DSV_Strongs(i)
2
H1696 H8761
Spreek
H1121
tot de kinderen
H3478
Israels
H559 H8804
, en zeg
H376
tot hen: Wanneer een man
H802
of een vrouw
H6381 H8686
zich afgescheiden zal hebben
H5087 H8800
, belovende
H5088
de gelofte
H5139
eens Nazireers
H3068
, om zich den HEERE
H5144 H8687
af te zonderen;
3
H3196
Van wijn
H7941
en sterken drank
H5144 H8686
zal hij zich afzonderen
H2558 H3196
; wijnedik
H2558
, en edik
H7941
van sterken drank
H8354 H8799
zal hij niet drinken
H4952
, noch enige vochtigheid
H6025
van druiven
H8354 H8799
zal hij drinken
H3892
, noch verse
H3002
of gedroogde
H6025
druiven
H398 H8799
eten.
4
H3117
Al de dagen
H5145
van zijn Nazireerschap
H398 H8799
zal hij niet eten
H1612
van iets, dat van den wijnstok
H3196
des wijns
H6213 H8735
gemaakt is
H2785
, van de kernen
H2085
af tot de basten toe.
5
H3117
Al de dagen
H5088
der gelofte
H5145
van zijn Nazireerschap
H8593
zal het scheermes
H7218
over zijn hoofd
H5674 H8799
niet gaan
H3117
; totdat die dagen
H4390 H8800
vervuld zullen zijn
H3068
, die hij zich den HEERE
H5144 H8686
zal afgezonderd hebben
H6918
, zal hij heilig
H6545
zijn, latende de lokken
H8181
van het haar
H7218
zijns hoofds
H1431 H8763
wassen.
6
H3117
Al de dagen
H3068
, die hij zich den HEERE
H5144 H8687
zal afgezonderd hebben
H5315
, zal hij tot het lichaam
H4191 H8801
eens doden
H935 H8799
niet gaan.
7
H1
Om zijn vader
H517
of om zijn moeder
H251
, om zijn broeder
H269
of om zijn zuster
H2930 H8691
, om hen zal hij zich niet verontreinigen
H4194
, als zij dood
H5145
[zijn]; want het Nazireerschap
H430
zijns Gods
H7218
is op zijn hoofd.
9
H4191 H8801
En zo de gestorvene
H6621
bij hem onvoorziens
H6597
haastelijk
H4191 H8799
gestorven ware
H7218
, dat hij het hoofd
H5145
van zijn Nazireerschap
H2930 H8765
zou verontreinigd hebben
H3117
, zo zal hij op den dag
H2893
zijner reiniging
H7218
zijn hoofd
H1548 H8765
bescheren
H7637
; op den zevenden
H3117
dag
H1548 H8762
zal hij het bescheren.
10
H8066
En op den achtsten
H3117
dag
H8147
zal hij twee
H8449
tortelduiven
H8147
, of twee
H1121
jonge
H3123
duiven
H935 H8686
brengen
H3548
tot den priester
H6607
, tot de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
11
H3548
De priester
H259
nu zal een
H6213 H8804
bereiden
H2403
ten zondoffer
H259
, en een
H5930
ten brandoffer
H3722 H8765
, en zal voor hem verzoening doen
H834
, van dat
H5315
hij aan het dode lichaam
H2398 H8804
gezondigd heeft
H7218
; alzo zal hij zijn hoofd
H3117
op dienzelfden dag
H6942 H8765
heiligen.
12
H3117
Daarna zal hij de dagen
H5145
van zijn Nazireerschap
H3068
den HEERE
H5144 H8689
afzonderen
H3532
, en zal een lam
H1121 H8141
, dat eenjarig
H935 H8689
is, brengen
H817
ten schuldoffer
H7223
; en de vorige
H3117
dagen
H5307 H8799
zullen vallen
H5145
, omdat zijn Nazireerschap
H2930 H8804
verontreinigd was.
13
H8451
En dit is de wet
H5139
des Nazireers
H3117
: op den dag
H3117
, als de dagen
H5145
van zijn Nazireerschap
H4390 H8800
zullen vervuld zijn
H935 H8686
, zal hij dit brengen
H6607
tot de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst.
14
H7133
Hij dan zal tot zijn offerande
H3068
den HEERE
H7126 H8689
offeren
H259
een
H8549
volkomen
H1121 H8141
eenjarig
H3532
lam
H5930
ten brandoffer
H259
, en een
H8549
volkomen
H1323 H8141
eenjarig
H3535
ooilam
H2403
ten zondoffer
H259
, en een
H8549
volkomen
H352
ram
H8002
ten dankoffer.
15
H5536
En een korf
H4682
ongezuurde
H2471
[koeken], koeken
H5560
van meelbloem
H8081
, met olie
H1101 H8803
gemengd
H4682
, en ongezuurde
H7550
vladen
H8081
, met olie
H4886 H8803
bestreken
H4503
, mitsgaders hun spijsoffer
H5262
, en hun drankofferen;
16
H3548
En de priester
H6440
zal het voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H7126 H8689
brengen
H2403
, en zal zijn zondoffer
H5930
en zijn brandoffer
H6213 H8804
bereiden.
17
H352
Hij zal ook den ram
H2077 H8002
ten dankoffer
H3068
den HEERE
H6213 H8799
bereiden
H5536
, met den korf
H4682
der ongezuurde
H3548
[koeken]; en de priester
H4503
zal zijn spijsoffer
H5262
en zijn drankoffer
H6213 H8804
bereiden.
18
H5139
Alsdan zal de Nazireer
H6607
, aan de deur
H168
van de tent
H4150
der samenkomst
H7218
, het hoofd
H5145
van zijn Nazireerschap
H1548 H8765
bescheren
H8181 H7218
; en hij zal het hoofdhaar
H5145
van zijn Nazireerschap
H3947 H8804
nemen
H5414 H8804
, en hij zal het leggen
H784
op het vuur
H2077 H8002
, dat onder het dankoffer is.
19
H3548
Daarna zal de priester
H1311
een gezoden
H2220
schouder
H3947 H8804
nemen
H352
van den ram
H259
, en een
H4682
ongezuurden
H2471
koek
H5536
uit den korf
H259
, en een
H4682
ongezuurde
H7550
vlade
H3709
; en hij zal ze op de handen
H5139
des Nazireers
H5414 H8804
leggen
H310
, nadat
H5145
hij zijn Nazireerschap
H1548 H8692
afgeschoren heeft.
20
H3548
En de priester
H5130 H8689
zal die bewegen
H8573
ten beweegoffer
H6440
, voor het aangezicht
H3068
des HEEREN
H6944
; het is een heilig ding
H3548
voor den priester
H2373
, met de borst
H8573
des beweegoffers
H7785
, en met den schouder
H8641
des hefoffers
H310
; en daarna
H5139
zal die Nazireer
H3196
wijn
H8354 H8799
drinken.