DSV_Strongs(i)
1
H2977
Josia
H8083
was acht
H8141
jaren
H1121
oud
H4427 H8800
, toen hij koning werd
H4427 H8804
, en regeerde
H259
een
H7970
en dertig
H8141
jaren
H3389
te Jeruzalem.
2
H6213 H8799
En hij deed
H3477
dat recht
H5869
was in de ogen
H3068
des HEEREN
H3212 H8799
, en wandelde
H1870
in de wegen
H1
van zijn vader
H1732
David
H5493 H0
, en week
H3808
niet
H5493 H8804
af
H3225
ter rechter
H8040
[hand], noch ter linkerhand.
3
H8083
Want in het achtste
H8141
jaar
H4427 H8800
zijner regering
H1931
, toen hij
H5750
nog
H5288
een jongeling
H2490 H8689
was, begon hij
H430
den God
H1
zijns vaders
H1732
Davids
H1875 H8800
te zoeken
H8147 H6240
; en in het twaalfde
H8141
jaar
H2490 H8689
begon hij
H3063
Juda
H3389
en Jeruzalem
H4480
van
H1116
de hoogten
H842
en de bossen
H6456
, en de gesneden
H4541
en de gegoten beelden
H2891 H8763
te reinigen.
4
H5422 H0
En men brak
H6440
voor zijn aangezicht
H5422 H8762
af
H4196
de altaren
H1168
der Baals
H2553
; en de zonnebeelden
H834
, die
H4605
omhoog
H4480 H5921
boven
H1438 H8765
dezelve waren, hieuw hij af
H842
; de bossen
H6456
ook, en de gesneden
H4541
en gegoten beelden
H7665 H8765
verbrak
H1854 H8689
, en vergruisde
H2236 H8799
, en strooide hij
H5921 H6440
op
H6913
de graven
H2076 H8802
dergenen, die hun geofferd hadden.
5
H6106
En de beenderen
H3548
der priesteren
H8313 H8804
verbrandde hij
H5921
op
H4196
hun altaren
H2891 H8762
; en hij reinigde
H3063
Juda
H3389
en Jeruzalem.
6
H5892
Daartoe in de steden
H4519
van Manasse
H669
, en Efraim
H8095
, en Simeon
H5704
, ja, tot
H5321
Nafthali
H2719
toe, in haar woeste plaatsen
H5439
rondom,
7
H5422 H0
Brak hij
H4196
ook de altaren
H5422 H8762
af
H842
en de bossen
H6456
, en de gesneden beelden
H3807 H8765
stampte hij
H1854 H8687
, [die] vergruizende
H3605
, en al
H2553
de zonnebeelden
H1438 H8765
hieuw hij af
H3605
in het ganse
H776
land
H3478
van Israel
H7725 H8799
; daarna keerde hij weder
H3389
naar Jeruzalem.
8
H8083 H6240
In het achttiende
H8141
jaar
H4427 H8800
nu zijner regering
H776
, als hij het land
H1004
en het huis
H2891 H8763
gereinigd had
H7971 H8804
, zond hij
H8227
Safan
H1121
, den zoon
H683
van Azalia
H4641
, en Maaseja
H8269
, den overste
H5892
der stad
H3098
, en Joha
H1121
, den zoon
H3099
van Joahaz
H2142 H8688
, den kanselier
H1004
, om het huis
H3068
des HEEREN
H430
, zijns Gods
H2388 H8763
, te verbeteren.
9
H935 H8799
En zij kwamen
H413
tot
H2518
Hilkia
H1419 H3548
, den hogepriester
H5414 H8799
, en zij gaven
H3701
het geld
H1004
, dat ten huize
H430
Gods
H935 H8716
gebracht was
H834
, hetwelk
H3881
de Levieten
H5592
, die den dorpel
H8104 H8802
bewaarden
H622 H8804
, vergaderd hadden
H4480
uit
H3027
de hand
H4519
van Manasse
H669
en Efraim
H4480
, en uit
H3605
het ganse
H7611
overblijfsel
H3478
van Israel
H4480
, en uit
H3605
gans
H3063
Juda
H1144
en Benjamin
H3389
, en te Jeruzalem
H7725 H8799 H8675 H3427 H8802
wedergekomen waren;
10
H5414 H8799
Zij nu gaven
H5921
het in
H3027
de hand
H6213 H8802
der verzorgers
H4399
van het werk
H6485 H8716
, die besteld waren
H1004
over het huis
H3068
des HEEREN
H5414 H8799
, en [deze] gaven
H853
dat
H4399
dengenen, die het werk
H6213 H8802
deden
H834
, die
H6213 H8802
arbeidden
H1004
aan het huis
H3068
des HEEREN
H1004
, om het huis
H918 H8800
te vermaken
H2388 H8763
en te verbeteren.
11
H5414 H8799
Want zij gaven
H2796
het den werkmeesters
H1129 H8802
en den bouwlieden
H4274
, om gehouwen
H68
stenen
H7069 H8800
te kopen
H6086
, en hout
H4226
tot de samenvoegingen
H1004
, en om de huizen
H7136 H8763
te zolderen
H834
, die
H4428
de koningen
H3063
van Juda
H7843 H8689
verdorven hadden.
12
H582
En die mannen
H6213 H8802
handelden
H530
trouwelijk
H4399
in dit werk
H5329 H8763
; en de bestelden
H5921
over
H3189
dezelve waren Jahath
H5662
en Obadja
H3881
, Levieten
H4480
van
H1121
de kinderen
H4847
van Merari
H2148
, mitsgaders Zacharia
H4918
en Mesullam
H4480
, van
H6956
de kinderen der Kahathieten
H6485 H8716
, om het werk voort te drijven
H3881
; en die Levieten
H3605
waren allen
H995 H8688
verstandig
H3627
op instrumenten
H7892
van muziek.
13
H5921
Zij waren ook over
H5449
de lastdragers
H5329 H8764
, en de voortdrijvers
H3605
van allen
H5656
, die in enig werk
H6213 H8802 H4399
arbeidden
H4480
; want uit
H3881
de Levieten
H5608 H8802
waren schrijvers
H7860 H8802
, en ambtlieden
H7778
, en poortiers.
14
H3701
En als zij het geld
H3318 H8687
uitnamen
H1004
, dat in het huis
H3068
des HEEREN
H935 H8716
gebracht was
H4672 H8804
, vond
H3548
de priester
H2518
Hilkia
H5612 H8451
het wetboek
H3068
des HEEREN
H3027
, [gegeven] door de hand
H4872
van Mozes.
15
H2518
En Hilkia
H6030 H8799
antwoordde
H559 H8799
en zeide
H413
tot
H8227
Safan
H5608 H8802
, den schrijver
H5612 H8451
: Ik heb het wetboek
H4672 H8804
gevonden
H1004
in het huis
H3068
des HEEREN
H2518
. En Hilkia
H5414 H8799 H413
gaf
H8227
Safan
H5612
dat boek.
16
H8227
En Safan
H935 H8686
droeg
H5612
dat boek
H413
tot
H4428
den koning
H7725 H0
; daarbenevens bracht hij
H5750
nog
H4428
den koning
H1697
bescheid
H7725 H8686
weder
H559 H8800
, zeggende
H3605
: Al
H834
wat
H3027
in de hand
H5650
uwer knechten
H5414 H8738
gegeven is
H6213 H8802
, dat doen
H1992
zij;
17
H3701
En zij hebben het geld
H5413 H8686
samengestort
H1004
, dat in het huis
H3068
des HEEREN
H4672 H8737
gevonden is
H5414 H8799
, en hebben het gegeven
H5921
in
H3027
de hand
H6485 H8716
der bestelden
H5921
, en in
H3027
de hand
H4399
dergenen, die het werk
H6213 H8802
maakten.
18
H5046 H0
Voorts gaf
H8227
Safan
H5608 H8802
, de schrijver
H4428
, den koning
H5046 H8686
te kennen
H559 H8800
, zeggende
H2518
: Hilkia
H3548
, de priester
H5612
, heeft mij een boek
H5414 H8804
gegeven
H8227
. En Safan
H7121 H8799
las
H6440
daarin voor het aangezicht
H4428
des konings.
19
H1961 H8799
Het geschiedde
H4428
nu, als de koning
H1697
de woorden
H8451
der wet
H8085 H8800
hoorde
H899
, dat hij zijn klederen
H7167 H8799
scheurde.
20
H4428
En de koning
H6680 H8762
gebood
H2518
Hilkia
H296
, en Ahikam
H1121
, den zoon
H8227
van Safan
H5658
, en Abdon
H1121
, den zoon
H4318
van Micha
H8227
, en Safan
H5608 H8802
, den schrijver
H6222
, en Asaja
H5650
, den knecht
H4428
des konings
H559 H8800
, zeggende:
21
H3212 H8798
Gaat heen
H1875 H8798
, vraagt
H3068
den HEERE
H1157
voor
H1157
mij, en voor
H7604 H8737
het overgeblevene
H3478
in Israel
H3063
en in Juda
H5921
, over
H1697
de woorden
H5612
dezes boeks
H834
, dat
H4672 H8738
gevonden is
H3588
; want
H2534
de grimmigheid
H3068
des HEEREN
H1419
is groot
H834
, die
H5413 H8738
over ons uitgegoten is
H5921 H834
, omdat
H1
onze vaders
H3808
niet
H8104 H8804
hebben gehouden
H1697
het woord
H3068
des HEEREN
H6213 H8800
, om te doen
H3605
naar al
H5921
hetgeen in
H2088
dat
H5612
boek
H3789 H8803
geschreven is.
22
H3212 H8799
Toen ging
H2518
Hilkia
H834
henen, en die
H4428
des konings
H413
waren, tot
H5031
de profetes
H2468
Hulda
H802
, de huisvrouw
H7967
van Sallum
H1121
, den zoon
H8616 H8676 H8445
van Tokhath
H1121
, den zoon
H2641
van Hasra
H8104 H8802 H899
, den klederbewaarder
H1931
. Zij
H3427 H8802
nu woonde
H3389
te Jeruzalem
H4932
in het tweede deel
H1696 H8762
; en zij spraken
H2063
zulks
H413
tot haar.
23
H559 H8799
En zij zeide
H3541
tot hen: Zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H559 H8798
: Zegt
H376
den man
H834
, die
H853
ulieden
H413
tot
H7971 H8804
mij gezonden heeft:
24
H3541
Zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H2009
: Zie
H7451
, Ik zal kwaad
H5921
over
H2088
deze
H4725
plaats
H5921
en over
H3427 H8802
haar inwoners
H935 H8688
brengen
H3605
; al
H423
de vloeken
H3789 H8803
, die geschreven zijn
H5921
in
H5612
het boek
H834
, dat
H6440
men voor het aangezicht
H4428
des konings
H3063
van Juda
H7121 H8804
gelezen heeft.
25
H8478
Daarom
H834
dat
H5800 H8804
zij Mij verlaten
H312
, en anderen
H430
goden
H6999 H8762 H8675 H6999 H8686
gerookt hebben
H4616
, opdat
H3707 H8687
zij Mij tot toorn verwekten
H3605
met alle
H4639
werken
H3027
hunner handen
H2534
; zo zal Mijn grimmigheid
H5413 H8799
uitgegoten worden
H2088
tegen deze
H4725
plaats
H3808
, en niet
H3518 H8799
uitgeblust worden.
26
H413
Maar tot
H4428
den koning
H3063
van Juda
H853
, die ulieden
H7971 H8802
gezonden heeft
H3068
, om den HEERE
H1875 H8800
te vragen
H413
, tot
H3541
hem zult gij alzo
H559 H8799
zeggen
H3541
: Zo
H559 H8804
zegt
H3068
de HEERE
H430
, de God
H3478
Israels
H1697
: Aangaande de woorden
H834
, die
H8085 H8804
gij hebt gehoord;
27
H3282
Omdat
H3824
uw hart
H7401 H8804
week geworden is
H4480
, en gij u voor
H6440
het aangezicht
H430
Gods
H3665 H8735
vernederd hebt
H1697
, als gij Zijn woorden
H8085 H8800
hoordet
H5921
tegen
H2088
deze
H4725
plaats
H5921
en tegen
H3427 H8802
haar inwoners
H3665 H8735
, en hebt u vernederd
H6440
voor Mijn aangezicht
H899
, en uw klederen
H7167 H8799
gescheurd
H1058 H8799
, en geweend
H6440
voor Mijn aangezicht
H589
, zo heb Ik
H1571
[u] ook
H8085 H8804
verhoord
H5002 H8803
, spreekt
H3068
de HEERE.
28
H2009
Zie
H622 H8802
, Ik zal u verzamelen
H413
tot
H1
uw vaderen
H7965
, en gij zult met vrede
H413
in
H6913
uw graf
H622 H8738
verzameld worden
H5869
, en uw ogen
H3605
zullen al
H7451
dat kwaad
H3808
niet
H7200 H8799
zien
H834
, dat
H589
Ik
H5921
over
H2088
deze
H4725
plaats
H5921
en over
H3427 H8802
haar inwoners
H935 H8688
brengen zal
H7725 H0
. En zij brachten
H4428
den koning
H1697
dit antwoord
H7725 H8686
weder.
29
H7971 H8799
Toen zond
H4428
de koning
H622 H8799
henen, en verzamelde
H3605
alle
H2205
oudsten
H3063
van Juda
H3389
en Jeruzalem.
30
H4428
En de koning
H5927 H8799
ging op
H1004
in het huis
H3068
des HEEREN
H3605
, en al
H376
de mannen
H3063
van Juda
H3427 H8802
en de inwoners
H3389
van Jeruzalem
H3548
, mitsgaders de priesters
H3881
en de Levieten
H3605
, en al
H5971
het volk
H4480
, van
H1419
den grote
H5704
tot
H6996
den kleine
H7121 H8799
toe; en men las
H241
voor hun oren
H3605
al
H1697
de woorden
H5612
van het boek
H1285
des verbonds
H1004
, dat in het huis
H3068
des HEEREN
H4672 H8737
gevonden was.
31
H4428
En de koning
H5975 H8799
stond
H5921
in
H5977
zijn standplaats
H3772 H8799
, en maakte
H1285
een verbond
H3068
voor des HEEREN
H6440
aangezicht
H3068
, om den HEERE
H310
na
H3212 H8800
te wandelen
H4687
, en om Zijn geboden
H5715
, en Zijn getuigenissen
H2706
, en Zijn inzettingen
H3605
, met zijn ganse
H3824
hart
H3605
en met zijn ganse
H5315
ziel
H8104 H8800
, te onderhouden
H6213 H8800
, doende
H1697
de woorden
H1285
des verbonds
H5921
, die in
H2088
datzelve
H5612
boek
H3789 H8803
geschreven zijn.
32
H5975 H0
En hij deed
H3605
allen
H3389
, die te Jeruzalem
H1144
en in Benjamin
H4672 H8737
gevonden werden
H5975 H8686
, staan
H3427 H8802
; en de inwoners
H3389
van Jeruzalem
H6213 H8799
deden
H1285
naar het verbond
H430
van God
H430
, den God
H1
hunner vaderen.
33
H2977
Josia
H5493 H0
dan deed
H3605
alle
H8441
gruwelen
H5493 H8686
weg
H4480
uit
H3605
alle
H776
landen
H834
, die
H1121
der kinderen
H3478
Israels
H5647 H0
waren, en maakte
H3605
allen
H3478
, die in Israel
H4672 H8737
gevonden werden
H5647 H8686
, te dienen
H5647 H8800
; te dienen
H3068
den HEERE
H430
, hun God
H3605
; al
H3117
zijn dagen
H5493 H8804
weken zij
H3808
niet
H4480
af van
H3068
den HEERE
H430
, den God
H1
hunner vaderen
H310
, na te volgen.