7
G3366 G
En
G1096 G5737
wordt
G3366
geen
G1496
afgodendienaars
G2531
, gelijkerwijs als
G5100
sommigen
G846
van hen
G5613
, gelijk
G1125 G5769
geschreven staat
G2992
: Het volk
G2523 G5656
zat neder
G5315 G5629
om te eten
G2532
, en
G4095 G5629
om te drinken
G2532
, en
G450 G5656
zij stonden op
G3815 G5721
om te spelen.
1 Corinthians 10:7 Cross References - DSV_Strongs
Exodus 32:4
Exodus 32:6-8
6
H7925 H0
En zij stonden
H4283
des anderen daags
H7925 H8686
vroeg op
H5927 H8686
, en offerden
H5930
brandoffer
H5066 H8686
, en brachten
H8002
dankoffer
H5971
daartoe; en het volk
H3427 H8799
zat neder
H398 H8800
om te eten
H8354 H8800
en te drinken
H6965 H8799
; daarna stonden zij op
H6711 H8763
, om te spelen.
7
H1696 H8762
Toen sprak
H3068
de HEERE
H4872
tot Mozes
H3212 H8798
: Ga heen
H3381 H8798
, klim af
H5971
! want uw volk
H776 H4714
, dat gij uit Egypteland
H5927 H8689
opgevoerd hebt
H7843 H8765
, heeft het verdorven.
8
H4118
En zij zijn haast
H5493 H8804
afgeweken
H1870
van den weg
H6680 H8765
, dien Ik hun geboden had
H4541
, zij hebben zich een gegoten
H5695
kalf
H6213 H8804
gemaakt
H7812 H8691
; en zij hebben zich voor hetzelve gebogen
H2076 H8799
, en hebben het offerande gedaan
H559 H8799
, en gezegd
H430
: Dit zijn uw goden
H3478
, Israel
H776 H4714
, die u uit Egypteland
H5927 H8689
opgevoerd hebben.
Exodus 32:17
Exodus 32:19
19
H4264
En het geschiedde, als hij aan het leger
H7126 H8804
naderde
H5695
, en het kalf
H4246
, en de reien
H7200 H8799
zag
H639
, dat de toorn
H4872
van Mozes
H2734 H8799
ontstak
H3871
, en dat hij de tafelen
H3027
uit zijn handen
H7993 H8686
wierp
H8478
, en dezelve beneden
H2022
aan den berg
H7665 H8762
verbrak.
Deuteronomy 9:12
12
H3068
Dat de HEERE
H559 H8799
tot mij zeide
H6965 H8798
: Sta op
H3381 H0
, ga
H4118
haastelijk
H3381 H8798
af
H5971
van hier; want uw volk
H4714
, dat gij uit Egypte
H3318 H8689
hebt uitgevoerd
H7843 H8765
, heeft het verdorven
H4118
; zij zijn haastelijk
H5493 H8804
afgeweken
H1870
van den weg
H6680 H8765
, dien Ik hun geboden had
H4541
; zij hebben zich een gegoten beeld
H6213 H8804
gemaakt.
Deuteronomy 9:16-21
16
H7200 H8799
En ik zag toe
H3068
, en ziet, gij hadt tegen den HEERE
H430
, uw God
H2398 H8804
, gezondigd
H4541
; gij hadt u een gegoten
H5695
kalf
H6213 H8804
gemaakt
H4118
; gij waart haastelijk
H5493 H8804
afgeweken
H1870
van den weg
H3068
, dien u de HEERE
H6680 H8765
geboden had.
17
H8610 H8799
Toen vatte ik
H8147
de twee
H3871
tafelen
H7993 H8686
, en wierp
H5921
ze heen uit
H8147
beide
H3027
mijn handen
H7665 H8762
, en brak
H5869
ze voor uw ogen.
18
H5307 H8691
En ik wierp mij neder
H6440
voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7223
, als in het eerst
H705
, veertig
H3117
dagen
H705
en veertig
H3915
nachten
H398 H8804
; ik at
H3899
geen brood
H8354 H8804
, en dronk
H4325
geen water
H2403
; om al uw zonde
H2398 H8804
, die gij hadt gezondigd
H6213 H8800
, doende
H7451
dat kwaad
H3068
is in des HEEREN
H5869
ogen
H3707 H8687
, om Hem tot toorn te verwekken.
19
H3025 H8804
Want ik vreesde
H6440
vanwege
H639
den toorn
H2534
en de grimmigheid
H3068
waarmede de HEERE
H7107 H8804
zeer op ulieden vertoornd was
H8045 H8687
, om u te verdelgen
H3068
; doch de HEERE
H8085 H8799
verhoorde
H6471
mij ook op dat maal.
20
H599 H8694
Ook vertoornde Zich
H3068
de HEERE
H3966
zeer
H175
tegen Aaron
H8045 H8687
, om hem te verdelgen
H6419 H8691
; doch ik bad
H6256
ook ter zelver tijd
H175
voor Aaron.
21
H2403
Maar uw zonde
H5695
, het kalf
H6213 H8804
, dat gij hadt gemaakt
H3947 H8804
, nam ik
H8313 H8799
, en verbrandde
H784
het met vuur
H3807 H8799
, en stampte
H2912 H8800
het, malende
H3190 H8687
het wel
H1854 H8804
, totdat het verdund werd
H6083
tot stof
H6083
; en zijn stof
H7993 H8686
wierp ik
H5158
in de beek
H2022
, die van den berg
H3381 H8802
afvliet.
Psalms 106:19-20
1 Corinthians 5:11
11
G1161
Maar
G3570
nu
G5213
heb ik u
G1125 G5656
geschreven
G3361
, dat gij u niet
G4874 G5733
zult vermengen
G1437
, [namelijk] indien
G5100
iemand
G80
, een broeder
G3687 G5746
genaamd zijnde
G4205
, een hoereerder
G2228
is, of
G4123
een gierigaard
G2228
, of
G1496
een afgodendienaar
G2228
, of
G3060
een lasteraar
G2228
, of
G3183
een dronkaard
G2228
, of
G727
een rover
G5108
; dat gij met zodanig een
G3366
ook niet
G4906 G5721
zult eten.
1 Corinthians 6:9
1 Corinthians 8:7
7
G235
Doch
G1722
in
G3956
allen
G1108
is de kennis
G3756
niet
G1161
; maar
G5100
sommigen
G4893
, met een geweten
G1497
des afgods
G2193
tot
G737
nog toe
G2068 G5719
, eten
G5613
als
G1494
[iets] dat den afgoden geofferd is
G2532
; en
G846
hun
G4893
geweten
G772
, zwak
G5607 G5752
zijnde
G3435 G5743
, wordt bevlekt.
1 Corinthians 10:14
1 Corinthians 14:20-22
20
G80
Broeders
G1096 G5737
, wordt
G3361
geen
G3813
kinderen
G5424
in het verstand
G235
, maar
G3515 G5720
zijt kinderen
G2549
in de boosheid
G1161
, en
G1096 G5737
wordt
G5424
in het verstand
G5046
volwassen.
21
G1722
In
G3551
de wet
G1125 G5769
is geschreven
G3754
:
G1722
Ik zal door
G2084
lieden van andere talen
G2532
, en
G1722
door
G2087
andere
G5491
lippen
G5129
tot dit
G2992
volk
G2980 G5692
spreken
G2532
, en ook
G3779
alzo
G3450
zullen zij Mij
G3761
niet
G1522 G5695
horen
G3004 G5719
, zegt
G2962
de Heere.