478
van Israel
H7686 H8799
afgedwaald zal zijn
H1697
, en de zaak
H5869
voor de ogen
H6951
der gemeente
H5956 H8738
verborgen is
H6213 H8804
, en zij iets gedaan zullen hebben
H259
[tegen] enige
H4687
van alle geboden
H3068
des HEEREN
H6213 H8735
, dat niet zoude gedaan worden
H816 H8804
, en zijn schuldig geworden;
Leviticus 5:4
4
H5315
Of als een mens
H7650 H8735
zal gezworen hebben
H981 H0
, onbedacht
H8193
met zijn lippen
H981 H8763
uitsprekende
H7489 H8687
, om kwaad te doen
H3190 H8687
, of om goed te doen
H120
; naar al wat de mens
H7621
in den eed
H981 H8762
onbedacht uitspreekt
H5956 H8738
, en het is voor hem verborgen geweest
H3045 H8804
, en hij is het gewaar geworden
H259
, zo is hij aan een
H816 H8804
van die schuldig.
Leviticus 5:17
17
H5315
En indien een mens
H2398 H8799
zal gezondigd hebben
H6213 H8804
, en gedaan
H259
[tegen] een
H4687
van alle geboden
H3068
des HEEREN
H6213 H8735
, hetwelk niet zou gedaan worden
H3045 H8804
, al is het dat hij het niet geweten heeft
H816 H8804
, nochtans is hij schuldig
H5771
, en zal zijn ongerechtigheid
H5375 H8804
dragen.
Leviticus 7:21
21
H5315
En wanneer een ziel
H2932
iets onreins
H5060 H8799
zal aangeroerd hebben
H2932
, [als] de onreinigheid
H120
des mensen
H2931
, of het onreine
H929
vee
H2931
, of enig onrein
H8263
verfoeisel
H1320
, en zal van het vlees
H2077 H8002
des dankoffers
H3068
, hetwelk des HEEREN
H398 H8804
is, gegeten hebben
H5315
, zo zal die ziel
H5971
uit haar volken
H3772 H8738
uitgeroeid worden.
Leviticus 11:11
Leviticus 11:24-40
24
H2930 H8691
En aan deze zult gij verontreinigd worden
H5038
; zo wie hun dood aas
H5060 H8802
zal aangeroerd hebben
H2930 H8799
, zal onrein zijn
H6153
tot aan den avond.
25
H5038
Zo wie van hun dood aas
H5375 H8802
gedragen zal hebben
H899
, zal zijn klederen
H3526 H8762
wassen
H2930 H8804
, en onrein zijn
H6153
tot aan den avond.
26
H929
Alle beest
H6541
, dat den klauw
H6536 H8688
verdeelt
H8157
, doch de klove
H8156 H8802
niet in tweeen klieft
H5927 H8688 H1625
, en niet herkauwt
H2931
, zal u onrein
H5060 H8802
zijn; zo wie hetzelve aangeroerd zal hebben
H2930 H8799
, zal onrein zijn.
27
H3605
En al
H1992
wat
H3709
op zijn poten
H1980 H8802
gaat
H2416
onder alle gedierte
H702
, op vier
H1980 H8802
[voeten] gaande
H2931
, die zullen u onrein
H5038
zijn; al wie hun dood aas
H5060 H8802
aangeroerd zal hebben
H2930 H8799
, zal onrein zijn
H6153
tot aan den avond.
28
H5038
Ook die hun dood aas
H5375 H8802
zal gedragen hebben
H899
, zal zijn klederen
H3526 H8762
wassen
H2930 H8804
, en onrein zijn
H6153
tot aan den avond
H2931
; zij zullen u onrein zijn.
29
H8318
Verder zal u dit onder het kruipend
H776
gedierte, dat op de aarde
H8317 H8802
kruipt
H2931
, onrein
H2467
zijn: het wezeltje
H5909
, en de muis
H6632
, en de schildpad
H4327
, naar haar aard;
30
H604
En de zwijnegel
H3581
, en de krokodil
H3911
, en de hagedis
H2546
, en de slak
H8580
, en de mol;
31
H2931
Die zullen u onrein
H8318
zijn onder alle kruipend
H5060 H8802
gedierte; zo wie die zal aangeroerd hebben
H4194
, als zij dood
H2930 H8799
zijn, zal onrein zijn
H6153
tot aan den avond.
32
H5307 H8799
Daartoe al hetgeen, waarop [iets] van dezelve vallen zal
H4194
, als zij dood
H2930 H8799
zijn, zal onrein zijn
H6086
, [hetzij] van alle houten
H3627
vat
H899
, of kleed
H5785
, of vel
H8242
, of zak
H3627
, [of] alle vat
H4399
, waarmede [enig] werk
H6213 H8735
gedaan wordt
H4325
; het zal in het water
H935 H8714
gestoken worden
H2930 H8804
, en onrein zijn
H6153
tot aan den avond
H2891 H8804
; daarna zal het rein zijn.
33
H2789
En alle aarden
H3627
vat
H8432
, waarin
H5307 H8799
[iets] van dezelve zal gevallen zijn
H2930 H8799
, al wat daarin is, zal onrein zijn
H7665 H8799
, en gij zult dat breken.
34
H400
Van alle spijze
H398 H8735
, die men eet
H4325
, waarop het water
H935 H8799
zal gekomen zijn
H2930 H8799
, [die] zal onrein zijn
H4945
; en alle drank
H8354 H8735
, die men drinkt
H3627
, zal in alle vat
H2930 H8799
onrein zijn.
35
H5038
En waarop iets van hun dood aas
H5307 H8799
zal vallen
H2930 H8799
, zal onrein zijn
H8574
; de oven
H3600
en de aarden pan
H5422 H8714
zal verbroken worden
H2931
; zij zijn onrein
H2931
, daarom zullen zij u onrein zijn.
36
H4599
Doch een fontein
H953
, of put
H4723
van vergadering
H4325
der wateren
H2889
, zal rein
H5038
zijn; maar wie hun dood aas
H5060 H8802
zal aangeroerd hebben
H2930 H8799
, zal onrein zijn.
37
H5038
En wanneer van hun dood aas
H5307 H8799
zal gevallen zijn
H2221
op enig zaaibaar
H2233
zaad
H2232 H8735
, dat gezaaid wordt
H2889
, dat zal rein zijn.
38
H4325
Maar als water
H2233
op het zaad
H5414 H8714
gedaan zal worden
H5038
, en van hun dood aas
H5307 H8804
daarop zal gevallen zijn
H2931
, dat zal u onrein zijn.
39
H929
En wanneer van de dieren
H402
, die u tot spijze zijn
H4191 H8799
, [iets] zal gestorven zijn
H5038
, wie deszelfs dood aas
H5060 H8802
zal aangeroerd hebben
H2930 H8799
, zal onrein zijn
H6153
tot aan den avond.
40
H5038
Ook die van hun dood aas
H398 H8802
gegeten zal hebben
H899
, zal zijn klederen
H3526 H8762
wassen
H2930 H8804
, en onrein zijn
H6153
tot aan den avond
H5038
; en die hun dood aas
H5375 H8802
zal gedragen hebben
H899
, zal zijn klederen
H3526 H8762
wassen
H2930 H8804
, en onrein zijn
H6153
tot aan den avond.
Numbers 19:11-16
11
H4191 H8801
Wie een dode
H5315
, enig dood lichaam
H120
van een mens
H5060 H8802
, aanroert
H7651
, die zal zeven
H3117
dagen
H2930 H8804
onrein zijn.
12
H7992
Op den derden
H3117
dag
H2398 H8691
zal hij zich daarmede ontzondigen
H7637
, zo zal hij op den zevenden
H3117
dag
H2891 H8799
rein zijn
H7992
; maar indien hij zich op den derden
H3117
dag
H2398 H8691
niet ontzondigt
H7637
, zo zal hij op den zevenden
H3117
dag
H2891 H8799
niet rein zijn.
13
H8801
Al wie een dode4191
H5315
, het dode lichaam
H120
eens mensen
H4191 H8799
, die gestorven zal zijn
H5060 H8802
, aanroert
H2398 H8691
, en zich niet ontzondigd zal hebben
H2930 H8765
, die verontreinigt
H4908
den tabernakel
H3068
des HEEREN
H5315
; daarom zal die ziel
H3772 H8738
uitgeroeid worden
H3478
uit Israel
H4325
; omdat het water
H5079
der afzondering
H2236 H8795
op hem niet gesprengd is
H2931
, zal hij onrein zijn
H2932
; zijn onreinigheid is nog in hem.
14
H8451
Dit is de wet
H120
, wanneer een mens
H4191 H8799
zal gestorven zijn
H168
in een tent
H168
: al wie in die tent
H935 H8802
ingaat
H168
, en al wie in die tent
H7651
is, zal zeven
H3117
dagen
H2930 H8799
onrein zijn.
Deuteronomy 14:8
Psalms 19:12
Isaiah 52:11
Haggai 2:13
13
H2292
[02:14] En Haggai
H559 H8799
zeide
H518
: Indien
H2931
iemand, die onrein
H5315
is van een dood lichaam
H3605
, iets
H423
van die
H5060 H8799
dingen aanroert
H2930 H8799
, zal het onrein worden
H3548
? En de priesters
H6030 H8799
antwoordden
H559 H8799
, en zeiden
H2930 H8799
: Het zal onrein worden.