DSV_Strongs(i)
14
H7650 H8737
Die daar zweren
H819
bij de schuld
H8111
van Samaria
H559 H8804
, en zeggen
H430
: [Zo] [waarachtig] [als] uw God
H1835
van Dan
H2416
leeft
H1870
, en de weg
H884
van Ber-seba
H2416
leeft
H5307 H8804
! en zij zullen vallen
H3808
, en niet
H5750
weder
H6965 H8799
opstaan.
9
1
H7200 H8804
Ik zag
H136
den Heere
H5324 H8737
staan
H5921
op
H4196
het altaar
H559 H8799
, en Hij zeide
H5221 H8685
: Sla
H3730
dien knoop
H5592
, dat de posten
H7493 H8799
beven
H1214 H8798
, en doorkloof
H3605
ze allen
H7218
in het hoofd
H319
; en Ik zal hun achterste
H2719
met het zwaard
H2026 H8799
doden
H5127 H8801
; en vliedende
H3808
zal onder hen niet
H5127 H8799
ontvlieden
H3808
, noch
H6412
de ontkomende
H4422 H8735
onder hen behouden worden.
2
H518
Al
H2864 H8799
groeven zij
H7585
[tot] in de hel
H3027
, zo zal Mijn hand
H4480
ze van
H8033
daar
H3947 H8799
halen
H518
, en al
H5927 H8799
klommen zij
H8064
in den hemel
H4480
, zo zal Ik ze van
H8033
daar
H3381 H8686
doen nederdalen.
3
H518
En al
H2244 H8735
verstaken zij zich
H7218
op de hoogte
H3760
van Karmel
H2664 H8762
, zo zal Ik ze naspeuren
H4480
en van
H8033
daar
H3947 H8804
halen
H518
; en al
H5641 H8735
verborgen zij zich
H4480
van
H5048
voor
H5869
Mijn ogen
H7172
in den grond
H3220
van de zee
H4480
, zo zal Ik van
H8033
daar
H5175
een slang
H6680 H8762
gebieden
H5391 H8804
, die zal ze bijten.
4
H518
En al
H3212 H8799
gingen zij
H7628
in gevangenis
H6440
voor het aangezicht
H341 H8802
hunner vijanden
H4480
, zo zal Ik van
H8033
daar
H2719
het zwaard
H6680 H8762
gebieden
H2026 H8804
, dat het hen dode
H5869
; en Ik zal Mijn oog
H5921
tegen
H7760 H8804
hen zetten
H7451
ten kwade
H3808
, en niet
H2896
ten goede.
5
H136
Want de Heere
H3069
HEERE
H6635
der heirscharen
H776
is het, Die het land
H5060 H8802
aanroert
H4127 H8799
, dat het versmelte
H3605
, en allen
H3427 H8802
, die daarin wonen
H56 H8804
, treuren
H3605
; en [dat] het geheel
H5927 H8804
oprijze
H2975
als een rivier
H8257 H8804
, en verdronken worde
H2975
als [door] de rivier
H4714
van Egypte.
6
H4609
Die Zijn opperzalen
H8064
in den hemel
H1129 H8802
bouwt
H92
, en Zijn benden
H5921
heeft Hij op
H776
aarde
H3245 H8804
gefondeerd
H4325
; Die de wateren
H3220
der zee
H7121 H8802
roept
H8210 H8799
, en giet ze uit
H5921
op
H6440 H776
den aardbodem
H3068
; HEERE
H8034
is Zijn Naam.
7
H859
Zijt gijlieden
H3808
Mij niet
H1121
als de kinderen
H3569
der Moren
H1121
, o kinderen
H3478
Israels
H5002 H8803
? spreekt
H3068
de HEERE
H3478
. Heb Ik Israel
H3808
niet
H5927 H8689
opgevoerd
H4480
uit
H776 H4714
Egypteland
H6430
, en de Filistijnen
H4480
uit
H3731
Kafthor
H758
, en de Syriers
H4480
uit
H7024
Kir?
8
H2009
Ziet
H5869
, de ogen
H136
des Heeren
H3069
HEEREN
H2403
zijn tegen dit zondig
H4467
koninkrijk
H853
, dat Ik het
H4480
van
H6440 H127
den aardbodem
H8045 H8689
verdelge
H657
; behalve
H3588
dat
H1004
Ik het huis
H3290
Jakobs
H3808
niet
H8045 H8687
ganselijk
H8045 H8686
zal verdelgen
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.