1
G3668
Desgelijks
G1135
gij vrouwen
G5293 G
, zijt
G2398
uw eigenen
G435
mannen
G5293 G5746
onderdanig
G2443
; opdat
G2532
ook
G1536
, zo enigen
G3056
den Woorde
G544 G5719
ongehoorzaam zijn
G1223
, zij door
G391
den wandel
G1135
der vrouwen
G427
zonder
G3056
Woord
G2770 G5686
mogen gewonnen worden;
1 Peter 3:1 Cross References - DSV_Strongs
Genesis 3:16
16
H413
Tot
H802
de vrouw
H559 H8804
zeide Hij
H7235 H8687
: Ik zal zeer
H7235 H8686
vermenigvuldigen
H6093
uw smart
H2032
, namelijk uwer dracht
H6089
; met smart
H1121
zult gij kinderen
H3205 H8799
baren
H413
; en tot
H376
uw man
H8669
[zal] uw begeerte
H1931
[zijn], en hij
H4910 H8799
zal over u heerschappij hebben.
Esther 1:16-20
16
H559 H8799
Toen zeide
H4462
Memuchan
H6440
voor het aangezicht
H4428
des konings
H8269
en der vorsten
H4436
: De koningin
H2060
Vasthi
H3808
heeft niet
H909
alleen
H5921
tegen
H4428
den koning
H5753 H8804
misdaan
H3588
, maar
H5921
[ook] tegen
H3605
al
H8269
de vorsten
H5921
, en tegen
H3605
al
H5971
de volken
H834
, die
H3605
in al
H4082
de landschappen
H4428
van den koning
H325
Ahasveros zijn.
17
H3588
Want
H1697
deze daad
H4436
der koningin
H3318 H8799
zal uitkomen
H5921
tot
H3605
alle
H802
vrouwen
H1167
, zodat zij haar mannen
H959 H8687
verachten zullen
H5869
in haar ogen
H559 H8800
, als men zeggen zal
H4428
: De koning
H325
Ahasveros
H559 H8804
zeide
H4436
, dat men de koningin
H2060
Vasthi
H6440
voor zijn aangezicht
H935 H8687
brengen zou
H935 H8804
; maar zij kwam
H3808
niet.
18
H2088
Te dezen zelfden
H3117
dage
H8282
zullen de vorstinnen
H6539
van Perzie
H4074
en Medie
H559 H8799
ook [alzo] zeggen
H3605
tot al
H8269
de vorsten
H4428
des konings
H834
, als
H1697
zij deze daad
H4436
der koningin
H8085 H8804
zullen horen
H963
, en er zal verachtens
H7110
en toorns
H1767
genoeg wezen.
19
H518
Indien
H4428
het den koning
H2895 H8804 H5921
goeddunkt
H4438
, dat een koninklijk
H1697
gebod
H4480 H6440
van
H3318 H8799
hem uitga
H3789 H8735
, hetwelk geschreven worde
H1881
in de wetten
H6539
der Perzen
H4074
en Meden
H3808
, en dat men het niet
H5674 H8799
overtrede
H834
: dat
H2060
Vasthi
H3808
niet
H935 H8799
inga
H6440
voor het aangezicht
H4428
van den koning
H325
Ahasveros
H4428
, en de koning
H5414 H8799
geve
H4438
haar koninkrijk
H7468
aan haar naaste
H2896
, die beter
H4480
is dan zij.
20
H6599
Als het bevel
H4428
des konings
H834
, hetwelk
H6213 H8799
hij doen zal
H3605
in zijn ganse
H4438
koninkrijk
H3588
, (want
H1931
het
H7227
is groot
H8085 H8738
) gehoord zal worden
H3605
, zo zullen alle
H802
vrouwen
H1167
aan haar mannen
H3366
eer
H5414 H8799
geven
H4480
, van
H1419
de grootste
H5704
tot
H6996
de kleinste toe.
Proverbs 11:30
Proverbs 18:19
Matthew 18:15
15
G1161
Maar
G1437
indien
G4675
uw
G80
broeder
G1519
tegen
G4571
u
G264 G5661
gezondigd heeft
G5217 G5720
, ga heen
G2532
en
G1651 G5657
bestraf
G846
hem
G3342
tussen
G4675
u
G2532
en
G846
hem
G3441
alleen
G1437
; indien
G4675
hij u
G191 G5661
hoort
G4675
, zo hebt gij uw
G80
broeder
G2770 G5656
gewonnen.
Romans 6:17
17
G1161
Maar
G2316
Gode
G5485
zij dank
G3754
, dat
G1401
gij [wel] dienstknechten
G266
der zonde
G2258 G5713
waart
G1161
, maar
G1537
[dat] gij [nu] van
G2588
harte
G5219 G5656
gehoorzaam geworden zijt
G5179
aan het voorbeeld
G1322
der leer
G1519
, tot
G3739
hetwelk
G3860 G5681
gij overgegeven zijt;
Romans 7:2
Romans 10:16
1 Corinthians 7:16
1 Corinthians 9:19-22
19
G1063
Want
G1537
daar ik van
G3956
allen
G1658
vrij
G5607 G5752
was
G1683
, heb ik mijzelven
G3956
allen
G1402 G5656
dienstbaar gemaakt
G2443
, opdat
G4119
ik er meer
G2770 G5661
zou winnen.
20
G2532
En
G2453
ik ben den Joden
G1096 G5633
geworden
G5613
als
G2453
een Jood
G2443
, opdat
G2453
ik de Joden
G2770 G5661
winnen zou
G5259
; dengenen, die onder
G3551
de wet
G5613
zijn, [ben] [ik] [geworden] als
G5259
onder
G3551
de wet
G2443
zijnde, opdat
G5259
ik degenen, die onder
G3551
de wet
G2770 G5661
zijn, winnen zou.
21
G459
Degenen, die zonder de wet
G5613
zijn, [ben] [ik] [geworden] als
G459
zonder de wet
G5607 G5752
zijnde
G2316
(Gode
G3361
[nochtans] zijnde niet
G459
zonder de wet
G235
, maar
G5547
voor Christus
G1772
onder de wet
G2443
), opdat
G459
ik degenen, die zonder de wet
G2770 G5661
zijn, winnen zou.
1 Corinthians 11:3
1 Corinthians 14:34
Ephesians 5:22-24
22
G1135
Gij vrouwen
G5293 G
, weest
G2398
aan uw eigen
G435
mannen
G5293 G5732
onderdanig
G5613
, gelijk
G2962
aan den Heere;
Ephesians 5:33
Colossians 3:18
Colossians 4:5
2 Thessalonians 1:8
1 Timothy 2:11-12
Titus 2:3-6
3
G4247
De oude vrouwen
G5615
insgelijks
G1722
, dat zij in
G2688
[haar] dracht
G2412
zijn, gelijk den heiligen betaamt
G3361
, dat zij geen
G1228
lasteressen
G3361
zijn, zich niet
G4183
tot veel
G3631
wijns
G1402 G5772
begevende
G2567
, [maar] leraressen zijn van het goede;
4
G2443
Opdat
G3501
zij de jonge
G4994 G5725 G1511 G5750
[vrouwen] leren voorzichtig te zijn
G5362
, haar mannen lief te hebben
G5388
, haar kinderen lief te hebben;
Hebrews 5:9
Hebrews 11:8
8
G4102
Door het geloof
G11
is Abraham
G2564 G5746
, geroepen zijnde
G5219 G5656
, gehoorzaam geweest
G1831 G5629
, om uit te gaan
G1519
naar
G5117
de plaats
G3739
, die
G1519
hij tot
G2817
een erfdeel
G2983 G5721
ontvangen
G3195 G5707
zou
G2532
; en
G1831 G5627
hij is uitgegaan
G3361
, niet
G1987 G5740
wetende
G4226
, waar
G2064 G5736
hij komen zou.
James 5:19-20
1 Peter 1:22
1 Peter 3:7
7
G435
Gij mannen
G3668
, insgelijks
G4924 G5723
, woont bij
G2596
[haar] met
G1108
verstand
G1134
, aan het vrouwelijke
G4632
vat
G5613
, als
G772
het zwakste
G5092
, eer
G632 G5723
gevende
G5613
, als
G2532
die ook
G4789
mede-erfgenamen
G5485
der genade
G2222
des levens
G1519
[met] [haar] zijt; opdat
G5216
uw
G4335
gebeden
G3361
niet
G1581 G5745
verhinderd worden.